Raad Zuidscharwoude.
De Brabantsche Brief
Haar schuld betaald
van Dré.
Ulvenhout, 10 Juli 193$.
Menier,
Als dit potloolscl in def
tige drukletterkes onder <1
oogen komt van oerv lerers,
dan is onzen Prins zijnen
lesten gaank al e0jaan,
dan is veur Hum op denzo
wearreld alles weer ten
"dm heeft den Bourdon
I'n kollesale dreunen ve-
calmd over de laandon» en
laangs de Vliet, - 't vaar-
water van den Haag naar
Delft, waarlaangs Icu
witten rouw-wagel uegaan
is. deur den midzomer-
#tDan hebben wij allemaal, in den weinigen tijd
van enkele maanden, veur den derden keer, in den
geest 'ncn Yorstelijken lijkstntio gevolgd, van 't Pa
leis naar 't graf.
En we zijn efkens stil geworden van diep gepeins,
toen den Dclftschen orgel zijnen gebedszang naar
den Hemel ruischen de«\ in plechtstatigen treurmu
ziek, geschreven deur dc edelste geesten onder het
menschdom.
Zwaar is de stilte uit onzen Radio in huis ge
vallen, op den oogonblik, dat dc kist naar de aller-
jesie bestemming gedragen wierd.
Zoo hebben we drie Koninklijke lijkstoeten gevolgd,
binnen kort tijdsbestek, van begin tot end.
En als wo dn Bourdon beurden luijen, diep het
Laand deur. z'n machtige klaankcn gedragen wieren
op den act her binnen onze httizekens, die te naauw
waren om dieèn duhboltoondreun te verzwelgen als
we 't ijzeren getrappel beurden kletteren teugen stee-
nen wegels van de fiere schimmels, die do witte lijk
koets trokken uit den gouwen zomerdag in den killen
grafkelder. alles onder 't pebimbambcier van den
Bourdon, die moeizaam zwaaide op de kraehten van
'twintig mannenarmen, dan dan hebben we. ge-
hogen onder 't hooren, onzen eigen stoet zien gaan
op d'allerlesten tocht.
Waant iederen sterveling is koning in zijn eigen
hart.
Zooals iederen Koning gewonen sterveling is, op
grootc uren. als 'f leven de gedachten verheft tot den
Schepper, van Wien alles kwam en tot Wien alles
terugkeert.
Waant of t (ten Bourdon is. waaraan meer dan
tien steuvige kearels aan den klókkeknbel 'n kwar
tier te trekken staan en als 'nen menschentros om
hoog gerukt worren. 'nen meter van d' èèrde af, aleer
den eersten galm uit den ..Nieuwen Dclftschen toren"
barst dan wel of 't ons l Ivenhoutsche doodsklokskc
is. dat er hengelt en klept over onze velden
Of 't acht fiere schimmels zijn, dan wol twee breeje,
zware knollen,
of 't den gang is van *n paleis naar 'n mauseleum,
dan wel '11 uitvaart uit 'n stulpke naar 'nen kuil in
't zaand
of 't den Delftsehen orgel is, dio treurend bidt tot
Onzenlievenheer, dan wel onzen L'lvenhoutschen
orgel,
veur God en Menschdom is «leuzen lesten gang ge
lijk, waant we zijn allemaal sterveling-Koning
d' oogen van den Schepper en onszelvers.
't Is geen hoogmoed «leus gedachte!
Hoogmoedig is hij. die lacht om 't gedacht dat zijnen
knecht ók koning zou zijn. Waant zonen rnensch
voelt zijn eigen \lleeii Koning. Alleen Hecrschcr, Al
leen-Begenadigde.
Zo'neu dwaas voelt zijn eigen van 'n ampart bak
sel, van 'n bezondcr maaksel, van 'nen zeldzamen
gictvurm!
Zo'ncn dwaas schijnt er sterk over te prakizeeren
om *ns gaauw 'n end te maken aan de Goddelijke
Waarheid, «lat den inensch geschapen is, naar.God's
beeld en Zijne gelijkenis.
Maar genogt:
Als deus bricfke in druk staat, dan heeft Prins
Hendrik zijnen kruisgaank van dc wieg tot aan het
graf, volbracht.
Kruisgaank ja!
Zooals ieder leven 'ncn kruisgaank is. waant
Onzenlievenheer stierf nic aan 't kruis veur Jan, Piet
of Klaas
Hij gaf z'11 vcurbeeld veur al z'n redelijke schep
sels!
Daar ontkomt geenen Vorst, daar ontkomt geencn
koddebeier aan.
't Is 't dagclijksche bewijs veur 't bestaan van God,
dien ze zoo gèren zouwen loochenen.
FEUILLETON.
door
MARGARET PEDLER.
17.
Voor hij een antwoord kon geven was er het geluid
van de huisdeur, die open en weer dicht ging. Hij
stond haastig van zijn stool op.
.,0! Dat zal uw broer zijn", riep hij uit, met iet:
van spijt in zijn stem. Doch daarna scheen hij blij
met de afleiding en begroette Robin, toen deze bin
nenkam.
„Het spijt me. dat ik niet thuis was", begon deze
Maar Coyentry brak zijn verontschuldigingen af.
„Het hindert niets", zei hij. „Het heeft Miss Lovoll
en mij gelegenheid gegeven onze kennismaking to
hernieuwen."
Robin keek verbaasd van de een naar den ander.
„Hebben jullie elkaar dan al eens eerder ontmoet?
vroeg hij.
Ann legde het uit.
..In Montrichcux", antwoordde ze. „Mr. Coventr\
behoedde me voor verdrinken op den avond van het
venetiaanscho feest daar."
„Alleen maar voor niets gevaarlijker dan wat natte
k eeren", verduidelijkte Coventrv op zijn abrupte ma
nier.
„Nu, ook dat is iets om dankbaar voor te zijn,"
zei Robin glimlachend. „Rooken."
Hij hield hem zijn sigarettenkoker voor, en de
twee mannen staken op.
„Ik ben naar boer Spnrkes geweest," vertelde hij.
„Hij heeft me een ellen-lange lijst gegeven van repa
raties, dio hij aangebracht wil hebben."
Coventrv lachte vroolijk.
„Ik denk. dat ze me allemaal wel zullen aanklam
pen voor veranderingen en reparaties, nu ik terug
gekomen ben", zei hij. „Waartoe dient een landheer
als je hem niet wat afzetten kunt?"
„Ik ben bang, (lat er een heelehoel pachters zijn,
die er zoo over denken", gaf Robin toe. „Ik denk, dat
net de nieuwe eigenares van de Priory wel net zoo
Onzen Prins zijnen kruisgaank Is ten ende. Plech
tig bijgezet zijn z'n resten bij die van d Oraanjcs.
't. Is alles vcurbij veur hum op deuze weareld. En
nog kunnen wc ons niet verbeelden, nie inleven in
't gedacht, dat daar in 't. witte Koningshuis aan 't
Haagschc Noordeinde. 'n Koningsfamilie binnen en
kele maanden dc helft van z'n weinig leden ver-
Ondaanks den dreunenden Bourdon twee uitvaarten
uitgalmde over de velden en wegels, over stad en
land in Nederland.
Ondaanks we deur den Radio de kollesale stoete
rijen over de wegels heurden gaan.
Ondaanks alles, is t nog nie deurgedrongen tot ons
volle besef, dat van ons Koninklijk huisgezin zijn over
gebleven. twee verweesde, treurende vrouwen, aan
wier kruis 't gewicht hangt van den plicht van 't Ko
ningschap. die 7.00 onmenschelijk zwaar kan zijn.
Zwaar, tot den allcrlesten kruisval.
Waant ziet de lesle dagen, de leste stonden, de
leste stcrvcns-scconden van 'nen Prins-Gemaal, be
kend. bemind als liefhebbenden vader, hoe deuzen
Mensch te missen droeg z'n dochterke, waar ie zoo
viclsveul van hield.
Wij weten nie waarom, wij hebben alleen te bc-
grijpe, dat de Prinses nie toegestaan was, wat eiken
mensch toch mag: z'n verdriet meugen uitsnikken
bij 't afscheid van 'nen braven goeicn vader, die heel
ons leven van ons hield, mee de schonste gevoelens,
die 'nen mensch beheerschcn kunnen.
Maar laat ik niet van m'n chapiter geraken. *k Wou
gezeed hebben g'ad: ondaanks de Vorstelijke uitvaart
met dc wijd-verbrcide klanken daarbij, nóg kunnen
we nie ten volle verbeelden, 't volledige gemis aan
twee Koningsfiguren, die we zoolaang in ons midden
wisten.
Straks weer, over enkele maanden, als de Konin
gin-weduwe met heure Dorhter de Kroonprinses
plechtig, in pontificaal d Kamers der Staten-Gene-
raai openen gaat. dan zullen wc weer efkens motten
wennen op de prenten in krant en illustratie, aan 't
gemis van de vriendelijke figuur van 'n grijze. Ko
ninklijke Dame en de robuste figuur van 'nen kra-
nigen Vorst.
Maar ook da gemis zal d'n Tijd weer uitslijpen,
d'n Tijd die alles uitslept. tot de aldcrlestc herinde-
rink toe. Dc allerbeste herinderink, aan eiken
mensch. van groot tot klein, zooals d'n golfslag van
de zee. de hardste rotsen glad sljjt.
Deus Natuureigenschap schijnt ons dikkels zoo
vrecd!
Veural op stervensmomenten, als 't plotseling glas
helder veur ons staat, dat de vergetelheid is in
gaan t re jen.
En toch t doén van dieën zelfsten harden Tijd
is lenslot zoo innig barmhartig.
't Is iets van Onzenlievenheer, van onzen Schep
per zeivers. dio op t end de groote, de ééne barm
hartigheid is veur allen die Hij schiep.
Geslachten gaan. geslachten komen. Van 't eene
moment tot t andere, gaat dat zijnen gaank.
Terwijl d'n eenen korenkorrel te rijpen staat ten
velde, wordt den vorigen vermaald in den meulen,
die boven onze korenakkers uitrijst.
Wordt ie vermaald tot bijna niks, tot poeier,
maar tot meel, om de schepping van uiteindelijk
nut te zijn in haren voortgaank, bij haren groei en
vruchtendracht.
Zoo ga-g-et ok- op den levensakker, waar dc men-
schen als korenkorrds zijn, gedijende in den akkerr
waarboven 't kruis uitsteekt van de moulenwiekcn.
die ons vermalen zullen, tot de uiteindelijke nuttig
heid van God's geweldigo schepping.
Waant korenkorrcls zijn we allemaal in de hand
van den grooten Schepper.
Procies dezelfdo korrels, zooals in 't veurbeeld
hierbovenaan: we allemaal ok Koningskinders wa
ren van den eenigen Koning tor Schepper, die ons
maakte en dus onze Vader is.
Korenkorrels zijn we allemaal.
't Uiterlijke verschil, waaraan wo zoo kollesaal
hechten soms, is 'n verschil zonder ennigte ver
dienste.
't Is 'n kwestie of de eene familie-aar wat meer
zon kon vangen, dan dc andere, orn dan dikker en
trotscher te pluimen, boven de andere aren uit.
Maar veur den grooten Landman, zijn we alle
maal korenkorrels, die onder Zijn zeis eenmaal wor
den gemaaid.
Onder Zijnen dorschvleger eenmaal ontdaan zul
len worden van 't kaf. om dan verzameld te worden
veur Meulenèèr Tijd. wiens kruisschaduwen malen
over den gouwen akker, waarin onze nazaten ten
velde staan.
Drie Vorstelijke begrafenissen hebben we 'dichtbij
ervaren. Via Radio kwamen de Stoeten deur onze
kamers.
Passeerde d'n Dood koud laangs onze slapen.
't Is goed teugen elke menschelijke inbeelding de
Majesteit van den Dood 'nen keer goed in 't gezicht
te zien.
Dan pas krijgt alles z'n sjuuste wëèrde. Dan blijkt
dat economische wèèrden dingen zijn. uitgevonden
deur petroleum-; automobiel-, margarine- en andere
geldwolven, die 'n Jeven van misdadigheid leven,
om tóch eenmaal met 'n steenkouwo achterwerk te
worden gestopt tusschen zes plaanken, waar ze niks
meer hebben aan schatten, aan titels aan alles, wat
veur geld te koop is op deus weareld van duuzend
hongerlijers op cénen geld-doctor!
Op deuze weareld. waar 't levende koren begra
ven wordt in diepe kuilen en in zeeën ten bate van
't levenlooze geld!
(Daar kan ik als boer over meepraten.)
In Amsterdam wordt op deuzen oogenblik oorlog
gevoerd tusschen hongerlijers en de openbare
Macht. Bij mijn op de akkers staat 't koren in over
daad da'k er geen raad mee weet!
In dit kleine, kleine landje. binnen enkele uren
zit Amsterdam vol van ons gewas, van onze melk,
van ons slachtvee. in dit kleine, kleine laandje
stikken de menschen van den honger in de huizen-
hooge voorraden koren, dat als drijfzand is gemaakt,
deur geleerde economisten.
'k Ben efkens uit mijnen slof geschoten. Want 'nen
netten katholieken Amsterdammer schreef me: ,,'t
Is hier ontzettend! Gezinnen met 4 of 5 kinders mot
ten eten van f8.— per week. Waant de huishuur
bedraagt f6.50 tot f7.per week. Dank zij het uitge
voerde bouwplan van de S.D.A.P. zijn deze huizen
veel te klein, want ze zijn berekend op 1 a 2 kinde
ren! Vleesch, visch, brood. melk. alles is hier tc
hoog in prijs, 't Gaat niet langer zoo. De menschen
verliezen gezondheid en kracht. De kinders raken
ondervoed. Onze kerkekas is meer <lan uitgeput.
St. Vincentius zit diep in de schuld. Bemiddelde
parochianen hebben we niet meer. Onze goeie Pas
toor wordt ziek van de zorgen. God zegent dc aarde
met rijke vrucht. Wij bidden om de vruchten der
aarde en als God ons gebed verhoort, dan wordt den
vruchtenzege vernietigd, vanwege de „saneering", de
gezondmaking. Knzoovoorts.
Ik zeg. 't is goed. om de Majesteit van den Dood
's vlak in 't gezicht te zien.
Deuze leste Vorstelijke uitvaart gaf er 'n goeie
kaans veur. die 'k nie veurbij wilde laten gaan. veur
ons. nog nie volgroeide, nog nie gemaaide, nie ge
malen korenkorrels op Onzenlievenheer Zijnen
akker.
Veul. nog 'n kraant vol zou 'k kunnen zeggen,
maar daar mot '11 end aan komen.
'k Ben vol.
Veul groeten van Trui en as altij gin horke min
der van oevven
toe a voe
DRé.
De Raad dezer gemeente vergaderde Donderdag
avond 8 uur ten raadhuizc.
Voorzitter was de heer Jhr. A. I.. van Spenglcr,
burgemeester; Secretaris do heer J. Th. Kunnen.
Alle leden waren aanwezig.
Voorzitter opende met woorden van welkom, waar
na het overlijden van Z. K. H. den Prins der Neder
landen met een kort oogenblik stilte, werd herdacht.
Het gemeentebestuur beeft een telegram van deel
neming verzonden aan de Kon. Familie.
De notulen werden goedgekeurd en vastgesteld.
Ingekomen stukken en mededeelingen.
Aanwezig was proces-verbaal van opname van kas
en boeken bij den gemeente-ontvanger over het tweede
kwartaal 1934.
In kas was en moest zijn f 1698.06.
Bij een bankinstelling is een bedrag van f 7000.— ge
plaatst.
Personccle en fondsbelasting.
Betreffende de personccle belasting van koffiehui
zen enz. was een schrijven ingekomen, waarbij God.
Staten goedkeuren dat van deze perceel en twee derde
der personecle belasting zal worden gelieven.
Ged. Staten hadden hot raadsbesluit tot het heffen
van 100 opcenten op dc gcmccntcfondsbclasting goed
gekeurd.
Ged. Staten berichtten de sluiting van dc vaststel
ling der aanslagen in de personeele belasting over het
jaar 1934 te hebben opgeheven.
De U. L. O. School.
Van de gemeente Noordscharwoude was de rekening
van de U. L. O. School ingekomen, sluitende met een
nadeelig saldo ten laste dezer gemeente van 143.91.
De afd. Langendijk van de vërceniging ter bevorde
ring van het vakonderwijs in West friesland, 7.ond het
verslag in over het dienstjaar 1933. Het aantal leer
lingen bedroeg over 1933—1934 totaal 39, waarvan 12
uit deze gemeente.
De resultaten van het onderwijs zijn goed. Het on
derwijs heeft plaats gehad in twee lokalen van de
O. L. School te Zuidscharwoude.
Voor kennisgeving aangenomen.
Werkverschaffing en steunverleening.
De Minister van Sociale Zaken heeft goedgevonden
het totaalbedrag der uitgaven wegens kosten van
steunuitkeering aan werkloozcn en die van arbeids
loon, betaald bij werkverschaffing, vast te stellen op
f 17.595.99.
Het bedrag der bijdrage uit 's Rijks kas in de ge
meentelijke kosten van werkloosheidszorg, ingevolge
art. 1 der gemeenschappelijke beschikking van de
ministers is vastgesteld op f13372.95. Het percentage
is 76.
Voorts heeft de Minister van Sociale Zaken goedge
vonden het subsidie van deze gemeente in de kosten
van steunverleening voor het dienstjaar 1933 vast to
stellen op f 1113.41. Het subsidie voor werkverschaf-
fingskostcn is vastgesteld op f58S8.79.
Dc gemeente wordt wegens plaatsing van arbeiders
in dc centrale werkverschaffing belast met f2011.81.
Voor kennisgeving aangenomen.
Proefgemeente.
Mededeeling werd gedaan van een aan den Minister
van Sociale Zaken gericht schrijven, waarin werd ver
zocht, evenals Broek op Langendijk, tot proefgemeen
te te worden aangewezen, waarop van den Minister
een telegram was ontvangen met bericht, dat dit ver
zoek was ingewilligd. Men kan nu 4 maanden proef-
nemen. Over de uitvoering van de proef moet met
den inspecteur der Rijkswerkverschaffing in overleg
worden getreden, wat Dinsdag j.1. heeft plaats gehad.
Voorzitter herinnerde aan de besprekingen in do
vorige raadsvergadering.
Verder deed Voorzitter mededeeling van het be
sprokene op de conferentie. Het loon is vastgesteld op
f 16.50 per week. Tuinders kunnen zich opgeven.
Voorzitter hoopte dat velen van de gelegenheid ge
bruik zullen maken, zoodat üe proef slaagt. Het is
misschien jammer, dat het geen maand eerder is ge
komen. Als de proef niet mocht slagen, zou spr. het
zeer bejammeren, daar dan do tuinders een steun zul
len moeten missen.
De heer Kroon dacht, dat er op het oogenblik niet
allen geplaatst kunnen worden. Het had een maand
eerder moeten zijn geweest.
Voorzitter antwoordde dat dan de arbeiders dan in
Broek en SL Pancras nu ook zouden moeten worden
ontslagen.
De heer Kroon verwachtte dat we!.
Voorts zeide Voorzitter, dat in de laatste maand
van dc proef het werk er weer volop is.
Na een opmerking van den heer Bekker deelde
Voorzitter mede. dat de baggerregeling apart blijft
bestaan, naast dc proefregeling.
Dc werkverschaffing bij Staatsboschbeheer is per
2 Juli stopgezet, welke arbeiders in de Wieringermeer
zijn geplaatst.
De regeling voor de Wieringermeer is echter nog
slechter geworden, doordat men nu aan het drainee-
ren is. I11 de week van 27 Juni tot 3 Juli heeft men
hoogstens f9.63 per week verdiend. Ook zijn er van
f 0.02 bij. Spr. hoopte, dat dc loonen beter mogen wor
den \oor de arbeiders als ze zijn ingewerkt, zooals
dat in het begin ook is geweest.
De winsten der Lichtbedrijven. In de
gemeentekas.
In verband met de tot 1933 aangebrachte uitbrei
dingen en vernieuwingen ten behoeve der lichtbedrij
ven, welke uit de gewone middelen zijn betaald, cu
den toestand der gemcentefinanciën, stelden B. en W.
voor in afwijking van de gemeenschappelijke rege
ling. de geheele winst der bedrijven in de gemeente
kas te storten.
Over 1933 is het een bedrog van f 1500.voor elke
gemeente. Aldus werd besloten.
De heer J, Swart verzocht reductie op zijn honden
belasting. Er werd een half jaar reductie verleend.
Voorgesteld werden af- en overschrijvingen, welke
zonder eenigo opmerkingen aldus werden vastgesteld.
Kasgeldleening.
In verhand met de omstandigheid dat binnenkort
zal moeten worden betaald de kosten van dc werk-
zal gaan. Een paar van dc huisjes daar hebben ook
werkelijk reparaties noodig."
„Heb je haar al gezien, Robin?" vroeg Ann snel,
met vrouwelijke nieuwsgierigheid.
„Mrs. Hilyard bedoel je? Nee, ik beu er vanmor
gen niet in de buurt geweest."
„Wié zei u?" vroeg Covcntry.
Iets in den toon van zijn stem deed Ann snel
naar hem kijken. Alle opgewektheid was uit zijn ge
laat verdwenen. Het was gesloten en ernstig, en er lag
een vreemde waakzaamheid in den blik, dien hij on
der het spreken op Robin sloeg.
„Mrs. Hilyard de nieuwe eigenares van de
Priory", legde Robin uit. „Ze is gisteren aangeko
men."
„Hilyard?" herbaalde Coventrv. „Iemand vertelde
me, «lat ze Ililton heette. Je weet waarschijnlijk niet,
welke Hilyard zij is?"
„Nee, ik weet niets van haar. Maar Hilyard is een
heel gewone naam."
„Ja, heel gewoon", herhaal do Covcntry langzaam.
Als om van dit onderwerp af te stappen kwani hij
weer terug op de herstellingen, die op de boerderij
van Sparkes noodig waren, en enkele minuten waren
de beide mannen verdiept in détails over het bestuur
der plaats. Maar Ann merkte op dat Coventry eigen
aardig afwezig leek. Hij liet zijn sigaret tusschen z'n
vingers voortsmeulen, tot ze uit was, en beëindigde
toen plotseling het gesprek niet Robin om heen te
gaan. Hij nam ietwat bruusk afscheid, steeg op zijn
paard, dat vastgebonden had gestaan bij het hek en
reed in korten galop weg.
Ann zei er eerst niets over, daar Robin verdiept
was in ambtelijke bezigheden, maar 's avonds bij het
diner bracht ze het onderwerp weer tor sprake, waar
mee ze zicli don hcelen dag had bezig gehouden.
„Robin, zag je Mr. Coventry's gezicht, toen j.o Mrs.
Hilyard noemde?"
Robin keek twijfelend op van Maria's heerlijk gebra
den coteletten.
..Zijn gezicht? Nee. ik geloof niet. dat ik speciaal
op hem lette. Hij dacht, dat ze Hilton heette of zoo
iets, nietwaar?'
Ann lachte even.
„Let een man ooit op iets, behalve als het vlak
onder zijn neus komt?" vroeg ze dramatisch. „Nu,
zijn gezicht verandordo hcelemaal toen jij Mrs.
Hilyard's naam noemde."
„Maar waarom zou dat dan?" vroeg Robin, die er
nog niets van begreep.
„Ik denk", orakelde ze, „dat een Mrs. Hilyard in
den een of anderen tijd eens oen belangrijke rol in zijn
leven heeft gespeeld."
„Nu, daar hebben wij niets mee te maken, als dat
zoo is", antwoordde Robin ongeïnteresseerd.
„Nee. Maar bet zou wel wonderlijk zijn, als de Mrs.
Hilyard, die de Priory heeft gekocht, nu de andere
Mrs. Hilyard bleek to zijn die Mr. Coventry vroe
ger gekend heeft."
„W hebben hcelemaal geen reden om aan te nemen,
dat hij ooit oen Mrs. Hilyard gekend heeft en als
dat al zoo is, net als ik al zei, dan hebben wij
daar niets mee te maken."
Er was nog nooit een echte vrouw, die niet ge
ïnteresseerd werd door dc mogelijkheid, dat er een
roman school in het verleden van een van^huar man
nelijke kennissen en Ann was veel tc typisch vrou
welijk om te doen alsof haar belangstelling niet ge
prikkeld was.
„Nee, natuurlijk hebben wij daar niets mee te ma
ken", gaf ze toe. „Maar toch kun je wel levendig
belang stellen in je medemenschen. vind ik.'
„Dat hangt van dc omstandigheden af", antwoord
de Robin. „Ik ben bier Coventry's rentmeester en de
particuliere aangelegenheden van inijn werkgever in
teresseeren mij hoegenaamd niet."
Er klonk iets van den „ouderen broeder" in zijn
woorden even maar, doch genoeg om allen verbor
gen vrouwelijken strijdlust in Ann wakker to roe
pen.
„Nu, Mrs. Hilyard is je werkgever niet", wierp ze
tegen. „Dus heb ik volkomen het recht, belang in baar
te stellen."
„Maar niet in haar betrekkingen tot Mr. Coventry",
hield Robin ernstig vol.
Ann's mondhoeken krulden omhoog in een oproe-
rigen glimlach en do lichtjes in haar oogen dansten.
„Beste Rohin, je kunt een vrouw niet isoloeron, als
een electrischen draad tenminste niet. als zc oenige
aanspraak maakt op een knap uiterlijk".
„Nee, dat geloof ik ook", gaf hij toe. onwillig glim
lachend. „Jammer genoeg soms!"
Toen verliet ze voor een oogenblik dit onderwerp,
maar hot duiveltjo der ondeugendheid danste nog
uitdagend in de goudbruine oogen. en loen Maria
na het diner de koffie binnenbracht, maakte Ann
een „polsende" opmerking, dio onmiddellijk haar
snode doel trof: nl. de sluizen van Maria's w
sprekendheid te o; enen.
„Ze vertellen in het. dorp héél wat over de nieuwe
Lady op de Priory", bogon Maria het gesprek.
Ann deed suiker in haar koffie met een onver
schillig uiterlijk, maar keek omlertusschen heimelijk
naar Kobins gelaat.
.,Je moet niet luisteren naar praatjes, Maria", zei ze
streng.
..Nu Miss. het is waar. dat je niet alles moet ge-
looven wat je hoort en ze beginnen er nu wel vroeg
mee. want ze is immers nog maar net thuis."
„Je laat me nog denken, dat ze 's nachts op de
stoep geslapen heeft", merkte Ann op.
..O nee Miss", antwoordde Marie onverschillig. „Ze
heeft minacht heel behoorlijk in haar bed geslapen.
Maar toch kon 't wel eens waar zijn, wat de men
schen zeggen", voegde ze er glimlachend aan toe. „Ik
had geen suiker meer en toen ging ik vanmiddag na
de thee naar den kruidenier, en hii vertelde me, dat
in het dorp verteld wordt, dat dio Mrs. Hilyard heelo-
inaal geen weduwe is en sommige menschen denken
dat ze niet voel bijzonders is".
Er volgde een toornige uitroep van Robin.
„Dat geklets in die kleine dorpen is werkelijk on
gelooflijk!" riep hij boos uit. ..Daar komt me nu een
volslagen vreemde in het district en daar zijn ze me
al bezig om over het karakter van die arme vrouw
te praten."
„Nu, sir, natuurlijk spreek ik alleen maar van wat
ik gehoord heb", antwoordde Maria, die, met al haar
goede eigenschappen— en dat waren er heel wat
zeer veel hield van alle mogelijke praatjes, met of
zonder grond. „Laten we maar hopen, dat liet niet
waar Is. Maar ze zeggen, dat haar klecren even mooi
zijn als van de rijkste lady van het land. Juffrouw
Thorowgood, die altijd op dc Priory gewerkt heeft,
kwam hij me, toen zc op weg was naar huis. Hel
schijnt, dat Mrs. Hilyard haar voor zich wil laten
wasschen en ze nam oen paar dingen mee naar huis
0111 die morgen te wasschen. F.ti ze vertelde mo zelf,
dat de kant daaraan zoo fijn was als een spinnowob."
Ann slaagde cr in haar vroolijkheid te verbergen
en met gepastcn ernst to antwoorden.
„Beste Maria, als tnen een slecht karakter onaf
scheidclijk vindt van mooi ondergoed, dan ben ik
bang, «lat ik een even slechte reputatie zal krijgen
als Mrs. Hilyard". zei zo vriendelijk.
,.L', Miss?" Mnria s trouw uitte zich in een veront
waardigd protest.
„En wie zou dan geen mooie dingen hebben.
u het niet was? Dnt zou tk wel eens willen weten
Het zou verkeerd zijn. als een Miss I.ovell van I."
veil Court niet van alles het beste had. En wat
praatjes betreft cr zuilen nooit praatjes komen