„Het Lied van de Woestijn"
Uit den greep van
het ijs gered.
Zaterdag 14 April 1934.
SCHAGER COURANT.
Derde blad. No. 9465
Een gezegend land
voor luiaards
Kerstmis en Paschen binnen
één week
TWEEMAAL RONDOM NEDERLAND
Overval te Winterswijk.
Drama te Kloetinge.
De gezondheidstoestand van Minister
T. J. Verschuur.
De bemanning van de Tsjeljoeskin.
(Van onzen reizenden correspondent).
BAGDAD, 30 Maart.
VOOR een luiaard, die steeds naar een aanne
melijk voorwendsel zoekt om niet te werken,
is het hier een gezegend land, want het aan
tal feestdagen is door de vele godsdiensten ontel
baar. We beleven hier nu zelfs een opeenvolging van
negen feestdagen, dat overal het werk min of meer
stil ligt en b.v. de banken slechts nu en dan enkele
uren openen. Dat begon met Zondag 25 Maart. De
.volgende vier dagen viel het feest „id al Adcha", de
herdenking van Mohameds geboorte, dus zooiets als
een Mohamedaansch Kerstfeest .Dit duurde tot en
met Donderdag. Heden, Vrijdag, is de Christelijke
Goedo Vrijdag en tegelijk de wekelijksche rustdag
der Mohamedanen. Morgen, Zaterdag, is een Jood-
sche feestdag en daarna volgen de twee Paaschda-
gen, die met den Goeden Vrijdag na dertien dagen
nog eens gevierd worden dor de orthodoxe Chris
tenen. Al deze dagen werkt de stad Bagdad slechts
in een zeer verlangzaamd tempo en wij zijn er de
slachtoffers van.
Acht dagen geleden, Donderdagsmiddags, kwamen
eindelijk uit Europa de noodige onderdeden van ons
zwaar gehavend motorrijwiel en zijspan aan. Vrij
dags moesten ze geleverd worden aan den hande
laar, door wiens tusschenkomst we ze hadden be
steld, maar dien dag, wekelijkschen rustdag der Mo
hamedanen, was het kantoor der douano gesloten;
Zaterdags werkte de tusschenhandelaar, een Jood,
niet. Zondags was het kantoor der douane geopend,
maar we konden er niet veel beginnen, daar een
der ambtenaren, een Kngclschman, ontbrak. Tot en
njet heden was er niets uit te richten, omdat de Mo
hamedanen feest vierden; morgen Zaterdag,, werkt
onze Joodsche handelaar niet en daarna volgen de
twee Paaschdagcn.
In den Oriënt vinden de menschen dat zoo erg
niet. Ze hebben tijd, zeeën van tijd. Haast heeft nie
mand. Haast is westersch, niet oostersch. Hebben
do trage kameelen haast? Groeien de dadelpalmen
niet langzaam? Alle goede dingen hebben zeeën
van tijd. Waarom zouden de menschen zich dan
haasten?
Mijn Tsjechische makker moppert en scheldt,
maar dit helpt niet. Hij wil aan het werk, onze ma
chine repareeren en reisvaardig maken, want de
sneeuw in de Perzische bergen is gesmolten, zoo
hebben we vernomen, en de weg naar Teheran is
vrij. Aan de omstandigheden valt echter niets te
veranderen. Geduld leert men hier in het oosten en
we wachten het einde der lange rij feestdagen af.
Voor de Mohamedanen bestaan de feestdagen uit
veel eten en drinken en uit allerlei vermaak. Ge-
heele stammen Bcdocïnen zijn met hun vrouwen,
kinderen en vee naar de stad gekomen en kampee-
ren nu in de nabijheid. Overdag dwalen ze door de
stad, drinken thee of koffie in een Arabisch koffie-
huisje en verwonderen zich over vele dingen, over
automobielen, over een radio, over de brandweer, die
uitrukt met rood geverfde motorwagens, over een
zeer ouderwetsche rader-stoomboot, die in den Ti-
gris drijft, heel veel rook en lawaai ontwikkelt en
zeer langzaam vooruitkomt
Enkele zeer ondernemende en moderne woestijn
bewoners bezoeken zelfs cinema's. In een der cine
ma's werd juist een film vertoond met geweldige
apen en andere fantastische dieren. Daar verloren
bij het gezicht van zooveel ontzettende beesten de
woestijnbewoners hun koelbloedigheid en schreeuw
den van opwinding, van verbazing, van angst mis
schien ook een beetje.
Op een avond van deze feestdagen zijn mijn reis
makker en ik tezamen met een Noorsch woestijnrei
ziger naar een soort Arabischen schouwburg ge
gaan.
De schouwburg was niet veel meer dan een groote
schuur met wrakke, vervelooze stoelen en tafels.
Op het tooneel met verscheurd decor van palmen en
minarets zat een klein orkestje, één viool, tokkelin-
strumenten, een soort hobo en enkele pauken en
trommels van verschillenden vorm.
Ongesluierde Bedoeïnenmeisjes zongen er „het
leed van de woestijn", een vreemde beangstigende
Arabische melodie en andere liederen en dansten,
o.a. den „buikdans", dezen echt Arabischen dans.
Voor den Noor, die wel in de woestijn reisde, maar
zich nimmer zoo geheel in het leven der Arabieren
waagde, was dit alles nieuw en hij gevoelde zich
niet geheel op zijn gemak in dezen „schouwburg",
waarin wij de eenige Europeanen waren. Mijn Tsje
chische makker en ik kennen zulke Arabische gele
genheden van vermaak reeds lang.'
Dicht bij ons zetten zich aan een tafeltje vijf Be-
doeïnen en bestelden... champagne. Alcohol is wel
iswaar door den Koran verboden, maar lang niet alle
Mohamedanen houden zich streng aan dit verbod.
De woestijnbewoners verlangden de beste, do duur
ste champagne. Ze hadden gehoord, dat mijn Tsje-
Als *t kermis is te Bagdad. - Ongesluierde
dansende Bedoeïnenmeisjes en cham
pagne drinkende Arabieren. -
Krijgsdansen.
Bij de illustraties;
Links: Vrouwen op de kermis; rechts de echte
Turksche schop.
chische makker met een Arabischo bediende Turksch
sprak en hielden hem voor een Turk, een Moha-
medaan dus.
Daarom riepen ze zijn hulp in. Hij moest lezen
wat er op de flesschen stond en verzekeren, dat de
champagne echt „Fransch" was, want „Fransche"
champagne wilden ze drinken. Eon sjcich, die dik
wijls te Damascus komt, had hun allerlei wondere
verhalen gedaan over Fransche champagne (die
sjeich zal toch niet in dienst van een Franschen
wijnhandelaar staan?)
De Bedoeïnen dronken; er kwamen nog eenige
hij; nieuwe flesschen werden aangedragen eft- toen
de woestijn bewoners na enkele uren weggingen,
viel er een bedrag van bijna veertig Engelsche
ponden te betalen. Zonder te verblikken of te ver
blozen telde een hunner het bedrag in goudgeld uit,
waarbij hij zeer goed op de hoogte bleek van het
koersverschil tusschen goudgeld en papiergeld.
Daarna keerden «Ie mannen terug naar hun tent-
woning, waar zij in hun burnoes gewikkeld op den
grond slapen.
Gedurende de Mohamedaansche „kerstmis" Is er
buiten de stad op een groot veld kermis, met veel
lawaai cn rumoer en beweging.
We zijn er heen gegaan en waren er natuurlijk
weder de eenige Europenanen.
Het voornaamste vermaak op deze kermis bestond
uit allerlei soorten schommels. Kleine gaarkeukens
stonden er met harde eieren, geroosterd vlcesch cn
komkommers in azijn. Kooplieden gingen er rond
met zoet gebak, limonade, melk met ijs, koffie, thee,
enz.
Orkestjes speelden, vele trommels, een enkele
„oed" (tokkelinstrument), een soort hobo.
Het publiek bestond bijna uitsluitend uit mannen,
want de vrouwen der Arabische stad- en dorpsbe
woners, die steeds gesluierd moeten gaan, komen
hier over het algemeen niet. Echter wél waren er
vele Bedoeïnenvrouwen, die den sluier niet dragen.
Een bont gewoel was het van al deze in kleurige
klceding gestoken Arabieren, die zich op weinig
kostbare wijze vermaakten.
Het grootste genoegen bleek het dansen zon
der vrouwen. Een ruimte was voor het openlucht-
hal vrij gehouden. Een Arabisch orkestje met veel
lawaai van trommels zorgde voor de muziek.
Hand aan hand dansten de mannen in lange rijen
eenige schreden voorwaarts en dan weder terug,
met schokkende bewegingen en kleine sprongen. Nu
en dan stegen deze dansen tot een wilde razernij in
voor ons onbegrijpelijke verrukking, terwijl de hier
toch reeds zeer warme zon de menschen fel be
straalde, zoodat menig zweetdruppel viel, wat aan
do pret niet scheen af te doen.
Men moet hierbij bedenken, dat de menschen niet
beschonken waren. Alleen water, thee, koffie of limo
nade dronken ze. Sterke drank was op het feestter
rein niet te krijgen.
Rijdanscn alleen voor mannen heb ik ook elders
reeds bijgewoond, b.v. op den Balkan, in het oude
Servië, in Bulgarije, in Griekenland, in Macedonië.
1 Iet komt mij voor, dat deze dansen over het alge
meen oorspronkelijk krijgsdansen waren. Vandaar
dat er geen vrouwen aan deelnemen en dat men ze
veelal vindt bij volken, wier leven tot voor korten
tijd voornamelijk bestond uit oorlogvoeren.
J. K. BBEDERODE.
Wanneer men de grenzen van ons
land, van begin tot einde zou af
bakenen met de hoeveelheid Sunlight
Zeep, die Jaarlijks wordt verbruikt,
dan zou een dubbele muur van dit
zuiver N'ederlandsch product ont
staan. Dit geweldig groot verbruik
bewijst welk een vooraanstaande
plaats Sunlight Zeep bij de Neder-
landsche huisvrouwen inneemt en
hoe zij de volmaakte kwaliteit heb
ben leeren waardeeren.
AW THANS VOOR 4 GROOTE STUKKEN. BOVENDIEN
C T S. OP fel'.K PAK EEN BON VOOR FRAAIE GESCHENK EN'
Politieke motieven,
indringers.
Duitsche nazi's de
Winterswijk: Woensdagavond omstreeks 11
uur drongen vier personen de woning binnen van een
zekeren K., grintwinkelier in de buurtschap Meddo
onden Winterswijk. K. lag reeds te bed en werd door
de indringers wakker gemaakt. Zij eischten van hem
de plaats aan te wijzen, waar zijn schrijfmachine
stond, terwijl zij naar vlugschriften zochten van com
munistische strekking welke K. in zijn bezit zou
hebben met het doel deze over de grens te brengen.
K. beweerde, dat zijn schrijfmachine niet bij hem
was, doch bij 'n partijgenoot in Winterswijk K. Is
communist waarop de indringers het huis door
zochten. Zij vertrokken tenslotte met medeneming
van pamfletten en voorts van een bedrag van f53.—
dat zij hadden gevonden. Een persoon keerde terug
cn heeft K. op ongenadige manier afgeranseld.
De politie heeft nog des avonds een onderzoek in
gesteld cn geconstaeerd kon worden, dat men hier
vermoedelijk met Duitschers te doen had. K. heeft
namelijk kunnen vaststellen, dat alle vier lioog-
Duitsch spraken, terwijl zij ook wat lam kleeding be
treft op Duitschers geleken. Het onderzoek met een
politiehond wees uit, dat de vier indringers zeer waar
schijnlijk zich hebben verwijderd in de richting van
de Duitsche grens. De woning van K. ligt op ongeveer
1 kilometer van de grens. K. heeft zich moeten laten
verbinden, doch zijn toestand is neit ernstig. Van
de daders heeft men tot nu toe niets kunnen ontdek
ken.
Man en vrouw benemen zich het leven.
Zeven kinderen tot wees geworden.
Donderdagmorgen heeft men te Kloetinge een vrcc-
solijk drama ontdekt, dat groote ontsteltenis in het
dorp teweeg heeft gebracht. In een put achter het erf
van de landbouwerswoning, bewoond door den arbei
der de B., heeft men het lijk gevonden van de vrouw.
Men vermoedt dat zij zich door verdrinking van het
leven heeft beroofd, hetgeen reeds Woensdag in den
morgen moet hebben plaats gevonden. In de vroege
morgenuren van Donderdag heeft ook de B. zich van
het leven beroofd door ophanging. Men neemt aan,
dat de oorzaak van dit drama gezocht moet worden
in het feit, dat er financicele moeilijkheden in hst
gezin waren, terwijl ook het huwelijksleven minder
gelukkig was. Er blijven 7 kinderen onverzorgd ach
ter, waarvan het oudste kind 20 jaar is.
Zijne Excellentie zal hoogstwaarschijnlijk
heden het ziekenhuis mogen verlaten.
Omtrent den gezondheidstoestand van den Minister
voor Economische Zaken, mr. T. J. Verschuur, die in
verband met een niersteenaandoening in het Maria-
Paviljoen te Amsterdam wordt verpleegd, vernemen
wij dat het niersteentje grootendeels is vergruisd, zoo
dat verdere verpleging in het ziekenhuis niet meer
direct noodzakelijk geacht wordt. Zijne Excellentie
zal dan ook hoogst waarschijnlijk heden het Maria-
Paviljoen mogen verlaten. De behandelende chirurg
heeft den Minister echter aangeraden, ccnigen tijd
vacantie te nemen alvorens zijn ambtsbezigheden te
hervatten.
Nadere bijzonderheden over de jongste red
dingen.
MOSKOU: Oesjakof, do leider van de werkzaam
heden tot redding van do bemanning van de Tsjel
joeskin, heeft aan de regeeringscommissie de volgen
de bijzonderheden meegedeeld omtrent de verrichtin
gen van het eskadcr-Kamanin:
Op 7 dezer vlogen drie vliegtuigen van kaap Wan-
karem naar het kamp-Schmidt, dat zij in 45 minu
ten bereikten. Slepnef, wiens toestel bij de landing be
schadigd werd, ging tot reparatie over; de twee aij-
dere vliegers, Kamanin en Molokof, namen terstond
vijf menschen aan boord en keerden terug. Oesjakof
bleef gedurende drie dagen in het kamp achter.
Het kamp is omgeven door stapels afgebrokkeld
ijs. De schipbreukelingen zijn ondergebracht in een
barak en tien tenten, waarin kleine kachels zijn aan
gebracht, met behulp waarvan een normale tempe
ratuur wordt onderhouden. De tenten worden ver
licht door een soort benzinelampen, welke de schip
breukelingen hebben uitgevonden. Zij zijn voorzien
van leeftocht, brandstoffen en warme kleeren en be
schikken over een keuken en een broodbakkerij.
Het leven, dat op bet eerste gezicht kalm cn comfor
tabel lijkt, is in waarheid het leven op een vulkaan.
De bewoners van het kamp leven in de voortduren
de afwachting van een aanval van het ijs. Op 8 de
zer sleepte het ijs de keuken weg. Den volgenden:
dag werd het kamp bezocht door de zwaarste opsta
peling van het ijs, die sinds den dag van den onder
gang van de Tsjeljoeskin heeft plaats gehad. Het ijs
drong de barak binnen, vernielde de motorbooten, be
dolf een gedeelte van liet houten materiaal en ver
nietigde geheel het vliegveld, waarop zich het vlieg
tuig van Slepnef bevond. Een nieuwe ijsstapeling
bracht een algeheele wijziging van het gebied van het
kamp teweeg.
Van het eerste oogenblik af, dat de opstapeling
begon, mobiliseerden de schipbreukelingen zich ia
enkele minuten, ieder nam zijn van te voren be
paalde plaats in. Dank zij het onwankelbare gezag
van Schmidt en zijn assistent Bobrof vormen do
schipbreukelingen eon voortdurend strijdvaardige col.
Icctiviteit. De overbrenging naar den vasten wal ge
schiedt in volmaakte orde, volgens een van tevoren
vastgestelde lijst, waarin rekening gehouden wordt
met den gezondheidstoestand en het weerstandsver
mogen van de schipbreukelingen.
Terwijl de schipbreukelingen op 9 dezer tegen de
aanvallen van het ijs vochten, sleepten zij tegelij
kertijd het vliegtuig van Slepnef naar het andere
vliegveld, op een afstand van anderhalven kilometer.
Op 10 dezer volbracht Kamanin een tocht, waarop
hij drie personen naar den wal overbracht. Slepnef,
die gereed gekomen was met de reparatie van zijn-
vliegtuig, bracht zes menschen naar kaap Wanka-
rem. Molokof bracht in drie schitterende raids der
tien personen over.
Op don llden bracht'Karrtartfn M drie todhten'vijf
tien personen naar AVar^carcm over. De zwijgzame,
moedige Molokof maakte vier reizen, waarop hij twin
tig personen overbracht, met inbegrip van prof.
Schmidt (die, zooals men weet, ziek is).
In het kamp bleven onder bevel van Bobrof 28 per
sonen over, verzekerd, dat ook zij gered zouden wor
den.
Op 7 dezer zijn naar het kamp sleden en honden
spannen overgebracht, die het den achtergebleven
personen gemakkelijker zullen maken, om do kost
baarste instrumenten, materialen en babage naar het
vliegveld over te brengen.
Van Wankarem zullen de geredden zich naar kaap
Wellen begeven cn vandaar naar de Voorzienigheids-
baai. Op den llden zijn vijftoen personen per slede
naar kaap Wellen vertrokken, terwijl Slepnef er zes
per vliegtuig heeft overgebracht. Slepnef en de sleden
hebben van Wellen benzine meegebracht, waardoor
het transport van de nog op het ijs achtergebleven
personen verzekerd is.
Van de andere vliegers, die te hulp komen, is Do-
ronin van Anadyr aangekomen, Wodopjanof is aan
de Noordkaap geland.
Kamanin en Molokof.
Nikolaj Petrowitsj Kamanin, de.leider van het
vliegtuigeskader, dat sedert de vlieger Ljapidewski
voor de redding van de vrouwen en kinderen ge
zorgd heeft, alle verdere reddingen verricht heeft,
is in 1908, in het gezin van een handwerksman, ge
boren. Nadat hij in 1927 de middelbare school afge-
loopen had, is hij op een militair-theoretische school
gekomen en bekwaamde zich tevens als vlieger, als
hoedanig hij in 1929 zijn brevet haalde, dat in 1931
met dat van eersten vlieger werd aangevuld. Spoe
dig werd hij commandant van een vliegtuigeenheid,
als hoedanig hij den naam verwierf, dat er onder
zijn leiding nog nimmer eenige averij was ontstaan.
Als plaatsvervangend eskadercommandant volbracht
hij verscheidene zeer moeilijke vliegtochten en ver
leden jaar werd hij zelfs tot eskadercommandant
benoemd.
Wasili Sergewitsj Molokof staat in dienst van het
hoofdbestuur van den Noord, zeeweg. Hij is in 1895
geboren, in een arbeidersgezin. Evenals Kamanin is
hij lid van de communistische partij. Sinds 1919
dient hij bij de luchtvaart, aanvankelijk als marine-
vlieger, later bij de burgerlijke luchtvloot. Van 1930
af vloog hij op de nachtelijke lijn Omsk—Nowosi-
birsk en in 1932 ging hij over naar het hoofdbestuur
van den Noordelijken zeeweg, waarvoor hij op de lijn
van de Jenisj vloog. Verleden jaar heeft hij met
den Poolvlieger Aleksejcf de Karische expeditie
naar de mondingen van de Jenisej en (voor het
eerst) de Lena geloodst.
Nog 22 man gered, dus nu nog slechts
6 man on de ijsschots.
Nader wordt uit Moskou gemeld, dat in den loop
van Donderdagmiddag men er in geslaagd is, op
nieuw 22 leden der „Tseljoeskin"-bemanning van het
kamp op de ijsschots te redden. Thans wachten nog
slechts zes man op bevrijding uit de gevaarlijke po
sitie. De leider der expeditie, prof. Schmidt, die naar
men weet, een zware longontsteking heeft opgeloo-
pen, is intusschen naar Nome in Alaska overge
bracht en daar in een ziekenhuis opgenomen.
Ook de laatste 6 leden van de Tsjeljoes-
kin-bemanning gered.
Nog nader wordt uit Beval gemeld: Volgens een
bericht uit Moskou zijn thans ook de laatste 6 leden
van de bemanning van den ijsbreker Tsjeljoeskin in
veiligheid gebracht. De geredde bemanning zal zoo
spoedig mogelijk naar Moskou wordenovergebracht,
waar zij op zijn vroegst begin Juni zal aankomen.
Er zal den mannen een plechtige ontvangst worden
bereid.