Dictator. DE RUSSISCHE VENUS" GESTORVEN. EEN DIEVEGGE IN DEN NACHT. AJAX KAMPIOEN. Tragisch verdrinkingsgeval. Het landbouwconflict op Tholen. Noodlottig verkeersongeluk. Kort verhaal Het mooiste paarlencoliier ter wereld. Theater Royal. VOETBAL. Ontraal Europa leeft in duisternis, Al meenen ook do heersciters licht te brengen, Den loop te dwingen der geschiedenis, Waarbij zich leuzen, bloed en tranen mengen. Waarbij men daag'lijks leeft op een vulkaan, Die los kan barsten, schroeien en vernielen. In een onzeker en verlamd bestaan, Waaraan zoovelen reeds ten offer vielen! Men grijpt de macht, revolver in de vuist. Dat is "t begin van menigen dictator. En i.ij \L. plettert, wat zijn paden kruist. Dat is zijn kracht en maakt hem triumfator! Maar ook de zwakheid, die zijn val bereidt. De zaden zaait voor wrok en samenzweren. En Item onmachtig maakt in zijn beleid. Om het geweld steeds met geweld te keeren. Wie per revolver, dreigend aangelegd. Een nieuwe toekomst voor een volk gaat stichten. Weet, dat dit wapen, in 'n geheim gevecht, Zich ook tenslotte tegen hem zal richten. Omdat de bodem, waar zijn voetstap gaat, Is ondermijnd door dood'liik tegenstreven. Waartegen macht, noch scherpe afweer baat. Want ook dit stelsel telt geen menschenleven! Zoo viel ook Dollfuss, midden in zijn werk. De Kanselier, die heerschen wou en leiden, Die Oostenrijk wou maken groot en sterk. Als een dictator der moderne tijden! Die 't land bestuurde naar zijn vasten wil, Vervuld van verre, schoone toekomstdroomen, Eén overval, en 't raderwerk staat stil Er knallen schoten't einde is gekomen! Juli 1934. (Nadruk verboden.) KROES. Barst uw hoofd? HoudU gerust Uw hoed moor op, En stook dat hoofd-afwisschen Neem moor op tijd een "Akkertje" 't Zal U finaal verfrisschenl Neem 'n "AKKERTJE" Een 2—0 achterstand ingeloopen tot een gelijk spel. Kampioen door beter doelpuntengemiddelde. Goed zwemmer voor de oogen van zijn makkers verdronken, die zijn kreten om hulp niet geloofden. Donderdagmorgen is in de Maas tegenover de ge meente Mook een droevig ongeluk gebeurd, dat aan den lS-jarigen S. Bokstijn uit Amsterdam het leven heeft gekost. Tegen 8 uur waren 20 jongelieden van een kam- peergezelschap aan het zwemmen in de Maas. Plotse- iing riep Boksteijn, die goed kon zwemmen en Woens dag nog de rivier was overgezwommen, om hulp. Zijn makkers, die aanvankelijk meenden met een grap te doen te hebben, schonken daaraan geen aandacht. Na nog een paar slagen gezwommen te hebben, ver dween de jongeman in de diepte en kwam niet meer boven. Ongeveer een uur later werd het lijk opge haald en naar het lijkenhuisje te Mook vervoerd, van waar het later naar Amsterdam is overgebracht. Eindelijk dan is een einde gekomen aan dit véél en véél te lang gerekte voetbalseizoen en is door Ajas beslag gelegd op den nationalen kampioens titel. Ontegenzeggelijk is de belangstelling voor de be slissende wedstrijden niet geweest, wat die had kun nen zijn. wanneer we niet in den nazomer hadden gezeten. Maar toch bleek de belangstelling Donder dagavond groot genoeg om nog bijna 15.000 toe schouwers naar het Olympisch Stadion te. trekken. Ajax is kampioen geworden Maar het was op het nippertje. Eerst drie minuten voor het einde slaagde Ten have er in den hal voor de tweede maal achter Veen to plaatsen en daarmede was hot pleit be slecht. Minister Steenberqhe grijpt in. Een qeval van verplichte arbltraqe. In verhand met het feit, dat op het eiland Tholen, door het niet slagen van de bemiddelingspogingen van den Rijksbemiddelaar, prof. Aalberse. een sta king dreigde uit te breken van de landarbeiders, heeft de Minister van Economische Zaken aan 250 werkgevers op Tholen telegrafisch medegedeeld, dat zich hier een geval voordoet, omschreven in art. 3 van do Crisis-Organisatiebeschikking 1934 II en dat deze werkgevers, aangesloten bij de Provinciale Landbouw-Crisis-Organisatie, verplicht zijn in hot aanhangige arbeidsgeschil arbitrage te aanvaarden van een door den Minister te benoemen arbiter. De Minister heeft voorts de werkgevers herinnerd aan hun verplichtingen in de Statuten der Land bouw-Crisis-Organisatie neergelegd, met de sancties daarop uit het tuchtrecht en aan artikel 30 der Landbouw-Crisiswet 1933, waar wordt bepaald, dat de Minister bevoegd is bij overtreding van de voor schriften hij of krachtens de wet gegeven, degenen, die de overtreding plegen, van steun geheel of ge deeltelijk uit to sluiten. Prof. Gerbrandy arbiter. In verband met de mededeeling van den Minister van den Minister van Economische Zaken aan een aantal werkgevers op het eiland Tholen inzake verplichte arbitrage in het aanhangige arbeids geschil. wordt noc nader gemeld, dat de Minister aan prof. mr. P. S. Gerbrandy. hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, verzocht heeft als arbiter op te treden. Prof. Gerbrandy heeft deze benoeming aanvaard. Een 13-jarige jonqen fietst teqen een auto op en wordt dood opgenomen. Woensdagavond fietste over den Boschdijk bij Eind hoven in de richting Best de 13-jarige W. v. d. Meer uit de Piet Heinstraat te Eindhoven. Hij was op weg naar het kanaal om zijn vader eten te brengen, daar deze er den nacht visschende zou doorbrengen. Plotse ling fietste de jongen midden over den rijweg en werd gegrepen door een auto bestuurd door den heer W. F. Hendriks uit Oss. De jongen kwam op de motor kap terecht en vloog toen op de kap van den auto en rolde er af op den weg. Onmiddellijk achter den auto van den heer H. reed dr. v. d. Blink uit Eindho\en met zijn auto. die er nog in slaagde den jongen tus- srhen de voorwielen te ontwijken. Vermoedelijk heeft de knaap echter nog een slag met de cardan gekregen. Toen de. geneesheer uitstapte, kon hij slechts den dood constateeren. De veldwachter van Best heeft de zaak m onder- FERGUS LTJME was niet romantisch van aan leg. Hij had jarenlang van hard werken ach ter zich in den Oost en was nu met verlof in Engeland. Gemakshalve huurde hij er, door bemid deling van een bureau, een gemeubileerde flat en nam zich voor, de bloemetjes eens buiten te zetten. Romantische avonturen was echter het laatste, wat hij verwachtte en toch gebeurde er den eersten nacht, dien hij in de flat doorbracht, al iets vreemds. Hij was vrij laat thuis gekomen en naar bed gegaan, doch nog niet ingeslapen, toen een ge rucht hem opschrikte. Iemand was binnenge komen, daaraan twij felde hij niet. Voetslap pen klonken in de klei ne hal en de deur van de zitkamer kraakte even. Zachtjes stond hij op, deed een kamerjapon aan, nam zijn revolver uit de kast en sloop naar de zitkamer. Hij verwachtte een inbreker, doch hij vond een inbreekster! Ze was bezig, het slot van een mooi schrijfbureau te forcee- ren en toen ze zich verschrikt omwendde bij zijn bedaard „Goeden avond" constateerde hij, dat ze bovendien mooi was. „Spaar u de moeite", zei hij, „er zit niets in dat bureau." Ze staarde hem aan, doodsbleek, met wijd open oogen. N'og nooit had hij een meisje gezien, dat zoo, weinig leek op een misdadigsterl „Wat... wat doet u hier?" bracht ze uit. „Wie bent u?" Hij lachte. „Het komt me voor, dat het vragen aan mij is! Ik ben de huurder van deze flat." „Maar u bent toch niet Audrey MarschaH", zei ze. „Neen, mijn naam is Fergus Lume", zei hij. „Wilt u niet gaan zitten?" Hij vond de situatie nogal vermakelijk, maar het ontroerde hem, toen ze met bevende stem vroeg: „Belt u niet de politie op?" „De hemel beware", zei hij, „ik ben voor genoegen naar Londen gekomen en niet om in onaangename politiezaken verwikkeld te raken! Het is wat laat, maar als ik u iets mag aanbieden... een glas port of..." Ze onderbrak hem met oen bruuske vraag: „Kent U Audrey Marshall?" „Ik heb niet het genoegen", zei hij. „Ik huurde de ze flat van hem, doch door bemiddeling van een bureau." Ze knikte langzaam. „Ja, ja, hij moest zeker weg, men weet te veel van hem. Hij is een schurk, me neer Lume. U moet mij geloovcn als ik u zweer, dat ik hier kwam om brieven te zoeken, die... waarmee hij dreigt..." „Zoo? Is hij van dat slag". Hij keek peinzend naar haar. Het speet hem, dat dit meisje in de han den van zoo'n schurk was gevallen. „Jammèr, hij heeft natuurlijk niets hier gelalen". Ze knikté treurig. „Ik had geen vermoeden, dat hij weg was. U begrijpt wat een wanhoopsdaad dit van mij was". Haar stem trilde, ze keek hem aan en vroeg zachtjes: „Mag ik weggaan?" Hij zou graag haar naam hebben geweten, maar in deze omstandigheden was het hem als een onkiesch- heid voorgekomen, een misbruik te maken van zijn macht. Hij opende zelf de deur voor haar. Ze keek hem even aan en zei ernstig: „Ik zal nooit vergeten hoe ridderlijk u geweest bent. U hebt mij weer vertrouwen gegeven in de mannen, ik dacht dat ze allemaal zulke ellendelingen waren als als die man". Ze rilde, knikte hem toen toe en gleed langs hem henen. Hij stond langen tijd in gedachten. Arm kind, wat moest zij door dien man hebben ge leden zoo'n mooi, lief meisje, kennelijk beschaafd en fijngevoelig Hij balde zijn vuisten, met een hardgrondig ver langen dien meneer er eens mee te bewetkenl Heimelijk hoopte hij, het meisje nog eens te ont moeten. doch weken vergingen. Een andere verras sing wachtte hem echter: op een avond, rookend in bed, viel hij in slaap en werd juist op tijd wakker om niet levend te verbranden. Toen hij zijn matras en dekens gebluscht had en de ruine stond gade te slaan, viel hem iets eigenaardigs op aan de binnen zijde van het bed. Hij bekeek het nader en ontdekte een veer, waardoor een geheime bergplaats open sprong. En daarin vond hij verschillende pakjes met Brieven, waarhij namen en adressen waren gevoegd van degenen, die dwaas of lichtzinnig gerroeg waren De geschiedenis van een arm Russisch meisje. Van onbeteekenende water draagster tot gevierde schoonheid. De liefde van een prins. N'a de revolu tie weer tot armoede ver vallen. Eenzaam en ver geten gestorven. In een der Londenscho zieken huizen is eenlge dagen geleden een oude vrouw gestorven, die in de grootste ellende geleefd had. Toen de practiseerende arts de overlij- densacte opstellen wilde, kon nie mand hem den naam van deze vrouw zeggen en men was genood zaakt uitgebreide nasporingen te doen, teneinde haar identiteit vast te stellen. Ten slotte vernam men, dat haar naam Vera Taberkow was Aan dezen naam was een glans van vroeger dagen, van rijkdom en aanzien verhonden en men herin nerde zich, dat deze vrouw eens de titel van „Russische Venus" verworven had en dat zij lang voor het uitbreken van den wereldoor log een groote rol in het keizerlijke St. Petersburg gespeeld had. Er was eens... zoo zou men wer kelijk de geschiedenis van Vera Taberkow kunnen beginnen. Als kind van arme ouders moest zij reeds op zeer jeugdigen leeftijd haar karige boterham zelf verdie nen en wel als waterdraagster. Zij was een mooi meisje, zelfs een heel mooi meisje. Op zekeren dag maakte zij kennis met een der grootste juweliers van St. Peters- burg, die haar uit haar armoedige omgeving weghaalde en haar als verkoopster in zijn zaak aanstelde. Hij had een goede keuze gedaan, want de schoonheid en de bevallig heid van zijn verkoopster verschaf te hem de klandizie van de rijkste en voornaamste lui uit de stad. In alle mondaine salons sprak men van deze ïnoojg verkoopster. De ju welier werd zelfs korten tijd na- die hofleverancier van den tsaar en tenslotte trad hij met de vrouw in het huwelijk, die hem zooveel geluk gebracht had. Dit was omstreeks 1890. Voor Ve ra Taberkow begon toen oen leven van rijkdom en glans. Zij werd vereerd en bewonderd. In haar sa lons vertoefden gestadig personen van hoogen rang en stand. Verge ten was haar verleden. Vergeten waren armoede en ellende uit haar jeugd. Overal heette zij de „Russische Venus". De wereld lag aan haar voeten. Op zekeren dag, naar verluidde, verscheen in de juwelierswinkel, waar de „Russische Venus" de scepter zwaaide, een jonge Russi sche prins, die hot „mooiste paar lencoliier ter wereld" verlangde. Zooals vanzelf spreekt, was de prins met geen enkel collier tevre den, dat de echtgenoot van Venus hem toonde. De prins bleef echter op zijn stuk staan en de juwelier moest een reis naar Indiè onder nemen om een collier paarlen te be machtigen, dat do goedkeuring van den klant kon wegdragen. Klinkt dit niet als een sprookje uit de 1001-nacht? Terwijl de Juwelier op reis was en naar de mooiste paarlen ter we reld zocht, troostte Venus zich met den prins, die haar met zijn lief desverklaringen vervolgde. Toen de juwelier van zijn reis naar den Oriënt teruggekeerd was, stuurde hij den prins een schitte rende collectie der mooiste en uit- gezochtste paarlen, waarvan de factuur, die deze zending verge zelde, niet minder dan 3.000.000 roe bel bedroeg. Een uur nadien verscheen in de juwelierswinkel een lakei van den prins, overhandigde een cheque van 3.000.000 roebel en het paar lencoliier. Tevens overhandigde hij Vera Taberkow een brief, waarin de prins haar verzocht dit geschenk' to willen aanvaarden. Wie zal nu nog zeggen, dat dit geen sprookje in werkelijkheid is? Vera Taberkow accepteerde heide, de cheque en het collier. Nu kon zij naar waarheid beweren, ju wee» len te bezitten, die in waarde niet voor die der tsarina onderdeden, ja, zelfs die nog overtroffen. Dit was het hoogtepunt van haar sprook jesachtige carrière. Zooals het gewoonlijk gaat, na jaren van rijkdom komen jaren van armoede. De Russische revo lutie brak uit, de juwelier, alsmede een groot aantal van zijn rijke cliënten werden neergeschoten. De „Russische Venus" gelukte 't naar Engeland te vluchten. Hoewel zij er nog in geslaagd was een aanzien lijk deel van haar vermogen te redden, gaf zij, eenmaal in Londen aangekomen, zooveel geld uit, dat zij op zekeren dag bemerkte, dat haar portemonnaie ledig was. Zoo was zij weer in de armoede terug gevallen, waaruit zij voortgekomen was, doch haar schoonheid was verdwenen. Zij was n' oude vrouw geworden. Nu is zij gestorven, deze vrouw, die eens in rijkdom, schoonheid en glans geleefd had, doch wier naam, welke indertijd een fastastischen klank had, de wereld evenwel in de na-oorlogsche dagen weer spoe dig vergat. TWEEDUIZEND JAAR OUDE SPIEGELS GEVONDEN. Nanking. Bij opgravingen in Hsoe Tsjau zijn twee oude, rijk versierde glazen spiegels ge vonden. die volgens de inscripties stammen uit den tijd der Han-dvnastie, in de eerste en tweede eeuw voor Christus. Hieruit blijkt dus, dat reeds tweeduizend jaar geleden in China glazen spiegels werden vervaardigd. DE OVERSTROOMINGEN IN POLEN. Een gift van de Italiaansche regeering. Warschau. De commissie voor de hulpver leening aan de slachtoffers van de jongste over- stroomingsramp in Polen heeft een brief ontvangen van den Itallaanschen ambassadeur te Warschau, die mededeelt, dat Mussolini hem namens de Ita liaansche regeering een bedrag van 200.000 zloty beschikbaar heeft gesteld voor de hulpverleening aan de slachtoffers van den watersnood. geweest, een zekeren meneer Audre zulke brieven te schrijven. Fergus zat langen tijd naar die brieven te staren. Toen deed hij, wat hem het beste leek. HIJ maakte van de verschillende pakjes postpakketten, dien hij den volgenden dag aangeteekend verzond. Slechts één pakje verstuurde hij niet, dat bracht hij zelf. Phyllis Dorny, stond op het pakje en toen hij naar juffrouw Phyllis Dorny vroeg, werd hij in den salon van een groote villa gelaten. Hij wachtte in span ning. Zoo dadelijk zou zijn kleine dievegge in den nacht binnen komen en hij zou haar deze groote vreugde kunnen verschaffen. De deur ging open, een volkomen onbekende Jonge vrouw trad binnen en keek hem vreemd aan, toen hij onthutst vroeg, of zij inderdaad Phyllis Dor ny was, Ze bevestigde het, docb toen hij vroeg, of zij Audrey Marshall kende, werd ze doodsbleek en scheen op het punt flauw te vallen. „In *8 hemelsnaam zwijg", fluisterde ze, „ik trouw volgende week zeg niets, als ik eenmaal ge trouwd ben, kan ik weer betalen Hij haastte zich, haar de zaak uit te leggen. Op haar hartstochtelijke dankbetuigingen antwoordde bij slechts met de vraag: „Wie was het meisje dat ik in den nacht gesproken heb?" „Mijn beste vriendin", zei ze, „die schat wilde mij helpen." Ze gaf hem den naam en het adres op. Dien avond dineerde Fergus met zijn dievegge. Ze vierden het weerzien en het gelukkig toeval, dat velen uit den greep van een misdadiger had gered en ze dronken, ten slotte, op den toekomst Hij dacht: Een toekomst met ons beiden, doch durf de dat niet uit spreken, nóg niet Het leek hem niet fijngevoelig. Ze was hem zoo dankbaar voor de red ding van haar vriendin, ze voelde zich bij hem in de schuld, het was nu nog niet de tijd, haar te zeggen, hoe gelukkig het hem had gemaakt, dat zij niet de vrouw was, die gevangen werd in de netten van een Audrey Marshall. Later, veel later, als ze. behalve dankbaarheid, ook misschien genegenheid voor hem was gaan voelen, dacht hij. Later verteldo ze hem, dat het overdreven was ge weest, want dat ze dien avond al van hem hield. „Maar", voegde ze er bij, „een man kan in sommige dingen niet overdreven genoeg zijn en misschien ben ik nog wel meer van je gaan houden, omdat jo wachtte met me je liefde te bekennen." JAMES WHITE. Nachtvlucht. Een van de meest opwindende filmen, welke ooit werden gedraaid, is ongetwijfeld „Nachtvlucht", die deze week in Theater Royal gaat. ...een technisch schitterende film, wier handeling uiterst spannend en meesleepend werkt... De storm- vlucht over de Andes, het einde van het postvlieg tuig hoven het meer, is filmisch prachtig uitgebeeld. Zes Amerikaansche sterren zijn uitgezocht om dit helden lied, dat immers juist den onbekenden ver keersvlieger wil en moet verheerlijken, te verwezen lijken: John Barrvmore, Helen Hayes, Clark Gable, Lionel Barrimore. Rohert Montgomerv, Myrna Loy. Zij passen zich allen volkomen aan bij de regie van Clarence Brown... De held van het verhaal is niet een van die dap pere vliegtuigbestuurders, die in alle richtingen over Zuld-Amerika vliegen. Over bergketenen trekken, hoog boven gevaarlijke rotsen door stormjachten en ijzige koude. Door de eenzame duisternis van den nacht vliegen zij onder alle weersomstandigheden en wagen hun leven opdat, zooals een van hen zegt, ergens in Europa iemand een briefkaart een beetje vroeger kan ontvangen, dan met de gewone post. De ware held is Rivière, Directeur van de lucht vaartmaatschappij, die door zijn inzicht en vastbe radenheid bewerkte, dat met do nachtvluchten kon worden begonnen en dnt deze konden blijven bestaan. Rivière overwint de bezwaren van de commissaris sen der maatschappij, die nachtvluchten te gevaarlijk vinden. Hij is een man met een ijzeren wil en heeft de strengste discipline, ingevoerd. Vliegtuigbestuurders worden beboet voor de min ste overtreding der voorschriften en zelfs als ze door oponthoud in mistbanken to laat zijn. worden ze ontslagen. Mechaniciens. die ook maar het min ste blijk van onachtzaamheid geven, worden ©ogen blikkelijk ontslagen, omdat een klein verzuim het leven van een bestuurder kan kosten. Rivière is streng, maar hij is niet ongcvoclle. hoe wel hij het nooit toont, doch het doet. hem verdriet Iemand te moeten ontslaan en het verlies van een bestuurder treft hem zwaar. Er ziin tijden, dat he.t gewicht der verantwoordelijkheid te zwaar op hem schijnt te drukken, maar hij weet allo moeilijkhe den te overwinnen. Hii moet streng zijn om door een krachtige discipline de moraal van zijn vliegtuig bestuurders op peil te houden. Zoodra een van hen een moment toegeeft aan zwakte, komt hl! in ge vaar. Het is een hard leven en zij moeten steeds bereid zijn zlrh op te offeren. Rivière geeft ziin inspecteur Robineau een uit brander, omdat deze vriendschappelijk gedineerd heeft met een van zijn vliegtuighestmirders met wien hij daardoor op een te kamernadsehnpnelijken voet komt. Robineau begrijpt dnt niet en ziet eerst later in. dat Rivière gelijk heeft. Door den nacht naderen de vliegtuigen met de oost. F.en is te laat. Het toestel uit PatAgoma h» door den storm afgedreven en de bestuurder Fahi- an verongelukt. ïntussehen wacht ziin vrouw met het eten. Zij wordt ongerust en gaat op het kantoor der maat- srbannii informeeren. Door de radio is bet laatste bericht van Fnhinn ongevangen. Zii weten, dat hii geen benzine meer had en ergens moest landen. Rivière brengt de vrouw op de hoogte, doch h" moet streng blijven tegenover de andere hosfu»"- ders. Geen angst mag hem heletten hun plicht doen. De nachtvluchten moeten doorgaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 6