2§S* VAN DIT EN VAN DAT De goeie mop. De Avontuurlijke Lotgevallen van Miep Muizenschrik en Bul Krakebeen llllllllllllllllllllllllllll!! Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 3 Februari 1934. No. 9426. ZATERDAGA VONnSCH ETS Een vreemde historie, door SIROLF. (Nadruk verboden alle rechten voorbehouden.) IK houd er niet van over me zelf te praten cf mezelf ln de hoogte te steken. Maar aan den anderen kant hoeft men de waarheid nu ook weer geen geweld aan te doen. Bovendien, Ik ben nu eenmaal een handige snulter *o met wat meer handigheid en vernuft be gaafd dan de meeste menschen. Maar daar loop ik niet mee te koop. En ik ben ook niet verwaand, zocals andere menschen zouden zijn, wanneer *e zoo bovenmate met geestesgaven waren bedeeld als ik. Nu Ja, als je dan ook zoo'n bijzondere kerel bent, dan mag je je ook wel eens een grapje veroorloven, vooral als de men schen zoo stom zUn als die ezel van een Stoffels. Want die heb tk er onlangs toch tusechen ge>.ad, nee. om te brullen! Die idioot leert het noclt! Ik zeg nog eens, het Is niet om me zelf te roemen, maar de handige vent die mij er tusechen kan ne men, moet nog geboren worden! Het was dan zoo. Op een morgen kom ik aan het ontbijt en Rozlen, mijn vrouw, verwelkomde my met een kopje slappe thee en een scherpe blik, terwijl ze zoo langs haar neus weg opmerkte: Kereltje. (Ja, dat Is een onaangename gewoonte van Rozlen om my ..kereltje" te noemen, maar enfin, iede re groote geert heeft nu eenmaal zyn Xantippe), kereltje, ik geloof dat die ouwe kat weer is teruggekomen! Wat. riep lk uit terwijl ik ondanks myzelve rilde, Je wilt toch niet zeggen, dat Je moeder weer komt logeeren? Wat er verder aan de ontbyttafel gezegd werd, zal lk maar met den mantel der liefde bedekken. De kwestie was, dat Rozlen niet haar moeder, doch onze poes bedoelde, die een paar weken geleden was weggeloopen en d!e ze nu weer ln den tuin gezien had. Maar men zal my begry- pen, dat Ik ln een beetje geprikkelde stem ming het huls verliet En juist toen lk een hoek omsloeg, haalde Ik Stoffels in. Nu, lk was juist In de goede stemming om dien Idioot er eens goed tusechen te nemen en Ik zei met een doodernstig gezicht: Zeg, Stoffels weet jy wei dat ik iemand ken, die nog nooit door den sterksten bokser is geslagen?" Dat is onmogeiyk!, riep Stoffels uit En toch ls bet zoo, ging ik voort, zien de dat die ezel van een Stoffels er zoo prachtig in liep, Van 't Veer, Jtmmle Johnson, ja. zelfs Camera de Itallaansche reus beeft hem nog ooit verslagen! Nou, die wonderkerel zou lk dan wel eens willen zien. riep Stoffels uit, dat zou my nu wel op staanden voet een pop waard zyn! Goed, zei lk, afgesproken! Eerst de pop! De uil gaf my oen gulden, en toen lk die goed had weggestopt zei Ik: Stof fels, kyk my maar eens goed aan, want die man ben ik! Toen had U het gezicht van dien stom merd van een Stoffels moeten zien. HU wilde eeret beginnen te brullen van het lachen en toen werd hy kwaad en mom- pilde zooiets als ..slappewasbeenen" en „met ee.n warm krentenbrood tegen den grond slaan". ElndclUk zei hU: Dat is een leugen, geef my royn gulden terug! De ezel merkte nog niet dat hy erin gevlogen was. Hoor nu eens hier, Stof fels. hernam lk op beschermenden toon. lk kan natuuriyk niet helpen, dat Je niet zoo vlug van begrip bent als ik. Maar die pop heb lk eeriyk verdiend, want lk ben werkeiyk nog nooit door Caraera versla gen. om de eenvoudige reden, dat Ik nog nooit met Camera gevechten heb! Elndeiyk ging hem een licht op. Hy Het niet merken, dat hU verschrlkkeiyk het land had en zei alleen droog: Ha ha, zoo zoo, Is het dét. wel, nou, dat Is wel een aardige mop, hoor, een goeie mop. die zal lk eens probeeren te onthouden. Ja. probeer dat eens. zei lk monter, want lk wist zeker, dat de ezel dat toch niet kon en lk ging door naar kantoor. Ik had den heelen morgen pret erover en 's middags tracteerde Ik mezelf op een fyne sigaar van dien pop van Stoffels. Ja.dat is nu het voordeel als Je handig bent. Ik heb het U wel gezegd, de man die my ertus- rchen neemt, nu die moet nog geboren worden. Hiermee was die kostciyke geschiedenis feiteiyk afgeloopen. Nu Ja. ze had nog een klein staartje, dat lk U vcor de aardigheid nog wel wil vertellen, ofrehoon het natuur iyk niets beteekende. Den volgenden dag dan, het was Zaterdag, kwam die ezel van een Stoffels 's m'.ddags even aanloopen en zegt: Hallo, kerel, hoe maak je het sinds gisteren, ga Je mee een eindje lcopen? Goed, zeg Ik. en we gaan op stap. Terwijl we zoo wandelen, zegt hy weer: Weet je wat, laten we eens by Van Klaveren aanloopen, dat is een typische kerel, die al zooveel van je heeft gehoord, dat hy graag eens met je kennis wil maken. Zoo. zeg ik, och Ja. dat gaat nu eenmaal zoo, als je iemand bent, die wat ver boven de gewone massa uitsteekt, dan wil ledereen graag mot Je omgaan, omdat er dan ook wat van de glorie op hen afstraalt. Zoozoo, dus die van Klaveren wil met my kennis ma ken? Nu vooruit dan maar. omdat jy het vraagt. Is het een geschikte vent? O Ja, zei Stoffels, het is een type Hy heeft allemaal van die origlneele dingen over zich. Hier zyn we er al! We gingen een kruidenierswinkel bin nen. Er was geen klant in den winkel te zien. Maar achter de toonbank stond een os. Ik bedoel, een kerel als een stier, met een paar handen als stoomhamers. Er was Iets vreemds ln de manier waarop hy n^y aankeek van top tot teen. zoodat ik opeens ernstige neiging gevoelde, om de etalage van zyn winkel op straat te gaan bekyken. Maar die type van een kerel pakte my met een van zyn stoomhamers In myn kraag en sleurde my voor de toonbank EEN FAMILIETVLIEGTUTG. Een Amerikaansch vliegtuigbouwer heeft bovenstaand toestel geconstrueerd, dat den naam van familie-vliegtuig gekregen heeft. terug. Hy stelde zich op een echt origl neele manier vcor: Zoo. dus jy bent dat cpschcppertje. ulleklekle? Nou, mijn naam ls van Klaveren, kampioen bokser zwaar gewicht. Aangenaam, glimlachte lk minzaam, zoo. zoo, dus U bent van Klaveren? Wat zeg Je daar!, viel die os uit, wou je my voor den gek houden. Ik waarschuw Je, vaatdoek, of lk trek je een poot uit! Hahaha, lachte lk, met de deurknop In myn hand, en om hem te toonen dat lk rao door myn gecstelUk overwicht geheel op myn gemak voelde, voegde lk er vrlen- deiyk aan toe: Wat een aardige bruine boonen beeft U daar ln die bak. Dat is hst toppunt! brulde de origl neele kerel, kom JU. akelig konyn my in myn eigen winkel beleedigen? Myn groene erwten vcor bruine boonen uit te schelden?! Wou je ruzie met me zoeken? Wie heeft ooit zooiets op.de fluit hooren spelen! Zoo meteen val je me nog aan, wat? Maak dat je uit myn zaak komt, of ik knyp je fUn! Nu had lk niets liever gedaan, dan aan dit vrlendeiyke verzoek gehoor te geven, maar die grapp!ge vent hield me mst één van zyn stoomhamers ln myn nekvel vast en toen Jk, om me een houding te geven, zei: Mcol weer vandaag, vind U niet? leek het, of bU zcu bersten van woede en hy brulde: Wat een gemeene Judas ben jy. om Iemand wy» te maken ln zyn eigen huls, dat het mooi weer is. als de barome ter op „regen en wind" staat! Man, wat let me, of lk maak haché van Je dat ze je botjes straks by elkaar moeten vegen! Hy was biykbaar zoo geprikkeld, dat hy zichzelf vergat en bliksemsnel met zyn tafelborden van handen op myn gezicht begon te elaan, zoodat lk binnen enkele seconden twee blauwe oogen had en drie ongelooflijk groote bullen. Toen hield hy opeens op, wierp my tegen den bak met groene erwten, dat myn ribben ervan kraakten en zei mlspryzend tegen dien Idi oot van een Stoffels, die er onuitstaanbaar dom by stond te grinniken: Nou, als dat die vent is, die beweert, dat hy Camera geslagen heeft, dan zeg lk je, dat hy het liegt Die vent heeft nog niet eens genoeg fut om een mug dood te Blaan. Ja maar van Klaveren, antwoordde die Idioot van een Stoffels, nog steeds dom lachend, dat heb lk ook niet beweerd. Ik zei tegen je, dat hy nog nooit door den sterksten bokser, zelfs niet do4r Camera, waa verslagen. En dat is volkomen waar, want hy heeft nog nooit met iemand g- voebten Nou. toen begon die gevaariyke stier te brullen van het lachen en hy gaf me een rolletje pepermunt en zei: Hier, broer, eet die maar op, daar wor je sterk van! Die ezel van een Stoffels moest VTeese- iyk lachen, maar lk vond er nu niets grap pigs aan. Och, weet U wat het ls, byzon- dere menschen zooals ik, die lachen nu eenmaal niet zoo gauw als van die Idioten als Stoffels. Meneer Zwart (sprekende over een ge wezen bediende van hem. die eigen zaken ls begonnen en hem nu beconcurreert): Die kerel? Dat is een dief, een oplichter en een zwendelaar! En dan te bedenken, dat hy alles by my geleerd heeft! Er werd een annonce ln een blad ge plaatst, waarin een reisgenoot voor een wereldreis werd gevraagd. 's Nachts om drie uur belde een student, ln ecnlgszlns vrooiyke stemming aan het opgegeven adres aan. Een oude heer. ln pyama. brieschend van woede, deed op het herhaalde bellen een raam open: Wat mot je? bulderde by uit 't raam. Is U de meneer, die een reisgenoot vraagt?, vroeg de student Ja. voor den d maar waarom kom Je nu, .In het holste van den nacht? vroeg de man. Ik, hik, zei d stndent ernstig, Ik wilde Je. hik, alleen maar even komen zeg gen, hik, at Ik, hik niet mee ga! WETENSWAARDIGHEDEN Is het U bekend: dat het glazen muiltje In de geschieden!» van Asschepoester eigeniyk op een misver stand berust? d a t de fout gemaakt werd door de per soon. die dit vermaarde sprookje voor het eerst uit het Fransch ln het Engclsch ver taalde? dat in de zeventiende eeuw het bont al leen gedragen werd door de voornaamsten ln den lande? dat het een teeken van rUkdom was. net als Juweelen? Oplossing Kruiswoordraadsel van de vorige week. Horizontaal: 37 lorre 40 pit 41 vel 43 bod 44 ako 48 leb 48 map 49 sla 51 mirakel 56 koor 57 aard 59 das 61 bit 62 ram 65 spie 67 alchimist 70 buks 73 den 75 beu 76 pats 77 vla 78 ben 79 arre. Verticaal: 38 lid 39 fel 40 pop 42 les 43 baard 44 aar 45 ook 47 blaam 50 do 52 ik 53 alibi 54 en 55 Dr. 56 krap 58 drek 60 sol 62 ros 63 keet 64 ober 65 S.S. 66 Ida 68 col 69 lee 71 uur 72 Sr. - 74 N.S. 75 ba. Het raadsel van het Bord- van-Zeven. Het bord-van-zeven! Waarom dat zoo beet? Wel doodenvoudlg! Dat ls heelemaal geen geheimzinnige kwes. tie. De zykanten tellen nameiyk ze ven vakjes. Vandaar bord-van-zeven! Nu zie Je op de teekenlng het vier kant. waarin enke le lynen aangedikt zijn. Daar zit nu juist de moeilijk heid. De opgave is als volgt: Laat het llnkerbeneden- en rechter- bovenvakje open. Laat eveneens open de strook, die diagonaal van rechts onder naar linksboven loopt (tusschen de dikke lynen). In de overige vakjes moet gij er zooveel zwart maken, dat er horizontaal, zoowel als verticaal ln het geheele vierkant maar drie zwarte vakjes te tellen vallen. Due nogeens herhalen: In de aangegeven stukken zooveel vakjes zwart maken, dat Iedere horizontale of verticale ry van het vierkant in totaal niet meer en niet minder dan drie vakjes heeft! (Volgende week de oplossing). 236. Miep haalde uit de medlcynkist een heerlUk drankje voor de wal- Viech en Het het hem slikken. De v!sch werd er zoo naar van, dat in een oogenblik de inhoud van zijn maag weer te voorechyn kwam en gelukkig waren de planten nog heel. 237. En maak nu dat Je wegkomt, zei Bul. Maar daar had de walvisch geen zin In. Hy had reuze-trek ln dat kleine aapje. Gelukkig zag Miep wat de visch In haar schild voerde en zet te nu vlug de spuit op haar. Ze ging zelf met de ballon de lucht In en Bul wou Juist mett ranen ln de oogen haar vaarwel zeggen, toen ze gelukkig weer zakte. 238. Nog vlugger dan ze gedacht had den, schoot de walvisch het water In. Een paar zeehonden die hun middag, slaapje deden, schrokken wakker van de plons en tuimelden In het water. Bul trok nu gauw zyn bevroren pakje uit en Miep deed de planten in den trommel. 239. Ziezoo, zei ze, die hebben we prachtig veroverd en het ls een reuze aanwinst voor onze verzameling. Ze zorgde weer voor de beschryvlng en plakte het weer keurig op den trom mel. En nu vlogen ze weer naar huls terug. Een warm kopje koffie hadden ze wel verdiend. Alles werd op de sle de geladen en in volle vaart ging het weer huistoe. 240. Het is hier toch wel fyn, zei Bul, toen ze heeriyk in hun warme huisje zaten. Door de kou hadden ze reuze honger gekregen en ging er een dub- bele portie eten naar binnen, 'k Moet toch eens kijken, hoeveel mondvoor raad we nog hebben, zei Knlpstaart. want we moeten toch weten, hoelang we hier kunnen blijven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 19