Arrondissementsrechtbank te Alkmaar.
Een Huwelijk
Polder Callantsoog.
MEERVOUDIGE SRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 1 Mei.
Egmon d-Binnen.
JUSTITIEELE ENTRE-NOUTJES.
Reeds geruimen tijd bevindt de 40-jarige landbewer^
ker Rens Str. zich in voorarrest, in verband met zijn
minder loffelijke prestaties betreffende art. 247
strafrecht. Op 27 Maart werd een nader onderzoek
gelast en heden bracht de heer Wiggers, verschanst
achter gesloten deuren, rapport uit. Dit was ver van
hoopvol en derhalve requireerde de officier 4 maan
den gev. onvoorwaardelijk en ter beschiking stelling
der regeering tegen dit waardelooze individu.
.Venhuizen.
EEN ONEERLIJK JOGGIE.
De i8-jarige Franciscus Rembertus R. uit Venhui
zen is op gebied van eerlijkheid niet bepaald 18-ka-
raats, zelfs niet eens doublé. Althans, stond dit dom
uitziende ventje terecht wegens 2 diefstalletjes. In
de eerste plaats ontvreemdde hij uit het handtaschje
der bevallige mej. C. Bruin, 'n logé uit Noordschar-
woude, een gulden en voorts nam hij in November
j.1. zijn eigen vader te grazen en uit de zak van va
ders momenteel uit den dienst gestelden box 'n be
drag van f 4.50. Het viel den vader wel hard te moe
ten getuigen tegen zijn eigen zoon, maar het was in
't belang van den jongen.
Mr. Windhaus, reclasseeringsambtenaar te Hoorn,
die het geval had onderzocht achtte het nuttig indien
de zondaar werd gesteld onder de hoede der ver-
ecniging. De zwaarste bijz. voorwaarden waren
welkom!
De president opperde de mogelijkheid voor den
jongeling 'n werkhuis te zoeken, zoodat we eerst
daags wel een advertentie kunnen verwachten in dc
Hoornsche Courant: Nette reclassant vraagt werk
huizen.
Het bleek voorts, dat deze kwajongen zich ook
reeds mocht beroemen op een meisje! De Officier
stond paf bij het vernemen van dit eclatante nieuw
tje!
In 't belang der paedagogie requireerde de Offi
cier tegen dezen verloren zoon in spé, wiens geest
vermogens niet tegenvallen, gelet op zijn minder
intelligente facie. 4 maanden gev. voorvv. met drie
proefjaren en civiel-rechterlijk onder toezichtstclling
met als bijzondere conditie: Geen meisjes niet in
Hoorn nóch elders!
Mr. .Tos. Jitta, de verdediger, kon zich hiermede
geheel vereenigen en refereerde zich aan het requi
sitoir, dat juist zijn opinie weergaf.
Castriciim Obdam.
KNOEIERIJ MET BLOEMBOLLEN.
Een bollenkweeker. de 43-jarige heer Wilh. Bern.
R., te Castricum, had in dit vak een truc uitge
haald, die hem op de zondaarsbank bracht.
Hij deed het voorkomen of hij op 14 October 1933
te Obdam aan de bloembollencentrale had afgele
verd een partij van 4784 kilogram bloembollen en
had te dien einde een bewijs van inlevering val-
schelijk opgemaakt en geteekend met den naam J.
W. de Moei, terwijl hij wist dat deze inlevering,
noodig om een tecltvergunning te krijgen, niet was
geschied.
In deze zaak, waarin de verdachte bollenman
erkende, waren gedagvaard mr. Bijvoet, de presi
dent der Bloembollencentrale te Haarlem, de heer
J. A. Vernooij, garagehouder tte Bennebroek. die de
bloembollen had vervoerd, maar niet afgeleverd,
alsmede de controleur J. W. de Moei. De verdachte
werd voorts juridisch bijgestaan als raadsman en
verdediger door een advocaat, die zijn naam niet
wilde noemen, omdat wij niet wenschten te vol
doen aan zijn verzoek, naam en voornamen van
verdachte uit de courant te houden, welke faciliteit
alléén de redactie bevoegd is te verleenen.
De heer de Moei herinnerde zich niets van het 1n-
ïeveringsbilief, waarop zijn naam voorkwam. Hij
schiint die bij voorbaat maar raak te teekenen!
Laten wii er bij voegen, dat de verdachte .T. B.
Roozen, zelf óók controleur en zelfs hoofdcontroleur
was van de vereeniging ..Narcis".
Hij had het valsche bi'iet. waamn reeds hij voor
haaf den npam van de Moei voorkwam, mede ge
teekend. Geld. beweerde bii. had hij er n;et voor
ontvangen, doch in de stukken stond vermeld, dat
dit bedrag was f 140. doch verdachte ontkende dat
dit bedrag verband hield met de bewuste bollenle-
verantie.
De Officier releveerde, dat men hier een kiikfe
gekregen had achter de srh°rmrn van een der crisis-
controles en noemde de Officier liet een «chandaal.
hoe ook hier weer door iemand, die zelf nog wel
controleur was. fraude was gepleegd. De andere
marionet was ook controleur en die teekende maar
biüetten voor 't Vaderland weg.
Het was een pronte schande en de Off»cier achtte
het wel rnodtn. dat de nem daaraan de grootst mo
gelijke publiciteit zou geven.
FEÜTT. T. ETflN
DOOR
ETHEL M. DELL.
Vertaald door Dicky Wafelbakker,
30.
Toen ze aan het einde van een laantje een omge
vallen hoom ontdekten, bleven ze weer staan. Eric
ontdeed zich van zijn jas, spreidde deze voor haar
uit en hoewel ze even protesteerde ging ze er toch
zitten.
Hij nam haar hand in de zijne en zei: „Marcia, ik
moet je iets vragen. Dat heb ik zooeven al te kennen
gegeven, herinner je je nog?"
„Ja," zei ze zacht, en ze hield haar oogen naar
den grond geslagen.
„Ik wilde van je hooren of of ik eerlijk spel
heb gespeeld?"
Ze knikte zonder op te kijken. „Oh, ja. En het was
niet té moeilijk, is het wel? Ik bedoel: je voelt je nu
gelukkiger?"
„Ik voel me gelukkig als jij er bent," zei hij. „En
jij, Marcia? Kun je hetzelfde zeggen?"
„Natuurlijk," zei ze. „Je bent zulk een goede vriend
voor me."
„Zou je me missen als ik wegging?" En eenvoudig
en oprecht luidde het antwoord: „Ik zou je ontzettend
missen."
Hij nam haar hand weer in de zijne en legde die
tegen zijn voorhoofd. „Marcia. zullen we elkander in
de toekomst méér of minder zien?"
Ze bewoog zich even zenuwachtig heen en weer.
„Eric, ben je werkelijk van plan weg te gaan?"
Hij antwoordde haar niet dadelijk. „Het een of het
ander moet gebeuren," zei hij. „Het lijkt me toe
thans op een dusdanigen voet met elkander te staan,
dat afscheid nemen heel, heel moeilijk zal wezen."
Marcia zweeg en het was alsof ze op iets wachtte
wat noodwendig moest komen.
„Dus je zoudt me werkelijk een beetje missen als
ik wegging?" vroeg hij opnieuw.
En weer antwoordde ze: „Ik zou je ontzettend mis
In cause wilde da officier niet anders vorderen dan
gevangenisstraf en requireerde 6 maanden tegen
dezen onbetrouwbaren controleur, die ook als amb
tenaar was te beschouwen.
Hierop kreeg Mr. Groen, advocaat te Haarlem ge
legenheid tot het houden van zijn pleitrede, doch
waar deze jurist ons weigerde zijn naam te noe
noemen, stelden wij onzerzijds geen prijs op het
weergeven van zijn pleidooi. Pleiter ontkende dat
het bewuste valsche stuk was bestemd om als be
wijsmiddel te dienen en evenmin dat nadeel van be-
teekenis kon ontstaan; concludeerde dus vrijspraak,
subsidiair een voorw. stral op te leggen.
DE PIEPERS WERDEN HEM TE PRAIZIG.
De heer Syhrand Gijsbert B., dia te Nieuwe Nie-
dorp het mooi gecombineerde bedrijf van caféhou
der en winkelier uitoefent, had zich op stap hege
ven, teneinde een partijtje schoolmeesters of eigen
heimers te vervoeren, doch kwam hij aanhouding
tot de ontstellende, ontdekking, dat hij het vervoer-
biljet had vergeten. Natuurlijk ontkwam hij niet aan
de steeds tot grijpen en vangen bereide hand der
justitie en de Heldcrsche kantonrechter gaf hem
heden f 20 boete of 10 dagen aan zijn plusfour. Zoo n
laxeerpoeier was Sijbrand echter te kras, en kwam
hij nu in Alkmaar bij de meervoudige strafkamer
verzachting van het geneesmiddel zoeken. Tot dus
ver echter zonder eenig merkbaar resultaat, aange
zien dc officier geen lust toonde tot reductie cn be
vestiging eischtc.
Grootebroek.
EEN MEERMALEN VOORKOMEND ZEDENEXCES
De 46-jarige tuinder en weduwnaar Pieter \V\, wo
nende te Grootebroek en thans gedetineerd, stond
met gesloten deuren terecht wegens misdrijf art.
249 strafrecht, 'n buitensporigheid, waarover meer
in de rechtzaal dan in de krant kan worden ge
praat. Gevorderd werd 2 jaar gevangenisstraf.
Mr. Prins was verdediger.
Verwaarloozing van de polderbe-
langen door de stemgerechtigden?
De tnsschenkomst van het hoo-
ger gezag inroepen!
Vergadering van stemgerechtigde ingelanden op
Woensdag 2 Mei, des morgens 11 uur, ten huize van
den heer P. de Haan.
Voorzitter de heer H. Kmisveld, secretaris de heet
A. de Heer, penningmeester de hr. J. C. v. d. Plas.
Naast het bestuur zijn een 15-tal stemgerechtigde
ingelanden aanwezig.
Na opening volgt lezing der notulen, die na een
kleine wijziging worden vastgesteld, nadat ook de
classificatie van diverse perceelen nog eens besproken
was.
Ged. Staten hadden goedgekeurd het besluit tot
vaststelling der salarissen.
Bij monde van den hoer Toes wordt door de com
missie tot nazien der rekening over 1933 gerappor
teerd, dat alles in uitstekende orde werd bevonden.
De ontvangsten bedroegen f 8358.28, de uitgaven
f7038.81, batig saldo f1319.47. Onder dit" saldo is nog
altijd een bedrag van f 840,dat door den Prov. Wa
terstaat niet wordt opgevorderd. Enkele stemmen
gaan er op die meenen dat Waterstaat zeker geen
recht heeft op het bedrag.
Het. bedrag van achterstallige lasten was f341.55,
aan erfpacht f8.72.
De commissie merkte nog op dat een bedrag van
f 112.05 aan den straatmaker niet door een rekening
was gedekt.
De Voorzitter licht toe dat een uurloon van 30 cent
was gerekend. Het was een verzuim van spreker dat
geen specificatie was overgelegd.
De heer Mr. D. Brecbaart vraagt welke maatregelen
door het Bestuur zullen worden getroffen om de a«h-
terstallige losten binnen te krijgen. Z.i. zullen zoo
streng mogelijke maatregelen getroffen dienen te wor
den.
De Voorzitter licht toe dat onder genoemd bedrag
een klein bedrag is van achterstallige lasten van 1932,
en die vorderingen zijn in handen van den deurwaar
der. Voor de betaling der lasten dienst 1933 is door
meerdere ingelanden uitstel gevraagd en door het
Bestuur verleend tot 1 Mei. Die lasten beginnen nu
binnen te komen en als in den loop van deze week
niet betaald wordt, zullen aanmaningen worden ver
zonden.
De rekening wordt goedgekeurd.
sen, Eric." „Ja, ik weet het nu," zei hij. „Het is voor
mij echter 'n heel ander geval, je weet trouwens pre
cies wat er in me omgaat. Maar jij jij die altijd
aan anderen denkt jij, die nimmer rekening met
jezelf houdt." Hij wachtte om daarna te vervolgen:
„Je doet je best het feit over het hoofd te zien dat
je zelf iets noodig hebt, en het mag niet zoo door
gaan. Je offert je altijd op en als men jou je gang
liet gaan dan zou ie sterven zonder zelf iets geëischt
of gekregen te hebben."
„Menschen gaan niet zoo gauw dood wanneer ze
lichamelijk gezond zijn," zei ze peinzend.
„Nee?" Hij stelde die vraag op bitteren toon. „Ben
je dan voornemens op deze manier voort te blijven
gaan?"
„Ik weet het niet," zei ze, en haar lippen trilden.
„Ik denk er liever niet over na. Er kan misschien
wel een verandering komen, geloof je ook niet?"
„Je familie zal zeer zeker niet veranderen, tenzij
je zelf anders wordt. Luister eens goed naar me,
Marcia: je bent vandaag aldoor met me samen ge
weest en je was gelukkig. Ik hen er van overtuigd
hoe je er niet in het minst naar verlangt straks naar
je huis terug te gaan, en ik weet nok zeker dat nie
mand je gemist heeft. Waar of niet?"
Hij keek haar strak in de oogen. en haar hand
lag nog steeds in de zijne. Ze wendde haar blikken
niet af. maar even boog ze haar hoofd alsof ze een
slag wilde afwenden.
„Je hoeft me niet te antwoorden," zei hij. „Ik weet
het wel."
„Nee. wacht even." Er was een bijna bevelende
klank in haar stem. „Je beschouwt de dingen vaak
verkeerd, waar het mij betreft, Eric. Je hebt bijvoor
beeld verschillende mogelijkheden over het hoofd ge
zien. Je denkt er heelemnal niet aan dat ze me mis
schien ééns nog werkelijk noodig kunnen hebben.
F.n geloof ie nu waarlijk dat ik die kans voorbij zou
laten gaan?"
„Dus je gaat kalm door Jezelf op te offeren en op
iets te wachten wat wel nooit gebeuren zal? Geloof
je. Marcia. dat een dergelijke kans nog bestaat?"
Hij zag den verdrietigen blik van haar mooie
oogen. „Oh. Eric. oh. Eric," kreunde ze.
Hij hoog zich dicht tot haar over en eensklaps
legde hii ziin handen met een dwingend gebaar op
haar schouders.
„Ziet het nu toch eindelijk ëens helder onder de
oogen. .Te moet bat bem-jjpen. je weet dat ik Jou
1 méér liefheb dan mezelf.
Ik heb je noodig, zooals geen andere man jo ooit
KING-pepermunt is door de origi-
neele samenstelling niet alleen een
heerlijke versnapering, maar tevens een
weldadige medicijn-
De begrooting van 1934.
Bij dc postgewijze behandeling van de begrooting
komt ter sprake het idee van het bestuur om de le
vensverzekering voor Rregman af te koopen, nu in
middels de pensioenregeling tot stand is gekomen. De
jaarlijks te betalen premie bedraagt f 179.en het
te ontvangen bedrag, bij afkoop der verzekering zal
zijn f2190.—.
Door den heer Toes wordt gevraagd of er op ge
rekend wordt dat die f2190.voor de huishouding
mogen worden gebruikt, of dat ze voor aankoop van
Staatsschuld aangevoerd moeten worden.
De Voorzitter deelt mede, dat de premie van f 179.—
nog in de begrooting is opgenomen, maar of de f2190
voor de huishouding mag worden gebruikt, is niet
zeker.
De heer Van der Plas brengt hierbij ter sprake om
de lasten niet te verhoogen, om daardoor bij Ged. Sta
ten te kunnen aantoonen, dat de polder armlastig
is en het bedrag voor de huishouding dus noodig
heeft.
De heer Mr. Brecbaart ontraadt om voor de vast
stelling der lasten geen rekening te houden met het
bedrag van f2190.Spr. zou dat een onjuiste finan-
tieelc politiek achten en het zal moeilijk vallen om op
deze wijze Ged. Staten te overtuigen van armlastig
heid.
Het resultaat der bespreking is, dat besloten wordt
tot afkoop der verzekering, 't Zal dan naderhand wel
blijken welke bestemming aan hei geld mag worden
gegeven.
Opnieuw komt ter sprake het door den polder ver
schuldigde bedrag van f420.— aan den Prov. Water
staat voor de zeewering.
Op een vraag van de heer Toes deelt do Voorzitter
mede, dat door het Bestuur gevraagd is vrij te mogen
van deze betaling, doch antwoord is nog niet op die
vraag ontvangen.
Besloten wordt bericht op die vraag af te wachten.
Voor grondwerk is een nieuwe post van f230.— uil
getrokken en de Voorzitter deelt mede, dat het dc be
doeling is het nollenland achter het terrein van het
V.V.V. er bosch te egaliseercn voor terrein van zomer-
wonigen. Het zal mogelijk zijn oen terrein te verkrij
gen voor 30 zomerwoningen, elk perceel ter diepte
van 40 meter, ter breedte van 20 meter. De erfpacht
zou zijn 4 cent per M2.
Voor werkverschaffing zal de gemeente 40 van
de arbéidsloonen bijdragen.
Door den heer Toes wordt gevraagd of de polder
later niet verplicht zal zijn eeen weg te maken, doch
de heer Breebaart oordeelt, dat de polder het een
groene weg kan laten, evenals de gemeente dat doet.
Ook de waterleiding en het electrisch licht zullen de
a.s. bewoners der woningen zelf moeten zorgen.
Met deze plannen van het Bestuur gaat de verga
dering accoord.
De begrooting sluit tot een bedrag van f 11059.60,
met een nadeelig saldo van f23.42. Deze cijfers wor
den verkregen als de lasten op f8 per H.A. worden
gesteld. Blijven de lasten gelijk aan vorig jaar, dus
f7.—, dan zou het nadeelig saldo ruim f70ü bedragen.
De penningmeester, de heer Van der Plas. meent
dat aan de hand van de rekening van 1933 het wel
zal losloopen. Als in 1934 geboeru wordt als in 1933,
zal er nog een overschot van f400 komen. Spr. acnt
dus een verhooging van lasten nog niet noodig.
De heer T. Mooij vindt ook, dat je in den tegen-
woordigen tijd niet vooruit behoef te leven.
De heer Mr. D. Breebaart wijst er echter op. dat
regeeren is vooruitzien. Het voordeelig saldo van
vorig jaar fs reeds in deze begrooting opgenomen.
We hebben hei over de begrooting 1934, niet over
de rekening 1933. En bij een lastenbetaling van f 8
is er reeds een niet kloppende begrooting en dat is
ongehoord. Spr. oordeelt dat de penningmeester dan
bij het opmaken van de begrooting met andere cij
fers had moeten aankomen.
De heer Van der Plas zegt, dat hij dit in het Be
stuur heeft gedaan.
De heer Mr. Breebaart zegt, dat de heer Van der
Plas dan bij de betrekkelijke posten met andere cij
fers had moeten komen, met de verklaring dat hij de
lasten verlaagd wilde zien.
De heer Van der Plas geeft toe, dat dat hij dat des
noods had kunnen doen.
De Voorzitter zegt, dat de begrooting zoo krap mo
gelijk is opgezet.
De heer Mr. Breebaart zegt. dat hij zich zelfs niet
met deze begrooting kan vereenigen. De begrooting
behoort kloppend te zijn, de lasten zullen dus nog
met bijv. een kwartje verhoogd moeten worden.
De heer Van der Plas stelt voor de polderlasten
op f7.— vast te stellen, de begrooting zal dan met
een tekort sluiten van f700.
noodig kan hebben. En tegelijk weet ik dat je mij
nog niet op dezelfde manier liefhebt als ik jou. Maar
dat zal gebeuren, wanneer je eindelijk en ten laatste
de dingen in het juiste daglicht kunt beschouwen. Je
weet heel goed dat je nooit gelukkig met je echtge
noot bent geweest en dit ook nooit zult kunnen wor
den. En als je bij mij bent voel je je zoo blij en
opgewekt als een kind. Waarom is dat? Heb je dit
jezelf ooit afgevraagd?"
Ze zat hem onbewegelijk aan te hooren en het leek
alsof hij haar door hetgeen hij met nadruk zei kracht
en moed gaf.
Toen hij wachtte op haar antwoord, zei ze zonder
eenige aarzeling: „Omdat we zulke goede vrienden
zijn, Eric; vriendschap is iets kostbaars
„Ja, iets heel kostbaars," herhaalde hij dof. „Nu
ga ik je echter nog een andere vraag stellen, en ik
verzoek je me er eerlijk en zonder omwegen op te
antwoorden. Als ik jou vroeger had ontmoet had je
dan met me willen trouwen?"
Hij keek haar onafgebroken aan. Ze werd doods
bleek en aarzelde. Toen heheerschte ze zich en zei:
„Dat is een heel andere zaak. Hoe kan ik dat nu
zeggen?"
„Je moet het zeggen," drong hii aan. „Diep in je
hart weet ie het niaar al te goed."
Haar lippen begonnen te beven cn dit feit trachtte
ze niet een glimlach te verbergen.
„Nee. Eric. ik weet het werkelijk niet. Ik doe mijn
uiterste best volkomen eerlijk tegenover je te wezen,
ofschoon ik niet inzie welk nut het kan hebben. Ik
wil je volstrekt niet verbergen dat ik heel wat des
illusies heb gehad. Je nioet evenwel niet denken, dat
ie me heelemaal kent, want vaak vraag ik nie af of
ik dat zelf wel doe. Het is heel goed mogelijk, dat
ik van mijn man indertijd een droombeeld maakte,
doch door alles heen is dat beeld me nog zoo dier
baar. Er moet iets als trouw in het leven bestaan,
Eric, anders is er zoo hitter weinig over. Ta, als ik
met jou getrouwd was, dan geloof ik wel dat we ge
lukkig waren geworden. Het is erg moeilijk het pre
cies te verklaren maar, ik had dan mijn droom
niet gehad, de droom die me niettegenstaande alles
zoo lief is geweest."
„Een droom welke nimmer werkelijkheid zal wor
den," zei hij langzaam en met nadruk.
Ze haalde even heel diep adem. en eensklaps begon
haar heele gezicht ie te trillen. Ze bedekte het met
haar handen om ri't voor hem verborgen te houden.
„Oh, zeg dat niet," fluisterde ze schor. ..Zeg dat
niet Die mogelijkeid bestaat toch nog." Bij de
Dc heer Mr. Breebaart zegt, dat als men den pol
der aan den grond wil hebben, men het voorstel-
Van der Plas moet aannemen.
De heer Kooiman wijst er op, dat de ingelanden
rare gezichten zullen zetten als volgend jaar de las
ten weer met f2 verhoogd zouden moeten worden.
Tót stemming overgaande, wordt het bestuurs
voorstel verworpen, 7 stemmen voor dc lasten ad
f8.—. terwijl 15 stemmen werden uitgebracht voor
een lastenheffing van f7.en waarbij dus de be
grooting een nadeelig saldo van ongeveer f700 zou
aanwijzen.
Verwaarloozing van de polderbelangen?
De vraag wordt gesteld: Wat nu?
De heer Mr. D. Breebaart zegt, dat tot zijn
verbazing ook een paar leden van het bestuur
tegen het bestuursvoorstel hebben gestemd.
Als spreker den Voorzitter was zou hij zich
- tot Ged. Staten wenden en vragen om hun tns
schenkomst. Spr. zon het aangenomen voor
stel niet uitvoeren, maar zich wenden tot het
hooger gezag en er op wijzen, dat dit besluit
Inhoudt een volkomen verwaarloozing van de
belangen van den polder. De vergadering van
stemgerechtigde ingelanden blijkt niet in staat
den polder te besturen.
Dc heer C. Baken, tot den lieer Breebaart: Ja, u be
hoeft er niet aan mee te betalen!
De hoer Mr. Breebaart zegt, zich onmiddellijk van
die blaam te willen schoonwasschen. Dat is een per
soonlijke aanval. Spr. zit hier om de belangen van
den polder te behartigen en zou. ook al moest hij
zelf in de polderlasten meebetalen, voor verhooging
der lasten hebben gestemd.
Dc heer T. Mooij vraagt, of de ingelanden dan hee
lemaal niet meer voor bun opinie mogen uitkomen.
De Voorzitter: Jullie maken een mivelijk figuur,
post voor post wordt voorgelezen, en op geen enkelen
post wordt aanmerking gemaakt.
De heer T. Mooij zegt: Wij komen hier om te
stemmen.
De heer Van der Plas merkt op, dat het tekort
denkbeeldig is.
De Voorzitter zegt, dat hij zich het recht
voorbehoudt Ged. Staten er op te wtjzen dat
hij met deze begrooting niet kan huishouden.
Besloten wordt tot verlenging der loopende reke
ning met de Coop. Boerenleenbank te Schagerbrug.
Op voorstel van het bestuur wordt besloten tot wij
ziging en aanvulling van het ambtenarenreglement,
alleen de heer Kruit stemde tegen.
De rondvraag.
De heer Mr. D. Breebaart geeft het bestuur in over
weging zich tot het Werkfonds 193-4 te wonden met
het verzoek om gelden beschikbaar te «tellen voor
verbreeding en verbetering van den Oosterweg eq
den Abbesteeérwcg.
Zal gevolg aan worden gegeven.
Ter sprake wordt gebracht een onvoldoendo wa
tervoorziening. terwijl de heer T. Mooij verzoekt ook
eens voor het rijden van losse vrachten in aanmer
king te mogen konien.
Hierna volgt sluiting.
WINKEL.
Burgerlijke Stand over de maand April
1934.
Geboren: Abraham, zoon van Arien Molenaar en
van Ariaantje Strijbis.
Gehuwd: Jan Wagenaar. oud 26 jaar en Sipkje van
der W'al, oud 23 jaar.
Overleden: Geene.
Vertrokken personen: Sipkje van der Wal, naar
Workum; Hendrika Elzelina Klop naar Meppel; Jan
Schot en gezin naar Schagen; Aaftje Hoek. tra Wed.
Jb. v. d. Oord) naar Norg; Petrus van Lith naar Pur-
inerend; Arie Krap en gezin naar Halfweg; Jacob
Wijna naar Zuidseharwoude; Klaas Kaaij naar Anna
Paulowna; Trijntje Hegman en Aafjc M. Koorn naar
Schagen; Hendrik van der Wal en echtgenoote naar
Callantsoog; Grietje dc I.eeuw en Casper 11. Geevers
naar Amsterdam; Adriana Cornelia Kcrstcns naar
Maastricht; Robertus Joliannes Brian cn gezin naar
Amsterdam.
Ingekomen personen: Ebele I.ap cn gezin van
Nieuwe Niedorp; Hendrik de Vlugt van Medetnblik;
Kornelis Gruben en gezin van Rhenen; Klaas Postma
van Hoogwoud; Alida Kossen van Nieuwe Niedorp;
Jan Bobeldijk van Berkhout; Neeltje Hoogland van
Venhuizen; Cornelis de Wit cn gezin van Nieuwe
Niedorp; Heinrich Johann de Wit, van Schoterlaud;
Gerrit Roelof Couvert van Warder.
laatste woorden klonk er een snik in haar keel, en
hij trok haar zachtjes tegen zich aan. Ze verzette
zich niet, en liet zich als een verdrietig kindje
troosten.
„Stil maar, kindje. Ik vind het afschuwelijk je
pijn te doen, maar het moet wel. Je hebt zooveel noo
dig en je krijgt zoo bitter weinig. Als je echter
slechts datgene wilde nemen, wat binnen ie bereik
ligt, Marcia als je dat maar wilde."
Hij had zijn gezicht tegen het hare gedrukt en zijn
armen lagen om haar schouders lieen. F.r was geener
lei hartstocht in die aanraking, niets dan een tecdcr
gebaar van troost.
En ze leunde tegen hem aan en liet haar tranen
den vrijen loop. „Ik kan het niet," kreunde ze. „Oh,
ik wilde werkelijk dnt ik het kon."
„Je begrijpt niet wat het leven werkelijk kan zijn."
ging hij voort. „Als je echter op deze manier voort
gaaf, zul Je het nimmer ontdekken, Marcia."
„Ik weet het, ik weet het," antwoordde ze ver- -
moeid. „Ik kan het nu eenmaal niet helpen.
„En waarom niet, kindje?"
Ze begon haar tranen te drogen en even later hief
ze haar gezichtje op en keek hem aan. „Oh, Eric,
wat zie je er verdrietig uit."
„Ik heb diep medelijden met je." zei hij. „Ik kan
ie niet zoo verdrietig zien. Jij hoe kunnen ze jou
veronachtzamen. Marcia, lieveling, zou ie het niet
niet mij willen probecron? Je weef dat ik me na dien
éénen keer volkomen bchcerscht heb, nietwaar? Ik
zal me nimmer meer laten gaan, voordat ik er heel
zeker van hen dat jo er niet hoos of bedroefd om
zult worden. Waarom moeten we beiden ongelukkig
worden terwille van een man, die niets om je geeft?"
Er was zulk een eigenaardige, sombere gloed in
zijn oogen gekomen, dat Marcia haar hand op zijn
arm legde om hem wat tot kalmte te brengen.
„Maar Eric, wat kunnen we doen? Nee, wordt nu
niet zoo hoos. Laten we eens kalm en logisch probec-
ren te redeneeren. Je zult toch moeten toegeven dat
een man niet altijd verliefd blijft op zijn vrouw."
„Dat geef ik allerminst toe." protesteerde hii hef
tig. .Als je nu precies wilt weten wat er gedaan kan
worden, dan zal ik het je vertellen: ie moet weg
gaan. Cirkel niet langer om een doode planeet, heen,
maar proheer het in een andere richting. Misschien
is het een armzalige vergelijking, doch ik denk wel
dat je begrijpt wat ik bedoel."
Wordt vervolgd.