Arrondissementsrechtbaük te Alkmaar De Zwarte Monnik Moe, mat en moedeloos AKKER.CACHETS Donderdag 7 December 1933. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9395 Neem een "AKKERTJE" MEERVOUDIGE STRAFKAMER. ZITTING VAN DINSDAG 5 DECEMBER. Castricum. DE BERO'EMJEyE NOT- OF EiRPDIBNSTBAAR. HEID8WDG VAN BALTUS. De tuinder Anth- de Vr. te Castricum. die overhoop legt met zijn buurman Jan B&ltug over het gebruik van een Notweg, waartegen Baltus zich op civiele gronden verzet was door den Kantonrechter te Alkmaar ver- oodeeld tot 1 pop of 1 dag. doch had ondanks dit cle mente vonnis, daarmee geen vrede genomen en was nu in hooger beroep gekomen, alwaar al zijn bezwaren nog eens meer uitvoerig werden gerepeteerd. De appellant had zich thans voorzien van een goed getralnden verdediger in den persoon van mr. v. d. Loos. De heer Officier was het volmaakt eens met den kanton rechter en nam het hekjesbezwaar van den ap pellant niet serieus, reden waarom bevestiging van 't geweren vonnis werd gerequireerd. Mr. v. d. Loos, gewapend met een kadastrale kaart «e verdere officleele bescheiden, maakte er zich niet af met een Jantje van Lelden, doch voerde aan de band van bedoelde stukken een principieel verweer, ten doel hebbende aan te toonen, dat hier bestond een erfdienstbaarheid ten faveure van den heer de Vries cum suis, zulks bij acte in 1912 verleden voor Notaris Boerlage to Velzen. Na een uitvoerige toelichting kwam pleiter tot de conclusie dat de heer Baltus misschien zijn rechten op den weg had overschreden en het ver schil langs burgerrechterlijken weg moest worden be slecht Lang stond spreker stil bij diverse politieveror deningen omtrent het gebruik van openbare en andere wegen en paden en concludeerde ten slotte vrijspraak mede omdat de verordening van Castricum bindende kracht zou missen. Geen repliek. Alkmacr, EEN UILESTREEK, OF DE SLAGER ZELF GESLACHT. Vermoedelijk heeft de heer W. H-, slager te Alkmaar de porté van zijn handeling niet gesnapt toen hij op 1 Nov. J.1. het weegbriefje van het abattoir, betreffende 3 Slachtschapen, wegende 138V6 K.G., valschelijk had veranderd in 128V* K.G. Het voordeel waa natuurlijk gering, misschien 4 gulden en 50 cent maar de gevol gen buitengewoon ernstig. Nog meer ernstig werd deze knoeierij, toen de slager. Inplaats van bij ontdekking direct door de mand te vallen, het deed voorkomen of zijn knecht uit de grap bedoeld briefje zou hebben ver anderd. Heden stond dan genoemde slager voor de hem ten laste gelegde vervalschlng terecht en werden geboord als bezwarende getuigen: Dr. Voorthuijzen di recteur gem. slachthuis, de keurmeester v. d- Wete ring, de knecht en de verkooper van de schapen. A. Dekker uit Oterleek, welke getuige op het abattoir had ginformeerd naar de wicht der verkochte schapen., waardoor de vervalschlng werd ontdekt, met het hier- voren gemelde funeste resultaat. Door verdachte werd beden het feit erkend en indien bij zulks direct had gedaan, zou Dr. Voorthuijzen het gebeurde b|J een ern stige reprimande hebben laten blijven. Het voordeel dat verdachte met deze vervalschlng zou hebben kunnen behalen, was den heer Voorthuijzen niet duidelijk en woog zeer zeker niet op tegen de nadeelen. De president was uiteraard niet zeer gesticht door de faits et gestes van den slager en zooalg vanzelf •prak. de officier nog veel minder zooals bleek uit het lang niet malsche requisitoir, strekkende tot veroordee- iing tot f 3000 boete of 60 dagen. Het maximum op het feit gesteld is 5 jaar gevangenisstraf. Oudkarspel. DE SPOOKACHTIGE KOETHNHANDELAAR. De 50-jarige arbeider Jan N. uit Harenkarspel, thans •taatslogé, omdat de bemoeizuchtige justitie hem ver meet aan te wrijven, dat hij op 22 September uit een weide te Oudkarspel, ten nadeele van den veehouder Th. Kostelijk, een koe zou hebben gestolen. Daar was natuurlijk gen steek van aan, doch in den prlllen morgen van 22 September was Jan. die zoo arm is als een kerkrat, verschenen te Heerhugowaard aan de woning van den slager Jan Peereboom. wlen FEUILLETON DOOR EDGAR WALLAGE. 6. Beiden barstten in lachen uit „U is op één punt gelukkig geweest", merkte Gilder •rnstig op „Het is een gelukje, dat zijn wettelijke aan gelegenheden op u overgingen..." Op dit oogenblik kwam een klerk binnen om een paar brieven te laten onderteekenen. Nadat hij vertrok ken was, vroeg Gilder: „Houdt uw zuster zich nog ■teeds voor een schatrijke erfgename?" „Die illusie koestert zij," antwoordde de ander koel tjes. „Natuurlijk verbeeldt zij zich dat! Of daoht je, dat Leslie zioh tot een dergelijke smijterij met geld zou leenen?" Hij nam een pen van een zilveren blad op zijn bureau doopte haar in den inkt, trok een vel papier naar zich toe. en schreef cijfers op. „Zes duizend pond is een boel geld," zei hij. „Ik ver loor driemaal zooveel, toen Black Satin met minder dan een hoofdlengte in de Drayton Handicap geslagen werd Het eenige wat overblijft, ls het huwelijk te bespoedi gen". „En die bezitting In Yorkshire?" vroeg de procura tiehouder. Arthur Gine trok een wrang gezicht „Ik nam een •trooman aan om die te koopen. Ik had er twintig dui zend pond aan kunnen verdienen. Daar zijn steenkolen in overvloed, daarvan heb ik de bewijzen. Maar da Tweede Zoon haalde een streep door de rekening, de vervloekeling!" Er heerschte een langdurige stilte. „Wat ls u van plan nu te doen?" vroeg Gilder. „Dat weet ik niet Ik ben ten einde raad." Arthur Gine smeet de pen neer. „De toestand is eenvoudig een marteling voor iemand met mijn gevoelige zenuwen. Kun jij er niets op verzinnen?" „Geef mij vijf minuten den tijd" antwoordde Gilder •n vertrok. Terwijl Gilder naar zijn kantoor onderweg was, over handigde een klerk hem een brief. Deze was in een on geletterde hand aan hem persoonlijk geadresseerd. Ach ter de gesloten deur van zijn kantoor scheurde hij de envelop open. De brief begon zonder eenige inleiding en lordschap werkt nog steeds aan den Schat Hij kreeg verleden Dinsdag uit Duitschland een boek toe gezonden, geschreven door een Duitscher, die honderden jaren geleden in deze streek vertoefd heeft. Ik kan den titel niet lezen, omdat het zoo'n gekken druk is, die veel c. oud-Engelsch lijkt. Zijn lordschap ontving van een Londenschen boekveikooper ook een plattegrond van hij een koe te koop aanbood, die deze heer niet eer.® wilde hebben, want hij vertrouwde Jan geen sier en vroeg hem meermalen: Heb je die koe soms gestolen? En dan antwoordde Jan gehimzinnig: Je begralp 't wel, hè, d'r mot wat beure! Hoewel de slager thans voor de rechtbank, die geheele scène uitvoerig mededeelde, bleef Jan bij zijn afwijzend houding volharden en 1 n" sinueerde ijskoud dat die getuige stond te liegen, hij was d'r alliendig weest om te kaike of de slager eere- pele gebruiken kon. Maar met een koe had verdachte heelemaal niets te maken. Peereboom echter nog minder en hij was zoo wijs, de koe door zijn zoontje te laten bezorgen bij veldwachter Bleijendaal, begrijpende, dat het beestje in elk geval dan goed bezorgd was. De rechtmatige eigenaar had ook later de koe weer bij Bleijendaal terug gebaald. Aangezien Jan N. niet de minste behoefte scheen te gevoelen aan een al of niet berouwvolle erkentenis, wos het noodig, om een zestal getuigen a charge in 't vuur te brengen en dat half dozijn bracht wel zooveel in zijn nadeeel naar voren» dat zijn kansen voortdurend slech ter werden. Ten huize van getuige Schipper, bij wien Jan, die 'n kluizenaar is, wel eens 'n kopje koffie gebruikt was, hij door rijksveldwachter Root en den gemeenteveldwachter van Oudkarspel gearresteerd. De slager Oud had op ze keren keer den verdachte aangetroffen in het café van Mijts te Oude Niedorp en toen had Jan, die een stevig neutje achter de kiezen had geslagen, den slager veel- beteekenend gezegd: Ik weet welderes wat, Jan! Ook was hij eens gekomen bij slager Vos om spek te halen en toen had Jan eveneens georakeld dat hij wel eens een beestje had. Dit alles was geschied vóór Kostelijk's koe, vermoedelijk onder Jan's leiding uith et land ver dween. In verband met de feiten en het daaraan vrijwel pas sende getuigenverhoor had de officier geen scrupules om het tenlaste gelegde wettig en overtuigend bewezen te verklaren en tegen den verdachte 3 jaar gevangenis straf te requireeren. Fossaway Manor. De broer van zijn lordschap, Mr. Al- ford, heeft Red Farm voor 3.500 aan Mr. Leonard verkocht, (Hier glimlachte Mr. Gilder). Miss Gine kwam gisteren bij zijn lordschap en Mr. Alford theedrinken, en daarna maakten zijn lordschap en Miss Gine samen een wandeling door het park. Er gaat een gerucht, dat de Zwarte Monnik opnieuw in de nabijheid van de abdij gezien is. Hij werd gezien door Thomas Elwin, den halfwijzen zoon van Elwin, den pachter van den bis schop, maar niemand let op zijn woorden. En nu is hij gezien door Mr. Cartwright, den kruidenier. Zijn lord schap heefte en bod voor zijn bezitting in Yorkshire ontvangen, maar ik hoorde dat Mr. Alford hem ontried om te verkoopen, omdat hij overtuigd is dat daar steenkolen zijn." ...Toen ik de thee in de bibliotheek bracht, hoorde ik zijn lordschap zeggen dat hij het huwelijk in October wenschte te laten voltrekken, maar Miss Gine wilde lie ver wachten tot na Kerstmis. Zijn lordschap antwoord de, dat het hem niet zooveel kon schelen, omdat hij het zoo erg druk had. Mr. Alford zei dat het huwelijkscon tract opgemaakt moest worden door Sampson en Ho- ward, de vroegere raadgevers van Lord Chelford, waar tegen zijn lordschap opmerkte, dat dit beter in de han den van Mr. Gine gesteld kon worden. Meer hoorde ik niet. omdat Mr. Alford mij beval de kamer te verlaten. Miss Wenner, de gewezen secretaresse van zijn lord schap, kwam gisteren uit Londen over, maar Mr. Al ford heeft bevel gegeven dat zij niet toegelaten mag worden. Zijn lordschap heeft haar niet gesproken..." Mr. Fabrian Gilder's spion berichtte nog andere za ken van minder belang, die hier niet ter sprake behoe ven te komen. Hij las den brief voor de tweede maal, stak hem in zijn zak, en zat vijf minuten aan zijn bu reau te werken. Bij zijn terugkomst zat zijn patroon over zijn bureau Ik neem het niet an, repliceerde Jan, Ik neem geen drie weken an onschuldig! Jan's verdediger, Mr. Smal liet in zijn pleidooi niet onduidelijk uitschijnen, dat naar zijn meening de bewijs levering niet zoo glad ging, als door den officier wa3 voorgesteld. Pleiter releveerde dat omtrent de verdwij ning der koe niets positiefs vaststond. Niemand had hem met het beest zien wandelen, hoewel zonder twijfel velen reeds met hun landelijk werk bezig waren. Ooit aan de verschijning van verdachte bij slager Peereboom, gaf pleiter een veel meer onschuldige beteekenis. Het betrof hier meer vermoedens, die niet als bewijsmiddelen konden gelden. Resumeerende achtte pleiter twijfel aan wezlg en het bewijs niet voldoende geleverd, zoodat pl. concludeerde tot vrijspraak. Geen repliek. ZWIJNTJESJAGERS IN GROOTEN STIJL. Een zestal fieten, mooi, leelijk en minder leelijk, ga ven aan het rechtzaalinterieur het aanzien van een tweedehands rijwielzaak. Het waren dan de heeren C. W. E., een 19-jarig meubelmakersknecht en zijn com pagnon Jan Ar. K., een bierbottelaarsknecht, beiden wonende te Helder, thans in depot in het huis van be waring te Alkmaar, die voor deze stoffage hadden ge zorgd en thans ter zake diefstal van talrijke rijwielen, die zorgvuldig onkenbaar werden gemaakt, te samen of in vereeniging terecht stonden, terwijl ook nog 'n bos bamboe hengelstokken en een lantaarnkap werden buitgemaakt- De feiten werden door de heeren zeer edelmoedig toegegeven, zoodat hun respectieve advoca ten. Mr. Dwars uit Hoorn en Mr. Buiskool uit Schagen, eigenlijk wel bij hun penaten hadden kunnen blijven Het waren dan de heeren Drost, Roomeijer, matroos, Scherer, off. v. gezondheid le klas, Broekhof, Wezelman, en Mej. Felkamp, die hun karretje hadden moeten ach terlaten in de onbetrouwbare handen van deze brutale zwijntjesjagers en het nu in zeer desolafcen toestand weerzagen. Slechts noode werden sommige rijwielen door de eigenaars herkend, aangezien de meesten uit diverse onderdeelen van andere fieten, waren omge bouwd. Deze metha morphose geschiedde in de bier- bottelary van verdachte Jan K. Het rijwiel van Mej. Telkamp had deze heer maar te water gegooid, omdat de vangst niet voldeed. De koopman Hoogerwerf had zijn Zondagsohe hengelstokken verborgen in een boet achter zijn woning in de Jan in 't Veldstraat, gemist gebogen, het hoofd tusschen zijn handen, en Gilder leg de een strook papier voor hem neer. „Wat is dat?" vroeg Gine, opschrikkend. „Een zesmaands-accept voor zeven duizend pond, „Ik heb er voor het gemak duizend pond opgelegd", ant woordde Gilder koeltjes. Gine las het papier vlug door. Het was een accept en alleen zijn handteekening en die van Harry, Graaf van Chelford, ontbraken, om het terstond tegen goede munt inwisselbaar te maken. „Dat durf ik niet aan daar durf ik mij eenvoudig niet aan te wagen!" „Waarom zoudt u hem vertellen dat het een accept is?" vroeg Gilder. „U kunt hem persoonlijk te spreken krijgen, u spelt hem een verhaaltje op de mouw uw verbeeldingskracht is rijk genoeg maar ik zou u ra den hetaldus voor te stellen, dat u zijn handteekening noodig heeft om eigendom van uw zuster vrij te maken, en zoodra hij het ding eenmaal geëndosseerd heeft. Arthur Gine keek den ander scherp aan. Was het een bloot toeval, dat hij er dien draai aan gaf? Geen trek op het gezicht van den procuratiehouder liet het tegenovergestelde vermoeden. „Maar wanneer de vervaldag verschenen is?" vroeg hy besluiteloos, het papier tusschen zijn vingers om en om draaiende. „Over zes maanden zal hij getrouwd zijn, en wanneer u er dan niet beter voorstaat, zal hij of het accept moe ten honoreeren, of de zaak in den doofpot stoppen." De blikken van de twee mannen kruisten elkander. „Je staat op den rand van het bankroet, mijn jonge vriend," zei Gilder, „en daar ben ik aardig bij betrokken Ga jij naar si en kelder, dan is mijn middel van bestaan evenseens naar de maan." Hoe waar dit was, zou Arthur Gine op zekeren bitte ren dag vernemen. In een sensatie-proces te Chicago werd voor de eer ste maal een z.g. leugen-detector gebruikt, die elko leugen zooals de uitvinder beweert oogenblik- kelijk aanteekent. Met behulp van dit apparaat wordt nl, den polsslag van den verhoorde in. den vorm van een diagram neergeschreven. Elke leugen nu, die een snelleren en sterkeren hartslag te voor schijn roept, wordt tengevolge daarvan nauwkeu rig geregistreerd. Zijn broeder vertelde hem, dat verdachte K. hem een dergelijk vischtuig te koop had aangeboden. Op het po litiebureau had de heer Hoogerwerf zijn spulletjes te rug gezien. Door den heer Wiggers was omtrent de jongelieden een rapport uitgebracht met de gewone klachten van onzen tijd: Biertjes drinken, bioscoopjes, en dan nog ln 't minst niet sigaretten rooken; do moderne bronnen des verderfs, hun ondergang. De jongste deugniet was eigenlijk de verleider van zijn ouderen confrère in de boosheid, en de grootste aandeelhouder in de onderne ming. Niettemin stond de ambtenaar niet afwijzend tegenover een voorwaardelijke veroordeeling met stren ge bijzondere voorwaarden. Wat de verdachten betrof, zij waren bereid tot alle mogelijke concessies. Door den officier werden de machinaties van dez* jongens schrikbarend genoemd, vooral omdat zij een mooi zakgeld, goed voer en een warmen stal genoten. Dat was hun nog niet voldoende en zakten zij af tot mis drijf. De officier wenschte het toenemend euvel der rijwieldiefstal allerminst aan te moedigen en een voor waardelijke straf voor te stellen. Gerequireerd werd ai- zoo tegen Chris E. twee jaar en tegen Jan K. 1 jaar en 6 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf, waarop beide verdachten in snikken losbarstten. Mr. Dwars, pleiter voor jongenheer E. viel het sterk tegen dat de officier niet optrad als de goede Sint en verzocht voor zijn cliënt, in aansluiting met het uitge brachte advies, een voorwaardelijke straf. De juridische strijder van Jan K., voorgesteld door Mr. Buiskool, bleef niet achter in de bewerking van. het goede hart des rechters voor zijn prodeaan, die in ieder geval de minst schuldige was van het strafbare duo. Hulde bracht pleiter aan den heer Wiggers, voor zijn juist gevoelde psychologische typeering van dezen verdachte en eindigde zijn warm betoog met in bet be lang van ziji» cliënt te verzoeken een voorwaardelijk* veroordeeling en het voorarrest als de definitieve straf te beschouwen. Na re- en dupliek werd het verzoek tot Invrijheidstel ling afgewezen. H e il o o. ART. 347 WETB. v. STRAFRECHT. De thans gedetineerde Jan Pieter St., laatstelijk ver toevende te Heiloo, stond buiten tegenwoordigheid van publiek terecht ter zake misdr. art. 247 W. v. S. In deze zaak werd Dr. Barnhorn, directeur van het gesticht St. Willibrordus gehoord als getuige-deskundige, in ver band me thet door hem uitgebracht psychiatrisch rap port. De officier vorderde ontslag van rechtsvervolging en plaatsing in een gesticht voor zwakzinnigen voor den tijd van 1 jaar. Sluiting. „Jij haalt er een bom centen méér uit dan ik", bromd® hij, terwijl hij den naam van een bank dwars over d® voorzijde van het accept schreef. „Ik geef minder geld uit dan u, en ik weet wat lk met mijn geld moet doen, als ik het heb." „Je zou zelfs best in staat zijn om mij het geld per soonlijk te leenen." merkte zijn patroon met een flauw® poging tot scherts op." „Dat zou ik," antwoordde Gilder met een grijnslach, „maar, zooals ik zei, weet ik waar ik mijn geld laten moet, en om het aan u uit te leenen, lijkt mij niet een goede belegging." Mr. Gilder was slechts een paar minuten de kamer uit geweest, toen hij weer terugkwam en de deur zorg vuldig achter zich sloot- „Kent u een zekere Miss Wenner?" vroeg hij. Mr. Gine fronste. „Ja, wat moet ze hebben?" „Zij wenscht u te spreken over een dringende per soonlijke aangelegenheid. Is ze een van van uw vriendinnetjes Arthur schudd het hoofd. „Neen ik heb daar toevallig eens ontmoet. Zij was de secretaresse van Chelford. Kun je niet uit haar krijgen wat zij wenscht? „Ik heb het geprobeerd, maar het is iets dat u per soonlijk aangaat. Wilt u haar ontvangen? ik kan haar gemakkelijk wegsturen." Arthur dacht een oogenblik na. Misschien had hij hem iets belangrijks mee te deel en. „Laat haar binnenkomen," zei hij. Weinige oogenblikken later kwam Mary Wenner bin nen en groette Gine met een familiaar hoofdknikje. „Wel, lieve kind, dat is een onverwacht genoegen. Tel kens wanneer ik je zie, vind ik je mooier geworden." Zij aanvaardde de vleierij als iets dat haar toekwam, en zette zich op den rand van het schrijfbureau. „Ik ben naar Fossaway geweest Arthur," begon zij. „Domme meid," glimlaohte hij. „Ik meende dat di® zaak totaal achte den rug was. Je zult je netjes moe ten gedragen, Mary. Chelford gaat met mijn zuster trouwen." „Komt dat niet prachtig uit! En ik sta er ln 't geheel niet verbaasd over. Toen ik op Fossaway was, zag ik je ai je krachten daartoe inspannen." Zij liet zich van het bureau glijden en legde haar beid® handen op zijn schouders. „Arthur, ik heb van dat stenografeeren genoeg! En ik dorst er naar om mij op die koudbloedige visch Dlck Alford te wreken. Ik ben één keer weggejaagd omdat lk een man vroeg met mij te trouwen ik zal het voor een tweeden keer wagen. Wij zijn altijd goede vrienden geweest, Althur." In zijn ontsteltenis mompelde hij iets afwijzends. „Luister laat een prachtig zaakje niet loopen. Trouw met mij, en ik breng je een grooteren bruid schat mee, dan je zuster Harry Alford." Hij staarde haar met groote oogen aan. „Jij? Een bruidschat?" stamelde hij. Zij knikte langzaam. „Trouw met mij, en ik zal je de plaats wijzen, waar je de hand kunt leggen op vijf tien ton Spaansch goud den schat van Chelford! Twee en een l^alf millioen pond!" Wordt vervolgd. Voelt Ge U moe, mat en onbehaaglijk? Is er iets dal U zoo aangrijpt, iemeerdrukl en waarvan Ge U niet kunt losmaken? Wal ook de oorzaak is, zeker is het, dat een "AKKERTJE" U onmiddellijk zal helpen en Uw loomheid zal verdrijven. Ze zullen Uw klachten wegnemen, zonder brutale aanranding van maag, hart of nieren. Zelfs op de meest gevoelige maag zullen ze géén branding ver oorzaken. En met al deze zeldzame kwaliteiten geven ze U verlichting in de moeilijkste gevallen met het groote voordeel, dat ge niets proeft, want hel poeder is omgeven door een smaakloos ouweltje, "AKKERTJES" werken verrassend snel en zeker bij i Hoofdpijn, Kiespijn, Spierpijn, Rheumatische pijnen, Zenuwpijn, Lendenpijn, Vrouwenpijn, Migraine, Onbehaaglijkheid, Slapeloosheid.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 5