Raad Zuidscharwoude. De Brabantsche Brief Haar schuld betaald van Dré. Ulvenhout, 10 Juli 193$. Menier, Als dit potloolscl in def tige drukletterkes onder <1 oogen komt van oerv lerers, dan is onzen Prins zijnen lesten gaank al e0jaan, dan is veur Hum op denzo wearreld alles weer ten "dm heeft den Bourdon I'n kollesale dreunen ve- calmd over de laandon» en laangs de Vliet, - 't vaar- water van den Haag naar Delft, waarlaangs Icu witten rouw-wagel uegaan is. deur den midzomer- #tDan hebben wij allemaal, in den weinigen tijd van enkele maanden, veur den derden keer, in den geest 'ncn Yorstelijken lijkstntio gevolgd, van 't Pa leis naar 't graf. En we zijn efkens stil geworden van diep gepeins, toen den Dclftschen orgel zijnen gebedszang naar den Hemel ruischen de«\ in plechtstatigen treurmu ziek, geschreven deur dc edelste geesten onder het menschdom. Zwaar is de stilte uit onzen Radio in huis ge vallen, op den oogonblik, dat dc kist naar de aller- jesie bestemming gedragen wierd. Zoo hebben we drie Koninklijke lijkstoeten gevolgd, binnen kort tijdsbestek, van begin tot end. En als wo dn Bourdon beurden luijen, diep het Laand deur. z'n machtige klaankcn gedragen wieren op den act her binnen onze httizekens, die te naauw waren om dieèn duhboltoondreun te verzwelgen als we 't ijzeren getrappel beurden kletteren teugen stee- nen wegels van de fiere schimmels, die do witte lijk koets trokken uit den gouwen zomerdag in den killen grafkelder. alles onder 't pebimbambcier van den Bourdon, die moeizaam zwaaide op de kraehten van 'twintig mannenarmen, dan dan hebben we. ge- hogen onder 't hooren, onzen eigen stoet zien gaan op d'allerlesten tocht. Waant iederen sterveling is koning in zijn eigen hart. Zooals iederen Koning gewonen sterveling is, op grootc uren. als 'f leven de gedachten verheft tot den Schepper, van Wien alles kwam en tot Wien alles terugkeert. Waant of t (ten Bourdon is. waaraan meer dan tien steuvige kearels aan den klókkeknbel 'n kwar tier te trekken staan en als 'nen menschentros om hoog gerukt worren. 'nen meter van d' èèrde af, aleer den eersten galm uit den ..Nieuwen Dclftschen toren" barst dan wel of 't ons l Ivenhoutsche doodsklokskc is. dat er hengelt en klept over onze velden Of 't acht fiere schimmels zijn, dan wol twee breeje, zware knollen, of 't den gang is van *n paleis naar 'n mauseleum, dan wel '11 uitvaart uit 'n stulpke naar 'nen kuil in 't zaand of 't den Delftsehen orgel is, dio treurend bidt tot Onzenlievenheer, dan wel onzen L'lvenhoutschen orgel, veur God en Menschdom is «leuzen lesten gang ge lijk, waant we zijn allemaal sterveling-Koning d' oogen van den Schepper en onszelvers. 't Is geen hoogmoed «leus gedachte! Hoogmoedig is hij. die lacht om 't gedacht dat zijnen knecht ók koning zou zijn. Waant zonen rnensch voelt zijn eigen \lleeii Koning. Alleen Hecrschcr, Al leen-Begenadigde. Zo'neu dwaas voelt zijn eigen van 'n ampart bak sel, van 'n bezondcr maaksel, van 'nen zeldzamen gictvurm! Zo'ncn dwaas schijnt er sterk over te prakizeeren om *ns gaauw 'n end te maken aan de Goddelijke Waarheid, «lat den inensch geschapen is, naar.God's beeld en Zijne gelijkenis. Maar genogt: Als deus bricfke in druk staat, dan heeft Prins Hendrik zijnen kruisgaank van dc wieg tot aan het graf, volbracht. Kruisgaank ja! Zooals ieder leven 'ncn kruisgaank is. waant Onzenlievenheer stierf nic aan 't kruis veur Jan, Piet of Klaas Hij gaf z'11 vcurbeeld veur al z'n redelijke schep sels! Daar ontkomt geenen Vorst, daar ontkomt geencn koddebeier aan. 't Is 't dagclijksche bewijs veur 't bestaan van God, dien ze zoo gèren zouwen loochenen. FEUILLETON. door MARGARET PEDLER. 17. Voor hij een antwoord kon geven was er het geluid van de huisdeur, die open en weer dicht ging. Hij stond haastig van zijn stool op. .,0! Dat zal uw broer zijn", riep hij uit, met iet: van spijt in zijn stem. Doch daarna scheen hij blij met de afleiding en begroette Robin, toen deze bin nenkam. „Het spijt me. dat ik niet thuis was", begon deze Maar Coyentry brak zijn verontschuldigingen af. „Het hindert niets", zei hij. „Het heeft Miss Lovoll en mij gelegenheid gegeven onze kennismaking to hernieuwen." Robin keek verbaasd van de een naar den ander. „Hebben jullie elkaar dan al eens eerder ontmoet? vroeg hij. Ann legde het uit. ..In Montrichcux", antwoordde ze. „Mr. Coventr\ behoedde me voor verdrinken op den avond van het venetiaanscho feest daar." „Alleen maar voor niets gevaarlijker dan wat natte k eeren", verduidelijkte Coventrv op zijn abrupte ma nier. „Nu, ook dat is iets om dankbaar voor te zijn," zei Robin glimlachend. „Rooken." Hij hield hem zijn sigarettenkoker voor, en de twee mannen staken op. „Ik ben naar boer Spnrkes geweest," vertelde hij. „Hij heeft me een ellen-lange lijst gegeven van repa raties, dio hij aangebracht wil hebben." Coventrv lachte vroolijk. „Ik denk. dat ze me allemaal wel zullen aanklam pen voor veranderingen en reparaties, nu ik terug gekomen ben", zei hij. „Waartoe dient een landheer als je hem niet wat afzetten kunt?" „Ik ben bang, (lat er een heelehoel pachters zijn, die er zoo over denken", gaf Robin toe. „Ik denk, dat net de nieuwe eigenares van de Priory wel net zoo Onzen Prins zijnen kruisgaank Is ten ende. Plech tig bijgezet zijn z'n resten bij die van d Oraanjcs. 't. Is alles vcurbij veur hum op deuze weareld. En nog kunnen wc ons niet verbeelden, nie inleven in 't gedacht, dat daar in 't. witte Koningshuis aan 't Haagschc Noordeinde. 'n Koningsfamilie binnen en kele maanden dc helft van z'n weinig leden ver- Ondaanks den dreunenden Bourdon twee uitvaarten uitgalmde over de velden en wegels, over stad en land in Nederland. Ondaanks we deur den Radio de kollesale stoete rijen over de wegels heurden gaan. Ondaanks alles, is t nog nie deurgedrongen tot ons volle besef, dat van ons Koninklijk huisgezin zijn over gebleven. twee verweesde, treurende vrouwen, aan wier kruis 't gewicht hangt van den plicht van 't Ko ningschap. die 7.00 onmenschelijk zwaar kan zijn. Zwaar, tot den allcrlesten kruisval. Waant ziet de lesle dagen, de leste stonden, de leste stcrvcns-scconden van 'nen Prins-Gemaal, be kend. bemind als liefhebbenden vader, hoe deuzen Mensch te missen droeg z'n dochterke, waar ie zoo viclsveul van hield. Wij weten nie waarom, wij hebben alleen te bc- grijpe, dat de Prinses nie toegestaan was, wat eiken mensch toch mag: z'n verdriet meugen uitsnikken bij 't afscheid van 'nen braven goeicn vader, die heel ons leven van ons hield, mee de schonste gevoelens, die 'nen mensch beheerschcn kunnen. Maar laat ik niet van m'n chapiter geraken. *k Wou gezeed hebben g'ad: ondaanks de Vorstelijke uitvaart met dc wijd-verbrcide klanken daarbij, nóg kunnen we nie ten volle verbeelden, 't volledige gemis aan twee Koningsfiguren, die we zoolaang in ons midden wisten. Straks weer, over enkele maanden, als de Konin gin-weduwe met heure Dorhter de Kroonprinses plechtig, in pontificaal d Kamers der Staten-Gene- raai openen gaat. dan zullen wc weer efkens motten wennen op de prenten in krant en illustratie, aan 't gemis van de vriendelijke figuur van 'n grijze. Ko ninklijke Dame en de robuste figuur van 'nen kra- nigen Vorst. Maar ook da gemis zal d'n Tijd weer uitslijpen, d'n Tijd die alles uitslept. tot de aldcrlestc herinde- rink toe. Dc allerbeste herinderink, aan eiken mensch. van groot tot klein, zooals d'n golfslag van de zee. de hardste rotsen glad sljjt. Deus Natuureigenschap schijnt ons dikkels zoo vrecd! Veural op stervensmomenten, als 't plotseling glas helder veur ons staat, dat de vergetelheid is in gaan t re jen. En toch t doén van dieën zelfsten harden Tijd is lenslot zoo innig barmhartig. 't Is iets van Onzenlievenheer, van onzen Schep per zeivers. dio op t end de groote, de ééne barm hartigheid is veur allen die Hij schiep. Geslachten gaan. geslachten komen. Van 't eene moment tot t andere, gaat dat zijnen gaank. Terwijl d'n eenen korenkorrel te rijpen staat ten velde, wordt den vorigen vermaald in den meulen, die boven onze korenakkers uitrijst. Wordt ie vermaald tot bijna niks, tot poeier, maar tot meel, om de schepping van uiteindelijk nut te zijn in haren voortgaank, bij haren groei en vruchtendracht. Zoo ga-g-et ok- op den levensakker, waar dc men- schen als korenkorrds zijn, gedijende in den akkerr waarboven 't kruis uitsteekt van de moulenwiekcn. die ons vermalen zullen, tot de uiteindelijke nuttig heid van God's geweldigo schepping. Waant korenkorrcls zijn we allemaal in de hand van den grooten Schepper. Procies dezelfdo korrels, zooals in 't veurbeeld hierbovenaan: we allemaal ok Koningskinders wa ren van den eenigen Koning tor Schepper, die ons maakte en dus onze Vader is. Korenkorrels zijn we allemaal. 't Uiterlijke verschil, waaraan wo zoo kollesaal hechten soms, is 'n verschil zonder ennigte ver dienste. 't Is 'n kwestie of de eene familie-aar wat meer zon kon vangen, dan dc andere, orn dan dikker en trotscher te pluimen, boven de andere aren uit. Maar veur den grooten Landman, zijn we alle maal korenkorrels, die onder Zijn zeis eenmaal wor den gemaaid. Onder Zijnen dorschvleger eenmaal ontdaan zul len worden van 't kaf. om dan verzameld te worden veur Meulenèèr Tijd. wiens kruisschaduwen malen over den gouwen akker, waarin onze nazaten ten velde staan. Drie Vorstelijke begrafenissen hebben we 'dichtbij ervaren. Via Radio kwamen de Stoeten deur onze kamers. Passeerde d'n Dood koud laangs onze slapen. 't Is goed teugen elke menschelijke inbeelding de Majesteit van den Dood 'nen keer goed in 't gezicht te zien. Dan pas krijgt alles z'n sjuuste wëèrde. Dan blijkt dat economische wèèrden dingen zijn. uitgevonden deur petroleum-; automobiel-, margarine- en andere geldwolven, die 'n Jeven van misdadigheid leven, om tóch eenmaal met 'n steenkouwo achterwerk te worden gestopt tusschen zes plaanken, waar ze niks meer hebben aan schatten, aan titels aan alles, wat veur geld te koop is op deus weareld van duuzend hongerlijers op cénen geld-doctor! Op deuze weareld. waar 't levende koren begra ven wordt in diepe kuilen en in zeeën ten bate van 't levenlooze geld! (Daar kan ik als boer over meepraten.) In Amsterdam wordt op deuzen oogenblik oorlog gevoerd tusschen hongerlijers en de openbare Macht. Bij mijn op de akkers staat 't koren in over daad da'k er geen raad mee weet! In dit kleine, kleine landje. binnen enkele uren zit Amsterdam vol van ons gewas, van onze melk, van ons slachtvee. in dit kleine, kleine laandje stikken de menschen van den honger in de huizen- hooge voorraden koren, dat als drijfzand is gemaakt, deur geleerde economisten. 'k Ben efkens uit mijnen slof geschoten. Want 'nen netten katholieken Amsterdammer schreef me: ,,'t Is hier ontzettend! Gezinnen met 4 of 5 kinders mot ten eten van f8.— per week. Waant de huishuur bedraagt f6.50 tot f7.per week. Dank zij het uitge voerde bouwplan van de S.D.A.P. zijn deze huizen veel te klein, want ze zijn berekend op 1 a 2 kinde ren! Vleesch, visch, brood. melk. alles is hier tc hoog in prijs, 't Gaat niet langer zoo. De menschen verliezen gezondheid en kracht. De kinders raken ondervoed. Onze kerkekas is meer <lan uitgeput. St. Vincentius zit diep in de schuld. Bemiddelde parochianen hebben we niet meer. Onze goeie Pas toor wordt ziek van de zorgen. God zegent dc aarde met rijke vrucht. Wij bidden om de vruchten der aarde en als God ons gebed verhoort, dan wordt den vruchtenzege vernietigd, vanwege de „saneering", de gezondmaking. Knzoovoorts. Ik zeg. 't is goed. om de Majesteit van den Dood 's vlak in 't gezicht te zien. Deuze leste Vorstelijke uitvaart gaf er 'n goeie kaans veur. die 'k nie veurbij wilde laten gaan. veur ons. nog nie volgroeide, nog nie gemaaide, nie ge malen korenkorrels op Onzenlievenheer Zijnen akker. Veul. nog 'n kraant vol zou 'k kunnen zeggen, maar daar mot '11 end aan komen. 'k Ben vol. Veul groeten van Trui en as altij gin horke min der van oevven toe a voe DRé. De Raad dezer gemeente vergaderde Donderdag avond 8 uur ten raadhuizc. Voorzitter was de heer Jhr. A. I.. van Spenglcr, burgemeester; Secretaris do heer J. Th. Kunnen. Alle leden waren aanwezig. Voorzitter opende met woorden van welkom, waar na het overlijden van Z. K. H. den Prins der Neder landen met een kort oogenblik stilte, werd herdacht. Het gemeentebestuur beeft een telegram van deel neming verzonden aan de Kon. Familie. De notulen werden goedgekeurd en vastgesteld. Ingekomen stukken en mededeelingen. Aanwezig was proces-verbaal van opname van kas en boeken bij den gemeente-ontvanger over het tweede kwartaal 1934. In kas was en moest zijn f 1698.06. Bij een bankinstelling is een bedrag van f 7000.— ge plaatst. Personccle en fondsbelasting. Betreffende de personccle belasting van koffiehui zen enz. was een schrijven ingekomen, waarbij God. Staten goedkeuren dat van deze perceel en twee derde der personecle belasting zal worden gelieven. Ged. Staten hadden hot raadsbesluit tot het heffen van 100 opcenten op dc gcmccntcfondsbclasting goed gekeurd. Ged. Staten berichtten de sluiting van dc vaststel ling der aanslagen in de personeele belasting over het jaar 1934 te hebben opgeheven. De U. L. O. School. Van de gemeente Noordscharwoude was de rekening van de U. L. O. School ingekomen, sluitende met een nadeelig saldo ten laste dezer gemeente van 143.91. De afd. Langendijk van de vërceniging ter bevorde ring van het vakonderwijs in West friesland, 7.ond het verslag in over het dienstjaar 1933. Het aantal leer lingen bedroeg over 1933—1934 totaal 39, waarvan 12 uit deze gemeente. De resultaten van het onderwijs zijn goed. Het on derwijs heeft plaats gehad in twee lokalen van de O. L. School te Zuidscharwoude. Voor kennisgeving aangenomen. Werkverschaffing en steunverleening. De Minister van Sociale Zaken heeft goedgevonden het totaalbedrag der uitgaven wegens kosten van steunuitkeering aan werkloozcn en die van arbeids loon, betaald bij werkverschaffing, vast te stellen op f 17.595.99. Het bedrag der bijdrage uit 's Rijks kas in de ge meentelijke kosten van werkloosheidszorg, ingevolge art. 1 der gemeenschappelijke beschikking van de ministers is vastgesteld op f13372.95. Het percentage is 76. Voorts heeft de Minister van Sociale Zaken goedge vonden het subsidie van deze gemeente in de kosten van steunverleening voor het dienstjaar 1933 vast to stellen op f 1113.41. Het subsidie voor werkverschaf- fingskostcn is vastgesteld op f58S8.79. Dc gemeente wordt wegens plaatsing van arbeiders in dc centrale werkverschaffing belast met f2011.81. Voor kennisgeving aangenomen. Proefgemeente. Mededeeling werd gedaan van een aan den Minister van Sociale Zaken gericht schrijven, waarin werd ver zocht, evenals Broek op Langendijk, tot proefgemeen te te worden aangewezen, waarop van den Minister een telegram was ontvangen met bericht, dat dit ver zoek was ingewilligd. Men kan nu 4 maanden proef- nemen. Over de uitvoering van de proef moet met den inspecteur der Rijkswerkverschaffing in overleg worden getreden, wat Dinsdag j.1. heeft plaats gehad. Voorzitter herinnerde aan de besprekingen in do vorige raadsvergadering. Verder deed Voorzitter mededeeling van het be sprokene op de conferentie. Het loon is vastgesteld op f 16.50 per week. Tuinders kunnen zich opgeven. Voorzitter hoopte dat velen van de gelegenheid ge bruik zullen maken, zoodat üe proef slaagt. Het is misschien jammer, dat het geen maand eerder is ge komen. Als de proef niet mocht slagen, zou spr. het zeer bejammeren, daar dan do tuinders een steun zul len moeten missen. De heer Kroon dacht, dat er op het oogenblik niet allen geplaatst kunnen worden. Het had een maand eerder moeten zijn geweest. Voorzitter antwoordde dat dan de arbeiders dan in Broek en SL Pancras nu ook zouden moeten worden ontslagen. De heer Kroon verwachtte dat we!. Voorts zeide Voorzitter, dat in de laatste maand van dc proef het werk er weer volop is. Na een opmerking van den heer Bekker deelde Voorzitter mede. dat de baggerregeling apart blijft bestaan, naast dc proefregeling. Dc werkverschaffing bij Staatsboschbeheer is per 2 Juli stopgezet, welke arbeiders in de Wieringermeer zijn geplaatst. De regeling voor de Wieringermeer is echter nog slechter geworden, doordat men nu aan het drainee- ren is. I11 de week van 27 Juni tot 3 Juli heeft men hoogstens f9.63 per week verdiend. Ook zijn er van f 0.02 bij. Spr. hoopte, dat dc loonen beter mogen wor den \oor de arbeiders als ze zijn ingewerkt, zooals dat in het begin ook is geweest. De winsten der Lichtbedrijven. In de gemeentekas. In verband met de tot 1933 aangebrachte uitbrei dingen en vernieuwingen ten behoeve der lichtbedrij ven, welke uit de gewone middelen zijn betaald, cu den toestand der gemcentefinanciën, stelden B. en W. voor in afwijking van de gemeenschappelijke rege ling. de geheele winst der bedrijven in de gemeente kas te storten. Over 1933 is het een bedrog van f 1500.voor elke gemeente. Aldus werd besloten. De heer J, Swart verzocht reductie op zijn honden belasting. Er werd een half jaar reductie verleend. Voorgesteld werden af- en overschrijvingen, welke zonder eenigo opmerkingen aldus werden vastgesteld. Kasgeldleening. In verhand met de omstandigheid dat binnenkort zal moeten worden betaald de kosten van dc werk- zal gaan. Een paar van dc huisjes daar hebben ook werkelijk reparaties noodig." „Heb je haar al gezien, Robin?" vroeg Ann snel, met vrouwelijke nieuwsgierigheid. „Mrs. Hilyard bedoel je? Nee, ik beu er vanmor gen niet in de buurt geweest." „Wié zei u?" vroeg Covcntry. Iets in den toon van zijn stem deed Ann snel naar hem kijken. Alle opgewektheid was uit zijn ge laat verdwenen. Het was gesloten en ernstig, en er lag een vreemde waakzaamheid in den blik, dien hij on der het spreken op Robin sloeg. „Mrs. Hilyard de nieuwe eigenares van de Priory", legde Robin uit. „Ze is gisteren aangeko men." „Hilyard?" herbaalde Coventrv. „Iemand vertelde me, «lat ze Ililton heette. Je weet waarschijnlijk niet, welke Hilyard zij is?" „Nee, ik weet niets van haar. Maar Hilyard is een heel gewone naam." „Ja, heel gewoon", herhaal do Covcntry langzaam. Als om van dit onderwerp af te stappen kwani hij weer terug op de herstellingen, die op de boerderij van Sparkes noodig waren, en enkele minuten waren de beide mannen verdiept in détails over het bestuur der plaats. Maar Ann merkte op dat Coventry eigen aardig afwezig leek. Hij liet zijn sigaret tusschen z'n vingers voortsmeulen, tot ze uit was, en beëindigde toen plotseling het gesprek niet Robin om heen te gaan. Hij nam ietwat bruusk afscheid, steeg op zijn paard, dat vastgebonden had gestaan bij het hek en reed in korten galop weg. Ann zei er eerst niets over, daar Robin verdiept was in ambtelijke bezigheden, maar 's avonds bij het diner bracht ze het onderwerp weer tor sprake, waar mee ze zicli don hcelen dag had bezig gehouden. „Robin, zag je Mr. Coventry's gezicht, toen j.o Mrs. Hilyard noemde?" Robin keek twijfelend op van Maria's heerlijk gebra den coteletten. ..Zijn gezicht? Nee. ik geloof niet. dat ik speciaal op hem lette. Hij dacht, dat ze Hilton heette of zoo iets, nietwaar?' Ann lachte even. „Let een man ooit op iets, behalve als het vlak onder zijn neus komt?" vroeg ze dramatisch. „Nu, zijn gezicht verandordo hcelemaal toen jij Mrs. Hilyard's naam noemde." „Maar waarom zou dat dan?" vroeg Robin, die er nog niets van begreep. „Ik denk", orakelde ze, „dat een Mrs. Hilyard in den een of anderen tijd eens oen belangrijke rol in zijn leven heeft gespeeld." „Nu, daar hebben wij niets mee te maken, als dat zoo is", antwoordde Robin ongeïnteresseerd. „Nee. Maar bet zou wel wonderlijk zijn, als de Mrs. Hilyard, die de Priory heeft gekocht, nu de andere Mrs. Hilyard bleek to zijn die Mr. Coventry vroe ger gekend heeft." „W hebben hcelemaal geen reden om aan te nemen, dat hij ooit oen Mrs. Hilyard gekend heeft en als dat al zoo is, net als ik al zei, dan hebben wij daar niets mee te maken." Er was nog nooit een echte vrouw, die niet ge ïnteresseerd werd door dc mogelijkheid, dat er een roman school in het verleden van een van^huar man nelijke kennissen en Ann was veel tc typisch vrou welijk om te doen alsof haar belangstelling niet ge prikkeld was. „Nee, natuurlijk hebben wij daar niets mee te ma ken", gaf ze toe. „Maar toch kun je wel levendig belang stellen in je medemenschen. vind ik.' „Dat hangt van dc omstandigheden af", antwoord de Robin. „Ik ben bier Coventry's rentmeester en de particuliere aangelegenheden van inijn werkgever in teresseeren mij hoegenaamd niet." Er klonk iets van den „ouderen broeder" in zijn woorden even maar, doch genoeg om allen verbor gen vrouwelijken strijdlust in Ann wakker to roe pen. „Nu, Mrs. Hilyard is je werkgever niet", wierp ze tegen. „Dus heb ik volkomen het recht, belang in baar te stellen." „Maar niet in haar betrekkingen tot Mr. Coventry", hield Robin ernstig vol. Ann's mondhoeken krulden omhoog in een oproe- rigen glimlach en do lichtjes in haar oogen dansten. „Beste Rohin, je kunt een vrouw niet isoloeron, als een electrischen draad tenminste niet. als zc oenige aanspraak maakt op een knap uiterlijk". „Nee, dat geloof ik ook", gaf hij toe. onwillig glim lachend. „Jammer genoeg soms!" Toen verliet ze voor een oogenblik dit onderwerp, maar hot duiveltjo der ondeugendheid danste nog uitdagend in de goudbruine oogen. en loen Maria na het diner de koffie binnenbracht, maakte Ann een „polsende" opmerking, dio onmiddellijk haar snode doel trof: nl. de sluizen van Maria's w sprekendheid te o; enen. „Ze vertellen in het. dorp héél wat over de nieuwe Lady op de Priory", bogon Maria het gesprek. Ann deed suiker in haar koffie met een onver schillig uiterlijk, maar keek omlertusschen heimelijk naar Kobins gelaat. .,Je moet niet luisteren naar praatjes, Maria", zei ze streng. ..Nu Miss. het is waar. dat je niet alles moet ge- looven wat je hoort en ze beginnen er nu wel vroeg mee. want ze is immers nog maar net thuis." „Je laat me nog denken, dat ze 's nachts op de stoep geslapen heeft", merkte Ann op. ..O nee Miss", antwoordde Marie onverschillig. „Ze heeft minacht heel behoorlijk in haar bed geslapen. Maar toch kon 't wel eens waar zijn, wat de men schen zeggen", voegde ze er glimlachend aan toe. „Ik had geen suiker meer en toen ging ik vanmiddag na de thee naar den kruidenier, en hii vertelde me, dat in het dorp verteld wordt, dat dio Mrs. Hilyard heelo- inaal geen weduwe is en sommige menschen denken dat ze niet voel bijzonders is". Er volgde een toornige uitroep van Robin. „Dat geklets in die kleine dorpen is werkelijk on gelooflijk!" riep hij boos uit. ..Daar komt me nu een volslagen vreemde in het district en daar zijn ze me al bezig om over het karakter van die arme vrouw te praten." „Nu, sir, natuurlijk spreek ik alleen maar van wat ik gehoord heb", antwoordde Maria, die, met al haar goede eigenschappen— en dat waren er heel wat zeer veel hield van alle mogelijke praatjes, met of zonder grond. „Laten we maar hopen, dat liet niet waar Is. Maar ze zeggen, dat haar klecren even mooi zijn als van de rijkste lady van het land. Juffrouw Thorowgood, die altijd op dc Priory gewerkt heeft, kwam hij me, toen zc op weg was naar huis. Hel schijnt, dat Mrs. Hilyard haar voor zich wil laten wasschen en ze nam oen paar dingen mee naar huis 0111 die morgen te wasschen. F.ti ze vertelde mo zelf, dat de kant daaraan zoo fijn was als een spinnowob." Ann slaagde cr in haar vroolijkheid te verbergen en met gepastcn ernst to antwoorden. „Beste Maria, als tnen een slecht karakter onaf scheidclijk vindt van mooi ondergoed, dan ben ik bang, «lat ik een even slechte reputatie zal krijgen als Mrs. Hilyard". zei zo vriendelijk. ,.L', Miss?" Mnria s trouw uitte zich in een veront waardigd protest. „En wie zou dan geen mooie dingen hebben. u het niet was? Dnt zou tk wel eens willen weten Het zou verkeerd zijn. als een Miss I.ovell van I." veil Court niet van alles het beste had. En wat praatjes betreft cr zuilen nooit praatjes komen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 15