Loch Ness.
AKKER.CACHE15 ("AKKERTJES")
Raad Winkel.
Woensdag 29 November 1933. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9390
Een geschiedenis over een
Kanaal in Schotland.
HET MONSTER.
Hebt Gij het gevoel
te leven achter een traliehek
(Van onzen Engelschen Briefschrijver.)
25 November 1933.
IN het Noorden van Schotland, in het graaf
schap Inverness, ligt een heel lang, en naar
verhouding tamelijk smal, meer, Loch Ness.
Wie het op wenscht te zoeken op zijn atlas, zal den
naam Loch Ness wel niet vinden. Wat hij wel zal
zien, is een lang kanaal, het Caledonisch Kanaal, dat
van het Zuid-Westen naar het Noord-Oosten dwars
door geheel Schotland loopt, en den Atlantischen
Oceaan verbindt met de Noordzee. Welnu, van het
Caledonisch Kanaal vormt Loch Ness een belangrijk
gedeelte, het meest Noordoostelijke stuk.
De natuur kwam de Schotten flink te hulp, toen zij
besloten de beide zeeën, die ik zoo juist noemde, met
elkaar in verbinding te brengen, zoodat het niet lan
ger noodig zou zijn, indien men van den eenen kant
naar den anderen wilde gaan. de gevaarlijke reis om
de Noordpunt van Schotland te maken, en tusschen
de Hebridcn door te laveeren.
Het was, of de Voorzienigheid er op gerekend had,
dat hier eenmaal een kanaal zou moeten komen.
Niet minder dan zes meren lagen op een rijtje, zoo
ongeveer in een rechte lijn, naast elkaar. Loch Ness,
met een lengte van 37 kilometer, was verreweg de
baas van de groep. Maar ook de andere vijf kwamen
de kanaal-aanleggers goed van pas. Immers, het ge-
heele kanaal is 100 kilometers lang, en daarvan la
gen, voor er één spa in den grond gestoken werd, 63
gereed in den vorm van bovengenoemde zes meren.
Ik zei reeds, dat Loch Ness slechts tamelijk smal
is in verhouding tot zijn lengte. Een meer van 37 kilo
meter lang en twee kilometer breed, lijkt wel eenigs-
zins op een pijpenla, niet waar? Toch zal ik wel niet
behoeven te zeggen, dat de kanalengravers er niet
aan gedacht hebben, de verbindingskanalen tusschen
de meren nu ook maar een breedte te geven van een
paar kilometers. Zij vonden, dat 36 meter ruim vol
doende was, en twee duizend eenigszins overdreven.
Ook met de diepte van het kunstmatige gedeelte van
het Caledonisch Kanaal hebbén de Schotten het op
een aceoord je gegooid. Trouwens, wie zou het niet
doen! De natuur was aan den zeer royalen kant ge
weest, toen zij Loch Ness een diepte uitkeering gaf.
Twee Utrechtsche domtorens, boven op elkaar ge
plaatst, gaan er netjes kopje onder, en dan blijven er
nog wel een meter of twintig over ook. Ja, als het
heele Caledonische Kanaal, van kust tot kust, de diep
te en breedte van Loch Ness had gekregen, zou de
Engelsche vloot er haar jaarlijksche manoeuvres wel
hebben kunnen houden. Maar met de tusschenliggen-
de gedeelten is men bij het graven maar niet verder
gegaan dan een meter of vijf. En aangezien de sterkte
van een kabel gelijk staat met de sterkte van het
zwakste gedeelte er van, en de snelheid van een rui
terstoet die is van het langzaamste paard van den
stoet, mijden de groote zeeschepen het Caledonisch
Kanaal zorgvuldig, en laten de vaart er door heen
over aan visschersvaartuigen en pleizierjachten.
Ik zou nu, om den stijl van sommige schrijvers te
volgen, nog kunnen vertellen, dat de aanleg werd be
gonnen in 1803, en voltooid in 1847, en dat de kosten
115.735.240 hebben bedragen. Ook zou ik u kunnen
meedeelen, dat de andere vijf meren de namen dra
gen van Beauly, Oich, Lochy, Eil, en Linnhe, maar
aangezien dit u niet zal interesseeren, zal ik dit niet
doen. En daar de thans door mij nagevolgde schrij
vers ongetwijfeld de bedoeling hebben, dat hun le
zers de dingen, die zij zouden kunnen, maar niet
willen zeggen, en die zij evenwel, nochtans, en des
alniettemin toch zeggen, zullen overslaan, verzoek ik
U, lezer, dezen brief nog eens van voren af aan te be
ginnen, en dan te doen, alsof de thans tot een einde
komende alinea niet bestaat.
Dat van voren af aan beginnen kan bovendien vol
strekt geen kwaad, want ongetwijfeld kent U de nut
tige aardrijkskundeles, hier boven door mij gegeven,
nog lang niet uit Uw hoofd. Misschien zelfs nog niet
eens zoo goed, als Uw zoon de aardrijkskunde repe
titie kende, waarvoor zijn leeraar hem de vorige week
een vier heeft toegekend.
Zooals aan ieder welgeordend diner het dessert
komt na den maaltijd, zal ik U thans nog iets over
Loch Ness vertellen, dat met aardrijkskunde niets te
maken heeft. Luistert!
Het was in de maand Mei van dit jaar, dat de be
woners van de oevers van Loch Ness, en alle Sehot-
eche Hooglanders mijlen ver in den omtrek werden
opgeschrikt door de tijding, dat het meer werd be
woond door een monster. Een monster, dat den vorm
had van een geweldig grooten visch, voorzien op zijn
rug, van twee bulten, zooals een dromedaris. Of is het
een kameel? In elk geval, twee bulten. Het monster
was een meter of tien lang, en toonde bij zijn zwem-
oefeningen door Loch Ness een algeheele minachting
te hebben voor de, ook door de Schotsche politie, vast
gestelde snelheidslemieten.
Dit laatste feit kon met zeer groote stelligheid wor
den vastgelegd. Want de eerste waarnemer van den
nieuwen meerbewoner was de chauffeur van den
plaatselijken bus, die, toen hij van den eersten schrik
bekomen was, vol gas gaf op den mooien, rechten
weg langs het meer, en een wedstrijd begon met den
pas ontdekten watertaxi. De wedstrijd was niet span
nend, want het monster lachte een beetje om de zes
tig kilometertjes van dat autobusje, en verdween, in
een minimum van tijd, met bulten en al uit het ge
zicht
De buschauffeur wou, zooals begrijpelijk is, zulk
een belangrijk feit niet alleen voor zich houden, maar
deelde het aan ieder mee, dien hij dien dag, en de
volgende dagen, te spreken kon krijgen. Hij deed
meer. Hij besloot op het beestje te gaan hengelen.
Niet met een gewonen hengel, natuurlijk. In Inverness
liet hij een toestel maken van stevig ijzerdraad, ter
lengte van een meter of vijf en twintig, waaraan hij
verscheidene sterke haken met aas bevestigde. Op
zijn eersten den besten vrijen dag ging onze chauf
feur uit visschen. Helaas, voor hem en ons, zonder
resultaat.
Of hij nu werd uitgelachen? Daar is een Schot veel
te beleefd voor. En misschien ook wel veel te bijge
loovig. Nee, leder, die in de buurt van Loch Ness
woonde, ging eens kijken. En dat kijken had wel
resultaat, aJn en alleman werd tevreden gesteld. Het
monster was blijkbaar niet eenkennig, en maakte hei-
haalde malen zijn opwachting. Éénmaal zelfs, ter af
wisseling, niet in het water, maar op den weg, waar
hij over heen gleed met een lammetje in zijn mond
En oogen, dat hij heeft. Of had! Want ik moet
helaas bekennen, dat ik den laatsten tijd niets meer
over den wonderlijken bewoner van Loch Ness heb
gelezen, hoe aandachtig ik er ook naar heb uitge
keken. Misschien zit hij wel weer een paar honderd
meter diep in het meer. Maar oogen! Precies auto
lantaarns. Zelfs bij helderen zonneschijn met een ver
blindend licht Ook heeft hij manen. En bulten
minstens twee. Maar het kunnen er best ook een paar
meer zijn.
Natuurlijk zijn er vele theorieën verschenen over
het monster van Loch Ness. De zeeslang, zeggen som
migen. Maar dan had hij, voor hij in Loch Ness be
landde, eerst door een smal en ondiep kanaaltje moe
ten zwemmen, en zou hij ongetwijfeld zijn opgemerkt
Een plesiosaurus uit den oertijd, zeggen anderen, die
bij vergissing vergeten heeft uit te sterven. Een
knoestige boomstam, zeggen de spotters. En de geleer
den sluiten zich ongeveer bij de laatsten aan, maar
noemen dien knoestigen boomstam bij zijn Latijn-
schen naam: massa suggestie, wat beleefder klinkt.
Eén ding heeft het overigens zeer welwillende
monster van Loch Ness nog niet willen doen. Hij
heeft zich tot nu toe nog niet willen laten fotografee
ren. En toch kunnen we er niet aan twijfelen, of negen
en negentig procent van de kijkers aan Loch Ness
hebben hun camera meegenomen.
Per slot van rekening is er al weer niets nieuws
ondei de zon. Eenige eeuwen geleden, ik ben niet
erg thuis in de Scandinavische jaartallen, dus precies
weet ik het niet, heeft de aartsbisschop van Upsala
een Noorsch zeemonster gezien en beschreven. Als
geestelijke kan hij natuurlijk niet gejokt hebben.
Welnu, dat Noorsche monstertje was lang niet mis.
Het voedde zich niet alleen met lammetjes en scha
pen, maar slikte heele schepen op met bemanning en
al. Zoo zegt ons de aartsbisschop.
omdal Gij gedwarsboomd wordt in Uw vrijheid van
handelen, omdal Ge niet kunt uilgaan, elk plan moet
opgeven, doordal telkens martelende hoofdpijnen U
overvallen en voor U een dag doen verloren gaan.
Als Uw arm hoofd bonst, Uw slapen kloppen en
borende pijnen door geheel Uw hoofd gaan, dan
zullen AKKER-CACHETS voor U uitkomst brengen.
Neem een "AKKERTJE" en binnen een kwartier zult Ge Uw
hoofdpijn voelen wegtrekken en zult Ge U weer prettig en
behaaglijk gevoelen. Het is uitgesloten, dat een "AKKERTJE"
U niet zal helpen, want al nemen ze de oorzaak van Uw
lijden niet weg, waarover Ge Uw arts moet raadplegen, ze
helpen U in ieder geval dadelijk van die onuitstaanbare pijn af.
AKKER-CACHETS ("AKKERTJES"), een gelukkige samenstelling
van Apotheker Dumont, met een verrassend snelle werking bij:
Hoofdjpijn, Kiespijn, Spierpijn, Rheumatische pijnen, Len
denpijn, Zenuwpijn, Vrouwenpijn, Migraine, Neuralgie.
Volgens recept von Apotheker Dumont. Slechts 50 cent per 12 stuks.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 28 Novem
ber 1933, des morgens half 10.
Voorzitter de heer D. Brugman, loco-burgemeester;
secretaris de heer A. de Ridder.
Alle leden zijn aanwezig.
De Voorzitter opent de vergadering en deelt mede
dat hij wegens ongesteldheid van den Burgemeester
deze vergadering zal leiden Spr. uit den wensch, dat
de Burgemeester weer spoedig hersteld moge zijn.
Onder dankzegging aan den Secretaris worden de
notulen onveranderd vastgesteld.
Mededeellngen.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat aan
werkzaamheden van het Hoogheemraadschap aan den
Westfrieschendijk bij de Boerensluis 20 arbeiders uil
deze gemeente zijn geplaatst en thans nog 17 arbei
ders bij de werkverschaffing in de Wieringermeer.
Den heer Van Zoonen is medegedeeld, dat een op
zichter van het Hoogheemraadschap had gezegd dat
het uurloon 40 cent was, doch dat het op aandrang
van het gemeentebestuur op 35 cent was gesteld. Spr
wijst er op dat hier geen sprake van is. Spr. vindt
het niet goed, dat de opzichter dan zooiets zegt.
De Voorzitter deelt ook mede, dat er geen sprake
is geweest van eenigen aandrang door hot gemeente
bestuur.
De Secretaris deelt mede, dat door het gemeentebe
stuur niet over het loon was gesproken. Onze ge
meente behoort in de vijfde klas en aan de hand daar
van zou het loon 34 cent zijn. maar het is gebracht
op 35 cent. Een opzichter belooft gewoonlijk gou
den bergen, onder de restrictie dan. „als het gemeen
tebestuur maar uil". Klachten zijn ons bereikt ni°t
over het loon, maar omdat de arbeiders minder ver
dienden, dan bij de werkverschaffing, doordat er min
der uren wordt gewerkt bij het Hoogheemraadschap.
Na bespreking is dit veranderd en komen nu die ar
beiders in gunstiger positie dan de arbeiders in werk
verschaffing.
De heer De Pree verwondert er zich over dat waar
het Hoogheemraadschap voor de salarissen van de
hoogere ambtenaren het rapport-Schouten wil af
wachten, maar inmiddels overgaat tot verlaging van
het loon der losse arbeiders. Dat is inconsequent.
De Voorzitter zegt, dat het gemeentebestuur daar
niets aan kan doen.
De heer Dekker vraagt of nog meerdere arbeiders
bij het Hoogheemraadschap geplaatst kunnen worden
en spr. vraagt of daarvoor niet in de eerste plaats in
aanmerking kunnen komen de menschen die zich
minder gemakkelijk naar de Wieringermeer kunnen
verplaatsen. Spr. vraagt wie de arbeiders voor het
werk van het Hoogheemraadschap aanwijzen.
De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. dat zeer
nauwkeurig doen.
Door den Secretaris wordt uitvoerig mededeeling
gedaan over de regeling die in deze is getroffen. Al
lereerst komen de menschen die getracht hebben
steeds met werken in hun onderhoud te voorzien, voor
plaatsing in aanmerking.
De heer Raven merkt op, dat de loonquaestie z.i.
louter is een quaestie voor de organisaties, in deze
de bouwvakarbeiders.
De verlichting bij de Dijkbuurt aan den Westfrie
schendijk zou bij plaatsing van 5 lantaarns een uit
gaaf vorderen van f 1100, een uitgaaf die naar het
oordeel van B. en W. de gemeentefinantiën niet toe
laten.
De heer De Pree meent dat dit geen ernstige po
ging tot oplossing is te noemen, waar de kosten zoo
hoog worden opgevoerd. Z.i. is de oplossing met een
veel kleiner bedrag mogelijk, n.1. door het maken
van een lichtpunt aan een tweetal lantaarnpalen.
De Voorzitter deelt mede, dat het niet de bedoeling
van B. en W. is om de zaak af te schuiven, maar dat
reeds is gesproken over een eenvoudiger uitvoering
De heer De Pree had dat eerder gewenscht, want
anders is aanstonds de winter weer voorbij.
De heer Van Zoonen deelt nog mede, dat het plan
van gasverlichting van hem is uitgegaan, maar dat
via Bloemendaal e-n opgaaf van kosten van electn-
sche verlichting zal worden gedaan.
De heer De Pree dringt op spoed aan.
Ingekomen stukken.
Hiervan deelen wij mede, dat de heeren P. Kort en
J. Vethman hun benoeming tot lid der commissie
van toezicht op de Arbeidsbemiddeling hebben aan
genomen.
De begrooting van de Gezondheidscommissie te
Hoom vordert voor 1934 een gemeentelijke bijdrage
ad f 45.88.
Inmiddels is besloten de Gezondheidscommissie op
te heffen.
Een 3-tal later ingekomen stukken wordt in han
den van B. en W. gesteld.
Het Algemeen Burgerlijk Armbestuur heeft verzocht
over 1933 weder 50 reductie te mogen verleenen op
de pachtsommen der landerijen dier instelling.
B. en W. stellen voor de gevraagde toestemming
te verleenen.
Aldus wordt besloten.
Wijziging keurloonen?
Door de Commissie van uitvoering van den Vleesch-
keuringsdienst Kring Barsingerhorn, wordt voorge
steld om de keurloonen te verhoogen, opdat de bij
drage per inwoner door de aangesloten gemeenten van
f 0.35 teruggebracht kan worden tot f 0.20.
Hoezeer een verlaging dezer bijdrage de Gemeente-
begrooting 1934 ten goede kan komen, komt het Bur
gemeester en Wethouders toch niet gewenscht voor,
met het voorstel der Commissie mede te gaan, en wel
om de volgende redenen:
Uit het verslag der Commissie over 1932 blijkt, dat
od den keuringsdienst een winst is gemaakt van
f 2888.22. Allerminst, blijkt hieruit dat de keurloonen
te laag zouden zijn geweest, integendeel, verlaging
aan de hand van het verslag zou mogelijk zijn.
Mede gelet op den inhoud van artikel 287 der Ge
meentewet, waaruit blijkt, dat rechten en loonen en
andere gelden ter zake van het gebruik of genot van
werken en inrichtingen, die volgens artikel 275 voor
plaatselijke belastingen worden gehouden, tot geen
hooger bedrag worden goedgekeurd dan vereischt
wordt, om een matige winst aan de gemeente te ver
zekeren. De heffing moet zich richten naar het ge
bruik dat van de werken en inrichtingen wordt ge
maakt, met dien verstande, dat betaling bij wijze van
abonnement kan worden toegestaan.
Het komt Burgemeester en Wethouders voor dat
een deel der inrichting en voornamelijk de verwer
kingsinrichting een gevolg is van een maatregel ge
troffen in het belang der volksgezondheid en der
halve in het algemeen belang en wanneer nu op de
uitvoering van dezen maatregel verlies wordt gele
den, dit verlies niet moet worden gedekt door verhoo
ging van keurloonen, die slechts op een bepaald deel
der gemeenschap zullen drukken, doch door de ge
meenschap in zijn geheel, d.w.z. door de aangesloten
gemeenten zullen moeten worden gedragen.
Burgemeester en Wethouders stellen dus voor om
op het voorstel der Commissie afwijzend te beschik
ken.
De heer Dekker is het volkomen met B. en W. eens.
Bij de stichting is duidelijk gezegd, dat als er ver
lies was, de gemeenten dat zouden moeten bijdragen.
Door de winst op de keurloonen is het verlies reeds
belangrijk verminderd. Spr. voorziet, dat de uitslag
straks zoo zal zijn: 7 gemeenten voor, 2 gemeenten
tegen. Spr. acht deze zaak zóó onjuist, dat hij zou
willen dat de gemeente zich niet bij de uitspraak van
de meerderheid neerlag, maar een hoogere uitspraak
uitlokte. Spr. wijst ook op de verhouding vleeschprij-
zen en keurloonen.
De heer Kamp vraagt of in de overeenkomst tot
uiting komt dat de geheele zaak als één is te be
schouwen. Spr. kan zich dit niet herinneren.
De heer De Veer zegt dat er niet veel tegen de mo
tiveering van B. en W. is in te brengen, maar ook
niet teegen de gedachtengang van de Commissie voor
den Vleeschkeuringsdienst. De bedoeling der commis
sie is dat de zaak zich zelf bedruipt. Wel geschiedt
de boeking der onderdeelen apart, maar het is één
huis.
T. a. v. de vraag van den heer Kamp wordt door
den Secretaris medegedeeld, dat in de overeenkomst
staat dat van elke tak van dienst afzonderlijk reke
ning wordt overgelegd. Meer staat er niet. Over over
heveling van winst staat er niets. Dat een minder
heid zich zou moeten neerleggen bij de beslissing
van een meerderheid, staat ook niet in de overeen
komst Hier zal dus een verschil ontstaan tusschen de
gemeenten en zal de beslissing van Ged. Staten in
geroepen moeten worden. De commissie kan niet zeg
gen: „de nieuwe regeling gaat in werking."
Met 6 tegen 1 stem. die van den heer De Veer,
wordt conform het voorstel van B. en W. besloten.
De personeele belasting.
Ged. Staten hadden bezwaar gemaakt tegen de ver
ordening op de heffing van personeele belasting op
grond van de meening, dat zij die in de lagere klas
sen vallen, te zeer worden bevoordeeld.
Een getal opcenten van 60 tot 190 is niet toelaat
baar, aangezien de Minister niet toelaat dat bij de
heffing van opcenten een afstand van minimum en
maximum met meer dan 100 opcenten wordt over
schreden.
B. en W. stellen nu voor, op alle aanslagen een
gelijk aantal opcenten te heffen, nl. 100, waardoor
16 hoogste aanslagen worden ontlast, 14 aanslagen
gelijk blijden en 493 aanslagen worden bezwaard.
De heer De Pree wijst er op, dat door het bezwaar
van Ged. Staten we niet meer gebonden zijn aan de
betrekkelijke verordening. Vorig jaar heeft de ge
meente 185 opcenten geheven en spr. prefereert dan
ook nu een dergelijke heffing, dan worden 404 aan
slagen ontlast, 52 aanslagen blijven hetzelfde, en
de rest moet wat meer betalen.
De Secretaris merkt op, dat de beschouwing van
B. en W. berust op de beslissing van den raad in
Augustus. De heffing van 185 opcenten was een nood
maatregel. De in Augustus vastgestelde classifica
tie dient de raad te handhaven, want anders zou de
raad te laat zijn met de verordening. De verzwaring
van 493 aanslagen beteekent geen verzwaring van
den aanslag als vorig jaar, doch alleen een kleine
verzwaring naar het besluit van '22 Augustus be
rekend.
De heer Kamp gaat noode met het voorstel van
B. en W. mee. tegen de personeele belasting zijn
velen terecht gekant.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel van B. en W. besloten.
De begrooting voor 1934.
Algemeen© beschouwingen worden niet gehouden.
Uit het rapport der begrootingscommissie blijkt,
dat de commissie voorstelt de jaarwedde van den
ambtenaar ter secretarie, den heer P. J. Korver met
f100 te verhoogen in verband met zijn arbeidspre
statie.
B. en W. kunnen zich met dit voorstel vereenigen.
Aldus wordt besloten.
B. en W. en de meerderheid der commissie willen
ingaande 1 Januari 1934 op alle salarissen van per
soneel in dienst der gemeente, een tijdelijke korting
toepassen van 6 van 3/4 dier jaarwedden, zoodat
1/4 onveranderd blijft. Salarissen van minder dan
f 1000 blijven buiten deze korting.
De minderheid der commissie stelt voor de grens
van f 1000 op f 1200 te brengen, daarbij wijzende op
de stijging der eerste levensbehoeften, veroorzaakt
door invoering van regeeringsmaatregelen.
De heer De Pree verdedigt, het standpunt van de
minderheid en wijst daarbij op de zeer hooge sala
rissen die hier en daar worden betaald. Het bezwaar
van de minderheid geldt ook voor de loonen van het
personeel der,,gasfabriek.