van het oude Babyion. Op de ■M Zaterdag 16 Juni 1934. SCHAGER COURANT. Derde blad. No. 9499 uit de jeugd der Menschheid. Huivering en eerbied. '■sË* K0ERAM0T0 VERTELT. Koude en sneeuw in Argentinië. Ontploffing op schietterrein. Het wrak van de Tubantia gevonden. De bomaanslagen in Oostenrijk. De ontzettende droogte in Engeland. Tragisch ongeluk in Zuid-Afrika. Links: De bouwvallen van hef oude Bahylon, door het zand van duizenden jaren overdekt. Rechts: Jinnny, een van de vier Arabi sche knapen. Boren de doode dingen der gestorven stad dreef zn-ijgend, wet tui r)i don sier hifi een be weging fier vleugels. de ..ziele vo- geV' en keek vorsrhend naar mij. HILLA is een dorp, een stadje bijna, aan den Euphraat. Het ligt binnen de zoo goed als geheel verdwenen muren van het oude Ba byion, dat zich uitstrekte aan twee zijden der rivier en waarvan slechts een zeer klein deel, één der hon derd poorten, het machtige paleis van Nebukadnesar, de overblijfselen der „hangende tuinen" o.a., zijn op gegraven. De buitenste der zes stadsmuren had een lengte van vijf-en-tachtig kilometer en binnen die omwal ling leefden ongeveer een millioen inwoners. Vele huizen te Hilla zijn voor een deel gebouwd uit materiaal, afkomstig van de wereldstad. In de muren en op den vloer van armzalige Arabische huisjes vindt men steenen van het vorstelijk paleis, \an den tempel, gewijd aan god Marduk of aan de godin Isjtar, die later bij de Grieken Aphrodite werd genoemd, of steenen, die eenmaal den „weg der hei lige processies" van het paleis naar den grooten tempel plaveidden. Hilla is met zijn duizenden palmhoomen, veel schaduw en grappigo kpffiehuisjes aa^dpn gever van den Euphraat, een alleraardigst plaatsje. Daar we ons oorspronkelijke reisplan hadden ver anderd, moesten we er nadere aanwijzingen trach ten te krijgen, hoe we naar de opgravingen van Ba byion konden komen. Er was nog een andere moeilijkheid. Daar men ons te Bagdad zeer slecht benzine had geleverd, was ons benzineverbruik ruim tweemaal zoo groot geweest als gewoonlijk en we moesten trachten te Hilla ben zine te koopen. Plotseling stonden er vier Arabische knapen van twaalf k veertien jaar voor me. Een daarvan bleek eenigszins Engclsch te kennen en sprak me aan: .You are a stranger (Gij zijt een vreemdeling). Ik knikte bevestigend en de knaap ging daarop verder, achtereenvolgend wijzend op elk zijner drie vriendjes: „Dat is Hoessoin, dat is Achmed, dat is Ali en ik ben Jimmy". Deze Engelsche naam deed me voor een Arabischen knaap eenigszins verrassend aan en ik glimlachte even, maar de jongen liet zich daardoor niet van de ■wijs brengen. Hij zette zich naast mij op de bank, waarop ik zat, dook uit zijn gescheurde kleederen een doosje sigaretten op, haalde er een sigaret uit en bood me die plechtstatig aan. Menschen met strenge opvoedkundige beginselen mogen het misschien voroordeelen, dat ik als vol wassene van den knaap een sigaret aannam, maar ik had met andere overwegingen rekening te hou den. Om mij zaten zwijgend, thee drinkend, rookend uit een nargile (waterpijp) Arabieren en keken toe bij het tooneeltje. Ze glimlachten tevreden, toen ik zon der trots of hoogmoed van den kleinen Arabier met een beleefd knikje de sigaret aannam. „Jimmy" gaf me vuur. stak zelf ook een sigaret aan en babbelde. Intusschen kwam mijn makker, die benzine had kunnen koopen, terug, met onze machine en „Jim my" geraakte in geestdrift. Hij mocht onzen claxon laten werken en dat was vermoedelijk tot dat oogen- blik de heerlijkste gebeurtenis in zijn kort leven. Later zette hij zich weder bij ons. Ik gaf hem (de eene beleefdheid is de andere waard) plechtstatig een van mijn sigaretten en hij beantwoordde onze vragen: „U moet over de brug. Dan gaat u door het palm- woud, maar dat is niet groot. Spoedig begint de woestijn. Er is daar een soort weg, niet zeer goed en waar een paal staat, moet u linksaf. Dan ziet u al een heuvel. Langs een spoor gaat u tot aan den voet van den heuvel en daar klimt u naar boven. In den heuvel ligt een stad begraven. Mannen uit Europa hebben een gedeelte van dat graf geopend. U kunt het zien. Die setad is heel. héél oud en bestond voordat de grootvader van den grootvader van mijn grootva der werd geboren. Begrijpt u hoe lang geleden dat is? Die stad is verwoest en er woont niemand meer, maar eenmaal, als andere tijden komen „Jimmy" voltooide den zin niet, maar zijn donkere oogen keken droomend in dc richting van het palm- woudje aan de overzijde der rivier, waar ergens dc tientallen eeuwen oude bouwvallen van paleizen en tempels moesten liggen. loon wilde ik hem vragen naar de blauwe, gou den, roode en zilveren vogels, koningen en goden, godinnen en prinsessen, die in vogelgedaante ruste loos rondzweven boven de plaats van zooveel ver dwenen pracht en praal en rijkdom. Een reizend journalist moet iets van een dichter in zich hebben en daarom boeide me de legende van deze wonderlijke vogels, deze eeuwenoude legende, waarin verre muziek klinkt, méér, dan alle geschied kundige feiten en wetenschappelijke onderzoekingen. Toen ik mijn vraag stelde, keek „Jimmy" me een oogenblik onrustig in dc oogen. Hij zweeg, dacht na en begon zonder antwoord te geven over iets anders te praten. Bestonden die vreemde vogels werkelijk?, vroegen we ons weder af. Slechts weinige kilometers ligt Hilla van de plaats, waar eens de paleizen en tempels van Babyion zich verhieven en men mocht dus verwachten deze vogels ook in het dorp te zien. We hadden er echter tever geefs naar uitgekeken. Dit deed ons twijfelen aan het bestaan der kleurige „ziele vogels". Het zou wel een legende zonder eenigen grond van waarheid zijn, zoo dachten we, toch eenigszins teleur gesteld. Bij ons vertrek uit Hilla bracht „Jimmy" ons een keurigen militairen groet, dien hij vermoedelijk van de Engelsche soldaten had afgezien. Wc reden over de brug, die de twee oevers van den Euphraat. hier verbindt, en daarna door een palmcn- woudje, dat aan een tuin uit een sprookje doet den ken. Een aangename kqeje gcbat^uwschfmering heerschte er, maar cveti later kwamen we weder in, de gloeiende, grijze, troostelooze woestijn, die ons met haar zengenden adem omving. Het was zooals de kleine „Jimmy" ons had verteld. Spoedig zagen we een paal. Daar weken we links af. Terzijde van ons verhief zich een heuvel, eigenlijk meer een wal, vijftien a twintig meter hoog. Dat moest de plaats der opgravingen zijn. Wc reden er heen. Aan den voet van den heuvel zou mijn makker ter bewaking bij ons dricwielig voertuigje achterblijven, terwijl ik naar boven zou klauteren. De helling was bezaaid met stukken van bakstee- „Merkwaardig gelukkig" op den purpe ren berg. Nanking. In verband met het terugvindon van den vermisten Japanse hen vice-consul Koeramotn, schrijven de Chineesche bladen, dat Koeramoto de Chineesche politie, die hem tenslotto ontdekte bij dc graven der Ming-dynastie, verklaard heeft dat hij levensmoede was en dat hij eenige dagen in de heu velen van de omgeving had rondgedwaald. Hij was voornemens geweest een einde aan zijn leven te ma ken door zichzelf te laten verhongeren, doch ten slotte was de honger zoo hevig geworden, dat hij om voedsel was gaan bedelen. De Chineesche autoriteiten, die den vice-consul aan de Japansche overheid hebben uitgeleverd, ver klaren dat Koeramoto waarschijnlijk naar Japan terug zal, gezonden worden, teneinde aldaar een kuur te ondergaan. De correspondentte Shanghai van de „Times" meldt omtrent het terugvinden vqpt den Japanschen vice- consul o.m. nog het volgende: Koeramoto is Woensdagmiddag omstreeks 1 uur gevonden achter een kleine hoop steenen bij de Ming-graven nabij het Soenjatsen Mausoleum buiten Nanking. Detectives hadden een spoor gevolgd, toen zij van een vrouw die in levensmiddelen handelt, ge hoord hadden dat een vreemdeling getracht had voedsel van haar te koopen. waarbij hij manchet- knoopen in plaats van geld had aangeboden. Het duurde uren alvorens de schuilplaats van Koera moto eindelijk gevonden was. Hij bleek te liggen slapen en zag er ongeschoren en verweerd door een verblijf van vier dagen in de open lucht hoogst on verzorgd uit. In het begin toonde Koeramoto zich verstoord over het ingrijpen van de detectives en weigerde hij naar Nanking terug te koeren. Hij maakte den indruk lichtelijk in de war to zijn. De Japansche consul-generaal Soema heeft zich in het hoofdkwartier van do gendarmerie te Nanking be last met de verdere verzorging van Koeramoto. Algemeen is men van mcening. dat de verklaringen die Koeramoto over zijn verdwijning geeft voor een normaal man onbevredigend zijn. Koeramoto heeft o.m. het volgende verteld: Hij was van het Japan sche consulaat .vertrokken om den Japanschen ge zant Ariyoshi die naar Sjanghai vertrok, uitgeleide te doen. Hij maakte daarbij geen gebruik van de auto van het consulaat aangezien deze reeds over vol was. Hij begon te wandelen en keek uit naar een rickshaw., die hij tenslotto ook vond, doch merk waardigerwijze vertrok de rickshaw in tegenoverge stelde richting van het station Ilsiakwan en kwam tenslotte bij de poort, waardoor men naar het mau- soluem van Soenjatsen komt. llicr weigerde de koe lie verder te gaan. Koeramoto liep derhalve door en nen, van tegclsteenen en het kostte eenige moeite bo ven te komen. De „heuvel" bleek een wal van bij de opgravingen opgeworpen aarde en na eenige schreden zag ik iets lager in de verlatenheid voor me brokken van muren, overblijfselen van gewelven, van zuilen, de bouwval len van een stad. Babvlon, Bab-IUoe, de poort van God. In de door de zon doorlaaide stilte schokte iets in me. Getroffen, diep ontroerd, bleef ik als vastgewor- teld voor de zwijgende herinneringen uit de jeugd der menschheid. Aan het graf van een tientallen eeuwen geleden ge storven beschaving stond ik. Pracht, overdaad, weelde, bewogen leven hadden hier geheerscht. Nu hcerschten er alleen de zon, de eenzaamheid en de stilte. Hier leefde eens Nebukadnesar, de trotschc koning; hier werd aanbeden de schoonc godin Isjtar; hier stierf, drie-en-dertig jaar oud, een der machtigste helden der oudheid, Iskender, Alexander de Groote, na zijn zegetocht, die hem voerde van de Macedo nische bergen tot aan den heiligen stroom, de Ganges. Onder den smettcloozen hemel, in het fello licht van de zon schenen me de grauwe overblijfselen van doode huizen, van gestorven paleizen, van in puin gevallen tempels vreemd en onwerkelijk als dingen uit een droom. Een huiverende eerbied doorsidderde me, terwijl ik, als vreezend de tragiek van deze plaats te ontwijden, in.gtidasfrUn-verzonken bleef staan- -.*— Toen hoorde ik eensklaps in de onberoerde zonne- stiltc een zacht vleugelgoruisch. Ik keek op. Boven me, nog geen tien meter hoog, dreef een vogel, zooals ik nog nimmer aanschouwde; een vogel ter grootte van een duif, goud, rood, zilver, blauw. Mijn hart klopte wild van een vreugde, die angst was, van ontzag voor het onbegrijpelijke, van een ontroering, cfie ik niet omschrijven kan. Boven de doode dingen der gestorven stad dreef zwijgend, met nu en dan slechts een beweging der vleugels, de „zielevogel" en keek vorschend naar mij. J. K. BREDERODE. beklom den Purperen Berg, teneinde te genieten van het uitzicht van Nanking bij avond. Wat hij verder vertelt, is volkomen onsamenhangend. Zoo zeide hij o.m., dat hij besloten had op den Purperen Berg te blijven, aangezien hij daar „merkwaardig gelukkig was." Een bericht uit Nanking meldt nog, dat de Japan sche vertegenwoordigers voornemens zijn hun ver ontschuldigingen aan te bieden wegens de in ver band met het incident aangenomen houding. Een tweede bericht meldt, dat de Japanners toch nog on voldaan zijn over de wijze waarop de Chineesche overheid het onderzoek heeft geleid. Nanking uit zelf officieel zijn genoegdoening over het einde van een netelige zaak, die naar velen vreesden de Japan sche militairisten tot aanleiding zou hebben kun nen dienen voor nieuwe inmenging in Chineesche zaken. Japan trekt oorlogsschepen van Nanking terug. Tokio. De Japansche vice-consul Koeramoto zal op bevel van de Japansche regeering zijn post ver laten. De Japansche minister van buitenlandsche zaken heeft aan de Chineesche regeering medegedeeld, dat de Japansche démarches inzake Koeramoto geen doel meer hebben. Een deel van het naar Nanking gedirigeerde Ja pansche eskader is reeds weer naar Japan vertrok ken. Wederom aardbeving. Buenos Aires. Een felle sneeuwstorm en een koudegolf hebben dezer dagen Patagonië geteisterd en blokkeerden de passen over de Andes naar Chili. In de lager gelegen deelen van Argentinië is het weer Donderdag eenigszins minder koud geworden. In San Pacho, waar de bevolking reeds tengevolge van de aardschokken voor het overgroote gedeelte dakloos was geworden, heeft een tweede aardbeving gisteren de enkele nog overeind staande gebouwen verwoest. De regeering heeft thans maatregelen ge nomen tot het onderbrengen van de 5000 vluchtelin gen uit deze stad in de nabijliggende steden. Nieuwe aardbevingen worden verwacht. Nader uit Buenos Aires: Het seismographischc station te Cordoba meldt, dat de eerstvolgende dagen nieuwe ernstige aardschokken kunnen worden ver wacht. De bewoners van de Zondag vernielde stad Sam- pacho hebben zich over dc in den omtrek liggende plaatsen verspreid, aangezien zij het onmogelijk ach ten hun eigen stad weer op to bouwen. 7 cadetten gedood, 22 gewond. Reval. Op het schietterrein van de Estlandsche officiersschool heeft een ernstige explosie plaats ge had. Een adspirant-officier had een lichte mijn gevon den, welke nog uit den oorlog afkomstig was. Ter wijl hij zijn kameraden het ding toonde, ontplofte de mijn in zijn handen. Vijf cadetten wedden op slag gedood, twee gewon- dei stierven bij aankomst in het ziekenhuis. Er zijn nog 22 gewonden, waaronder twee zeer ernstig. Plannen om het in September te bergen. Het. Italiaanschc hergingsschip Artigilo, dat in de Noordzee naar het wrak van het Nederlandsche s.s. Tubantia heeft gezocht, is te Ostende teruggekeerd. De Artiglio heeft een nieuwe zuigmachine, bestemd om liet geld, dat zich nog in het wrak van een an der goudschip, dat tijdens den oorlog op de Fransche kust niet ver van Brcst getorpedeerd is, het Engelsche s.s. Egypt, bevindt, op te zuigen. De Artiglio is ver volgens naar Brest vertrokken. Volgens' verklaringen van den kapitein van de Ar tiglio heeft men eindelijk het wrak van de Tubantia gevonden. Boeien zijn in de onmiddellijke nabijheid van het wrak gelegd, teneinde bij de hervatting van dc werkzaamheden de plaats gemakkelijk te kunnen terugvinden. Het is waarschijnlijk dat met deze werk zaamheden eerst in September zal worden voortge gaan. Heeft Dnitschland er de hand in gehad. Ween en (R.O.): In verband met de terroristische gewelddaden van den laatsten tijd heeft de Oosten- rijksche regeering aan den Italiaanschen ondermi nister van buitenlandsche zaken, Suvich, al het ma teriaal toegezonden, waaruit zou blijken, dat Duitsch- land de hand in deze aanslagen heeft gehad. Zonder direct hulp te vragen van Mussolini, wiens verlangen, de volledige onafhankelijkheid van Oosten rijk te handhaven bekend is, heeft de Oostenrijksche regeering toch uiteengezet, dat door deze terroristische handelingen schade wordt toegebracht aan het eco nomische leven van Oostenrijk en zoodoende het pact van Rome mede getroffen wordt Daar de hevigheid der aanslagen intusschen is afge nomen, is de regeering niet overgegaan tot een agres sieve politiek, zooals deze door de Heimwehr ge- wenscht werd. Oostenrijk wil de vriendschap met. Duitschland her stellen, mits Hitier de Oostenrijksche onafhankelijk heid garandeert IN UW HANDTA5CHJE behoort altijd zoo'n klein plat zakdoosje met 3 "AKKERTJES", want dat neemt haast geen plaats in en Gij hebt dan altijd AKKER- CACHETS bij U om U van hoofd-, kies- of zenuwpijn af te helpen. Zakdooi II Glaa«n bui* nat IS stuk* ilecht» 52 cenl 20 cani 11 Ga kunt hiaruil Ax Uw xakdocije vullen. Debat in het Lagerhuis. Kanonvuur voor regenverwekking. Brengen radio-uit zendingen droogte mede? Donderdag zijn in het Engelsche Lagerhuis ver schillende vragen gesteld nopens de droogte, de wa tervoorziening in de groote steden en de vooruitzich ten. Een lid vroeg, of het niet. waar was dat heftig kanonvuur vaak groote regenbuien veroorzaakte. Twee leden, die in den oorlog gewast waren, be aamden dit, waarop minister Ilylton Young onder daverend gelach vroeg, of het dc bedoeling was, dat Engeland morgen den een of anderen oorlog zou ver klaren alleen om regen te verwekken? Weer een an der vroeg of de draadlooze golven in dc lucht den regenval niet tegenhielden, want men had nog nooit zulk een serie droge zomers gehad als sinds de algc- meene organisatie van radio-uitzendingen? De minister antwoordde, dat betrouwbare middelen om regen te verwekken niet bestonden en 's-lands financiën lieten helaas niet toe dure proeven te nemen met kanonvuur, afgezien nog van het feit, dat ook dit toch nooit meer dan plaatselijke uitwerking zou kunnen hebben. Over den invloed van draadlooze gol ven op den regenval bestonden evenmin afdoende ge gevens. De eenige mogelijkheid is, zuinig te zijn met de voorraden water en af te wachten tot de droogte zal ophouden. Wel had spr. aan landelijke autoriteiten een briefje gezonden om hen te wijzen op het nut van het bewaren en desinfecteeren van regenwater in ton nen, zooals dit in regenarme streken gebruikelijk was. Botsing tusschen trein en autobus. 5 kinderen en een onderwijzer gedood; 16 kinderen gewond. Johannesburg. Op een overweg alhier is een goederentrein in botsing gekomen met een autobus, tengevolge waarvan vijf kinderen en een onderwij zer, allen Europeanen, werden gedood, terwijl zes tien kinderen werden gewond, van wie zeven ernstig. Alle slachtoffers waren op weg naar school, toen het ongeluk gebeurde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 9