EN VAN ALLES WAT
De beul.
r u s w o o
rdraadsel.
De Avontuurlijke Lotgevallen van Miep Muizenschrik en Bul Krakebeen
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 27 Januari 1934. No. 9422.
zatf,t)T)aga vnxnscn kts
Door SIROLF vrij bewerkt naar een
Fransch moüef.
((Nadruk verboden
alle rechten voorbehouden).
Men zegt wel een*, dat ieder irer.sch uit
twee personen bestaat, één goed en éen
kwaad, en dat dia twee in ons gemoed
steeds om den voorrang strijden. Dat
du* in ieder van ons een misdadiger
woont, die in bedwang gehouden wordt
door ons betere lk. Maar soms krijgt
de booswicht de overhand en begaan
we wreedheden, die we zelf' niet voor
mogelijk hielden. Zoo ging het ook
met den braven Marinus Goedzak, die
een beul werd, vanwege een vernield
kropje sla
M\RINTTS GOEDZAK zat In de
schaduw van zijn perenboom en
keek welgedaan en trotsch naar
zijn stadstuintje. En daar had hij dan ook
alle reden toe. Want bolden daar niet we
lig In de Junl-zon de goudgele sla-kropjes
"omhoog, en ginds, groenden daar niet de
epersieboontjes, en daar de aardappeltje*,
zijn eigen, zijn bloed-eigen nieuwe aardap
peltjes? En daar, ln het hoekje, onder 't
'donkergroene bladerdak verscholen, «ton
den de met zooveel zorg opgekweekte,
met zooveel toewijding gadegeslagen aard-
belplzntjes. Ja zeker, Marinus Goedzak,
fcraaf. eerwaard, vriendelijk en goed rente
niertje, mocht met recht en met eere
trotsch zijn op zijn klein, keurig moes
tuintje, met langs de randen keurige gras
banden en lieve bloembedjes Het wa» een
eenlgszins elgendommelijke combinatie
van het nuttige dat de tong streelt, met
het sohoone dat het oog boeit, een eigen
bedenksel van papa Marinus Goedrak,
waarop hij niet weinig prat ging. Zijn
tuin was zyn hartekind. Hy die In de
veertig jaar van zijn ambtelijk leven aan
het ministerie nooit, verder had kunnen
komen dan het bescheiden ambt van
Werk, hjj had ten aanzien van zijn tuin
een energie en vindingrijkheid aan den
dag gelegd, die aan het wonderbaarlijke
grensde. Toen hij zyn pensioen verdiend
had. vestigde hU zich in de kleine stad.
aan den buitenkant, in een klein huisje
dat hij wijdsch „Villa Tulnlust" doopte.
En de 64 vlerkante meter grond die erbij
hoorde, noemde hij zijn tuin.
Eiken middag zat hy in zyn „tuin",
nadat hy den ochtend doorgebracht had
met het wieden van denkbeeldige sprietjes
'onkruid uit de weelderige miniatuurbed
den. En zoo zou hy daar zitten tot de
zoete tyd van den oogst, van het plukken
'der vruchten zou aanbreken Ten
minste
Op zekeren morgen, toen Marinu* Goed
zak met schoffel en hark gewapend zyn
tuin binnenging, kreeg hy een schok en
rilde. Reeds na de eerste schrede zag hU,
dat er Iets niet in orde was met de sla-
kropjes. Hy miste hun frlssche goudgele
kleur. Ze zagen flets en donker. De sper-
sieboontjes. anders zulke ooiyke, vroolij-
ke hoogopgaande groene ranken, lieten de
trotsehe pieken treurig hangen. Marinus
Goedzak duchtte een wereldramp, vervol
gens dacht hy aan een aardschok, dan aan
luis Als een radelooze moeder by het
pas gedolven graf van haar eenigst kind,
alzco stond Marinus Goedzak by zyn groen
tebedden en keek met arendsoog, bestudeer
de blad voor blad doch géén luis
Maar wat dan? Hy keek over de schutting
van buurmnns tuin, doch daar stond alles
uittartend te blaken en te prijken, felgroen
in de morgenzon. Twee minuten later stond
buurman, een rustend landbouwer, in den
tuin van Marinus Goedzak, betastte de bla
deren, snoof de lucht op en zei elndclUk, op
een aardhoopje by de aardbeien wyzend:
„Je heb ongedierte in je grond, buurman
wat ik je brom! Ik denk da' je een mol
heb. Da's blikskaters gemeen goed ln een
moestuin, buurman, die bederreve al je ge
was. mojje zien te vangen, buurman!"
Marinus Goedzak keek zyn buurman ont
hutst aan. „Wel bedankt beste man, wat
Is eigeniyk een mol?"
Buurman keek laatdunkend en zei op min
achtenden toon: „Ja, daar hebben jullie
stadslui zoo geen weet van. hè? Een mol is
een dier dat je planten verwoest, hy Is
zwart en hy heb gele klauwen, het Hjkent
wel wat op een rat."
Met deze vage aanduidingen moest Ma
rinus Goedzak het doen. Maar het geluk
diende hem. Dien zelfden middag zocht
moeder Goedzak naar een verloren stof
doek. toen ze eensklaps een gil slaakte. Ma
rinus beende aan. Een greep, een leeiyk
woord en Marinus Goedzak richtte zich op
met een klein zwart diertje in zijn hand,
een zwart diertje met gele klauwtjes. Dat
was de verwoester van zijn tuindersgeluk.
de nagel aan zyn doodkist, de adder die hij
onwetend gekoesterd had, dat was het on
dier de mol!
Het ziedde en kookte ln zUn gemoed-
Moordlust welde ln hem op, de misdadiger
ln zUn gemoed kreeg de overhand. hU voel
de zich een wreedaard, een dierenbeul. Hy
zou het vuige ongedierte dooden. o ja, na-
tuuriyk, hy zou het onschadelijk maken!
Zyn kop zou hy afsnyden, levend en wel,
hy zou hem verdrinken en pynlgen
Knoers 'm!, moedigde moeder Goedzak
hem aan. mede opgezweept tot afschuwelij
ke wreedheid.
Nee zei Marinus. Dat Is niet erg ge
noeg! Ik zal hem langzaam dood pUnlgcn,
lk zal 'm laten stikken, dat serpent, ik zal
'm Een dulvelsch plan werd ln hem
geboren. Hy ging naar het schuurtje en
haalde zUn spade. Hij groef een diep gat In
den grond, van wel anderhalve voet diep.
En daarin begroef de beul den mol!
Levend en wel!
Den volgenden morgen was het aard-
beienbed van Marinus Goedzak heelemaal
omgewoeld, de slakropjes lagen te rotten,
de sperzieboontjes waren dor
En verbysterd vroeg Marinus Goedzak
zich af, hoe d a t nu toch mogelijk was
K
Inktpot.
Horizontaal.
37 Papagaai Ibynaam)
40 Kern
41 Huid
43 Aanbiedfng
44. Tydschriftenvcrkooper o h.
station
46 Kcelenmaag
46 Bergplaats
49 Groente
51 Wonder
56 Samenzang
57 Karakter
59 Roofdier
61 Paardestang
62 Eerste teeken in den dierenriem
65 Boutje
67 Goudmaker
70 Wapen
73 Boem
75 Afkecrig
76 Tik
77 Nagerecht
78 Tecnen mand
79 Slede
Verticaal:
Deel
39 Hevig
40 Kinderspeelgoed
42 Onderwijs
43 Haar
44 Koren
45 Eveneens
47 Smet
50 Noot
52 Eerste persoon
53 Aanwezigheid elders
Alscok
55 Afk. titel
56 Schraal
58 Vuilnis
60 Vyfde noot
62 Paard
63 Gebouwtje
64 Kellner
65 Stoomschepen
66 Vrouwennaam
68 Insnydlng
38
54
69 Vormt vrouw- en persoonsnamen
71 Tijdsbepaling
72 De oudere
74 Nederlandsche Spoorwegen
75 Afkeurende uitroep
(Oplossing volgende week).
Kruiswoordraadsel.
(Oplossing van de vorige week).
Horizontaal: 2 Kil 5 Eskader
7 Vry 8 Laf 10 Gld. 12
Mop 14 Nat 15 Opa 17 Mud
19 Lek 20 Piloten 24 Log
26 Lot 27 Dan 28 Gif 30 Mal
32 Weg - 33 Vol 34 Esp. 35
Sap 36 Som.
Verticaal: 1 Bizar 3 Asyl
4 Velo —.5 Erg 6 Rap 9 Vak
11 Dol 12 Mat 13 Bul 14 Net
16 Potse 18 Dom 19 Log 20
Pal 21 In 22 Eg 23 NU 25
.Gas 26 L« 27 Do. Fa 31
L.O.
HUMOR.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
dat elf kubieke decimeter water twaalf ku
bieke decimeter ys opleveren, als men het
laat bevriezen?
dat padden, vleermuizen en slangen lan
ger zonder voedsel kunnen leven, dan eenig
ander dier?
d a t de denneboom het meest verspreid Is
van alle boomen? Men vindt hem bijna in
elk deel van de wereld!
d a t de meest intelligente insecten gevon
den worden onder de mierensoorten?
dat daarop in verstand volgen, de wespen
en eerst veel later de byen?
Iemand belde den zaadhandelaar op en
vroeg naar den prijs van een wagonlading
zangzaad. Later vroeg hy. of de prys per
pond by een halve wagon dezelfde bleef.
Toen hy dat wiat, vroeg hy of de prijs
by 500 pond ook dezelfde zou zyn. De han
delaar stemde toe. Weer later belde de man
nog eens op en vroeg of bij 100 pond. nog
denzelfden prijs zou gelden.
De handelaar verloor toen zyn geduld en
riep: Als U die vervloekte kanarie van U
naar ons pakhuis wilt sturen, zullen we
hem voor niks te eten geven!
Een ongeluk?, vroeg de voorbyganger
die te laat op het terrein van het automo
biel-ongeluk kwam. om nog van «enige hulp
te kunnen zyn.
Neen, dank U. zei het slachtoffer.
Ik heb er net een gehad!
Mevrouw: Heb je alle koperwerk ge
poetst?
Meisje (dat de betrekking is opgezegd):
Ja, mevrouw, alles, behalve Uw ringen ei
armbanden!
Kellner: W« zyn hier heel modern, me
neer. wo bereiden alles met electriciteit!
Klant: Is het toch waar? Wel. als je deza
biefstuk nog eens een schok gaf?
Elze: Tom zegt, dat ik een raadsel voor
hem ben!
Greet: Dat weet ik. Hij wil je opgeven!
VERZUCHTING VAN EEN ENGELSCH
SOLDAAT.
Een soldaat in het Engelsche leger schreef
naar hul?:
„Ze hebben me in een kazerne gestopt.
Ze hebben 'me mijn kleeren afgenomen en
my ln 't khaki gezet. Ze hebben my mija
naam afgenomen en er nummer 575 van
gemaakt Ze hebben me mee naar de kerk
genomen, waar ik nog nooit was geweest
en hebben my anderhalf uur naar een
preek laten luisteren. Toen zei de veldpre
diker: „Gezang, nummer 575! Zyt gy moe
de. zyt gy mat?"
En toen kreeg ik zeven dagen arrest.
dat de oude transcontinentale express-
trein, die door Europa naar Constantinopel
liep, vroeger omstreeks Kerstmis altijd een
Kerstboom met brandende lichtjes in den
eetwagen meevoerde?
dat zuiver gelatine gemaakt wordt van
een soort zeewier, dat men in Japan „agar-
agar" noemt?
dat men ln Oost-Afrika de ponny gekruist
heeft met den zebra, waarvan de afstam
meling zebrula genoemd wordt?
d a t de dieren in vrijen staat zich echter
nooit vermengen met dieren van een an
dere soort?
231- Even smelten by de verwar
ming. die op elke reis by de hand ls
en Knipstaart kemt weer gauw op
zijn verhaal. Foei, foei, wat was het
daar koud, zei ze, maar 't is toch
goed, dat lk er even een kijkje kon
nemen, want ik zag zulke prachtige
planten! Wat zou je er van denken,
als we daar ook eens een monster
van meenamen?
232. Bul en Miep vonden het uitste
kend, want hoe meer ze voor prof.
Plekergraag meenemen, hoe liever het
was. Hoe zouden ze die planten 't
best kunnen krijgen? Ik zal mijn dui
kerpak aantrekken, zegt Bul. Met je
staart voorzie je mij van lucht en
langs de kabel hou lk je op de hoog
te van alles.
233. Vlug steekt Bul zich in zijn
duikerpak en wil langs een trapje af
dalen. Dit trapje was echter niet be
rekend op Bul's kaplaarzen en wipte
weg. Floep, daar schiet Bul met een
vaart naar beneden. In een oogenbllk
is de slang en de kabel geheel afge
rold. Dat ging wel wat vlug, zegt
Miep, als dat maar goed afloopt
234. Even later krijgen ze gelukkig
een seintje. Maar wat zegt Bul toch?
Ja. ze hooren het duideiyk. ,,'k Ben
op den rug van een walvisch terecht
gekomen, die juist de prachtigste
planten in zyn maag liet verdwynen.
'k Zal de slang even voor zyn neus
houden, zorg dan vlug voor veel lucht!
We komen dan spoedig samen boven.
235. Vlug werd de motor aangezet en
«daar zagen ze eerst Bul in zUn mooie
pak en toen de walvisch naar do op
pervlakte komen. Erg vrlendeiyk
keek het beest niet, maar of hy wilde
of niet, hij moest mee aan land en
werd stevig tusschen de paaltjes
gelegd.