Hooibroei bost eiwit. Arrondissementsrechtbank te Alkmaar. Een Huwelijk Nu er al weer meer en meer gedacht wordt aan den komenden hooitijd, acht ik het gewenscht nog eens duidelijk te laten uitkomen van welk groot belang het is te achien dat men zorg draagt het hooi zoo goed mogelijk to winnen! Ik weet wel dat men heel graag de echte „busi- ness-politiek" toepast en ook het spreekwoord „tijd is geld" heeft een goede inhoud, maar toch moet men zich niet tot een ie groote dagprestatie laten verleiden in den hooitijd. Toen in den afgeloopen winter een van m'n ken nissen nader onderzoek vroeg van eenige partijen hooi van uiteenloopende kwaliteit, heb ik de mon sters van deze partijen opgezonden naar het Rijks- landbouwproefstation voor Yeevoederonderzoek te Wageningen. Het resultaat van dit onderzoek was als volgt: tamelijk ver- goed gebroeid broeid hooi hooi hooi droge stofgehalte 80,8 81,1 81,5 Gehalte in de droge stof Eiwit-achtige stoffen 10, 114 9,0 Verteerbare eiwit-achtige stoffen 6,5 4,2 2,5 Verteerbaar werkelijk eiwit 4,2 1.6 0.8 Aschbestanddeelen 10.5 11.2 10.0 Ruwe celstof 33,1 33,5 31.7 zetmeel-achtige stoffen 43,9 41,8 47,2 Zeer duidelijk komen hier de funeste gevolgen van sterke hooibroei in de kwaliteit van het pro duct tot uiting! Bij het verbroeide hooi heeft men nog niet 20 van het gehalte aan verteerbaar eiwit overgehou den en zelfs bij „normale" broei gaat nog 60 van het eiwit verloren! Het is makkelijker hier op te wijzen dan in de practijk de broei te voorkomen! Men raadt wel aan om het te hooien gewas te rui- teren. Als bezwaren tegen het gebruik van ruiters voert men meestal aan dat er zeer veel extra werk en tijd voor gevraagd wordt en dat het zoo gewon nen hooi vaak zoo „dood" is. De dieren eten er lang niet zoo goed in als in meer goed ruikend hooi. Of het verschil in gehalte hier evenwel de oor zaak kan zijn dat de beesten met ongebroeid hooi eerder hun portie hebbeji? Tevens wil ik hier nog een enkel cijfer mededee- len van een op de gewone Hollandsche wijze inge kuild product. Deze analyse is afkomstig van een goed geslaagde kuil en gaf de volgende samenstelling: vochtgehalte 79.9 eiwitachtige stoffen 2.7 verteerbaar eiwitachtige stoffen 1,8 werkelijk eiwit 1.3 verteerbaar werkelijk eiwit 0.4 zetmeelachtige stoffen 7.5 ruwe celstof 6.2 aschbestanddeelen 2.6 Op het eerste gezicht komt de kuil er slecht af. Ik sta op het standpunt dat men niet moet kuilen indien men een goede hooiwinning kan verwachten. Wordt het voor het hooien bedenkelijk met de weersomstandigheden, wat beteekent dan de kuil te genover minder goed gewonnen hooi? Men rekent wel dat men voor 1 kg hooi dz de zelfde waarde krijgt in 4 5 kg kuilvoer. Dit komt goed uit indien we de analysen van tamelijk ge broeid hooi en kuil op de juiste wijze naast elkaar zetten. Neem ik van beide 100 kg droge stof en ga ik na wat daarin zit, dan ziet men dat werkelijk het kuil- gras ongeveer een vierde vertegenwoordigt van de voedselwaarde in matig hooi. In 100 kg droge stof van hollandsche zitten aan: matig hooi kuil eiwitachtige stoffen 9 kg 2,7 kg verteerbaar eiwitachtige st. 3,4 kg 1,8 kg werkelijk eiwit 6,9 kg 1,3 kg verteerbaar werkelijk eiwit 1,3 kg 0,4 kg aschbestanddeelen 9,1 kg 2,6 kg ruwe celstof 27,0 kg 6:2 kg zetmeelachtige stollen 33,8 kg 7,5 kg Hoewel ik hier slechts enkele practijk voorbeelden heb aangehaald en men vooral op landbouwgebied niet straffeloos kan generaliseeren, meen ik toch het mij bekende langs dezen weg meer bekendheid te moeten geven. De Rijkslandbouwconsulent voor Noord-Holland, Ir. G. J. LIENESCH. FEUILLETON. DOOR ETHEL M. DELL. Vertaald door Dicky Wafelbakker. 29. Marcia liet haar armen zakken. „Oh, ja, jij was er ook. ik veronderstel tenminste dat jij het was: het kan echter ook Midas zijn geweest met de ezels- ooren." Zij wierp een blik op haar horloge en zucht te: „Eric, weet je wel hoe laat het is?" „We hebben nog voldoenden tijd over." „Is liet heusch al bij vijven?" „Tien minuten cr vóór," zei hij bedaard. „Je hebt heerlijk gerust" Ze staarde hem ongeloovig aan. „Ik kan het bijna niet gelooven. Eric, je had me wakker moeten ma ken. Ik schaam me verschrikkelijk." „Ik zou niet weten waarom. Ik heb er te veel van genoten." „Jij hebt toch ook niet geslapen?" vroeg ze. „Nee." Hij vond het niet noodig haar een nadere verklaring te geven, en ze drong er ook niet op aan. Alles kwam haar nog ten weinig wazig en onwezen lijk voor na haar diepen slaap. „En hoe staat het me: het bootje?" vroeg ze plot seling. „Het bootje?" Hij keek haar vragend aan. „Heb je er nog een mast bij gemaakt?" „Nee. Ik hield er mee op en stopte het ding als een herinnering in mijn zak. Maar in ieder geval was het schuitje zeewaardig; dat verzeker ik je." „We moeten het straks eens probecren", stelde Marcia voor. Natuurlijk gedroeg hij zich opzettelijk zoo dwaas, en dat deed hij om haar te amuseeren, veronderstelde ze. „We moeten nu weg, geloof je ook niet? Mijn trein wacht niet." „Nog meer dan voldoende tijd", verzekerde hij „We kunnen echter ergens een kopje thee gaan drinken. Hoe denk je daar over?" Ze onderdrukte een geeuw. „Ja, ik heb er trek in. Misschien word ik dan wel heclemaal wakker." Zo keek met een ernstige, bijna verdrietige uitdrukking in haar oogen om zich heen. „Het is hier verruk kclijk geweest." VOOR DEN POLITIERECHTER Strafzitting van Maandag 30 April. Den Helder. VAARDIGE VINGERS VOOR T KAPPEN EN NOG IETS! De 20-jarige kappersassistent Ilendr. Mart. de Den Helder was door zijn patroon Manshanden ontsla gen, zonder in 't bezit gesteld te zijn van een ge tuigschrift. vermeldende de volle tevredenheid van den werkgever. Nu. die werkgever was ook niet content en had Henri op de Heldersche keien gede poneerd op grond van de mysterieuze verdwijning van onderscheidene kappers-ingrediënten, die later door de politie ten zijnen woonhuize waren opge spoord. Op 12 Mei stond de coiffeur voor deze krui meldiefstallen in dienstbetrekking, terecht, maar maakte alstoen zoo'n belabherden indruk, dat de Officier maar primo vista 'n maand celsolo requi- reerde. De politierechter wilde echter niet den dood des zondaars, maar dat hij zich zou hekeereu en le ven. gelastte het traditionoele „Wiggers-onderzoek" en hervatting dor behandeling op heden. De schoone jongeling, 'n staalkaart van elegance, was persoonlijk op 't appèl en na aftapping van bij zonderheden van den lieer Wiggers, werd deze ge soigneerde Figaro, die meer let op het uiterlijke, en op verzorging van zijn hoven-, dan van zijn binnen kamertje, zooals de Politierechter het noemde, voor waardelijk veroordeeld tot 1 maand met 3 jaar proef tijd. Een bijzonder clement vonnis voor iemand, die in zich zelf geen schuld vond. Schagen. EEN TIMMERMAN. DIE NIET „HOOG TIMMERDE". De vorige week debuteerde op de „6 maanden maximum"-zitting de 35-jarige timmerman Jacob K„ verdacht van diefstal van een Solar-carbidlantaarn en een motor met centrifugaalpomp, staande in een afgekeurde boerderij te Schagen. De man had echter ter elfder ure nog een brief ingezonden, waarin hij zich beriep op geestelijke abnormaliteit, waarop de zaak werd geschorst tot nader onderzoek. liet bleek evenwel dat deze excentrieke houtbewerker ook heden nog iets met den politierechter had uit te kienen, en werd deze affaire, aangezien de heer Officier niet genegen was het programma van zijn Maandagsche matiné te wijzigen, heden ter behandeling gepre senteerd. Hij stond dan thans weer terecht voor twee diefstallen, gepleegd te Rarsirigerhorn aan den Gouw-weg, van een motor-magneet, 'n slinger en 'n naamplaatje, een en ander eigendom van den heer P. Broeken. Verdachte erkende, doch verklaarde geen motieven te kunnen noemen. Ook deze zaak werd venvezen naar den rechtercommissaris. A b b e k e r k. GEEN BEWONDERAAR VAN GLIMMENDE KNOOPEN. Een peenhaarkleurig heer Jan Z. uit Abhekerk, bracht verder nieuws in de rechtszaal op grond van het onooglijke feit, dat hij in den nacht van 7 op 8 Januari j.I. een veldwachter had heleedigd, omdat hij hem verbood te zingen, of liever te „balken" het schoone Abbekerker volkslied „O blonde Maria". De vereerder van Blonde Maria, "n weinig geciviliseerde snaak, bleek niet veel routine te hebben in de con versatie met den politierechter en werd na het hoo- ren van een vischventer als getuige décharge ver oordeeld tot f 20 boete of 10 dagen. Als hij nóg eens komt, zal hij anders beleven! Den Helder. CHAUFFEUR ZONDER BEVOEGDHEID. De chauffeur Gerrit Adr. Dirk D. te Den Helder, die zoo brutaal was een auto te besturen, ondanks hem voor den tijd van 1 jaar de bevoegdheid was ontzegd, werd veroordeeld tot 1 maand onvoorwaar delijke gevangenisstraf. Dergelijke delinquenten mo gen dus wel voorzichtig zijn! Wervershoof Bovenkarspel. EEN LASTIGE DISCIPEL EN ZIJN MALLE COMPAGNON. De 24-jarige monteur Ger. N. uit Wervershoof had zich in den nacht van 21 op 22 Februari te Bo venkarspel verzet tegen den seizoen-veldwachter Si- mon Koning, die hem aanhield, omdat hij zonder licht fietste en weigerde zijn naam op te geven. Een zekere heer Theo W., 'n 21-jarige smid uit Wervershoof, bemoeide zich ook met dit conflict en genoot nu eveneens de dubieuze eer zich voor den politierechter te moeten verantwoorden, aangezien hij er niet weinig toe had medegewerkt dat Koning zijn arrestant niet kon inpikken. Deze knaap had zich al zeer onbehoorlijk gedragen en zelfs Koning gedreigd hem de hersens te zullen inslaan. Ook had hij het rijwiel van zijn kameraad aan Koning ont rukt en tot Gerrit gezegd, dat hij maar gauw moest wegrijden. Deze opschepper werd bedacht met f 25 boete of 10 dagen, benevens 2 maanden voonv. ge- vangenistraf met 2 proefjaren, terwijl zijn vriend Gerrit er met f 15 of 10 dagen afkwam! Winkel. BOEIENDE EN AVONTUURLIJKE DORPSROMAN. Op Dinsdag 13 Februari maakte de bankwerker Walter Joh. M.. destijds te Winkel, kennis met de meervoudige strafkamer, in verband met een ..Union- rijwiel", dat hij zijn voormaligen pensionhouder Noorman zon hebben ontfutseld. Het was een ver schrikkelijk zenuwachtig en ingewikkeld proces met getuigen a décharge en zoo meer, waarin persoon lijke wederkeerige animositeit 'n groote rol speelde. Gevorderd werd toen f 40 boete of 30 dagen en de uitspraak was coniorm. Maar heden tradon de twee voornaamste acteurs uit dit landelijk treurspel opnieuw voor het voet licht in het zittingsmilieu der kleine criminaliteit en stond de heer Walter M. terecht ter zake dat hij op 22 Januari een trap had toegediend aan den manu- facturier Noorman, reeds vroeger besproken. De heer M. gaf het feit toe. doch beweerde daar voor afdoende reden te hebben gehad. Genoemde heer Noorman bevond zich onrechtmatig op het ter rein van zijn tegen woord i gen kostbaas Hollander. De vrouw van Hollander gebood Noorman zich te verwijderen, vertelde daarop getuige, die aan dit bevel gehoorzaamde, doch toen hij zich omdraaide, om de kuiten te nemen, gaf verdachte hem een trap tegen zijn zitvlak. De heer Officier was het niet eens met het onbe voegd optreden van den heetgebakerden heer M„ en requireerde f 15 boete of 10 dagen. Mr. C. A. «Ie Groot, juridisch vertrouwensman van den heer M.. hield in verhouding met liet onbenullige zaakje, een tamelijk breed en gewichtig pleidooi, met volledige uiteenzetting der materieele feiten en des- zelfs aanleiding, eoncludeerende ten slofte bij schuld toekenning het opleggen eener zeer geringe boete. Diagnose van den politierechter: f 10 boete of 5 dg. Bergen. EEN ALLES BEHALVE WELKOME NIEUW- JAARSWENSCH. De 36-iarige heer Hendr. v. I).. wasscher te Bergen, stoffeerde de zondaarsbank. omdat hij op 1 Januari f.1. in het openhaar zijn buurman, den gepenslon- neerden militair J. F. J. Visser, een niet nader te 'Vfinieeren bel eed 5 ging bad toegevoegd. De heer van D., die deze beleediging ontkende, had. om zirh ver der te disculpeeren. twee getuigen a déehnree. in de personen van de hoeren W. de Vet en Grijspaarde medegebracht. De timmerman Rosen had het onverkwikkelijke nieuwjaarsstandje gehoord cn ook de geïncrimineer de beleediging. Volgens verdachte mishandelde Visser ziin vrouw en wilde men daaraan een einde maken. De getui gen a décharge hadden wèl een scheldpartij bijge woond. doch het heleedigende woord niet waargeno men. Eisch f 15 boete of 10 dagen. Vonnis f 7 boete of 5 dagen. Barsingerhorn. NOG MEER BELFEDTGINGEN. De stevige garagehouder Bruin van L. uit Am sterdam. zou op Dinsdag 14 November te Rarsingcr- horn den brugwachter J. Liefhebber aldaar hebben heleedigd. door hem een luilak en ploert te noemen, wat doe»- den garagehouder, destiids chauffeur van een vrachtauto, werd ontkend. Ook was Liefhebber nog door d<m heftigen autohedwinger bedreigd met handtastelijkheden. Eisch f 15 boete of 10 dagen. Uitspraak f 10 boete of 5 dagen. Het woord „ploert" gaven de hoeren aan Bruin cadeau, waarop deze zei: Dank U! 'n Kinderhand is gauw gevuld! M e d e m b 11 k. DE HOUTEN KTST BRACHT OP DE ZITTING 10 GULDEN OP. De niet verschenen hoeren Ger. S. en Fokke Sm. te Medembük, hadden zich op 3 Februari aldaar schul dig gemankt aan diefstal van een houten kist tor waarde van 75 cent. eigendom van getuige J. v. d. Meulen. Vonnis f 5 boete of 5 dagen voor ieder, wat voor het oude kistje een stevig prijsje genoemd kon worden! Limmen. SLAGER CONTRA CRISISVETWETCONTROLEUR. De 49-jarige slager Klaas Sn. te Limmen stond te recht ter zake beleediging van den controleur H. v. Heeringen, die hij op 9 Februari had beticht, dat hij zich vermoedelijk, gedurende een inspectie van des slagers zaak. een rol van 50 centen zich wederrech telijk had toegeëigend. De heer Sn. miste na het be zoek van den controleur een dergelijk rolletje en was Van Heeringen toon nagegaan tot de auto, waarin deze heer reeds had plaats genomen en had hem toen bij den arm gegrepen en gezegd: Kom jij eens hier, ik wil eens ie zakken navoelen, want ik mis een rol van 50 centen. De slager ontkende den controleur bij den arm te hebben gegrepen, wel er kende hij naar de rol centen te hebben geïnfor meerd. De heer S. de Vries, hoofdcontroleur, had vanuit den auto de handelingen van den heer Van Heeringen gadegeslagen en niets onregelmatigs van hem gezien. Maar het optreden van den slager was ergerlijk. Hij deed niet anders dan vloeken en razen. Het was diep schandalig! Volgens den slager had Van Heeringen gezegd: Barst, rotvent! Ook de Officier keurde het optreden van verdachte sterk af en vorderde f 25 boete of 20 dagen. Uit spraak: f 20 boete of 10 dagen. Den Helder. ZIJN GEMOED IN DE KRANT GELUCHT. De 62-jarige en beroeplooze lieer Joh. Baptist Au- gustinus de Cr. te Den Helder had in de Heldersche Courant van 4 Januari j.1. een ingezonden stuk ge plaatste, handelende over het Marine-Bondsgebouw, waardoor de boeren A. G. A. Verstegen en A. W, Michels zich heleedigd gevoelden, een klacht indien den, niet gevolg dat de oude hoor thans terecht stond 'er zake eenvoudige beleediging. De beer de Cr. ver klaarde bedoeld stuk te bobben geplaatst. Hij was oud-lid van den Marine-onderofieierenbond. Het was echter niet de bedoeling van den verdachte in be doeld artikel, dat in extenso door den Politierechter werd geciteerd, de hoeren te beleedigen. liet gedu peerde Statenlid Michels, had op 81 Januari klnchte gedaan en bleef daarbij volharden. Hij vond de eer ste clausule, handelende over gezagsdrager en zoo- voort. beslist voor hem compromitant. Ook achtte do lieer Michels zieh gekrenkt om door den inzender to worden voorgesteld als plunderaar van de bondskas. Verdachte repliceerde, daarmede niet Michels, noch Verstegen te hebben bedoeld. Daarmede bad hij op het oog de heeren v. d. Vaart c.s. Dat wisten de getuigen zelf ook wel! Maar, zei de heer Michels. er worden maar twéé namen genoemd en het publiek vat «laf zóé» op. Do Politierechter bracht het statenlid in herinne ring dat de bond gelden had gevoteerd om de wer ving "voor het Ned. Ind. le~er tegen te gaan, wat een onaangenamen indruk had gemaakt en het vertrou wen had geschokt. De heer Michels antwoordde, dat hit daarin niet was betrokken. Hij gaf den Politierechter ten dooie gelijk, doch getuige begreep niet. waarom verdachte nu juist hem en Verstegen had uitgepikt. Getuige zat rustig in Haarlem en was zirh van niets bewust. De heer A. G. A. Verstegen, burgemeester van Koog aan do Zaan, die een 30 jaar geleden zelf als redacteur van het „Anker" op bet verdnehfenhankjo zat, ter zake van beleediging van overste Tollenaar, .in een stuk. getiteld „Tollenaren én zondaren", bad eveneens tegen verdachte een klacht ingediend. Hij was zelf oprichter van den Marinematmzenbond. la ter bond van minder marinepersoneel Ook deze ge tuige bracht den Politierechter in herinnering liet feit, dat f 14000 van het hondsgeld was gedestilleerd voor propaganda tegen do werving bij bet 0.1. leger. Ook de heer Versteegen achtte zich heleedigd door het schrijven betreffende don verkoop van het bonds- gebouw, doch ook hier verklaarde de verdachte deze hoeren niet bedoeld te hebben. Burgemeester verklaarde voorts ook gekrenkt te zijn door de uitlating van verdachte dat hij verplicht was geweest, het boetekleed aan te trekken. Ten aanzien van het verkeerde adres waartegen de heer de Cr. zich had gericht, wilde hij wel aan de heeren getuigen Verstegen en Michels zijn ex cuses maken. Getuige- Verstegen bedoelde niet den heer de C.r. gestrafd te zien. doch verlangde een verontschuldi ging in de Heldersche Courant. De heer officier kon zich de verontwaardiging van den verdachte best indenken, maar het is ontzettend moeilijk en gevaarlijk dit neer te leggen In ingezon den stukken. Ook had verdachte zijn insultatlos we! op al te losse gronden en zonder vooraf gaand gron dig onderzoek gelanceerd. Voorts la niet voldoende te zeegen, geen beleediging bedoeld te hebben. Het gaat hier om de wijze waarop dit is geschied en die het opzet in zich bevat. Voorts verzachtende omstandig heden in aanmerking nemende oisrhte de officier f 20 boete of 10 dagen. Uitspraak conform eisch. Heldor. WEER EEN MARINESCHANDAALTJE! VALSCHE K WIT ANTIH AFGEG KV E N De filiaalhouder-winkelchef der firma Alb. Hein te Helder stond terecht ter zake het afgeven van een door hem opgemaakte valsche kwitantie, groot f 149-09. Zulks ten behoeve van de onderofficieren van den onderzeedienst. Dit bedrag was hooger dan was geleverd, want in waarheid was slechts voor u bedx-ag van i 109.07 geleverd en werd bet verschil in gepikt door de betrokken heeren consiabels. Hij had haar wangen cn een verwarde, verlegen uitdrukking in haar oogen, waardoor ze meer dan ooit op een heel jong meisje leek. „Ik weet niet of het nog wel kan. Doch in elk geval zou ik h~t bosch graag willen zien: als is het dan ook maar voor enkele minuten" Nu ze weer buiten was, keerde de droomerige stemming van dien middag terug cn een diepe zucht van geluk ontsnapte aan baar lippen. Eensklaps raakte hij haar arm aan, waardoor ze uit haar gepeins opschrok. „Ik moet je iets vragen, Marcia," bracht hij schor uit. Half werktuigelijk liep ze door, totdat ze den over kant van het water bereikt had. „En wat wilde je vragen?" „Zooeven zei je dat je, al was het maar voor en kele minuten, het bosch wilde zien. Kijk, we staan voor liet hek." Ze aarzclfde even. „Zouden we het doen. Ik be doel", even hield ze op en glimlachte verontschuldi gend... „ik bedoel: mogen we hier wel door?" „Wat komt dat er op aan? Daar geven we niet om." „Je bent ontzettend roekeloos vandaag, Eric", pro testeerde ze. „Je gaat er werkelijk niet op vooruit, waar het je principes betreft." „Dat is mogelijk", zei hij grimmig. „Wellicht doe ik mijn uiterste best een „modern" mensch te wor den. En ik heh me nu eenmaal voorgenomen door dit hek te gaan, al zouden ze me er ook voor neer schieten." „In orde", zei Marcia, „dan zal ik ook meegaan." Het bleek dat het hek gemakkelijk genoeg to ope nen was, en zoodra ze het bosch bereikt haddon, kwam de sprookjesstemming weer over hen. Het leek hun toe alsof ze een betooverd oord betraden... op gouden bladeren liepen en een levend gouden dak boven hun hoofden hadden. „Het is bijna te mooi", bracht Marcia heesch uit. Hij stak zijn hand door haar arm, en zoo stonden zc enkele seconden zwijgend naast elkaar. Daarna, als door eenzelfde impulsie gedreven, liepen ze een der zijlanen in en toen leek het alsof ze de geheela wereld achter zich gelaten hadden. Langzaam gin- gQn ze verder, al het andere vergetend, aan niets anders denkend dan het feit dat ze bij elkander wa ren en van dezelfde schoonheid genoten. Wordt vervolgd. „Kun je hier vanavond niet blijven?" stelde hij voor. Ze lachte. „Ik zou het heerlijk vinden. De kussens zijn fijn zacht en ik had alleen maar een deken noodig." „Niemand zou iets van je afwezigheid bemerken", vervolgde hij. „Als je alleen dekens noodig hebt dan is het gauw te verhelpen." Ze leunde weer in dc kussens achterover, maar maakte een protestce- rend gebaar met haar hand. ..Nee, wees niet zoo dwaas. Laten we gauw teruggaan." Even later was het bootje in beweging gebracht. Het schoot over het water heen, voortbewogen door zijn krachtige armen. Hij deed alles even goed haar vacantievriend, dacht ze droomerig. De zon bescheen de dennebosschen en tooverde daar de mooiste kleuren. „Zullen we nog tijd hebben er heen te gaan?" vroeg ze opgewonden. „Ik wist wel dat de hosschcn nu het mooist zouden zijn." „Voldoende tijd over," zei hij opnieuw. Het was thans niet langer stil op de rivier, en ze ontmoetten verscheidene groote en kleinere booten. „Er zijn veel te veel mcnschen in dit land", merkte Eric grimmig op. „Ik houd van drukte", mompelde Marcia droome rig. „Vanuit de verte misschien. Alles vanuit de verte zei hij. „Ja, dat is mogelijk. Ze hebben alleman] zeker al thee gedronken, zoodat het in dat kleine huisje aan de rivier niet zoo vol zal wezen als wij er komen." „Je denkt toch zeker niet dat ik er met je heen zou gaan. als al die kakelende, rumoerige menschen er zaten?" Ze. lachte. „Ik geloof dat ik minder lastig ben dan jij, Eric. Wil je even een spoorhookie vragen? Ik ben er niet zeker van of we nop genoeg tijd over hebben om de bossehen in te gaan." Hij trok ziin wenkbrauwen tezamen en zei: „Mar cia, als je dit nu nog eens zegt word ik woedend op je," „Maar beste jongen, er zijn toch meerdere dagen. Ik kom immers terug. „En als ik naar Canada trek?" vroeg hij. „Zul jo hier dan alleen heengaan?" 7o schrikte en de glimlach besterf np haar lippen. „AHéén? Natuurlijk niet", zei ze heftig, „Tk dank je dit gezegd te hebben." Ze bereikten de landingsplaats en zwijgend lie "«o ze het grintnad op. TTot leek alsof er een lichte, onmerkhara schaduw tusschon hen was geval- Niettemin voelden ze zich volkomen op hun ge- want daarvoor kenden ze elkander te goed. Toen ze kort daarop onder een goudenregenboom thee dronken, was die schaduw al volkomen ver dwenen, en ze praatten over alle mogelijke dingen. „Ik geloof niet dat ik je met den trein terug zal laten gaan," zei Eric plotseling. „Ik neem je met den wagen mee." „Ik dacht dat je de week-end bij Peter zou door brengen, merkte ze op. „Nee, dat doe ik niet. Peter amuseert zich en kan het best zonder mij stellen. Waarom vind je het tocli noodig dat die jongen zoogenaamd „beschaafde! wordt?" „O, nee," zei ze. „Hij is zóó juist bijzonder aardig Als ik jou was, liet ik hem naar Canada naar je farm gaan." „En moet ik dan zelf in Engeland blijven?" vroeg hij. •Ze knikte bevestigend. „Natuurlijk". „Zou je het graag willen?" vroeg hij op den man af. Ze schonk nog een kopje thee voor hem in. „Zou ik het voorstellen als ik er anders over dacht?" vroeg ze zacht. „Ik weet het niet. Ja, misschien wel. Je bent zoo volmaakt onzelfzuchtig." „Niet wanneer ik bij jou ben," verbeterde ze haas tig. „Ik ben bang dat je zelfs een groote egoiste van me zult maken als het zoo door gaat." „Ik wilde dat het me zou lukken", zei hij. „En het gebeurt vast cn zeker", hield ze vol. Ze keek naar het kabbelende water cn cr was een droomerige blik in haar oogen. De middag begon bijna onbemerkt in avond over te gaan en het werd iets koeler. „Nog een kopje thee"" vroeg Marcia. „Nee. dank je." Hij leunde met zijn elleboog op de tafel en zag haar strak aan. „Wil je een cigaret op steken?" Ze deed het en keek de wolkjes na. „Moeten we nu nog niet gaan?" vroeg ze ineens. „Er moet niets", antwoordde hij ongeduldig. „Waarom wil je toch on de klok blijven leven, ter wijl niemand anders uit je omgeving met een derge lijk artikel rekening houdt?" „Wat ben je onvriendelijk!" zei ze verwijtend. „Neem me niet kwalijk. Je bent zoo'n engel var. zachtheid en geduld, dat ik er vaak misbruik van maak. In dat opzicht gelijk ik op verschillende an dere mensehen uit je omgeving." „Wat zullen we doen?" vroeg Marcia, alsof ze zijn vorige opmerking niet gehoord had. Hij stond op. „We gaan de brug over en naar de bossehen, waar de zon nu op dc denneboomen schijnt." Zo stond eveneens op. Er lag een zachte blos op

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 6