Hooibroei bost eiwit.
Arrondissementsrechtbank te Alkmaar.
Een Huwelijk
Nu er al weer meer en meer gedacht wordt aan
den komenden hooitijd, acht ik het gewenscht nog
eens duidelijk te laten uitkomen van welk groot
belang het is te achien dat men zorg draagt het
hooi zoo goed mogelijk to winnen!
Ik weet wel dat men heel graag de echte „busi-
ness-politiek" toepast en ook het spreekwoord „tijd
is geld" heeft een goede inhoud, maar toch moet
men zich niet tot een ie groote dagprestatie laten
verleiden in den hooitijd.
Toen in den afgeloopen winter een van m'n ken
nissen nader onderzoek vroeg van eenige partijen
hooi van uiteenloopende kwaliteit, heb ik de mon
sters van deze partijen opgezonden naar het Rijks-
landbouwproefstation voor Yeevoederonderzoek te
Wageningen.
Het resultaat van dit onderzoek was als volgt:
tamelijk
ver-
goed
gebroeid
broeid
hooi
hooi
hooi
droge stofgehalte
80,8
81,1
81,5
Gehalte in de droge stof
Eiwit-achtige stoffen
10,
114
9,0
Verteerbare eiwit-achtige
stoffen
6,5
4,2
2,5
Verteerbaar werkelijk
eiwit
4,2
1.6
0.8
Aschbestanddeelen
10.5
11.2
10.0
Ruwe celstof
33,1
33,5
31.7
zetmeel-achtige stoffen
43,9
41,8
47,2
Zeer duidelijk komen hier de funeste gevolgen
van sterke hooibroei in de kwaliteit van het pro
duct tot uiting!
Bij het verbroeide hooi heeft men nog niet 20
van het gehalte aan verteerbaar eiwit overgehou
den en zelfs bij „normale" broei gaat nog 60 van
het eiwit verloren!
Het is makkelijker hier op te wijzen dan in de
practijk de broei te voorkomen!
Men raadt wel aan om het te hooien gewas te rui-
teren. Als bezwaren tegen het gebruik van ruiters
voert men meestal aan dat er zeer veel extra werk
en tijd voor gevraagd wordt en dat het zoo gewon
nen hooi vaak zoo „dood" is. De dieren eten er lang
niet zoo goed in als in meer goed ruikend hooi.
Of het verschil in gehalte hier evenwel de oor
zaak kan zijn dat de beesten met ongebroeid hooi
eerder hun portie hebbeji?
Tevens wil ik hier nog een enkel cijfer mededee-
len van een op de gewone Hollandsche wijze inge
kuild product.
Deze analyse is afkomstig van een goed geslaagde
kuil en gaf de volgende samenstelling:
vochtgehalte
79.9
eiwitachtige stoffen
2.7
verteerbaar eiwitachtige stoffen
1,8
werkelijk eiwit
1.3
verteerbaar werkelijk eiwit
0.4
zetmeelachtige stoffen
7.5
ruwe celstof
6.2
aschbestanddeelen
2.6
Op het eerste gezicht komt de kuil er slecht af.
Ik sta op het standpunt dat men niet moet kuilen
indien men een goede hooiwinning kan verwachten.
Wordt het voor het hooien bedenkelijk met de
weersomstandigheden, wat beteekent dan de kuil te
genover minder goed gewonnen hooi?
Men rekent wel dat men voor 1 kg hooi dz de
zelfde waarde krijgt in 4 5 kg kuilvoer. Dit komt
goed uit indien we de analysen van tamelijk ge
broeid hooi en kuil op de juiste wijze naast elkaar
zetten.
Neem ik van beide 100 kg droge stof en ga ik na
wat daarin zit, dan ziet men dat werkelijk het kuil-
gras ongeveer een vierde vertegenwoordigt van de
voedselwaarde in matig hooi.
In 100 kg droge stof van
hollandsche
zitten aan: matig hooi kuil
eiwitachtige stoffen 9 kg 2,7 kg
verteerbaar eiwitachtige st. 3,4 kg 1,8 kg
werkelijk eiwit 6,9 kg 1,3 kg
verteerbaar werkelijk eiwit 1,3 kg 0,4 kg
aschbestanddeelen 9,1 kg 2,6 kg
ruwe celstof 27,0 kg 6:2 kg
zetmeelachtige stollen 33,8 kg 7,5 kg
Hoewel ik hier slechts enkele practijk voorbeelden
heb aangehaald en men vooral op landbouwgebied
niet straffeloos kan generaliseeren, meen ik toch
het mij bekende langs dezen weg meer bekendheid
te moeten geven.
De Rijkslandbouwconsulent
voor Noord-Holland,
Ir. G. J. LIENESCH.
FEUILLETON.
DOOR
ETHEL M. DELL.
Vertaald door Dicky Wafelbakker.
29.
Marcia liet haar armen zakken. „Oh, ja, jij was
er ook. ik veronderstel tenminste dat jij het was:
het kan echter ook Midas zijn geweest met de ezels-
ooren." Zij wierp een blik op haar horloge en zucht
te: „Eric, weet je wel hoe laat het is?"
„We hebben nog voldoenden tijd over."
„Is liet heusch al bij vijven?"
„Tien minuten cr vóór," zei hij bedaard. „Je hebt
heerlijk gerust"
Ze staarde hem ongeloovig aan. „Ik kan het bijna
niet gelooven. Eric, je had me wakker moeten ma
ken. Ik schaam me verschrikkelijk."
„Ik zou niet weten waarom. Ik heb er te veel van
genoten."
„Jij hebt toch ook niet geslapen?" vroeg ze.
„Nee." Hij vond het niet noodig haar een nadere
verklaring te geven, en ze drong er ook niet op aan.
Alles kwam haar nog ten weinig wazig en onwezen
lijk voor na haar diepen slaap.
„En hoe staat het me: het bootje?" vroeg ze plot
seling.
„Het bootje?" Hij keek haar vragend aan.
„Heb je er nog een mast bij gemaakt?"
„Nee. Ik hield er mee op en stopte het ding als
een herinnering in mijn zak. Maar in ieder geval
was het schuitje zeewaardig; dat verzeker ik je."
„We moeten het straks eens probecren", stelde
Marcia voor. Natuurlijk gedroeg hij zich opzettelijk
zoo dwaas, en dat deed hij om haar te amuseeren,
veronderstelde ze. „We moeten nu weg, geloof je ook
niet? Mijn trein wacht niet."
„Nog meer dan voldoende tijd", verzekerde hij
„We kunnen echter ergens een kopje thee gaan
drinken. Hoe denk je daar over?"
Ze onderdrukte een geeuw. „Ja, ik heb er trek in.
Misschien word ik dan wel heclemaal wakker." Zo
keek met een ernstige, bijna verdrietige uitdrukking
in haar oogen om zich heen. „Het is hier verruk
kclijk geweest."
VOOR DEN POLITIERECHTER
Strafzitting van Maandag 30 April.
Den Helder.
VAARDIGE VINGERS VOOR T KAPPEN
EN NOG IETS!
De 20-jarige kappersassistent Ilendr. Mart. de Den
Helder was door zijn patroon Manshanden ontsla
gen, zonder in 't bezit gesteld te zijn van een ge
tuigschrift. vermeldende de volle tevredenheid van
den werkgever. Nu. die werkgever was ook niet
content en had Henri op de Heldersche keien gede
poneerd op grond van de mysterieuze verdwijning
van onderscheidene kappers-ingrediënten, die later
door de politie ten zijnen woonhuize waren opge
spoord. Op 12 Mei stond de coiffeur voor deze krui
meldiefstallen in dienstbetrekking, terecht, maar
maakte alstoen zoo'n belabherden indruk, dat de
Officier maar primo vista 'n maand celsolo requi-
reerde. De politierechter wilde echter niet den dood
des zondaars, maar dat hij zich zou hekeereu en le
ven. gelastte het traditionoele „Wiggers-onderzoek"
en hervatting dor behandeling op heden.
De schoone jongeling, 'n staalkaart van elegance,
was persoonlijk op 't appèl en na aftapping van bij
zonderheden van den lieer Wiggers, werd deze ge
soigneerde Figaro, die meer let op het uiterlijke, en
op verzorging van zijn hoven-, dan van zijn binnen
kamertje, zooals de Politierechter het noemde, voor
waardelijk veroordeeld tot 1 maand met 3 jaar proef
tijd. Een bijzonder clement vonnis voor iemand, die
in zich zelf geen schuld vond.
Schagen.
EEN TIMMERMAN. DIE NIET „HOOG
TIMMERDE".
De vorige week debuteerde op de „6 maanden
maximum"-zitting de 35-jarige timmerman Jacob K„
verdacht van diefstal van een Solar-carbidlantaarn
en een motor met centrifugaalpomp, staande in een
afgekeurde boerderij te Schagen. De man had echter
ter elfder ure nog een brief ingezonden, waarin hij
zich beriep op geestelijke abnormaliteit, waarop de
zaak werd geschorst tot nader onderzoek. liet bleek
evenwel dat deze excentrieke houtbewerker ook heden
nog iets met den politierechter had uit te kienen, en
werd deze affaire, aangezien de heer Officier niet
genegen was het programma van zijn Maandagsche
matiné te wijzigen, heden ter behandeling gepre
senteerd. Hij stond dan thans weer terecht voor
twee diefstallen, gepleegd te Rarsirigerhorn aan den
Gouw-weg, van een motor-magneet, 'n slinger en 'n
naamplaatje, een en ander eigendom van den heer
P. Broeken. Verdachte erkende, doch verklaarde geen
motieven te kunnen noemen. Ook deze zaak werd
venvezen naar den rechtercommissaris.
A b b e k e r k.
GEEN BEWONDERAAR VAN GLIMMENDE
KNOOPEN.
Een peenhaarkleurig heer Jan Z. uit Abhekerk,
bracht verder nieuws in de rechtszaal op grond van
het onooglijke feit, dat hij in den nacht van 7 op 8
Januari j.I. een veldwachter had heleedigd, omdat
hij hem verbood te zingen, of liever te „balken" het
schoone Abbekerker volkslied „O blonde Maria". De
vereerder van Blonde Maria, "n weinig geciviliseerde
snaak, bleek niet veel routine te hebben in de con
versatie met den politierechter en werd na het hoo-
ren van een vischventer als getuige décharge ver
oordeeld tot f 20 boete of 10 dagen.
Als hij nóg eens komt, zal hij anders beleven!
Den Helder.
CHAUFFEUR ZONDER BEVOEGDHEID.
De chauffeur Gerrit Adr. Dirk D. te Den Helder,
die zoo brutaal was een auto te besturen, ondanks
hem voor den tijd van 1 jaar de bevoegdheid was
ontzegd, werd veroordeeld tot 1 maand onvoorwaar
delijke gevangenisstraf. Dergelijke delinquenten mo
gen dus wel voorzichtig zijn!
Wervershoof Bovenkarspel.
EEN LASTIGE DISCIPEL EN ZIJN MALLE
COMPAGNON.
De 24-jarige monteur Ger. N. uit Wervershoof
had zich in den nacht van 21 op 22 Februari te Bo
venkarspel verzet tegen den seizoen-veldwachter Si-
mon Koning, die hem aanhield, omdat hij zonder
licht fietste en weigerde zijn naam op te geven.
Een zekere heer Theo W., 'n 21-jarige smid uit
Wervershoof, bemoeide zich ook met dit conflict en
genoot nu eveneens de dubieuze eer zich voor den
politierechter te moeten verantwoorden, aangezien
hij er niet weinig toe had medegewerkt dat Koning
zijn arrestant niet kon inpikken. Deze knaap had
zich al zeer onbehoorlijk gedragen en zelfs Koning
gedreigd hem de hersens te zullen inslaan. Ook had
hij het rijwiel van zijn kameraad aan Koning ont
rukt en tot Gerrit gezegd, dat hij maar gauw moest
wegrijden. Deze opschepper werd bedacht met f 25
boete of 10 dagen, benevens 2 maanden voonv. ge-
vangenistraf met 2 proefjaren, terwijl zijn vriend
Gerrit er met f 15 of 10 dagen afkwam!
Winkel.
BOEIENDE EN AVONTUURLIJKE DORPSROMAN.
Op Dinsdag 13 Februari maakte de bankwerker
Walter Joh. M.. destijds te Winkel, kennis met de
meervoudige strafkamer, in verband met een ..Union-
rijwiel", dat hij zijn voormaligen pensionhouder
Noorman zon hebben ontfutseld. Het was een ver
schrikkelijk zenuwachtig en ingewikkeld proces met
getuigen a décharge en zoo meer, waarin persoon
lijke wederkeerige animositeit 'n groote rol speelde.
Gevorderd werd toen f 40 boete of 30 dagen en de
uitspraak was coniorm.
Maar heden tradon de twee voornaamste acteurs
uit dit landelijk treurspel opnieuw voor het voet
licht in het zittingsmilieu der kleine criminaliteit en
stond de heer Walter M. terecht ter zake dat hij op
22 Januari een trap had toegediend aan den manu-
facturier Noorman, reeds vroeger besproken.
De heer M. gaf het feit toe. doch beweerde daar
voor afdoende reden te hebben gehad. Genoemde
heer Noorman bevond zich onrechtmatig op het ter
rein van zijn tegen woord i gen kostbaas Hollander.
De vrouw van Hollander gebood Noorman zich te
verwijderen, vertelde daarop getuige, die aan dit
bevel gehoorzaamde, doch toen hij zich omdraaide,
om de kuiten te nemen, gaf verdachte hem een trap
tegen zijn zitvlak.
De heer Officier was het niet eens met het onbe
voegd optreden van den heetgebakerden heer M„ en
requireerde f 15 boete of 10 dagen.
Mr. C. A. «Ie Groot, juridisch vertrouwensman van
den heer M.. hield in verhouding met liet onbenullige
zaakje, een tamelijk breed en gewichtig pleidooi, met
volledige uiteenzetting der materieele feiten en des-
zelfs aanleiding, eoncludeerende ten slofte bij schuld
toekenning het opleggen eener zeer geringe boete.
Diagnose van den politierechter: f 10 boete of 5 dg.
Bergen.
EEN ALLES BEHALVE WELKOME NIEUW-
JAARSWENSCH.
De 36-iarige heer Hendr. v. I).. wasscher te Bergen,
stoffeerde de zondaarsbank. omdat hij op 1 Januari
f.1. in het openhaar zijn buurman, den gepenslon-
neerden militair J. F. J. Visser, een niet nader te
'Vfinieeren bel eed 5 ging bad toegevoegd. De heer van
D., die deze beleediging ontkende, had. om zirh ver
der te disculpeeren. twee getuigen a déehnree. in de
personen van de hoeren W. de Vet en Grijspaarde
medegebracht.
De timmerman Rosen had het onverkwikkelijke
nieuwjaarsstandje gehoord cn ook de geïncrimineer
de beleediging.
Volgens verdachte mishandelde Visser ziin vrouw
en wilde men daaraan een einde maken. De getui
gen a décharge hadden wèl een scheldpartij bijge
woond. doch het heleedigende woord niet waargeno
men. Eisch f 15 boete of 10 dagen. Vonnis f 7 boete
of 5 dagen.
Barsingerhorn.
NOG MEER BELFEDTGINGEN.
De stevige garagehouder Bruin van L. uit Am
sterdam. zou op Dinsdag 14 November te Rarsingcr-
horn den brugwachter J. Liefhebber aldaar hebben
heleedigd. door hem een luilak en ploert te noemen,
wat doe»- den garagehouder, destiids chauffeur van
een vrachtauto, werd ontkend. Ook was Liefhebber
nog door d<m heftigen autohedwinger bedreigd met
handtastelijkheden. Eisch f 15 boete of 10 dagen.
Uitspraak f 10 boete of 5 dagen.
Het woord „ploert" gaven de hoeren aan Bruin
cadeau, waarop deze zei: Dank U! 'n Kinderhand is
gauw gevuld!
M e d e m b 11 k.
DE HOUTEN KTST BRACHT OP DE ZITTING
10 GULDEN OP.
De niet verschenen hoeren Ger. S. en Fokke Sm. te
Medembük, hadden zich op 3 Februari aldaar schul
dig gemankt aan diefstal van een houten kist tor
waarde van 75 cent. eigendom van getuige J. v. d.
Meulen. Vonnis f 5 boete of 5 dagen voor ieder, wat
voor het oude kistje een stevig prijsje genoemd kon
worden!
Limmen.
SLAGER CONTRA CRISISVETWETCONTROLEUR.
De 49-jarige slager Klaas Sn. te Limmen stond te
recht ter zake beleediging van den controleur H. v.
Heeringen, die hij op 9 Februari had beticht, dat hij
zich vermoedelijk, gedurende een inspectie van des
slagers zaak. een rol van 50 centen zich wederrech
telijk had toegeëigend. De heer Sn. miste na het be
zoek van den controleur een dergelijk rolletje en
was Van Heeringen toon nagegaan tot de auto,
waarin deze heer reeds had plaats genomen en had
hem toen bij den arm gegrepen en gezegd: Kom jij
eens hier, ik wil eens ie zakken navoelen, want ik
mis een rol van 50 centen. De slager ontkende den
controleur bij den arm te hebben gegrepen, wel er
kende hij naar de rol centen te hebben geïnfor
meerd. De heer S. de Vries, hoofdcontroleur, had
vanuit den auto de handelingen van den heer Van
Heeringen gadegeslagen en niets onregelmatigs van
hem gezien. Maar het optreden van den slager was
ergerlijk. Hij deed niet anders dan vloeken en razen.
Het was diep schandalig! Volgens den slager had
Van Heeringen gezegd: Barst, rotvent!
Ook de Officier keurde het optreden van verdachte
sterk af en vorderde f 25 boete of 20 dagen. Uit
spraak: f 20 boete of 10 dagen.
Den Helder.
ZIJN GEMOED IN DE KRANT GELUCHT.
De 62-jarige en beroeplooze lieer Joh. Baptist Au-
gustinus de Cr. te Den Helder had in de Heldersche
Courant van 4 Januari j.1. een ingezonden stuk ge
plaatste, handelende over het Marine-Bondsgebouw,
waardoor de boeren A. G. A. Verstegen en A. W,
Michels zich heleedigd gevoelden, een klacht indien
den, niet gevolg dat de oude hoor thans terecht stond
'er zake eenvoudige beleediging. De beer de Cr. ver
klaarde bedoeld stuk te bobben geplaatst. Hij was
oud-lid van den Marine-onderofieierenbond. Het was
echter niet de bedoeling van den verdachte in be
doeld artikel, dat in extenso door den Politierechter
werd geciteerd, de hoeren te beleedigen. liet gedu
peerde Statenlid Michels, had op 81 Januari klnchte
gedaan en bleef daarbij volharden. Hij vond de eer
ste clausule, handelende over gezagsdrager en zoo-
voort. beslist voor hem compromitant. Ook achtte do
lieer Michels zieh gekrenkt om door den inzender to
worden voorgesteld als plunderaar van de bondskas.
Verdachte repliceerde, daarmede niet Michels,
noch Verstegen te hebben bedoeld. Daarmede bad
hij op het oog de heeren v. d. Vaart c.s. Dat wisten
de getuigen zelf ook wel!
Maar, zei de heer Michels. er worden maar twéé
namen genoemd en het publiek vat «laf zóé» op.
Do Politierechter bracht het statenlid in herinne
ring dat de bond gelden had gevoteerd om de wer
ving "voor het Ned. Ind. le~er tegen te gaan, wat een
onaangenamen indruk had gemaakt en het vertrou
wen had geschokt.
De heer Michels antwoordde, dat hit daarin niet
was betrokken. Hij gaf den Politierechter ten dooie
gelijk, doch getuige begreep niet. waarom verdachte
nu juist hem en Verstegen had uitgepikt. Getuige
zat rustig in Haarlem en was zirh van niets bewust.
De heer A. G. A. Verstegen, burgemeester van
Koog aan do Zaan, die een 30 jaar geleden zelf als
redacteur van het „Anker" op bet verdnehfenhankjo
zat, ter zake van beleediging van overste Tollenaar,
.in een stuk. getiteld „Tollenaren én zondaren", bad
eveneens tegen verdachte een klacht ingediend. Hij
was zelf oprichter van den Marinematmzenbond. la
ter bond van minder marinepersoneel Ook deze ge
tuige bracht den Politierechter in herinnering liet
feit, dat f 14000 van het hondsgeld was gedestilleerd
voor propaganda tegen do werving bij bet 0.1. leger.
Ook de heer Versteegen achtte zich heleedigd door
het schrijven betreffende don verkoop van het bonds-
gebouw, doch ook hier verklaarde de verdachte deze
hoeren niet bedoeld te hebben.
Burgemeester verklaarde voorts ook gekrenkt te
zijn door de uitlating van verdachte dat hij verplicht
was geweest, het boetekleed aan te trekken.
Ten aanzien van het verkeerde adres waartegen
de heer de Cr. zich had gericht, wilde hij wel aan
de heeren getuigen Verstegen en Michels zijn ex
cuses maken.
Getuige- Verstegen bedoelde niet den heer de C.r.
gestrafd te zien. doch verlangde een verontschuldi
ging in de Heldersche Courant.
De heer officier kon zich de verontwaardiging van
den verdachte best indenken, maar het is ontzettend
moeilijk en gevaarlijk dit neer te leggen In ingezon
den stukken. Ook had verdachte zijn insultatlos we!
op al te losse gronden en zonder vooraf gaand gron
dig onderzoek gelanceerd. Voorts la niet voldoende te
zeegen, geen beleediging bedoeld te hebben. Het gaat
hier om de wijze waarop dit is geschied en die het
opzet in zich bevat. Voorts verzachtende omstandig
heden in aanmerking nemende oisrhte de officier
f 20 boete of 10 dagen. Uitspraak conform eisch.
Heldor.
WEER EEN MARINESCHANDAALTJE! VALSCHE
K WIT ANTIH AFGEG KV E N
De filiaalhouder-winkelchef der firma Alb. Hein te
Helder stond terecht ter zake het afgeven van een
door hem opgemaakte valsche kwitantie, groot
f 149-09. Zulks ten behoeve van de onderofficieren
van den onderzeedienst. Dit bedrag was hooger dan
was geleverd, want in waarheid was slechts voor u
bedx-ag van i 109.07 geleverd en werd bet verschil in
gepikt door de betrokken heeren consiabels. Hij had
haar wangen cn een verwarde, verlegen uitdrukking
in haar oogen, waardoor ze meer dan ooit op een
heel jong meisje leek. „Ik weet niet of het nog wel
kan. Doch in elk geval zou ik h~t bosch graag
willen zien: als is het dan ook maar voor enkele
minuten"
Nu ze weer buiten was, keerde de droomerige
stemming van dien middag terug cn een diepe
zucht van geluk ontsnapte aan baar lippen.
Eensklaps raakte hij haar arm aan, waardoor ze
uit haar gepeins opschrok.
„Ik moet je iets vragen, Marcia," bracht hij schor
uit.
Half werktuigelijk liep ze door, totdat ze den over
kant van het water bereikt had. „En wat wilde je
vragen?"
„Zooeven zei je dat je, al was het maar voor en
kele minuten, het bosch wilde zien. Kijk, we staan
voor liet hek."
Ze aarzclfde even. „Zouden we het doen. Ik be
doel", even hield ze op en glimlachte verontschuldi
gend... „ik bedoel: mogen we hier wel door?"
„Wat komt dat er op aan? Daar geven we niet
om."
„Je bent ontzettend roekeloos vandaag, Eric", pro
testeerde ze. „Je gaat er werkelijk niet op vooruit,
waar het je principes betreft."
„Dat is mogelijk", zei hij grimmig. „Wellicht doe
ik mijn uiterste best een „modern" mensch te wor
den. En ik heh me nu eenmaal voorgenomen door
dit hek te gaan, al zouden ze me er ook voor neer
schieten."
„In orde", zei Marcia, „dan zal ik ook meegaan."
Het bleek dat het hek gemakkelijk genoeg to ope
nen was, en zoodra ze het bosch bereikt haddon,
kwam de sprookjesstemming weer over hen. Het
leek hun toe alsof ze een betooverd oord betraden...
op gouden bladeren liepen en een levend gouden dak
boven hun hoofden hadden.
„Het is bijna te mooi", bracht Marcia heesch uit.
Hij stak zijn hand door haar arm, en zoo stonden
zc enkele seconden zwijgend naast elkaar. Daarna,
als door eenzelfde impulsie gedreven, liepen ze een
der zijlanen in en toen leek het alsof ze de geheela
wereld achter zich gelaten hadden. Langzaam gin-
gQn ze verder, al het andere vergetend, aan niets
anders denkend dan het feit dat ze bij elkander wa
ren en van dezelfde schoonheid genoten.
Wordt vervolgd.
„Kun je hier vanavond niet blijven?" stelde hij
voor. Ze lachte.
„Ik zou het heerlijk vinden. De kussens zijn fijn
zacht en ik had alleen maar een deken noodig."
„Niemand zou iets van je afwezigheid bemerken",
vervolgde hij. „Als je alleen dekens noodig hebt dan
is het gauw te verhelpen." Ze leunde weer in dc
kussens achterover, maar maakte een protestce-
rend gebaar met haar hand. ..Nee, wees niet zoo
dwaas. Laten we gauw teruggaan."
Even later was het bootje in beweging gebracht.
Het schoot over het water heen, voortbewogen door
zijn krachtige armen. Hij deed alles even goed haar
vacantievriend, dacht ze droomerig.
De zon bescheen de dennebosschen en tooverde
daar de mooiste kleuren.
„Zullen we nog tijd hebben er heen te gaan?"
vroeg ze opgewonden. „Ik wist wel dat de hosschcn
nu het mooist zouden zijn."
„Voldoende tijd over," zei hij opnieuw. Het was
thans niet langer stil op de rivier, en ze ontmoetten
verscheidene groote en kleinere booten.
„Er zijn veel te veel mcnschen in dit land", merkte
Eric grimmig op.
„Ik houd van drukte", mompelde Marcia droome
rig.
„Vanuit de verte misschien. Alles vanuit de verte
zei hij.
„Ja, dat is mogelijk. Ze hebben alleman] zeker al
thee gedronken, zoodat het in dat kleine huisje aan
de rivier niet zoo vol zal wezen als wij er komen."
„Je denkt toch zeker niet dat ik er met je heen
zou gaan. als al die kakelende, rumoerige menschen
er zaten?"
Ze. lachte. „Ik geloof dat ik minder lastig ben dan
jij, Eric. Wil je even een spoorhookie vragen? Ik
ben er niet zeker van of we nop genoeg tijd over
hebben om de bossehen in te gaan."
Hij trok ziin wenkbrauwen tezamen en zei: „Mar
cia, als je dit nu nog eens zegt word ik woedend
op je,"
„Maar beste jongen, er zijn toch meerdere dagen.
Ik kom immers terug.
„En als ik naar Canada trek?" vroeg hij. „Zul jo
hier dan alleen heengaan?"
7o schrikte en de glimlach besterf np haar lippen.
„AHéén? Natuurlijk niet", zei ze heftig,
„Tk dank je dit gezegd te hebben."
Ze bereikten de landingsplaats en zwijgend lie
"«o ze het grintnad op. TTot leek alsof er een lichte,
onmerkhara schaduw tusschon hen was geval-
Niettemin voelden ze zich volkomen op hun ge-
want daarvoor kenden ze elkander te goed.
Toen ze kort daarop onder een goudenregenboom
thee dronken, was die schaduw al volkomen ver
dwenen, en ze praatten over alle mogelijke dingen.
„Ik geloof niet dat ik je met den trein terug zal
laten gaan," zei Eric plotseling. „Ik neem je met
den wagen mee."
„Ik dacht dat je de week-end bij Peter zou door
brengen, merkte ze op.
„Nee, dat doe ik niet. Peter amuseert zich en kan
het best zonder mij stellen. Waarom vind je het
tocli noodig dat die jongen zoogenaamd „beschaafde!
wordt?"
„O, nee," zei ze. „Hij is zóó juist bijzonder aardig
Als ik jou was, liet ik hem naar Canada naar je
farm gaan."
„En moet ik dan zelf in Engeland blijven?" vroeg
hij.
•Ze knikte bevestigend. „Natuurlijk".
„Zou je het graag willen?" vroeg hij op den man
af.
Ze schonk nog een kopje thee voor hem in. „Zou
ik het voorstellen als ik er anders over dacht?" vroeg
ze zacht.
„Ik weet het niet. Ja, misschien wel. Je bent zoo
volmaakt onzelfzuchtig."
„Niet wanneer ik bij jou ben," verbeterde ze haas
tig. „Ik ben bang dat je zelfs een groote egoiste van
me zult maken als het zoo door gaat."
„Ik wilde dat het me zou lukken", zei hij.
„En het gebeurt vast cn zeker", hield ze vol.
Ze keek naar het kabbelende water cn cr was een
droomerige blik in haar oogen. De middag begon
bijna onbemerkt in avond over te gaan en het werd
iets koeler.
„Nog een kopje thee"" vroeg Marcia.
„Nee. dank je." Hij leunde met zijn elleboog op de
tafel en zag haar strak aan. „Wil je een cigaret op
steken?"
Ze deed het en keek de wolkjes na.
„Moeten we nu nog niet gaan?" vroeg ze ineens.
„Er moet niets", antwoordde hij ongeduldig.
„Waarom wil je toch on de klok blijven leven, ter
wijl niemand anders uit je omgeving met een derge
lijk artikel rekening houdt?"
„Wat ben je onvriendelijk!" zei ze verwijtend.
„Neem me niet kwalijk. Je bent zoo'n engel var.
zachtheid en geduld, dat ik er vaak misbruik van
maak. In dat opzicht gelijk ik op verschillende an
dere mensehen uit je omgeving."
„Wat zullen we doen?" vroeg Marcia, alsof ze zijn
vorige opmerking niet gehoord had.
Hij stond op. „We gaan de brug over en naar de
bossehen, waar de zon nu op dc denneboomen
schijnt."
Zo stond eveneens op. Er lag een zachte blos op