Het wonder van den Sterrenhemel Het SijM-Planstarium. Zaterdag 24 Februari 1934. SCHAGER COURANT. Vierde blad. No. 9438 Wat zijn wij en wat is onze woon» plaats in het heelal EEN BERG VERDWIJNT VAN DE LANDKAART. NIEUWE PROEVEN MET TREKVOGELS. I'en nieuwveelbelovend instituut in de Residentie een sprookje gelijk. .Xaar gegevens verstrekt door Dr. J. J. Raymond Jr. i'irecteur van het Planetarium te 's-Gravenhage. DF. sterrenwereld is buiten onze gezichtskring geraakt, we zijn vergoten, dat daar buiten onze aarde nog een rijk van milli- oenen werelden is. Heusch we zijn het vergeten. Hoe dat komt? Misschien doordat we te veel in be slag genomen zijn door het gedoe hier op aarde? Voor een deel wel. Vooral in de ste den speelt het leven zich af te midden \an steen, metaal en papier, te midden van machinegestamp en motorengeronk J3e natuur is elders. Maar des avonds dan, de tijd waarop we kunnen zien in de gapende diepten van de wereldruim te en de sterren ons het bestaan van miliioenen andere werelden vertellen? Ook dan trekt het aardsch gedoe on ze aandacht tot zich, of wij willen ol niet. Flitsende verkeersseinen, scheüe autoschijnsels en schreeuwende reclame- lichten verblinden onze oogen. Wij ziji. omsloten door een warnet van lichtstra len. Het licht van de sterren, de lichtsig nalen van die andere werelden, vindt na een duizendjarige reis door het wereld ruim slechts verblinde inenschenoogen... en gaat teloor! Prettig stemt het ons daarom, dat de Residentie sinds enkele dagen met een planetarium verrl.kt is, dat er wezen mag. Deze instelling, die oorspronkelijk bedoeld is ais een gedenkteeken ter her innering aan het gouden feest van de llaagsche Courant, zal van onschatbare vaarde blijken te zijn voor de ontwikke ling van ons volk. Bouw en inrichting die ontworpen zijn door de Carl Zeiss- fabrieken te Jena, en uitgevoerd op kos ten van den heer A. W. Sythoff, direc teur der Haagsche Courant, maken het geheel tot een wonder der techniek, en als zoodanig eenig in Nederland. Geen rechtgeaard Nederlander mag dan ook een bezoek eraan verzuimen, *;n wij zullen trachten hier een indruk te geven van wat hem daar wacht. Het Planetarium herinnert ons aan de sterren, herinnert ons aan het on metelijk gebied daar buiten onze nietige planeet Het planetarium zet ons aan om op een helderen avond eens het stadslicht te ontvluchten en onze oogen, onze geest open te stellen voor de openbaringen van de nachtelijke sterrenhemel. Daarin bestaat de taak van het plane tarium. We moeten de bedoeling van het pla netarium, echter niet misverstaan. Het planetarium wil ons niet opleiden tot liefhebberij-sterrekundigen. Neen, het wil ons slechts helpen de sluitboomen weg te nemen tusschen ons en het ster renrijk daar buiten; het planetarium schenkt ons de gelegenheid ons eens te bezinnen op de vraag: Wat zijn wij en wat is onze woonplaats in het heelal? Dat is niet een vraag, die wij ons zoo eens uit verveling of baloorigheid stel len, neen, het is de vraag, die ons van- ai onze kinderjaren op de lippen ge brand heeft. Een vraag, die de sterren ons zelf kunnen beantwoorden, mits we ons oor maar te luisteren leggen. Maar, zult U tegenwerpen, we verstaan de taaJ van de sterren niet. we begrijpen niets van die seinen uit de wereldruimte. Juist daarom draagt het Zeiss plane tarium den eerenaam van „het wonder van Jena". Want het is een wonder, dat een maaksel van glas en staal de taal der sterren spreken kan. In het plane tarium beluisteren we de wonderspro- ken van het heelal als werden die door de sterren zelf verteld. Via trappen of een lift komt de bezoe ker in een 35 M. langen gang, die zijn eindpunt vindt in een hall. Hier heerscht al dadelijk een geheimzinnige sfeer door het gedempte, violette licht. Den dag wordt het moeilijk gemaakt binnen te dringen door de teekens van den dieren riem, die als wachters gebrandschilderd staan op de ramen van glas in lood. In het midden is een nauwkeurige copie opgesteld van onzen aardbol, in den vorm van een, van binnen uit half ver lichte, glazen bol, die om zijn as draait. Deze ingenieuze uitvinding van den ir. W. G. ten Houte de Lange, onderdirec-1 teur van het Planetarium, toont ons in versneld tempo de schaduw, die de nacht in den loop van een jaar over de aarde werpt. Het eigenlijke planetarium bestaat uit oen ronde koepelzaal met een diameter van 12.5 M. In het midden staat het „Wonder van Jena". het apparaat dat straks de sterren te voorschijn zal too- veren, en dat bediend wordt vanuit een schakelkast, die bij de deur is opgesteld. Daaromheen staan stoelen gerijd, waar op de bezoekers zich kunnen neerzet ten. Nóg is het licht, en rondkijkend ziet men boven de zwarte onderhelft van den wand het silhouet van Den Haag. waarin vele Hagenaars punten zullen herkennen als b.v. de Groote Kerk, het Vredespaleis, de Radiomasten van Sche- veningen, de gasfabriek, enz. Langzamerhand wordt het donker, de eerste sterren worden vaag zichtbaar om langzamerhand duidelijker te wor den, vermenigvuldigen zich, tien-, hon derd-, duizendvoudig. Tenslotte welft zich een sterrenhemel boven ons, zóó volmaakt, dat we ons bijna buiten wa nen en dra op zoek gaan naar bekende .sterrenbeelden. Ook dat hoeft niet: een lichtende pijl schiet plots langs den he mei, stopt, en een stern klinkt uit h:»t duister: „Groote Beer", verder: „Kleine Deer Poolster Orion enz. Ook de Melkweg zien we als een lichtende nevel. Ora het nog makkelijker te maken verschijnen de namen van de bekendste sterrenbeelden, en de teekens van tien dierenriem in duidelijke letters aan den hemel. Door wijzigingen aan te brengen kan men hier den stand der sterren zien op ieder willekeurig tijdstip. Maar men kan nog meer zien. De sterren be wegen zich, den afstand, dien zij ge woonlijk in 24 uur doen, leggen zij nu in 4 minuten af. De zon gaat op, de Hel projectie-apparaat in het Sythoff-planetarium te 's-Gravenhage. sterren verbleekën, de zon gaat onder, de maan komt op. Stop! De maan in haar schijngestal ten vestigen we daar nu onze aan dacht op. Niet een dag. maar oen jaar zien we in vier minuten voorbij snellen, t ;e sterren worden uitgeschakeld, en we zien alleen de zon en de maan in hun jaarlijksche loop. De zon, traag, vol brengt één rondo tegen 12 van de maan. die haar dan ook telkens inhaalt, smaller wordend, wanneer ze haar na dert, en uitzettend, wanneer ze zich ver wijderd. Wij verhazen dus al niet meer over deze snelheid. Wat is tempo in de eeuwigheid? En nóg sneller gaat de tijd: een jaar in èên minuut nu om de banen te zien van de voornaamste planeten. Do zon komt op, met Mercurius in woesten ronde dans om haar heen, terwijl Venus he daarder een cirkel beschrijft: Jupiter en Saturnus vermoeien zich ook niet over matig, maar de heet gebakerde planeet Mars draaft rood van opwinding heen en weer. De snelheid kan nóg meer opgevoerd worden tot: een jaar in 7 secondoL. maar dit is alleen van belang voor ge beurtenissen, die hèèl langzaam playt-s grijpen, als de vorming van nevelvlek ken, e.d. Nog éénmaal vertoont zich nu de hemel in al zijn sterrenglorie, dan wordt het weer, langzamer maar zeker, klaarlichten dag, en de bezoekers zien vol verbazing op tot de nuchtere witte koepel boven hen: „Was dat de schitterende nachthe mel van zoo pas?!" Het is de bedoeling, dat in dit plane tarium geregelde cursussen zullen wor den georganiseerd en voordrachten ge houden, zoowel strikt wetenschappelij- Het is voor de aan haar streek zoo ge hechte bevolking van het Hegau-gebied een bittere teleurstelling geweest, dat een der mooiste bergen aldaar, de Hohen- stoffeln, is vernietigd. Reeds langen tijd was hij door bazaltgroeven ondermijnd, doch de trotsche kop was ongeschonden gebleven en daarop prijkten de oeroude ruïnes. Ten allen tijde hebben de rijken en machtigen een voorliefde gekoesterd voor dezen top, zoo dicht aan het Boden- meer gelegen in een schoone, zeer berg achtige streek. In de Middeleeuwen vond men hier niet minder dan 91 burchten. Gok in de geschiedenis heeft de burcht Hohenstoffeln een belangrijke rol ge speeld, bijna even belangrijk als die van zijn trotsche tegenhanger Hohentwiel. De burcht, waarvan men nog korten tijd geleden de ruïne kon bewonderen, werd gebouwd in de tiende eeuw en be hoorde aan een der rijkste en machtig ste gravengeslachten uit dien tijd. Vele graven van Stoffeln hebben zich in den geestelijken stand begeven; een hunner was in het begin der 14e eeuw abt van het beroemde klooster St.-Gallen. Later ging de Stoffelnburg over in het bezit van de familie Von Hornstein en in den dertigjarigen oorlog, was hij een bolwerk der katholieke, keizerlijke beweging in Duitschland. In dien tijd heeft Balthasar von Hornstein menig verwoed gevecht geleverd met het na burige Hohentwiel, dat op de hand der protestanten was. In 1633 verscheen echter de Hertog van Weimar voor den Hohenstoffeln met 8000 man. Tegen zulk een overmacht viel aan geen ver dediging te denken en zoo moest de burcht worden overgegeven. Het blijft te betreuren, dat Konrad Widerhold, de commandant van Hohentwiel, hem liet afbreken. Thans is ook de ruïne verdwe nen en met hem de geheele berg. ke- als populaire. De scholen kunnen hier ock veel profijt vinden voor het cosmogra fie-onderwijs. Behalve met den sterrenhemel kan de spreker nog toelichten met foto's, pla ten en ander aanschouwelijk materiaal, dat hij vertoonen kan met behulp van een hypermodern projectie-apparaat Opvallend goed geslaagd is het acou- stische effect, het werk van den Haag- schen architect Dorssen. Daar meestal koepels lijden aan een hevig echo-ver- schijnsel heeft hier de heer Dorsser een constructie ontworpen, die allerwege bewondering afdwingt. Tusschen de be tonnen buitenkoepel en het planetarium iafond is een riumte gelaten van onge- \eer IV2 M. Het planetarium-plafond estaat uit een geraamte, bekleed met duraliniet, een uiterst poreuze stof, die m de eerste plaats alle geluidsgolven absorbeert en een vee! beter effect ople vert, dan de geijkte linnen bespanning, /ionder zich te vermoeien kan de expli ateur zijn taak verrichten rustig en helder vult zijn orgaan de koele ruimie, verstaanbaar voor iedereen. De heer Sythoff heeft 's-Gravenhage, en daarmede ook ons land een beziens waardigheid geschonken van hooge cwl- tureele waarde. De onbaatzuchtigheid, waarmede dit geschenk ons is geworden toont duidelijk aan. welk een waarlijk Nederlandsch gevoel dezen Nederland- schen Courantenmagnaat beheerscht. Waar vroegere pogingen om ock ir. Nederland het „Wonder van Jena" bin nen te halen, zijn gefaald, kunnen wij niet anders dan het initiatief en de gulle schenking van den heer Sythoff waar- deeren. Links: De planetarium-koepel van het Haag sche Courant-gebouw. Forsch gewelfd en opvallend door haar bijzonderen vorm steekt de koepel boven de andere gebouwen uit... Rechts: De stemmige hal, die den voorhof vormt voor de koepelzaal. In het midden is dc nieuwe uitvinding opgesteld van den adjunct-directeur van het planetarium, Ir. IV'. G. ten Houte de Lange. Hulp der oude rogels overbodig. Een aantal proeven, die in het afge- loopen najaar zijn genomen, bevestig den opnieuw de veronderstelling, dat de vogels bij hun trek naar het Zuiden zich niet zoozeer richten naar opvallende punten in het landschap, als wel naar een aangeboren richtingsgevoel. Zij vol gen bepaalde routes, die in den loop der eeuwen weinig of niet veranderen. Ook de Oost-Pruisische ooievaars volgen zulk een route, waarvan het merkwaar digste is, dat zij afwijkt van de route der West-Europeesche ooievaars. In het af- geloopen najaar heeft men nu 150 Oost- Pruisische ooievaars vervoerd naar Es sen in West-Duitschland. Een uitvoerig rapport omtrent het gedrag der vogels is zoo juist gepubliceerd. De meeste zijn, na aanvankelijk een weinig te hebben rondgezworven, lijn recht naar het Zuiden gevlogen. In Noord-Italië stieten zij op de gewone route der Oost-Pruisische ooievaars, die zij toen verder hebben gevolgd. Zij zijn dus ondanks dc groote plaatsveran dering aan het doel gekomen, zelfs zon der de leiding der oudere vogels, waar op zij in normale omstandigheden kun nen steunen. Zij hebben den onbeken den weg naar het warme Zuiden gevon den door zich te verlaten op een vaag instinct, een aangeboren richtingsge voel en op niets anders.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 13