i VAN DIT EN VAN DAT
I EN VAN ALLES WAT
De spoorlooze misdaad.
G^n peü,dat ledjzc moet
betvrrumQX Jb qeori
wvnst zonder eecuwie.
DE AVONTUREN VAN PROF JE EN STRUISJE
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 16 Juni 1934. No. 9499.
ZATERDAGAVONDSCHETS
Een detectivegeschiedenis
door SIROLF.
(Nadruk verboden
alle rechten voorbehouden).
DE detective van de moordbri
gade van Scotland Yard
zag. terwijl hij oogenschijn-
lijk in een zwijgend onderzoek ver
diept langzaam door het vertrek
ging in den spiegel, dat de tot nu
toe bewonderenswaardig kalme
mevrouw Jameson een nerveuse
beweging maakte en dat haar han
den, die ze tot nu toe stil in haar
schoot gevouwen had gahouden,
trilden als een espenblad. Dit ver
sterkte hem in de meening, dat me
vrouw Jameson en niemand anders
de daderes van den moord op baar
man moest zijn.
Het was alles heel snel gebeurd.
Onmiddellijk nadat mevrouw Ja
meson, blijkbaar volgens een van te
voren opgemaakt ingenieus plan,
met uitmuntend gespeelde opge
wondenheid en ontzetting, de poli
tie telefonisch van den zoo juist
door haar ontdekte moord had in
kennis gesteld, was de politic-auto
met manschapen, defectieve en po-
litie-dokter gearriveerd en was het
onderzoek aangevangen. De doode
lag in kamerjapon voor zijn bed,
de revolver in de hand. Op de aller
eerste vraag van den detective,
wie de moord ontdekt had, had
mevrouw Jameson geantwoord, dat
zijzelf het was geweest, en zij had
er onmiddellijk aan toegevoegd,
dat zij zelfmoord veronderstelde.
Meneer Jameson leed den lnafsten
tijd aan zwaarmoedigheid. Doch na
een kort onderzoek had do dokter
vastgesteld, dat zelfmoord uitge
sloten was. In de eerste plaats was
het schot op minstens 2 meter af
stand gelost. In de tweede plaats
was de kogel van achteren en op
zij in het hoofd gedrongen, wat bij
na onmogelijk door den gedoode
zelf had kunnen worden gedaan.
Daarmee verviel de zelfmoord-theo
rie volkomen.
In het nauw gedreven, had me
vrouw Jameson toen in een spon
tane opwelling, die wel uit het
diepst van haar overkropt gemoed
moest voortkomen, verklaard, dat
ook zij zelfmoord uitgesloten achtte.
Op fel verbeten toon had zij ge
zegd, dat haar man daar veel te
laf voor was. Dat had hij nooit ge
durfd. Maar toch had zij het zelf
niet gedaan, ondanks alle schijn,
ja, ondanks het feit, dat zij zijn
dood als een verlossing beschouw
de uit de hel van een mislukt hu
welijk.
De detcctivo ging nog eens alle
feiten na.
„U zult moeten toegeven, Me
vrouw Jameson, dat de feiten toch
wel heel merkwaardig zijn. Op den
revolver zijn geen vingerafdruk
ken, dan alleen van den overlede
ne, die een weinig verdoezeld zijn,
alsom men met een doek erover
wreef, zij het ook heel vluchtig. Er
waren geen getuigen van de daad.
Het kamermeisje, dat door Uw
kieten opmerkzaam werd, was in
de keuken bezig, zooals is gebleken
bij haar verhoor. Zij heeft geen
schot gehoord, doordat zij bezig
was met den stofzuiger een looper
te reinigen. U waart de eenigc die
kon weten, dat zij geen schot zou
kunnen hooren, als de stofzuiger
liep, terwijl bovendien de deur van
de keuken gesloten was. U heeft
verklaard, ook geen schot te heb-
iw?n gehoord, omdat U in een ka
mer in den uiterst verwijderden
hoek van het huis naar de radio
zat te luisteren, die zeer luid speel
de. Niemand anders heeft tusschen
10 en 11. het tijdperk waarbinnen
de moord is gebeurd, bet huis be
treden, terwijl geen enkele leve
rancier aan de deur is geweest. Dat
is alles heel merkwaardig. Alleen
U kon zoo precies dat tijdstip uit
kiezen. Bovendien; U alleen wist.
waar de revolver van Uw man lag,
in de lade van het kleine kastje
naast zijn bed. U beeft zelf toege
geven dat Uw huwelijk een mis
lukking was, dat Uw man oen
schandelijk leven leidde en dat zijn
dood een verlossing voor U bctee-
kent. Nog geen zes weken geleden
heeft U Uw man ertoe weten te
bewegen, een zeer hoogc levensver
zekering af te sluiten, waardoor U
na zijn dood onbezorgd kunt leven,
terwijl, ware hij in het leven ge
bleven, binnenkort zijn faillisse
ment zou zijn uitgesproken, omdnt
zijn zaken volkomen geruïneerd wa
ren. Vijanden had Uw inan niet,
integendeel. Want nanr is geble
ken. was hij in gezelschap een
charmeur."
„Ja", zei mevrouw Jameson bitter
„voor anderen speelde hij altijd de
charmante, opgewekte man van de
wereld. Vooral als het andere vrou
wen gold
„Mevrouw," ging de detective
ernstig voort, „alles wijst er op, dat
U de daderes moet zijn. Bekent U
liever, dat kan U niet anders dan
tot voordeel strekken, en het geeft
Uw geweten rust U houdt het
toch niet uit, mevrouw, U moet
het toch zeggen, en U bespaart zich
een vreeselijkc zielcstrijd; gelooft
U mij, mevrouw, ik heb dat al zoo
dikwijls gezien
„Ik kan niet anders dun de waar
heid zeggen, meneer ,ik heb het
niet gedaan! Ik kwam de kamer
binnen, terwijl ik op weg was
naar mijn eigen, aparte kamer, en
ik deed dat, omdat ik het zoo
vreemd stil vond. Mijn man placht
's morgens nogal luidruchtig in
zijn kamer te zijn. Ilij floot of
zeng, terwijl hij den morgen groo-
tendeels zoek bracht met zijn toi
let en zoo. Toen ik 'm vond, was hij
nl koud. Toen heb ik onmiddellijk
de politic opgebeld. Maar vraagt
U toch Annabel, het meisje, zij
moet mij toch gehoord hebben,
loen ik de keuken passeerde en de
trap opging, naar boven, waarna
ik de ontdekking deed
„Goed, wc zullen linnr nogmaals
hooren. Belt U even. Juist. En nu,
mevrouw, nog één vrnng. Heeft U
een vermoeden, wie het dan wel
gedaan heeft, als U en terecht
zelfmoord uitgesloten acht?"
„Ik weet het niet. Het is een
raadsel. Ik weet het niet ant
woordde mevrouw Jameson. Doch
haar toon klonk niet erg bedroefd.
Na een heel bescheiden tikje op
de deur, kwam het kamermeisje
binnen. Ze zag heel bleek en keek
schuw naar den hoek van het
vertrek, waar het lichaam van den
vermoorde lag. Schichtig gingen
haar blikken naar de andere aan
wezigen.
„Zeg eens meisje begon de
detective. Doch Ilij maakte den zin
niet af. Want mevrouw Jameson
wierp plotseling de vraag ertus-
schcn: „Annabel, waar zijn je
handschoenen!?"
Het volgend oogenblik werd het
gclaut van Annabel spierwit en zij
zou voorover tegen den grond ge
slagen zijn, als de detective haar
niet had opgevangen. Ze was be
zwijmd. Voorzichtig legdo hij haar
op een divan.
Dan wendde hij zich snel tot
mevrouw Jameson, den dokter
een wenk gevend, nog eens pogin
gen in het werk te stellen, het be
zwijmde meisje weer tot bewust
zijn te brengen: „Wat bedoelde
U met die merkwaardige vraag,
mevrouw?"
Mevrouw Jameson, geschrokken
door de uitwerking van haar vraag
zei een beetje verward: „Oh
hm ja, niets bijzonders feite
lijk. Het is een hekend feit, dat ik
nu eenmaal een zwak heb voor
mooio handen en goed verzorgde
nagels. Werkhanden duld ik niet
in mijn omgeving, ook niet van
mijn personeel. Annabel moest al
tijd in haar werk gewone, witte
katoenen handschoenen dragen.
Wat ze altijd trouw deed. Daarom
trof het me nu opeens, dat ze geen
handschoenen droeg. Maar mis
schien heeft ze die nu uitgedaan,
in de consternatie van deze ver
schrikkelijke geschiedenis
Zonder een woord te zeggen,
verliet de detective de kamer.
Toen hij na een minuut of wat
p (t
terugkwam, waren zijn handen
erg besmeurd met stof, terwijl er
een vuile veeg over zijn wang
liep. Hij scheen evenwel In een
aanmerkelijk betere stemming te
zijn. Het meisje op den divan sloeg
juist de oogen op Ze keek verwil
derd om zich heen, richtte zich
dan eensklaps op en riep uit: „Ik
heb het niet gedaan!", waarna ze
in wild snikken uitbarstte.
De detective stak zijn hand in
zijn zak en haalde iets te voor
schijn. In de palm van zijn hand
lagen vier paarlemoeren knoop
jes, vuil en zwart-geblakerd. Hij
hield ze Annabel voor en vroeg
langzaam: „Weet jij ook, meisje,
waar deze knoopjes van zijn, die
ik in de asch van het keukenfor
nuis gevonden heb?"
Annabel begon over heel beur
lichaam te beven. En ze zou zeker
weer flauw gevallen zijn, als de
dokter haar niet snel iets had la
ten ruiken. „Meisje," ging de de
tective op een heel anderen, vader
lijken toon voort, „ik geloof dat ik
weet hoe de zaak gebeurd is en
ik kan het bewijzen ook. Als het
zoo is. als ik bijna zeker weet, dan
hoef je niet langer te ontkennen,
en dat weet ik hnnst zeker, dat de
rechtbank clement zal zijn. Kom,
ontlast je geweten, en vertel pre
cies wat er gebeurd is
Het snikken bedaarde wat. En
met horten en stooten vertelde An
nabel: „Hij had me al verschei-
don keeren lastig gevallen de
schoft en ik durfde niet
heen te gaan, omdat ik nog voor
mijn moeder moet zorgen, en het
moeilijk is, een betrekking te vin
den. Ik hen verloofd en we zouden
over een Jaar gaan trouwen, als
nlles goed ging Vanmorgen
kwam ik in de kamer hier. om op
te ruimen hij meneer
maakte eerst een praatje en
toen hij raakte me aan hij
wilde ik werd plotseling doods
benauwd ik wilde schreeuwen,
maar het was of mijn keel werd
toegesnoerd ik wilde de kamer
uitvluchten, maar hij belette het
mij toen opeens herinnerde ik
mij, dat ik eens zijn revolver in de
lade van het kastje had zien lig
gen. Ik rukte de lade open, greep
het wapen en schoot in het wilde
weg hij stortte neer, zonder een
kik het was uit zelfverdedi
ging, meneer, begrijpt U wel, uit
zelfverdediging toen heb ik het
wapen in zijn hand gedrukt
om den schijn van zelfmoord te
wekken er was geen enkel
spoor .ja toch, er was een klein
hloedspatjc op mijn witte hand
schoenen gekomen heneden
heb ik ze in het fornuis ver
brand toen was er geen enkel
spoor meer
Roerloos, met starre oogen,
staarde het meisje voor zich heen,
alsof ze heel het afschuwelijke ta
fereel nogmaals zag afspelen.
„Kom", zei de detective, „ik
moet je meenemen. De rechtbank
moet verder uitmaken, of er
schuld is." Als in een droom ging
Annabel met hem mee. Doch toen
de detective bij de deur afscheid
nam van mevrouw Jameson, zei
hij: „Maakt U zich niet ongerust,
mevrouw, zij wordt zeker vrijge
sproken".
AARDBEIEN.
Is het U bekend:
d a t dc aardbei dc sappige schijn-
vrucht is van de aardbeiplant?
dat het dc vleezig geworden
bloembodem is, die aan dc opper
vlakte bezet is met talrijke kleine,
harde dopvnichtjes. en nog voor
zien is van den vijfslippigen bloem
kelk?
dat dc aardbei vermenigvuldigd
kan worden door scheuren, uitloo-
pers en zaden?
dat reeds in de middeleeuwen
aardbeien een geliefd genotmiddel
der rijken was?
d a t men in de geschiedenis ver
meld vindt, dat op den 13en Juni
14S3 reeds massa's rijpe aardbeien
te vinden waren in den tuin van
den Bisschop van Ely?
d a t Thomas Tusser in 1557 wildo
boschaardbeien overbracht op tuin
grond en daarmede goede uitkom
sten verkreeg?
Zij: Mevrouw Pietersen van hier
naast heeft al weer een nieuwe
hoed!
Zeer sluwe echtgenoot: Tja. als
die mevrouw Pietersen maar half
zoo knap van uiterlijk was als jij,
had 'ze niet noodig ieder oogenblik
nieuwe hoeden te koopen.
Een overdreven dikke vrouw
kwam de winkel binnen en vroeg
aan het kittige winkeljuffie: ..Ik
zou wel eens een jumper van mijn
maat willen zien!"
Nou, ik ook!, zei dc winkeljuf.
Moeder: Zullen we een van je
flikjes aan het nijlpaard geven?
Truusje (dat haar zakje leeg ziet
worden): Denkt U dat hij een
h e e 1 c lust?
31. Profje schudde zijn hoofd, maar hij
was toch erg blij, weer verecnigd te zijn
met zijn dienaar en trekdier, al begreep
hij er ook niets van. En ontevreden
over het noodeloos oponthoud, bond hij
zich weer stevig op Struisjes rug en
verder ging het weer.
32. Zoo gingen eenige uren voorbij.
Struisjes lange bccnen kwamen al vlug
ger en vlugger vooruit en daar was in
korten tijd de grens van Profjcs vader
land bereikt. Bij het overschrijden daar
van keerde hij zich nog eens om en
wuifde naar een kraai, die op een icpc-
boom zat te krassen. Deze sperde van
verbazing zijn bek open over zoo'n on
gewone vriondelijkheid.
33. Ook Struisje vond, dat hij wel een
vaarwel kon toeroepen aan het land, dat
zc zoo gauw hadden verlaten. Hij lichtte
zijn rechterpoot op, waardoor de Profes
sor een beetje zijn evenwicht verloor, en
wuifde met Profjcs zakdoek, die hij uit
zijn zak getrokken had, goedendag aan
de hoornen, den kraai met de open bek,
en aan dc zon, die juist in het middel
punt stond. Maar die lachte: Ik ga mee,
hoor!
34. Een eindje verder stelde Struisje
voor eens een stukje te eten. In zijn
maag begonnen de spijkers en steentjes
te rammelen. Profje vond het best en
zocht een plaatsje aan den kant van den
weg, waar de koffer uitgepakt werd en
dc mondkost te voorschijn gehaald. Het
smaakte hen best, want ze hadden alle
bei van den langen tocht honger ge
kregen.
35. Weet je wat, zei Profje, je moest
eens een plaatje op de gramofoon op
zetten, dat is gezellig. En Struisje haal
de een kleine kindergramofoon uit den
kofer en liet een plaatje spelen van „In
een groen, groen Knolleknolleland". Prof
je strekte zich gemakkelijk uit in het
gras en sloot dc oogen. Zoo kon hij beter
van de prachtige muziek genieten.