Arrondissementsrechtbank te Alkmaar.
De Zwarte Monnik
HONIG'S
Rumoer om Raspoetin.
OSSESTAARTSOEP 6 borden voor 20 ets.
ZIGEUNERS.
281 Engslcche bioscopsn er bij betrokken.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Zitting van Dinsdag 6 Maart
Urk.
EENT URKER OPROERKRAAIER.
De Urker visschor Andries V., reeds eenmaal opge-
roepen, doch verhinderd wegens ijsgang, verscheen
heden in r.ijn traditioneele gewaad persoonlijk voor
de strafkamer, ten einde zich te verantwoorden ter
zake het hem ten laste gelegde feit van opruiing,
door tegen zekeren Fokke Hoekstra, wiens kuilnet
gevaar liep in beslag genomen te worden, toe te
brullen, Fohkc, geef je kuilnct niet af, ik zal ie ko
men helpen, verbat je er tenen, want de minister
heeft zijn bloedhonden los gelaten.
De rijkspolitie, met de uitvoering der wet belast,
was natuurlijk niet gesticht over deze brute inmen
ging en nam ds vrijheid tegen den losmondigeti
visscher proces-verbaal op te maken ter zake het
hierboven gereleveerde misdrijf, gepleegd op 31 Au
gustus op het IJselmeer.
De bewuste Urker, 'n gunstig uitziende stoere vis-
scherman, bleek thans in heel wat meer deemoedige
stemming te verkoeren. De zenuwachtige toestand
waarin hij verkeerde was oorzaak van zijn onoor
deelkundig optreden en hij verklaarde thans spijt te
hebben van het gebeurde.
Majoor Van Drimmelcn. belast met het Zuiderzee-
politietoezicht. een der politiemannen in kwestie,
gaf heden verslag van het voorgevallene en beves
tigde voorts het door hem opgemaakte proces-ver
baal. Verdachte had in zijn overspanning ook nog
'n Nederlandsche vlag in een roode veranderd, ten
einde van zijn momenteele communistische ge
zindheid blijk te geven. I.ater is zijn kleur weer tot
oranje afgezakt en liad hij zijn verontschuldiging
aangeboden.
Mr. Schcnkeveld opponeerde voor den visscher-
man als raadsman en verdediger en had ook nog
een getuige-deskundige doen dagvaarden. Pleiter
trachtte twijfel te wekken, of de verdachte wel op
zettelijk was komen aanvaren, ten einde zich in
liet conflict der politie met Fokke Hoekstra op bo-
vcn-omschreven wijze te bemoeien.
De heer Rikcl Brants, voorzitter der Urksche Vis-
scherijbelangen, gaf op verzoek van verdediger een
duidelijke uiteenzetting van den toestand der vis-
scherijbelangen in verband met het noodige consent,
dat echter niet meer werd verleend na de afsluiting
van het IJselmeer. Men moest toen in het bezit zijn
van een groote yischacte. Voorts waren de visschers
verplicht hun vischmethode te wijzigen, wat groote
kosten meebracht. Omdat de visschers niet in het
bezit waren van een vergunning "32, werden zij niet
in de gelegenheid gesteld ten einde een vergunning
'33 te verkrijgen.
Tot het geven van voorlichting werd ook nog ge
hoord de technisch visscherij-opziener, de heer v. d.
Good, die moest erkennen, dat de visschers met al
die wetswijzigingen slecht waren ingelicht en dien
aangaande veel verwarring heerschte.
De heer Brants was in Den Haag op diverse mi-
nisteriën op audiëntie geweest, ten einde besprekin
gen te voeren in het belang der Urker- en andere
visschers en het gevolg was, dat de visscherij gedu
rende eenigen tijd oogluikend'werd toegestaan.
De Officier hield een welwillend gesteld requisi
toir en wilde zich in casu bepalen tot het requiree-
ren van een voorw. straf, mede ter bijzondere pre
ventie. Gevorderd werd 6 maanden gev. voor-
w a a r d o 1 ij k met 3 proefjaren.
Mr. Schcnkeveld was nogal content en was zoo
genadig een flink deel van zijn pleidooi te schrappen
cn achtte het alsnu alleen nog noodig de kwestie
van acte cn vergunning meer uitvoerig toe te lich
ten. Pleiter schilderde treffend de verbitterde stem
ming die was ontstaan onder de Urkers en daarop
komende op de matericele feiten, die een ongc-
wenscht gevolg waren der geschapen omstandighe
den. Verdachte kwam niet. op voor zich zelf, doch
voor een collega, die onrecht werd aangedaan.
Voorts viel pleiter de dagvaarding aan, die naar
zijn meening niet was in overeenstemming met de
feiten en achtte pleiter ten dien aanzien de dag
vaarding niet. volledig en concludeerde pleiter ont
slag van rechtsvervolging subsidiair refereerde hij
zich aan het oordeel der rechtbank.
Op enkele punten in pleiters betoog werd door
den Officier gerepliceerd en door verdediger op zijn
beurt weer beantwoord.
Venhuizen.
'T GING OM TWEE TAMME EENDEN.
De heer Nannis cn Adriaan van R. B. te Venhui
zen waren bestemd om op dé middagzitting op te
treden, om zich zoo mogelijk schoon te wasschen van
een tegen hen gerezen verdenking, dat zij op 19 No
vember wederrechtelijk zouden hebben ingepikt 2
tamme eenden, eigendom van den landbouwer J.
Dekker. De politie ambtenaren Weiland en Rusten
burg waren dien avond op surveillance, zij hoorden
schoten vallen en stelden zich verdekt op, met het
Tesullaat, dat in de zak van een der verdachten
FEUILLETON
DOOR
EDO AR WATJ.ACE.
57.
„Er zit iets zwaars in", zei hij heesch, en haalde
weldra een flesch te voorschijn, met een kleurlooze
vloeistof gevuld. De mond was verzegeld.
„Het elixir!" kraste hij. „Het Levenswater! O, God
zij gedankt!"
Zij probeerde hem de flesch af te nemen, maar
hij keerde zich tegen haar als een nijdige hond.
„Duivelin!" siste hij. „Jij spant samen met Dick'
Jij wilt mij van het leven berooven, maar het zal je
niet lukken!"
Hij verwijderde het zegel en trok de kurk tusschen
zijn tanden open.
„Ik zal eeuwig leven! Maar jij zult sterven! Hij zal
je hier vinden als lijk, en begrijpen..."
Hij zette do flesch aan zijn lippen en dronk. Zij
had vol afgrijzen de handen voor het gezicht gesla
gen. Nu maakte hij een beweging, en zij voelde
naar het mes.
Toen hoorde zij iets met een zware bons op den
grond vallen. Het kiezel stroomde nog als uit een
zandlooper naar beneden, maar nu was er iets
zwaars op den grond geploft. Het leek vreemdsoor
tig op een gele kaars, het werd door een tweede ge
lijksoortig voorwerp gevolgd. Zij keek toe, als aan
den grond gcncgeld; toen volgde er een ware regen
van die gele kaarsen, die met twee en drie tegelijk
donderend tusschen het kiezel neervielen.
„Het goud! Het goud!" gilde Harry. „Maar hij zal
er met zijn vingers nooit aankomen!"
werden aangetroffen 2 tamme eenden, welke sporen
vertoonden, pas geschoten te zijn.
De verdediging van hoeren verdachten was min
of meer zonderling en juist niet bepaald eenslui
dend.
De heer Nannis beweerde dc eenden te hebben go
kregen van zekeren heer Swier. die echter, door do
politic gehoord, beweerde van niets te weten, ter
wijl Adriaan voorgaf bedoelde eenden te hebben ont
vangen als geschenk van een Amsterdamschen jager.
Mr. Dwars, die het genoegen had, do hoeren R.
te verdedigen, had verschillende critische aanmer
kingen op het politierapport, dat naar zijn beschei
den meening niet objectief was. Hom word opge
merkt, dat de burgemeester daarvoor verantwoor
delijk was.
Volgens veldwachter Rustonburg had de heer
Adriaan B. een weinig welwillende houding nangc
nomen en zelfs gezegd: Als je binnen komt, gebeurt
er méér.
Rijksveldwachter Wcijland verklaarde in het
land personen te hebben opgemerkt met een lan
taarn en hoorden zij schoten vallen. De eenden,
door Wcijland in beslag genomen, waren blijkbaar
pas geschoten en nog warm. Dc heer Dekker had
een springlevende eend meegebracht, teneinde de
eenzelvigheid der pootmerken aan te toonen. Vol
gens Nannes waren er nog meer condenhouders, die
dergelijke merken gebruiken. Dekker gaf dit toe,
doch deze hoeren woonden wel 'n half uur vorder.
luiten wij constateeren, dat do heeren R. toonden
een paar gewiekste kerels te zijn en de eendendehat
ten waren leerzaam en vermakelijk. Bij Adr. v. R. B.
was een geweer met patronen in beslag genomen,
waarvoor hij geen machtiging had.
Bij K'aas Rakker had Nannes 'n moertje gehaa'd
en hij had gezegd te willen gaan stroopen met de
lichtbak, iets wat Nannes ontkende.
Dc Officier reconstrueerde de feiten, requireerde
tegen ieder der verdachten f 50 boete of 25 «lagen.
Mr. Dwars ging absoluut niet nccoord met den Of
ficier en concludeerde vrijspraak of ontslag, omdat
het oogmerk der wederrechtelijke toeèigening niet
was bewezen.
Al kmaar.
DE GEDISQUALIFICEERDE UITVINDING.
De heer Hendrik II., 'n Alkmaarsch iongmensch
met ingenieuze invallen, had een duoziting gecon
strueerd voor een rijwiel, doch het bleek helaas,
dat de autoriteiten aan die uitvinding geen 'waarde
hechtten en werd Hendrik wegens overtreding der
politieverordening, die het vervoeren van passagiers
'verbiedt op een rijwiel dat daarvoor niet is inge
richt, door den Kantonrechter veroordeeld, zonder
toepassing van straf. Heden echter diende het zaak
je nog eens in hooger beroep cn werd gevorderd be
vestiging van het vonnis des kantonrechters.
Het grootste aantal Zigeuners treft men in Roe
menië aan. Het is natuurlijk niet mogelijk hun aan
tal met zekerheid vast te stellen, maar men raamt
dat er zich daar ongeveer 200.000 bevinden. Hongarije
komt in de tweede plaats, daarna do Palkan en Rus
land, terwijl van West-Europa alleen Spanje groot»
kolonies dezer nomaden heeft.
Geen enkel volk heeft zooveel verschillende namen
Zelfs noemen ze zich Rom, wat in hun eigen taal
..mensch" heteekent. De meest verbreide naam is
die van Tsigane, die men meest in Hongarije en
Roemenië vindt, maar die men ook in Portugal aan
treft (Ciganos) en die in het Duitsch en Neder-
landsch is overgegaan in zigeuner en in hot Itali-
nansch Zingano. Zingaro. In Frankrijk verwarde
men hen vroeger met de inwoners van Bohemen.
vandaar de naam Bohémiens, die vervolgens is toe
gepast op alle nomaden, terwijl men de zigeuners
»n Engeland cn Spanje voor Egyptenaron aanzag,
hetgeen blijkt uit de namen Gvnsies en Gitanos.
Een Roemeensch geleerde, die de zeden en gewoon
ten der zigeuners jarenlang bestudeerd heeft, ver
telt dat zij zonder geografische kennis overal heen
trekken met hun paard of ezel of met wagentjes,
aldus hlijk gevend van een huitongewonon zin voor
oriönteering. Zij zijn begiftigd niet een levendige in
telligentie en leeren gemakkelijk vreemde talon aan.
Als geboren muzikanten, goede handswerklieden,
vooral op het gebied van ijzersmeden zouden zij ge
makkelijk op eerzame wijze hun brood kunnen
verdienen, maar zij hebben een eeuwig heimwee
Hij hield de lantaren omhoog, maar toen hij zijn
arm ophief, bukte zij snel. Zij hoorde de lantaren
tegen den wand verpletteren, en kroop achterwaarts
in de richting van de spleet. Zij hoorde een oorver-
doovend gerommel in de juist door haar verlaten
ruimte; een ander deel van het gewelf had niet
langer weerstand kunnen bieden, en Harry moest
onder het puin bedolven zijn.
Zij schreeuwde en riep „Dick! Dick", maar hij
hoorde haar niet. Hij was aan het ingestorte ge
welf van den Ijskelder gekomen, en gleed op een
hoop kiezel en puin, waaronder een man lag, die
dood was, voor men alles had kunnen opruimer..
Later vonden zij hem, een flesch in de hand geklemd
Wat die bevat had, heeft nooit iemand geweten.
HOOFDSTUK LXV.
Toen Leslie bijkwam, golfde het zonlicht langs de
randen \an de dichtgetrokken gordijnen. Zij richtte
zich op en keek om zich heen. Toen herinnerde zij
zich en sloot de oogen, als om een akelig visioen te
verbannen.
„O, wordt je wakker?" vroeg Mary Wenner onder
het binnenkomen. „Dick zond mij om naar je Ic
gaan kijken. Iedereen verkeert in angst over je
zelfs Fabe, hoewel ik niet jalocrsch van aard ben,
zooals jo weet."
„Hoe laat is het?" En zij herinnerde zich huive
rend, dat iemand anders haar die vraag ook gedaan
had. Hoe lang geleden? Een eeuwigheid!
„Bij half een", zei Miss Wenner, op haar horloge
kijkende. „Ik ben eens naar het werkvolk wezen kij
ken. Goeie genade, het lijkt hier meer op een goud
graverskamp dan op Fossaway Manor. Overal krui
wagens en werktuigen en weet ik wat al niet! Dat
karweitje heeft zijn lordschap twintig duizend pond
gekost, wordt er gezegd."
Leslie keek haar verwonderd aan. „Zijn lord
schap?"
naar het zwerversleven en een zeer sterke voorlief
de voor rooverij. De gcheele aarde beschouwen zij
n!s hun land. liet bestaan van grenzen is voor hen
onbegrijpelijk, evenals het recht op persoonlijk bezit.
In Roemenië zijn de zigeuners een langen tijd sla
ven geweest Tevergeefs boden zij in 1830 aan den
Pruisischen generaal Kiseler voor hun vrijheid
„zooveel goud als een paard kan dragen". Eerst in
1855 volgde hun bevrijding in Moldavië, korten tijd
later ook in Walachije.
Die vurig verlangde vrijheid bracht velen overi
gens in moeilijkheden en nadat zij eerst hun mees-
ers hadden verlaten, keerden verschoidenon weer
terug, gedreven door honger en fcebrek aan onder
dak. De anderen hebben zich dc volgende beroepen
aangeleerd: horstel-, kammen- en zevenmaken, ko-
perslaan, ijzer- en tinbewerken, hoefsmederij, mu-
ziekmaken, schoenpoetsen, bloemenverkoopcn, waar
zeggen en berenleiders.
Bedelarij, leugenachtigheid, diefstal en kinderroof
zijn do kenmerkende trekken van hun zeden. Maar
ze zijn slim genoeg om niet te stelen, zoolang zij in
een stad of dorp kampeeren, maar eerst later, al3
men hun spoor kwijt is.
Dc droom van lederen zigeuner is: c-en goede tent
te hebben, mooie paarden, een vroolfjk geschilderde
het
den,
Goh
'CS
leve
titel
V<
Al z
rers
ling
feld
Zi.
een
mas
dat
ae
„Dick, bedoel ik!" antwoordde Mary doodbedaard.
„De Koning is dood, lang leve de Koning! Dat zeg
ik maar." En toen, ernstiger, en over haar hard
vochtigheid een weinig beschaamd: „Arme jongen.
Voor hem was het zoo het beste. Fabe is naar Lon
den teruggekeerd."
„Wie is Fabe toch? O, jawel, Mr. Gilder", en Les
lie lachtp flauwtjes.
Miss Wenner sloeg de oogen zedig neer. „Wij heb
ben ons verloofd. Hij wou het zoo dolgraag, want,
liefste Leslie, zooals je weet ben ik er geen meisje
naar, om zich om den hals van een man te werpen.
Hij wist mij over te halen."
Leslie stond op. Zij was nog een weinig onva%t ter
been en haar voeten waren ontzettend pijnlijk, on
danks de zalfjes, die de dokter er op gesmeerd had.
„Ik moet zeggen, dat Arthur het als een held op
nam", zei Miss Wenner, terwijl zij Leslie bij het
aankleeden hielp.
„Wat nam hij als een held op?" Leslie was een
weinig suf.
„Mijn verloving", antwoordde Mary. „Jij hebt het
nooit geweten". Zij zuchtte. „Arthur was gewoon
doodelijk van mij- Maar in de gegeven omstandighe
den zou het niet aardig geweest zijn indien ik trouw
de met een man, die kwade vrienden met mijn ver
loofde is, nietwaar?"
„Ik wist niet, dat er iets tusschen jou en Arthur
bestaan heeft," zei Leslie overeenkomstig de waar
heid.
Miss Wenner liet een nieuwen zucht ontsnappen.
„Dat wisten zeer weinig menschen. Misschien tot
aller bestwil. Zoo denkt Arthur ook."
Leslie droeg mnnnenpantoffels, toen zij de trap af
ging. De deur van Dicks werkkamer stond open, en
zij zag hem op het grasperk in een gemakkelijken
tuinstoel zitten, op zijn knieën een bundel documen
ten, die hij ijverig bestudeerde. Hij keek, en stond
hij het hooren van haar stem op. Zij zag zijn gezicht
en schrok er van.
wagen, laarzen, een costuum met koperen knoopen,
een groote beurs om aan zijn gordel te handen en
een karwats. Dc droom van iedere zigeunervrouw
is: oorringen, paarden, halskettingen cn linten van
allerlei kleuren, een nieuwe japon, groen, geel, rood
of blauw en een paar pantoffels.
EEN BLOEDDRINKER
Wijlen Tsjang Tso-lin, ongekroond oorlogshecr
van Mnndsjoerijc, had de gewoonte, nog warm tij-
gerblogd te drinken, in de mcening, dat het zijn li
chaam „fit" hield.
In den wereldoorlog vielen, in ronde cijfers,
9.500.000 dooden. Om een begrip van dit geweldige
aantal te krijgen, diene, «lat indien deze oorlogs-
«looden in rijen van vier in marschtenipo «lefileeren,
het voorbijtrokken van dezen luguberen rouwstoet
aannemend dat het défilé arht uren per «lag zou
duren —oen tijd van ruim acht maanden zou vor
deren.
rustte, een kennis, die hij aan Ti-
bettaamche monniken te danken
had. Hij beweerde ook, dnt de Tsaar
hem nooit zou kwijt raken, daar
het leven van diens zoon in zijn
handen wase, want in geheel Euro
pa was hij de eenige, die de kruiden
kende, was hij de eenige, die voor
aües een tegengif had. Raspoetin
ging zoo ver te beweren, dat het
niet lang meer zou duren of hij was
heerscher over Rusland.
Zoo moe?t prins Yoessoepof wel
tot de overtuiging komen, dat deze
monnik een gevaar voor zijn land
heteekende en achtte hij het zijn
plicht hem te vermoorden. Zorgvul
dig werd het plan in elkaar gezet;
immers Raspoetin was niet gemak
kelijk te vergiftigen, daar hij voor
alles een tegengif bezat. Volgens
zijn eigen bewering was hij „een
uitverkorene Gods" en tegen iedo-
ren lichamelijken aanval be
schermd. Toch zette de prins zijn
plan door.
In een van de sous-terreinvertrek-
ken van het Moika-paleis doodde hij
Raspoetin. De wijnen cn het gebak
waren met behulp van een ervaren
scheikundige zoo vergiftigd, dat 20
menschen in de fractie van een se
conde zouden sterven Tot ztjn ont
zetting bemerkte hij, dat de monnik
ontzaglijke massa's koek en wijn
verslond zonder er last van te on
dervinden. Ten einde raad trok hij
zijn revolver en schoot Raspoetin
noer. Na eenige seconden stond
Raspoetin weer op, alsof er niets
gebeurd was. Weer schoot Yoes
soepof en nu stortte de monnik
dood neer. Het lijk werd in het wa
ter geworpen. De prins moest vluch
ten en heeft sindsdien nooit meer
van zijn rijkdommen kunnen pro-
fiteeren, daar de Russische revolu
tie volgde.
Het proces gaat nu nog steeds
vorder. Wel is reeds komen vast te
staan, dat de prinses ten opzichte
van haar verhouding tot Raspoetin
geen blaam treft. De voornnamste
attracties van dit proces blijven de
naarn Raspoetin en zeer zeker ook
Ie sensationeelo verklaring van
prinses Irina Alexandrowna, dat zij
:.ok in alle andere landen wil pro-
cedeeren om zich te rehabiliteeren,
daar zij de film als een grievende
beleediging beschouwt.
„Dick, je ziet er uit, alsof je honderd was!"
„En ik voel mij duizend", zei hij en Jeidde haar
naar een stoel. „Ga zitten. En nu, Leslie dit is
het einde en het begin."
Zij knikte.
„Ik geloof, dat wij er in geslaagd zijn om het erg
ste uit de couranten te houden", ging hij voort „Die
arme Harry!" Er stonden tranen in zijn oogen en
hij deed geen moeite om ze te verbergen. „Hij was
het arme slachtoffer!"
„Het slachtoffer waarvan?"
„Van zijn moeder," antwoord«le Dick. „Zij was
geen oogenblik bij haar verstand. Mijn beklagens
waardige vader ontdekte dit eerst na do geboorte
van het kind, en haar dood bevrijdde hem van êeu
van zijn zwaarste zorgen. De andere was Harry!
Nu weet je al onze geheimen, Leslie, wat zeg je er
van?"
„Wie was de Zwarte Monnik?" vroeg zij, en tot
haar verbijstering antwoordde hij kalm: „Ik", en
vertelde haar alles wat hij tegen Gilder gezegd had.
„Het vreemdste Is, dat hij het goud gezien moet
hebben voor hij stierf. Welk een dwazen zijn wij
toch! Het dagboek vermeldde zoo duidelijk als ieis,
dat die vroegere Lord Chclford den schat in de ri
vierbedding begroef. Het was een jaar van droogte,
de rivier was totaal opgedroogd, en waarlijk vond
hij in de bedding een diep gat, verborg het goud
daarin, en bedekte het weer met kiezel, opdat het niet
weggespoeld zou worden."
„Dus ben je nu onmetelijk rijk, Dick?"
Hij knikte. „Ja ik denk het wel. Er staan ons
nog eenige lichtere lasten en beslommeringon te
wachten, Leslie, maar wanneer die voorbij zijn cn ul-
les gaat zijn gewoon verloop, dan zullen wij een
jaar buitenslands gaan en al die afgrijselijke dagen
cn nachten vergeten."
Zij nam zijn hand tusschen de hare.
EINDE.
Prins Tcessoepof contra Mctro-Goldwyn-Mayer.
„De rechtbank te Londen heeft uitspraak gedaan in
het proces Yoessoepof, contra de Metro Goldwyn
Mayer Ltd. De filmmaatschappij werd veroodeeld tot
het betalen van een schadevergoeding van £25.000."
q moord op den Russischen
inik Raspoetin trekt weer dj
meene aandacht tengevolge van
sensationeele proces te Lon-
Beklaagden zijn hier de Metro-
iwyn-Mayer Ltd., eischcrs prin-
Irina Alexandrowna en prins
?snepof. Zooals bekend vervaar-
le de M.G.M. een film over het
n van Raspoetin, die onder den
„Raspoetin en de vrouwen'
raaid werd.
i deze film speelt nl. een prinses
asja, de vrouw van vorst Tsjego-
f, die Raspoetin vermoordde,
jens de film had zij met den
inik een verhouding. Nu zijn
asja en Tsjegodleff slechts film
len. In werkelijkheid werd Ras-
in door den nu nog levenden
is Yoessoepof vermoord, wiens
jw Irina Alexandrowna de
hers is. De prinses beschouwt
j voorstelling van zaken als een
ediging, daar zij nooit met Ras-
in een verhouding gehad heeft
ijn de namen van de historische
ionen ook veranderd, de hande-
is zodanig, dat men ongetwij-
aan haar denken moet
j eischt van de filmonderneming
schadevergoeding en wcnscht
itrogelen getroffen te zien, op-
de film niet meer vertoond zal
don. Tevens is zij voornemens
n opvoering van de film in
tschland. Frankrijk, Italië en
l'ereenigde Staten te ageeren.
ot belooft een zeer uitgebreid
:es te worden, want zooals de
iscs verklaarde zal zij 281
copen, die de film draaiden,
klagen.
ai licht in deze kwestie tus-
?n Raspoetin en Irina Alexan
drowna, een knappe, interessante
verschijning, te brengen, werd voor
het gerecht de geschiedenis van
Raspoetin, tot In de kleinste bizon-
derheden verteld.nadat de film voor
rechters en getuigen vertoond was.
In het korte exposé dat de raads
man van de prinses gaf, kwamen
eenige frappante bizondorheden
naar voren.
Prins Yoessoepof is nog de eenige
overlevende van een tot den hoog
sten adel behoorend geslacht, dat te
vens door zijn rijkdom bekend wac.
Prins Yoessoepof zelf bezat een van
de grootste paleizen In het vooroor
logsche Petersburg.
De prinses is een van de welni
gen, die niet het slachtoffer van de
uitroeiing der Tsarenfamilie gewor
den is. Haar moeder, grootvorstin
Xinia, die momenteel in Londen
woont, is een zuster van den laat
sten Tsaar.
Hoe men ook over Ilaspoetins in
vloed aan het hof oordeelen mocht,
de algemeene opinie was toch, dat
hij een mot vreemde krachten be
gaafd-man was, die een sterk reli
gieus gevoel bezat. Tegenover de
opvatting, dat hij een beangstigen
de, hypnotische macht zou bezitten
staat de overtuiging van prin
Yoessoepof, dat Raspoetin beschikte
over vreemde geneeskruiden en
vergiften.
Toen Raspoetin er in slaagde den
zieken kroonprins te genezen, wa
zijn positie aan het hof verzekerd
Prins Yoessoepof gelukte het, he
vertrouwen van den monnik t
winnen. Zoo vertelde hem Raspoe
tin, die aan den drank verslaafd
was, dat zijn geheele macht eigen
lijk op zijn kennis van kruiden be-