i
i
I
De vreemde ontmoeting.
Kruiswoordraadsel.
De Avontuurlijke Lotgevallen van Miep Muizenschrik en Bul Krakebeen
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 7 April 1934. No. 9461.
7. ATERT)ACAVnNT)SCTlF.TS
Een oorspronkelijk, geheimzinnig
verhaal, door S1R0LF.
(Nadruk verboden
Alle rechten voorbehouden).
DAT !s nu maar gekheid, als je 26
jaar bent en een niet onknap
jongmensch, bovendien verslag
gever van bet Dagblad, dan kijk jo on
willekeurig wel eens in de spiegelruiten
van de winkels, om te kijken hoe die
nieuwe grijze gleufhoed je staat. Dit was
bet geval met Jack Thomson. En of het
nu kwam, of hij met zijn evenbeeld bij
zonder ingenomen was, dan wel dat er
een andere reden voor wns, Inat ons dat
in het midden laten; feit wns. dat hij
dien namiddag in Februari, terwijl de
schemering reeds begon te vallen, plot
seling voor de ruit van een groote win
kel op den hoek van een nieuwe straat
bleef staan. Hij was er al eens vroeger
langs gekomen, doch nu scheen iets in
de étalage zijn bijzondere aandacht te
hebben opgewekt. Hij liet zijn blikken
over een zonderlinge collectie artikelen
gaan en hoe langer hij keek, hoo vreem
der hij dien winkel vond. Do groote éta
lage was volgazet met rijen van de aller
goedkoopste kopjes en schoteltjes. Ver
der lagen er wat rollen kastranden, ver
schoten stapeltjes gekleurd papier om
bloempotten te bekleedcn, en dan een
massa afschuwelijk leelijke ansichtkaar
ten met juffrouwen en menceron erop
met fondant-gezichten en valsch-gcel-
blondc haren. Merkwaardig mompelde
Jack Thomson onwillekeurig in zichzelf,
merkwaardig, hoe kon in vredesnaam
een winkelier uit zoo'n hopeloos zoodje
diggelen en oud papier nog een bestaan
maken en zelfs maar do huur van zijn
winkel verdienen? De hoele inventaris is
nog geen drie kwartjes waard Juist
wilde hij zich omwenden en doorloopen,
toen hij voelde, dat een zachte, warme
hand iets in zijn hand duwde. Opziende,
zag hij nog juist een glimp van een jong
meisje, mot een bleek, knap gezichtje,
blootshoofds, dat snel tusschen een paar
toevallig voorbij ravottende kinderen
doorglipte. Het volgendo oogenblik was
ze spoorloos om den hoek verdwenen.-
Jack deed zijn hand open: het was een
papiertje, blijkbaar ruw uit een klein
notitieboekje gescheurd. En met haasti
ge, ongeoefende hand was daarop met
potlood geschreven: „Hedenavond 8 uur
hoek Achterwal".
Stom verbaasd slenterde Jack door.
Wat moest dat beteekenen? Van wie
kwam dio geheimzinnige boodschap?
Dat meisje Hij kende haar niet. Al
zou hij drommels graag kennis met haar
maken, want hij was zoor getroffen ge
weest door het interessante, blcckc ge
zichtje, omlijst door zachtgolvend don
ker haar. Maar te deksel, wat moest dit
beduiden? Vanwaar kende men hem? 't
Was waar, als verslaggever zag hij een
massa menschon, die hem wel kenden,
doch die voor hem totaal vreemden ble
ven. Maar zooiets had hij nog nooit mee
gemaakt. Bovendien, de Achterwal was
een beruchte, stille huurt, aan den rand
van de stad, met vrij veel onbewoonbaar
verklaarde huizen, en waar liet niet al
tijd even pluis was.
De herinnering aan het meisje, dat
naar zijn vaste overtuiging de brengster
van de geheimzinnige boodschap was ge
weest, gaf don doorslag. Hij zou erheen
gaan. Misschien was het iets voor de
krant. En misschien zag hij het meisje
terug.
Toen hij tegen halfacht de stille Ach
terwal, spaarzaam verlicht hier en daar
door een straatlantaarn, opslenterdo,
kwam hij geen sterveling tegen. Des te
meer verwonderde het hem, dat hij vlak
bij den hoek, een jongen van een jaar of
twaalf zag, die op het trottoir geknield
lag cn zich op dit ongewone uur blijk
baar in zijn centje aan het vermaken was
met iets op de steenen te krabbelen
met een stuk krijt.
Toen hij langzaam naderbij kwam,
keok de jongen schichtig op, doch ging
dan door met schijnbaar doelloos met
krijt op de straatsteenen te krassen. Jack
hukte zich en bij het licht van een
straatlantaarn zag hij, dat de jongen al
door de zelfde twee woorden neerschreef:
„Ga weg ga weg ga weg
„Hédaarl" riep hij togen den jongen,
„wat moet dat beteekenen"
De jongen schrikte op en zette het
plotseling op een loopen. Honderd meter
verder had Jack den jongen ingehaald.
Hij nam hem in zijn kraag, schudde hem
dooreen en heet hem toe „Zeg eens,
knaap, wat beteekent dat allemaal? Was
dat een boodschap voor mij?"
„Ik weet het niet, meneer", zei do jon
gen op een benauwden toon, „ik weet
nergens van. Ik heb een kwartje gekre
gen van een juffrouw en toen moest ik
hierheen gaan en vóór achten aldoor die
paar woorden op de straat schrijven
Maar ik heb er heusch niets kwaads mee
bedoeld."
Den jongen stevig bij een arm houdend,
wandelde Jack met den knaap naar de
meer bewoonde stad terug. Bij stukjes en
beetjes kreeg hij eruit, dat hij de juf
frouw niet kende. Ze had hem aange
sproken. toen hij op straat speelde daar
straks. Ilij noemde een naam. Tot zijn
verbazing bemerkte hij, dat het dezelfde
straat was, waar de vreemde winkel ge
vestigd was. Voor dien winkel was het
geweest, dat do juffrouw, die erg zenuw
achtig had gedaan, den jongen had aan
gesproken. Jack Thomson twijfelde er nu
geen oogenblik meer aan: die boodschap
was voor hem bestemd geweest. Maar
dan die eerste boodschap, op dat papier
tje? Was er misschien een vergissing in
het spel geweest?
Onwillekeurig hadden Jack en de jon
gen hun schreden naar do straat gericht,
waar de jongen woonde. Juist toen ze
den hoek wilden omslaan, bonsden ze
bijna tegen een jonge vrouw aan, die
haastig om den hoek kwam. Een oogen
blik keken ze elkaar aan: de jonge
vrouw doodclijk verschrikt, Jack van de
eene verbazing in de andere vallend. De
jongen knoop hem in zijn band, als om
hem te beduiden: dat is ze! Het meisje,
met haar hoedje diep over do oogen
getrokken, wilde snel doorloopen. Doch
Jack was onmiddellijk naast haar, den
jongen achterlatend. Hij begon snel te
spreken, terwijl hij in hetzelfde haastige
tempo naast haar voortliep. „Neemt U
mij niet kwalijk, maar daarstraks gaf U
mij een geheimzinnige boodschap, dat ik
om 8 uur op den Achterwal moest ko
men, en daarna word ik door een nog
geheimzinniger boodschap weer wegge
stuurd, is het misschien te veel gevraagd,
als ik graag wil weten, wat dit allemaal
moet beduiden."
Het meisje keek hem smeckend aan.
Ze scheen ceri heftige strijd met zich
zelf te voeren. „Ik kan U niets zeg
gen begon zij, „ik kan er heusch
niets aan doen hier begon haar
stem te trillen, „het Is allemaal een af
schuwelijke vergissing en en
Jack zag dat er een traan over haar
wang rolde. Ze scheen hevig ontroerd te
zijn. „Ik weet niet, wat er allemaal ach
ter zit," antwoordde Jack, „maar ik vind
het verschrikkelijk dat U verdriet heeft,
kunt U mij niet in vertrouwen nemen,
mag ik U niet helpen?" Ze kwamén
juist langs een lunchroom. Zonder haar
antwoord af te wachten, duwde Jack
haar naar binnen. In liet verste hoekje,
bij het gedempte licht van een schemer
lampje, en nadat de oude dame die de
„kattenkroeg" (zooals Jack het ding
smalend bij zich zelf noemde) dreef twen
kopjes koffie gebracht had, kreeg Jack
de zonderlingste historie te hooren, die
hij ooit vernomen had. De juffrouw
Lies heette ze was winkeljuffrouw in
de zonderlinge zaak op den hoek van de
straat. Sedert een halfjaar. Ze had zich
wel steeds afgevraagd, hoe de winkel
eigenlijk kon bestaan, want er werd
haast niets verkocht. Doch de baas
scheen nog andere zaken te doen. Hij
kreeg namelijk veel bezoek van mannen,
die dikwijls zware koffers bij zich had
den. En hij hetaaldo haar loon prompt.
Langzamerhand had zo echter argwaan
gekregen, doch ze had nog niet op dur
ven zeggen, omdat ze geen ouders meer
had en voor zich zelf moest zorgen. Ze
woonde op een kamertje in de buurt.
Dien middag had de baas iemand voor
de winkelruit zien heen en weer loopen
en toen bad hij haar snel met dio bood
schap op dat papiertje weggestuurd en
gecommandeerd, dat ze het dien man
met „dien grijzen hoed" in de hand moest
stoppen. Tot haar groote schrik en tot
vrecselijke woede van haar baas, bleek
achteraf, dat ze zich in den persoon ver
1
i
S
6
7
9
10
n
1L
13
m
<5
10
i»
AAA
is
10
m
LI
Li
Horizontaal:
Vc r ti caal:
2.
Noodig bij het schrijven
1.
Doelpunt
6.
Naam van* een maand
2.
Pilaren
8.
Voegwoord
Groote visch (trop.)
0.
Idem
4.
Beer (Lat.)
10.
Met de eerste letter van 6 ho
5.
Dieren uit de Noordel. landen
rizontaal een stam in Nieuw-
7.
Machine
Zeeland.
Dons-leverancier uit het N.
12.
Omgekeerde meisjesnaam
11.
Z. Fr.woord voor rots
11.
Weest (Lat.)
13.
Gevangenis
15.
Noorache godheid
17.
Kring om ilc maan
10.
Bijwoord
18.
Uitdrukking
18.
Sport
20.
Plaats in Banjoemas.
1!».
Ziel (Fr.)
21.
Sledo
21.
Noodsignaal
22.
Eerste vereïschte voor moder
ne automobielen
(Volgende week oplossing)
gist bad. Nog nooit was de baas zóó
woedend geweest. Ilij had haar allerlei
bedreigingen naar het hoofd geslingerd,
dat ze dien vent, die de boodschap hij
vergissing gekregen had, vanavond op
den Achterwal wel onderhanden zouden
nemen, en dat zij haar mond had te
houden, anders kon ze ook de doos in
gaan, als ze gesnapt werden. Mant na
tuurlijk zou ze als medeplichtige be
schouwd worden. Radeloos was ze ge
weest. Toen was ze op het idee geko
men van den boodschap door middel van
den jongen die op straat moest schrijven.
Dat was ten minste goed afgeloopcn.
Maar wat moest zc nu doen? Bij den
winkelier teruggaan durfde ze niet, want
ze had nu begrepen, dat zijn praktijken
geen daglicht konden verdragen
Hm, zei Jack, „Als U 't mij vraagt, dan
zeg ik, dat het een handelaar 'in verdoo-
vende middelen is, cn dat die winkel
nergens anders voor dient dan om zijn
vunze bedrijf to maskeeren, tenvijl hij
er meteen een prachtig middel in heeft,
om allerlei menschen te ontvangen en
de „waar" onopvallend weg te werken.
Dat U in de gevangenis zou terecht ko
men is natuurlijk niets anders dan bang
makerij. Wacht U eens even
Jack helde in de telefooncel in de
eerste plaats zijn vriend, een inspecteur
van politie op. Die even later een inval
bij den winkelier deed, dio al eenigen tijd
onder verdenking had gestaan. En die
hem tevens mededeelde dat de juffrouw
waarschijnlijk voor de uitgeloofde beloo
ning van f 3000 in aanmerking zou ko
men. Want men bad een groot complot
ontdekt. Vervolgens helde Jack het Dag
blad op om twee kolom voor het ochtend
blad te reserveeren. Daarna sprak hij nog
heel lang en heel zacht met Lies. Niet
alleen dezen avond. Ook volgende avon
den. Enfin, cn wat er daarna gebeurde,
dat kan een kind raden
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
d a t men beton in allerlei kleuren kan
maken?
dat de Londensclie Graafscbapsraad
ecnige blinde typisten in dienst heeft?
dat hun werk uitstekend is en zij vast
aangesteld zijn?
dat een Schot, Dnvid Hatton, een ma
chine uitvond voor het spinnen van naai
garen, welke gedreven werd door een mi
niatuur tredmolen met muizen?
dat het model van die machine nog te
Dunfermline te zien is, doch dat db uit
vinding zelf op niets is uitgedraaid?
281. Knipstaart, die zag, dat er
vlug gehandeld moest worden,
greep haar ring en dacht: Beste
Koning uit tooverland, stuur gauw
hulp, anders kan 't luchtschip niet
landen. En daar staan plotseling
juist genoeg palen in den grond
en bij elke paal een ijsbeer, die
leder een touw grijpen en 't vast
binden.
282. En toen het luchtschip vast
lag, zetten de heren het op een
loopen, want ze werden bang en
doof van bot leven van dat gevaar
te. Dat heb jo weer keurig in ordo
gebracht, zei Bul. Als wo jou en je
ring niet hadden
283. Daar ging de deur van *t lucht
schip opcu cn Prof. Piekorgraag
stapte naar buticn. Onze vrienden
bogen als knipmessen en dn pro
fessor ook. Eindelijk zei Bul: Ge
achte professor. Wij heeten IJ van
harte welkom in onze nederzetting.
284. We zijn heel blij, dat U bier
bent gekomen om alles te bekijken
en bewonderen. Ik stol voor om
dadelijk naar onze tuinen te gaan.
De professor vond dat uitstekend,
want hij was erg nieuwsgierig en
ze stapten dus mct»zijn vieren naar
het vruchtbaarste stukje Noord
pool.
285. Wel, wel, zei de Prof. steeds
maar. Wel, wel, 't is buitengewoon,
't Is bewonderenswaardig, 'f is on
begrijpelijk. Hoe hebben jullie dat
toch zoo gekregen. En wat zien al
die vruchten er heerlijk uit. Ik ben
gewoon dol op bananen. Ik mag
er zeker wel van proeven. En Miep
bood dadelijk een paar van de
fijnste vruchten aan.