«VAN DIT EN VAN DAT
W EN VAN ALLES WAT
Bloemen voor een meisje....
DE AVONTUREN VAN PROFJE EN STRUISJE
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 5 Mei 1934. No. 9477.
ZATERRAGA VONDSCRETS
Door SIROLF vrij bewerkt naar
het Amcrikaansch.
(Nadruk verboden
Alle rechten voorbehouden).
IIM CASSERLEY keek zijn oogen
uit, toen hij de fijne bloemen-
zaak van Miss Rowland binnen
stapte, om de gebruikelijke rozen te be
stellen voor het meisje, waar hij dien
avond mee zou dineeren. Want Miss
Rowland was zelf in gesprek met een
klant en dus kwam een nieuwe winkel
juffrouw hem vragen wat hij wenschte.
Jiin Casserley keek het meisje eenige
seconden lang aan, zonder te antwoor
den. Hoe was het mogelijk, dat een beeld
van een meisje als dit, met prachtig
koperblond haar en heelomaa! niet zoo
brutaal opgemaakt als dat gewone slag
van winkelmeisjes in dit soort zaken,
hier winkeljuffrouw was geworden? Hij
zag met één oogopslag dat het een be
schaafd meisje was, zeker van gegoede
familie, dié door de crisis hun vermogen
verloren hadden. Hij liet haar maar wat
praten over verschillende bloemen, ter
wijl hij deed, alsof hij geen keus kon
maken, en genoot van de muziek van
haar zachte stem. Toen Miss Rowland
eindelijk klaar was en op hen toe kwam,
zei Jim, dat ze maar een dozijn rozen
moest sturen. Hij gaf het adres van het
meisje op, waarmee hij zou dineeren, en
ging heen.
Toen deed hij, wat hij nog nooit had
gedaan in de laatste zeven jaar, dat hij
zijn leven van vrijgezel m zakenman in
New-York leidde: hij belde het meisje op,
waarmee hij zou dineeren, en zei dat hij
plotseling door zaken verhinderd was,
enz.
Jim Casserley wist deksels goed wat
hij deed. Hij had heel goed gezien, dat
liet nieuwe meisje uit den bloemenwin
kel heel anders was dan nu ja, dan
de meeste winkelmeisjes. F.n als hij nu
al dadelijk had geprobeerd, wat famili
aarder te worden, zou hij natuurlijk alles
radicaal bedorven hebben. Bovendien, dit
was heel iets anders. Zeker, tot nu toe
Jiad hij al heel wat meisjes mee uit ge
nomen om te dineeren, of naar een
schouwburg of om hier of daar te dan
sen. Maar dit moest dan eindelijk die
beroemde „liefde op het eerste gezicht"
zijn, waar hij nooit aan geloofd had,
maar dat zijn bonzend hart hem nu wel
anders leerde.
Toen hij den volgenden dag tegen den
middag de bloemenzaak binnenliep,
kwam Miss Rowland haar goeden klant,
die altijd zulke groote bloemenrekenin-
gen had loopen, glimlachend tegemoet.
Doch Jim's gelaat verduisterde. Want
het nieuwe meisje was er niet. Hij vroeg
er zoo terloops naar. „O, die?", vroeg
Miss Rowland, „dat was Molly Hill, een
journaliste, die was hier drie dagen, om
indrukken als bloemenverkoopster op te
doen, ze schrijft in de geïllustreerde bla
den
Miss Rowland wist haar adres niet en
ook niet, voor welk blad ze eigenlijk
schreef. Heel bedrukt ging Jiiu Casserley
heen.
Tot Zondag bracht hij door met alle
mogelijke kranten en tijdschriften op te
bellen, maar nergens was een Molly Hill
bekend. Natuurlijk, ze schreef zeker on
der een anderen naam. Den heclen Zon
dag bracht hij door met stapels geïllu
streerde bladen door te lezen en te zien,
of er een artikel in stojul over bloemen
winkels. F.n ja, na uren doorworstelen
van kranten en tijdschriften ontdekte hij
een artikel door Sylvia (zeker haar
schuilnaam) over: Drie dagen bloemen
verkoopster! Daarin vertelde de schrijf
ster over de verschillende klanten die er
zoo in een fijne bloemenzaak koopen.
ondeugende oude heertjes die bloemen
aan actrices sturen, en ook de eeuwige
vrijgezel, zooals zij er een had gezien,
die in zeven jaar tijd 99 dozijn rozen aan
99 verschillende meisjes had gestuurd!
Jim Casserley schrok op: dat sloeg
toch niet op hem? 99 dozijn aan 99
meisjes was natuurlijk onzin. Want hij
had wel vier of vijf keer rozen aan een
zelfde meisje gestuurd Maar toch
een erge goeie dunk moest ze dus niet
van hem gekregen hebben
Den volgende Maandagmorgen om 9
uur was Jim Casserley aan het bureau
van het weekblad van „Sylvia". En ter
wijl hij daar in de hall wachtte stap
te een kwiek, tenger figuurtje in een
bruin mantelcostuum de hall binnen.
Molly Hill Ze zag hem dadelijk en
kwam lachend op hem toe: „Bent TT we
zen klagen over de schandelijke dingen
die ik over 1T heb geschreven?", vroeg ze.
„Nee", zei hij, „maar de eenige manier
om mijn wraak op U te koelen is, dat IJ
mijn uitnoodiging om mee te gaan lun
chen straks aanneemt."
F.n zoo begon het.
Ze lunchten af en toe samen, tot het
een bijna dagelijksche gewoonte werd. Ze
dineerden af en toe samen. Ze bezochten
theaters, tennisten samen.
Het was de meest volmaakte, vorme
lijke vriendschap die men zich denken
kon. Jim Casserley beheerschte zich vol
komen en zondigde in geen enkel op
zicht tegen de meest strenge etiquette.
Doch op een avond bracht hij haar
naar huis in een taxi. Het was een zoele
lente-avond. Zij weerstreefde niet, toen
hij zacht haar hand pakte en die drukte.
Het was al heelernaal donker en de
lichtjes van winkels en straatlantaarns
flitsten voorbij. Toen ze door een stille
wijk reden, nam hij haar zacht in zijn
armen, en kuste haar. Ze liet hem be
gaan. Maar dan opeens duwde ze hent
van zich af en zei koud: „Nu is 't ge
noeg Nu heb je alles bedorven ik
MCI IS IN HET LAND.
wist dat het gebeuren zou, vroeg of
laat
En hoe Jim ook pleitte, steeds kwam
ze terug op die 99 dozijn rozen; het gaf
niet, of Jim al verzekerde dat hij de
meest ernstige plannen had en dat zijn
verleden heusch niet zoo zwart was, als
ze dacht. Vlak bij haar huis stapte ze
uit en verdween mt snelle schreden.
Jim Casserley intuschen was een man
van ervaring. En hij begreep, dat hij
even geduld met haar moest hebben.
Over een dag of wat zou de booze bui
wel over zijn. Maar toen hij een dag of
twee later opbelde bij haar blad, vernam
hij dat Molly Hill niet meer aan het
blad werkte en vertrokken was zonder
adres. Met een taxi rende hij naar haar
woning. Doch Miss Hill was gisteren
vertrokken, zonder nieuw adres achter
te laten.
Jim Casserley was radeloos. Het eenig-
ste meisje waar hij nog ooit werkelijk
van gehouden had, was spoorloos uit
zijn leven verdwenen. En waarom
eigenlijk? Ten slotte was het de schuld
van Miss Rowland geweest, die aan
Molly Hill haarfijn had verteld, hoeveel
boeketten rozen hij, Jim Casserley in 7
jaren had gestuurd 99 dozijn
Een maand ging voorbij, waarin Jim
werktuigelijk zijn werk deed en de rest
van zijn tijd doorbracht met in bioscopen
en theaters, restaurants en op tennisvel
den uit te kijken naar een klein tenger
meisje, met koperkleurig blond haar
Wat natuurlijk een even wanhopig werk
in New-York is, als het zoeken van een
naald in een hooiberg.
Op een middag liep hij een zeer ge
zette dame tegen het lijf, die er niet be
paald jeugdig uitzag en evenmin zeer
welvarend, en die hem nadrukkelijk
met Jim aansprak. Laten we ergens thee
gaan drinken, stelde Jim voor, om maar
van haar af te komen, ondertusschen
zich bedenkend, wie dat mensch toch
wel was, en waar hij haar het laatst
gezien had. Opeens schoot het hem te
binnen: het was Dora Sniggins, de ac
trice Na afloop van een voorstelling
had hij haar eens ontmoet op een rc-
ceptio tien jaar geleden, en toen was
ze al lang niet jong meer Hij bestel
de thee en gebak voor haar, in zoo'n
hoeveelheid, dat haar eetlust voor haar
diner zeker radicaal bedorven zou zijn,
als ze ten minste kans zou hebben
gehad op een diner Jim zag het wel:
ze kon natuurlijk geen engagement meer
krijgen en leed letterlijk honger. Onder
een voorwendsel leende hij haar 100 en
nam afscheid.
Arme ouwe Dora, dacht hij bij zichzelf,
ze is nog steeds vol illusies omtrent
tooneelspelen en groote rollen en succes.
Waarom zou ik de stakker niet een
plezier doen, haar de illusie laten, dat ze
er nog wel zóó aardig uitziet, dat een
man haar bloemen stuurt?
Hij liep bij Miss Rowland binnen en
bestelde een dozijn rozen, voor Dora
Sniggins. Het honderdste dozijn, dacht
hij bitter.
Het was een bijzonder toeval, dat de
vrouw van een zijner vrienden den dag
daarop een baby kreeg en Jim weer bij
Miss Rowland binnenstapte om wat
bloemen te bestellen voor de moeder.
Miss Rowland was in gesprek met een
jongedame, die met den rug naar Jim
toestond. Hij hoorde dat Miss Rowland
zei: „Nee, dat mag ik heusch niet doen,
we geven nooit de adressen van onze cli
ënten aan vreemden op, Miss Hill
Met drie stappen was Jim bij haar. Ze
keerde zich om en keek hem met be
traande oogen aan. Het was Molly Hill.
„O, Jim," zei ze, en er drupte een traan
op zijn hand, die de hare omvat hielden,"
„ik heb er zoo'n spijt van ik weet nu,
dat je een fijne bent je weet niet,
Jim, hoe blij die Dora Sniggins was met
die rozen die je haar stuurde ze
huilde van blijdschap gewoon Dora
Sniggins woont in de kamer naast de
mijne en we probeeren haar in het pen
sion allemaal zoo'n beetje te helpen, de
ouwe ziel dat dat honderste do
zijn rozen, Jim, dat wischt voor mij al
die 99 voorgaajide uit
Miss Rowland keerde zich bescheiden
om, toen Jim Molly Hill in zijn armen
sloot. Daarna zei hij: „En welke bloemen
mag ik nu voor mijn kleine vrouwtje
bestellen?"
„Een dozijn rozen fluisterde ze
zacht.
De lastige passagier had al telkens ha
telijke opmerkingen zitten maken tegen
den conducteur, dat de trein zoo lang
zaam opschoot. Eindelijk verloor de con
ducteur zijn geduld en beet den passa
gier toe: „Hoor eens, meneer, als U vindt
dat de trein niet hard genoeg gaat,
stapt U dan uit en loopt UI"
„Dat is een idee," zei de passagier,
„maar om je de waarheid te zeggen,
zóó n haast heb ik nou ook weer niet!"
Een opgewonden stem sprak in de te
lefoon van het hoofdbureau van politie:
„Wil U dadelijk een agent sturen, ik heb
een zeer verdacht individu hier in mijn
zaak."
„Wat doet hij dan, dat Uw verdenking
opwekt?", vroeg de inspecteur.
„Dat zal ik U zeggen. U spreekt met
Jansen, den automobielhandelaar. Ik heb
hier een man die met alle geweld een
auto wil koopen en met contant geld
betalen!"
Mevrouw had een gesprek met een
solliciteerende nieuwe keukenmeid en
zei ten slotte: „Nu, Marie, ik geloof dat
je heel geschikt bent en ik heb besloten
je te nemen. Het werk is licht en ge
makkelijk en je zult wel zien dat meneer
al heel gauw tevreden is."
„Ja, mevrouw", merkte Marie op, „dat
heb ik dadelijk al gedacht, zóó dat ik U
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
d a t de Wereldoorlog aan Amerika per
dag 38.500.000 dollar heeft gekost?
dat men in de tropen ijzeren telegraaf
palen gebruikt omdat de witte mieren de
houten zouden opeten?
d a t men onlangs het feit herdacht dat
Peary in 1909, dis 25 jaar geleden, de
Noordpool ontdekte?
dat het Bereneiland in 159G door Ba-
rendsz werd ontdekt?
d a t het blad Pravda, het officieele or
gaan van de Communistische partij in
Rusland, een dagelijksche oplaag heeft
van 2.200.000 exemplaren?
d a t er een bepaald wachtwoord bestaat,
aan slechts weinigen bekend, en dat m«n
absoluut noodig heeft, wil men de leden
van de Koninklijke familie in Engeland
per telefoon bereiken?
1. Op zekeren morgen ontwaakte Pro
fessor Snuffclgraag met een nieuw idee.
Professor Snuffclgraag, in de wandeling
Profje genoemd, was iemand, die er van
hield, de heele wereld te kennen, en
liefst niet uit de boeken, maar door on
dervinding. Hij had op zijn laatste reis
kennis ge' laakt met een struisvogel, die
hem sedert dien overal vergezellen zou.
2. Dezen morgen nu, toen hij ontwaakte,
drukte hij op de knop aan zijn bed en
meteen verscheen zijn trouwe trawant,
Struisje, om te vragen wat er van zijn
dienst was. Struisje, zei Profje. ik ga er
weer eens van door. .Te moet maar eens
gauw onze koffers pakken, want wc gaan
een verre reis maken
3. Struisje was al verdwenen. Ilij had
een paar lange beenen en bovendien
sterke vleugels, die hem brachten waar
heen hij niet loopen kon. Zoodoende had
hij in een seconde den zolder bereikt,
waar Profjc's koffers stonden, en had er
al gauw de geschiktste tusschcn uit
gezocht.
Terwijl Profje zich waschte en aan
kleedde, pakte Struisje alles bij elkaar.
Uit alle hoeken kwamen de dingen te
voorschijn. Zul je niet vergeten, kleeren
voor me in te pakken, vroeg Profje. want
omdat Struisje altijd dezelfde kleeren
droeg, vergat hij ze voor Profje ook wel
eens mee te nemen. Nu echter lag er al
een heele stapel in den koffer.
5. We moeten een stevig ontbijt nemen,
vond Profje. Struisje bakte een paar
eitjes voor hem en gaf hem een bord ha
vermout. Zlf nam hij een paar brooden
en een stuk of wat spijkers: je weet ze
ker wel, dat je zooiets altijd in een struis
vogelmaag kunt aantreffen. Daarna slo
ten ze alle kasten en deuren af en bega
ven zich op weg.