Arrondissementsrechtbank te Alkmaar. De Zwarte Monnik HONIG'S Rumoer om Raspoetin. OSSESTAARTSOEP 6 borden voor 20 ets. ZIGEUNERS. 281 Engslcche bioscopsn er bij betrokken. MEERVOUDIGE STRAFKAMER Zitting van Dinsdag 6 Maart Urk. EENT URKER OPROERKRAAIER. De Urker visschor Andries V., reeds eenmaal opge- roepen, doch verhinderd wegens ijsgang, verscheen heden in r.ijn traditioneele gewaad persoonlijk voor de strafkamer, ten einde zich te verantwoorden ter zake het hem ten laste gelegde feit van opruiing, door tegen zekeren Fokke Hoekstra, wiens kuilnet gevaar liep in beslag genomen te worden, toe te brullen, Fohkc, geef je kuilnct niet af, ik zal ie ko men helpen, verbat je er tenen, want de minister heeft zijn bloedhonden los gelaten. De rijkspolitie, met de uitvoering der wet belast, was natuurlijk niet gesticht over deze brute inmen ging en nam ds vrijheid tegen den losmondigeti visscher proces-verbaal op te maken ter zake het hierboven gereleveerde misdrijf, gepleegd op 31 Au gustus op het IJselmeer. De bewuste Urker, 'n gunstig uitziende stoere vis- scherman, bleek thans in heel wat meer deemoedige stemming te verkoeren. De zenuwachtige toestand waarin hij verkeerde was oorzaak van zijn onoor deelkundig optreden en hij verklaarde thans spijt te hebben van het gebeurde. Majoor Van Drimmelcn. belast met het Zuiderzee- politietoezicht. een der politiemannen in kwestie, gaf heden verslag van het voorgevallene en beves tigde voorts het door hem opgemaakte proces-ver baal. Verdachte had in zijn overspanning ook nog 'n Nederlandsche vlag in een roode veranderd, ten einde van zijn momenteele communistische ge zindheid blijk te geven. I.ater is zijn kleur weer tot oranje afgezakt en liad hij zijn verontschuldiging aangeboden. Mr. Schcnkeveld opponeerde voor den visscher- man als raadsman en verdediger en had ook nog een getuige-deskundige doen dagvaarden. Pleiter trachtte twijfel te wekken, of de verdachte wel op zettelijk was komen aanvaren, ten einde zich in liet conflict der politie met Fokke Hoekstra op bo- vcn-omschreven wijze te bemoeien. De heer Rikcl Brants, voorzitter der Urksche Vis- scherijbelangen, gaf op verzoek van verdediger een duidelijke uiteenzetting van den toestand der vis- scherijbelangen in verband met het noodige consent, dat echter niet meer werd verleend na de afsluiting van het IJselmeer. Men moest toen in het bezit zijn van een groote yischacte. Voorts waren de visschers verplicht hun vischmethode te wijzigen, wat groote kosten meebracht. Omdat de visschers niet in het bezit waren van een vergunning "32, werden zij niet in de gelegenheid gesteld ten einde een vergunning '33 te verkrijgen. Tot het geven van voorlichting werd ook nog ge hoord de technisch visscherij-opziener, de heer v. d. Good, die moest erkennen, dat de visschers met al die wetswijzigingen slecht waren ingelicht en dien aangaande veel verwarring heerschte. De heer Brants was in Den Haag op diverse mi- nisteriën op audiëntie geweest, ten einde besprekin gen te voeren in het belang der Urker- en andere visschers en het gevolg was, dat de visscherij gedu rende eenigen tijd oogluikend'werd toegestaan. De Officier hield een welwillend gesteld requisi toir en wilde zich in casu bepalen tot het requiree- ren van een voorw. straf, mede ter bijzondere pre ventie. Gevorderd werd 6 maanden gev. voor- w a a r d o 1 ij k met 3 proefjaren. Mr. Schcnkeveld was nogal content en was zoo genadig een flink deel van zijn pleidooi te schrappen cn achtte het alsnu alleen nog noodig de kwestie van acte cn vergunning meer uitvoerig toe te lich ten. Pleiter schilderde treffend de verbitterde stem ming die was ontstaan onder de Urkers en daarop komende op de matericele feiten, die een ongc- wenscht gevolg waren der geschapen omstandighe den. Verdachte kwam niet. op voor zich zelf, doch voor een collega, die onrecht werd aangedaan. Voorts viel pleiter de dagvaarding aan, die naar zijn meening niet was in overeenstemming met de feiten en achtte pleiter ten dien aanzien de dag vaarding niet. volledig en concludeerde pleiter ont slag van rechtsvervolging subsidiair refereerde hij zich aan het oordeel der rechtbank. Op enkele punten in pleiters betoog werd door den Officier gerepliceerd en door verdediger op zijn beurt weer beantwoord. Venhuizen. 'T GING OM TWEE TAMME EENDEN. De heer Nannis cn Adriaan van R. B. te Venhui zen waren bestemd om op dé middagzitting op te treden, om zich zoo mogelijk schoon te wasschen van een tegen hen gerezen verdenking, dat zij op 19 No vember wederrechtelijk zouden hebben ingepikt 2 tamme eenden, eigendom van den landbouwer J. Dekker. De politie ambtenaren Weiland en Rusten burg waren dien avond op surveillance, zij hoorden schoten vallen en stelden zich verdekt op, met het Tesullaat, dat in de zak van een der verdachten FEUILLETON DOOR EDO AR WATJ.ACE. 57. „Er zit iets zwaars in", zei hij heesch, en haalde weldra een flesch te voorschijn, met een kleurlooze vloeistof gevuld. De mond was verzegeld. „Het elixir!" kraste hij. „Het Levenswater! O, God zij gedankt!" Zij probeerde hem de flesch af te nemen, maar hij keerde zich tegen haar als een nijdige hond. „Duivelin!" siste hij. „Jij spant samen met Dick' Jij wilt mij van het leven berooven, maar het zal je niet lukken!" Hij verwijderde het zegel en trok de kurk tusschen zijn tanden open. „Ik zal eeuwig leven! Maar jij zult sterven! Hij zal je hier vinden als lijk, en begrijpen..." Hij zette do flesch aan zijn lippen en dronk. Zij had vol afgrijzen de handen voor het gezicht gesla gen. Nu maakte hij een beweging, en zij voelde naar het mes. Toen hoorde zij iets met een zware bons op den grond vallen. Het kiezel stroomde nog als uit een zandlooper naar beneden, maar nu was er iets zwaars op den grond geploft. Het leek vreemdsoor tig op een gele kaars, het werd door een tweede ge lijksoortig voorwerp gevolgd. Zij keek toe, als aan den grond gcncgeld; toen volgde er een ware regen van die gele kaarsen, die met twee en drie tegelijk donderend tusschen het kiezel neervielen. „Het goud! Het goud!" gilde Harry. „Maar hij zal er met zijn vingers nooit aankomen!" werden aangetroffen 2 tamme eenden, welke sporen vertoonden, pas geschoten te zijn. De verdediging van hoeren verdachten was min of meer zonderling en juist niet bepaald eenslui dend. De heer Nannis beweerde dc eenden te hebben go kregen van zekeren heer Swier. die echter, door do politic gehoord, beweerde van niets te weten, ter wijl Adriaan voorgaf bedoelde eenden te hebben ont vangen als geschenk van een Amsterdamschen jager. Mr. Dwars, die het genoegen had, do hoeren R. te verdedigen, had verschillende critische aanmer kingen op het politierapport, dat naar zijn beschei den meening niet objectief was. Hom word opge merkt, dat de burgemeester daarvoor verantwoor delijk was. Volgens veldwachter Rustonburg had de heer Adriaan B. een weinig welwillende houding nangc nomen en zelfs gezegd: Als je binnen komt, gebeurt er méér. Rijksveldwachter Wcijland verklaarde in het land personen te hebben opgemerkt met een lan taarn en hoorden zij schoten vallen. De eenden, door Wcijland in beslag genomen, waren blijkbaar pas geschoten en nog warm. Dc heer Dekker had een springlevende eend meegebracht, teneinde de eenzelvigheid der pootmerken aan te toonen. Vol gens Nannes waren er nog meer condenhouders, die dergelijke merken gebruiken. Dekker gaf dit toe, doch deze hoeren woonden wel 'n half uur vorder. luiten wij constateeren, dat do heeren R. toonden een paar gewiekste kerels te zijn en de eendendehat ten waren leerzaam en vermakelijk. Bij Adr. v. R. B. was een geweer met patronen in beslag genomen, waarvoor hij geen machtiging had. Bij K'aas Rakker had Nannes 'n moertje gehaa'd en hij had gezegd te willen gaan stroopen met de lichtbak, iets wat Nannes ontkende. Dc Officier reconstrueerde de feiten, requireerde tegen ieder der verdachten f 50 boete of 25 «lagen. Mr. Dwars ging absoluut niet nccoord met den Of ficier en concludeerde vrijspraak of ontslag, omdat het oogmerk der wederrechtelijke toeèigening niet was bewezen. Al kmaar. DE GEDISQUALIFICEERDE UITVINDING. De heer Hendrik II., 'n Alkmaarsch iongmensch met ingenieuze invallen, had een duoziting gecon strueerd voor een rijwiel, doch het bleek helaas, dat de autoriteiten aan die uitvinding geen 'waarde hechtten en werd Hendrik wegens overtreding der politieverordening, die het vervoeren van passagiers 'verbiedt op een rijwiel dat daarvoor niet is inge richt, door den Kantonrechter veroordeeld, zonder toepassing van straf. Heden echter diende het zaak je nog eens in hooger beroep cn werd gevorderd be vestiging van het vonnis des kantonrechters. Het grootste aantal Zigeuners treft men in Roe menië aan. Het is natuurlijk niet mogelijk hun aan tal met zekerheid vast te stellen, maar men raamt dat er zich daar ongeveer 200.000 bevinden. Hongarije komt in de tweede plaats, daarna do Palkan en Rus land, terwijl van West-Europa alleen Spanje groot» kolonies dezer nomaden heeft. Geen enkel volk heeft zooveel verschillende namen Zelfs noemen ze zich Rom, wat in hun eigen taal ..mensch" heteekent. De meest verbreide naam is die van Tsigane, die men meest in Hongarije en Roemenië vindt, maar die men ook in Portugal aan treft (Ciganos) en die in het Duitsch en Neder- landsch is overgegaan in zigeuner en in hot Itali- nansch Zingano. Zingaro. In Frankrijk verwarde men hen vroeger met de inwoners van Bohemen. vandaar de naam Bohémiens, die vervolgens is toe gepast op alle nomaden, terwijl men de zigeuners »n Engeland cn Spanje voor Egyptenaron aanzag, hetgeen blijkt uit de namen Gvnsies en Gitanos. Een Roemeensch geleerde, die de zeden en gewoon ten der zigeuners jarenlang bestudeerd heeft, ver telt dat zij zonder geografische kennis overal heen trekken met hun paard of ezel of met wagentjes, aldus hlijk gevend van een huitongewonon zin voor oriönteering. Zij zijn begiftigd niet een levendige in telligentie en leeren gemakkelijk vreemde talon aan. Als geboren muzikanten, goede handswerklieden, vooral op het gebied van ijzersmeden zouden zij ge makkelijk op eerzame wijze hun brood kunnen verdienen, maar zij hebben een eeuwig heimwee Hij hield de lantaren omhoog, maar toen hij zijn arm ophief, bukte zij snel. Zij hoorde de lantaren tegen den wand verpletteren, en kroop achterwaarts in de richting van de spleet. Zij hoorde een oorver- doovend gerommel in de juist door haar verlaten ruimte; een ander deel van het gewelf had niet langer weerstand kunnen bieden, en Harry moest onder het puin bedolven zijn. Zij schreeuwde en riep „Dick! Dick", maar hij hoorde haar niet. Hij was aan het ingestorte ge welf van den Ijskelder gekomen, en gleed op een hoop kiezel en puin, waaronder een man lag, die dood was, voor men alles had kunnen opruimer.. Later vonden zij hem, een flesch in de hand geklemd Wat die bevat had, heeft nooit iemand geweten. HOOFDSTUK LXV. Toen Leslie bijkwam, golfde het zonlicht langs de randen \an de dichtgetrokken gordijnen. Zij richtte zich op en keek om zich heen. Toen herinnerde zij zich en sloot de oogen, als om een akelig visioen te verbannen. „O, wordt je wakker?" vroeg Mary Wenner onder het binnenkomen. „Dick zond mij om naar je Ic gaan kijken. Iedereen verkeert in angst over je zelfs Fabe, hoewel ik niet jalocrsch van aard ben, zooals jo weet." „Hoe laat is het?" En zij herinnerde zich huive rend, dat iemand anders haar die vraag ook gedaan had. Hoe lang geleden? Een eeuwigheid! „Bij half een", zei Miss Wenner, op haar horloge kijkende. „Ik ben eens naar het werkvolk wezen kij ken. Goeie genade, het lijkt hier meer op een goud graverskamp dan op Fossaway Manor. Overal krui wagens en werktuigen en weet ik wat al niet! Dat karweitje heeft zijn lordschap twintig duizend pond gekost, wordt er gezegd." Leslie keek haar verwonderd aan. „Zijn lord schap?" naar het zwerversleven en een zeer sterke voorlief de voor rooverij. De gcheele aarde beschouwen zij n!s hun land. liet bestaan van grenzen is voor hen onbegrijpelijk, evenals het recht op persoonlijk bezit. In Roemenië zijn de zigeuners een langen tijd sla ven geweest Tevergeefs boden zij in 1830 aan den Pruisischen generaal Kiseler voor hun vrijheid „zooveel goud als een paard kan dragen". Eerst in 1855 volgde hun bevrijding in Moldavië, korten tijd later ook in Walachije. Die vurig verlangde vrijheid bracht velen overi gens in moeilijkheden en nadat zij eerst hun mees- ers hadden verlaten, keerden verschoidenon weer terug, gedreven door honger en fcebrek aan onder dak. De anderen hebben zich dc volgende beroepen aangeleerd: horstel-, kammen- en zevenmaken, ko- perslaan, ijzer- en tinbewerken, hoefsmederij, mu- ziekmaken, schoenpoetsen, bloemenverkoopcn, waar zeggen en berenleiders. Bedelarij, leugenachtigheid, diefstal en kinderroof zijn do kenmerkende trekken van hun zeden. Maar ze zijn slim genoeg om niet te stelen, zoolang zij in een stad of dorp kampeeren, maar eerst later, al3 men hun spoor kwijt is. Dc droom van lederen zigeuner is: c-en goede tent te hebben, mooie paarden, een vroolfjk geschilderde het den, Goh 'CS leve titel V< Al z rers ling feld Zi. een mas dat ae „Dick, bedoel ik!" antwoordde Mary doodbedaard. „De Koning is dood, lang leve de Koning! Dat zeg ik maar." En toen, ernstiger, en over haar hard vochtigheid een weinig beschaamd: „Arme jongen. Voor hem was het zoo het beste. Fabe is naar Lon den teruggekeerd." „Wie is Fabe toch? O, jawel, Mr. Gilder", en Les lie lachtp flauwtjes. Miss Wenner sloeg de oogen zedig neer. „Wij heb ben ons verloofd. Hij wou het zoo dolgraag, want, liefste Leslie, zooals je weet ben ik er geen meisje naar, om zich om den hals van een man te werpen. Hij wist mij over te halen." Leslie stond op. Zij was nog een weinig onva%t ter been en haar voeten waren ontzettend pijnlijk, on danks de zalfjes, die de dokter er op gesmeerd had. „Ik moet zeggen, dat Arthur het als een held op nam", zei Miss Wenner, terwijl zij Leslie bij het aankleeden hielp. „Wat nam hij als een held op?" Leslie was een weinig suf. „Mijn verloving", antwoordde Mary. „Jij hebt het nooit geweten". Zij zuchtte. „Arthur was gewoon doodelijk van mij- Maar in de gegeven omstandighe den zou het niet aardig geweest zijn indien ik trouw de met een man, die kwade vrienden met mijn ver loofde is, nietwaar?" „Ik wist niet, dat er iets tusschen jou en Arthur bestaan heeft," zei Leslie overeenkomstig de waar heid. Miss Wenner liet een nieuwen zucht ontsnappen. „Dat wisten zeer weinig menschen. Misschien tot aller bestwil. Zoo denkt Arthur ook." Leslie droeg mnnnenpantoffels, toen zij de trap af ging. De deur van Dicks werkkamer stond open, en zij zag hem op het grasperk in een gemakkelijken tuinstoel zitten, op zijn knieën een bundel documen ten, die hij ijverig bestudeerde. Hij keek, en stond hij het hooren van haar stem op. Zij zag zijn gezicht en schrok er van. wagen, laarzen, een costuum met koperen knoopen, een groote beurs om aan zijn gordel te handen en een karwats. Dc droom van iedere zigeunervrouw is: oorringen, paarden, halskettingen cn linten van allerlei kleuren, een nieuwe japon, groen, geel, rood of blauw en een paar pantoffels. EEN BLOEDDRINKER Wijlen Tsjang Tso-lin, ongekroond oorlogshecr van Mnndsjoerijc, had de gewoonte, nog warm tij- gerblogd te drinken, in de mcening, dat het zijn li chaam „fit" hield. In den wereldoorlog vielen, in ronde cijfers, 9.500.000 dooden. Om een begrip van dit geweldige aantal te krijgen, diene, «lat indien deze oorlogs- «looden in rijen van vier in marschtenipo «lefileeren, het voorbijtrokken van dezen luguberen rouwstoet aannemend dat het défilé arht uren per «lag zou duren —oen tijd van ruim acht maanden zou vor deren. rustte, een kennis, die hij aan Ti- bettaamche monniken te danken had. Hij beweerde ook, dnt de Tsaar hem nooit zou kwijt raken, daar het leven van diens zoon in zijn handen wase, want in geheel Euro pa was hij de eenige, die de kruiden kende, was hij de eenige, die voor aües een tegengif had. Raspoetin ging zoo ver te beweren, dat het niet lang meer zou duren of hij was heerscher over Rusland. Zoo moe?t prins Yoessoepof wel tot de overtuiging komen, dat deze monnik een gevaar voor zijn land heteekende en achtte hij het zijn plicht hem te vermoorden. Zorgvul dig werd het plan in elkaar gezet; immers Raspoetin was niet gemak kelijk te vergiftigen, daar hij voor alles een tegengif bezat. Volgens zijn eigen bewering was hij „een uitverkorene Gods" en tegen iedo- ren lichamelijken aanval be schermd. Toch zette de prins zijn plan door. In een van de sous-terreinvertrek- ken van het Moika-paleis doodde hij Raspoetin. De wijnen cn het gebak waren met behulp van een ervaren scheikundige zoo vergiftigd, dat 20 menschen in de fractie van een se conde zouden sterven Tot ztjn ont zetting bemerkte hij, dat de monnik ontzaglijke massa's koek en wijn verslond zonder er last van te on dervinden. Ten einde raad trok hij zijn revolver en schoot Raspoetin noer. Na eenige seconden stond Raspoetin weer op, alsof er niets gebeurd was. Weer schoot Yoes soepof en nu stortte de monnik dood neer. Het lijk werd in het wa ter geworpen. De prins moest vluch ten en heeft sindsdien nooit meer van zijn rijkdommen kunnen pro- fiteeren, daar de Russische revolu tie volgde. Het proces gaat nu nog steeds vorder. Wel is reeds komen vast te staan, dat de prinses ten opzichte van haar verhouding tot Raspoetin geen blaam treft. De voornnamste attracties van dit proces blijven de naarn Raspoetin en zeer zeker ook Ie sensationeelo verklaring van prinses Irina Alexandrowna, dat zij :.ok in alle andere landen wil pro- cedeeren om zich te rehabiliteeren, daar zij de film als een grievende beleediging beschouwt. „Dick, je ziet er uit, alsof je honderd was!" „En ik voel mij duizend", zei hij en Jeidde haar naar een stoel. „Ga zitten. En nu, Leslie dit is het einde en het begin." Zij knikte. „Ik geloof, dat wij er in geslaagd zijn om het erg ste uit de couranten te houden", ging hij voort „Die arme Harry!" Er stonden tranen in zijn oogen en hij deed geen moeite om ze te verbergen. „Hij was het arme slachtoffer!" „Het slachtoffer waarvan?" „Van zijn moeder," antwoord«le Dick. „Zij was geen oogenblik bij haar verstand. Mijn beklagens waardige vader ontdekte dit eerst na do geboorte van het kind, en haar dood bevrijdde hem van êeu van zijn zwaarste zorgen. De andere was Harry! Nu weet je al onze geheimen, Leslie, wat zeg je er van?" „Wie was de Zwarte Monnik?" vroeg zij, en tot haar verbijstering antwoordde hij kalm: „Ik", en vertelde haar alles wat hij tegen Gilder gezegd had. „Het vreemdste Is, dat hij het goud gezien moet hebben voor hij stierf. Welk een dwazen zijn wij toch! Het dagboek vermeldde zoo duidelijk als ieis, dat die vroegere Lord Chclford den schat in de ri vierbedding begroef. Het was een jaar van droogte, de rivier was totaal opgedroogd, en waarlijk vond hij in de bedding een diep gat, verborg het goud daarin, en bedekte het weer met kiezel, opdat het niet weggespoeld zou worden." „Dus ben je nu onmetelijk rijk, Dick?" Hij knikte. „Ja ik denk het wel. Er staan ons nog eenige lichtere lasten en beslommeringon te wachten, Leslie, maar wanneer die voorbij zijn cn ul- les gaat zijn gewoon verloop, dan zullen wij een jaar buitenslands gaan en al die afgrijselijke dagen cn nachten vergeten." Zij nam zijn hand tusschen de hare. EINDE. Prins Tcessoepof contra Mctro-Goldwyn-Mayer. „De rechtbank te Londen heeft uitspraak gedaan in het proces Yoessoepof, contra de Metro Goldwyn Mayer Ltd. De filmmaatschappij werd veroodeeld tot het betalen van een schadevergoeding van £25.000." q moord op den Russischen inik Raspoetin trekt weer dj meene aandacht tengevolge van sensationeele proces te Lon- Beklaagden zijn hier de Metro- iwyn-Mayer Ltd., eischcrs prin- Irina Alexandrowna en prins ?snepof. Zooals bekend vervaar- le de M.G.M. een film over het n van Raspoetin, die onder den „Raspoetin en de vrouwen' raaid werd. i deze film speelt nl. een prinses asja, de vrouw van vorst Tsjego- f, die Raspoetin vermoordde, jens de film had zij met den inik een verhouding. Nu zijn asja en Tsjegodleff slechts film len. In werkelijkheid werd Ras- in door den nu nog levenden is Yoessoepof vermoord, wiens jw Irina Alexandrowna de hers is. De prinses beschouwt j voorstelling van zaken als een ediging, daar zij nooit met Ras- in een verhouding gehad heeft ijn de namen van de historische ionen ook veranderd, de hande- is zodanig, dat men ongetwij- aan haar denken moet j eischt van de filmonderneming schadevergoeding en wcnscht itrogelen getroffen te zien, op- de film niet meer vertoond zal don. Tevens is zij voornemens n opvoering van de film in tschland. Frankrijk, Italië en l'ereenigde Staten te ageeren. ot belooft een zeer uitgebreid :es te worden, want zooals de iscs verklaarde zal zij 281 copen, die de film draaiden, klagen. ai licht in deze kwestie tus- ?n Raspoetin en Irina Alexan drowna, een knappe, interessante verschijning, te brengen, werd voor het gerecht de geschiedenis van Raspoetin, tot In de kleinste bizon- derheden verteld.nadat de film voor rechters en getuigen vertoond was. In het korte exposé dat de raads man van de prinses gaf, kwamen eenige frappante bizondorheden naar voren. Prins Yoessoepof is nog de eenige overlevende van een tot den hoog sten adel behoorend geslacht, dat te vens door zijn rijkdom bekend wac. Prins Yoessoepof zelf bezat een van de grootste paleizen In het vooroor logsche Petersburg. De prinses is een van de welni gen, die niet het slachtoffer van de uitroeiing der Tsarenfamilie gewor den is. Haar moeder, grootvorstin Xinia, die momenteel in Londen woont, is een zuster van den laat sten Tsaar. Hoe men ook over Ilaspoetins in vloed aan het hof oordeelen mocht, de algemeene opinie was toch, dat hij een mot vreemde krachten be gaafd-man was, die een sterk reli gieus gevoel bezat. Tegenover de opvatting, dat hij een beangstigen de, hypnotische macht zou bezitten staat de overtuiging van prin Yoessoepof, dat Raspoetin beschikte over vreemde geneeskruiden en vergiften. Toen Raspoetin er in slaagde den zieken kroonprins te genezen, wa zijn positie aan het hof verzekerd Prins Yoessoepof gelukte het, he vertrouwen van den monnik t winnen. Zoo vertelde hem Raspoe tin, die aan den drank verslaafd was, dat zijn geheele macht eigen lijk op zijn kennis van kruiden be-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 6