70 jaar Roode Kruis. Zaterdag 11 Augustus 1934. SCHAGER COURANT. Vierde blad. No. 9532 Een denkbeeld van den Zwitser Dunant. Aanvankelijk bitter weinig succes. Een instelling, waar men geen rijks grenzen kent en die boven de verdeeldheid der volke ren staat. OP 22 Augustus 1864, nu zeventig jaar geleden, werd te Genève een over eenkomst aangegaan, die van de grootste beteekenis is geworden voor het menschlievcnd hulpbetoon in oorlogs- en later ook in vredestijd. Dit begin van het thans zoo veelomvattende Roode Kruis werk was te danken aan de onvermoeide propaganda van den Genecfschcn burger Henri Dunant, die er al zijn energie aan wijdde, sedert hij in 1850 de bloedige slag van Solferino meemaakte en zag, hoe de ongeorganiseerde en onvoorbereide hulp van omwonenden en medestrijdenden ge heel onvoldoende was om het leed der ge wonden te verzachten. Er werd ook vóór 1864 een enkele poging gedaan, om tot in ternationale samenwerking op dit gebied te komen, doch met bitter weinig succes. Henri Dunant kon echter zijn streven on uitgebreid traetaat vervangen. Na 1871 is Dunant zelf vergeten geraakt. Hij heeft toen groote materieele nood gekend, maar tenslotte ook de voldoening, dat hem kort voor zijn dood in 1900 den Nobelprijs werd verleend, de eerste, die werd uitgegeven. Zijn werk werd voortgezet en in alle lan den werd het Roode Kruis de grootste or ganisatie van het vrijwillige liefdewerk in oorlogstijd, waaruit gaandeweg ook de hulpverleening in vredestijd bij groote talrijke koloniale expedities In Madagas- car, Tonkin en Marokko van zijn beste zijde deed kennen. Thans ln alle beschaafde landen Ingevoerd. Alle beschaafde landen steunen thans het Roode Kruis werk. Het is niet overal op dezelfde wijze werkzaam, wat in ver- tand staat met het verschil in de nationale opvattingen. In Nederland, dat „verwend" was door langdurige vrede, werd eerst op 19 Juli 1867 door een Koninklijk Besluit van Willem III een Nederlandsche vereeni- ging van het Roode Kruis in het leven ge roepen. Het groote publiek bleef echter on verschillig, totdat de Fransch-Duitschc oor log de noodzakelijkheid van dit liefdewerk bewees. Het Nederlandsche Roode Kruis heeft in den Russisch-Turkschen oorlog van 1877—1878, in den eersten vrijheidsoor log der Transvalere (1880), bij het bombar dement van Alexandrië in 1882, in den Servisch-Bulgaarschen oorlog van 1885 en in den Chineesch—Japanschen oorlog van 1894'95 finantieelen en materieelen steun gegeven. Ook in de Balkan-oorlogen van 1912 en 1913 maakte het zich zeer verdiens telijk.; Over het eerste tijdvak van dertig jaar, van 18671897, werd in totaal f 812.000 uitgegeven, waarvan f 671.000 ten goede is gekomen aan zieken en gewonden in oor logstijd. Doordat Nederland zelf geen oorlogen doormaakte, nam na de Fransch-Duitsche oorlog de belangstelling voor het Roode Kruis helaas gestadig af. Terwijl er in 1870 nog 152 comité s waren met 21.387 leden, waren er in 1873 nog slechts 117 met 9396 leden en in 1907 slechts 48 comité's en 23 correspondentschappen met ruim 6000 le den. Uit geldgebrek moesten allerlei mooie plannen blijven liggen. Na 1907 begon ech ter een periode van vernieuwde bloei en activiteit, die eerst recht inzette, nadat op 16 December 1908 wijlen Prins Hendrik tot voorzitter van het hoofdcomité werd be noemd. Zijn persoonlijke werkkracht en zijn belangstelling voor alle onderdeelen van het werk heeft onnoemelijk veel goeds gedaan. Over dit alles is kort geleden zoo uitvoerig geschreven, dat wij er thans, bij de herdenking van het zeventigjarig be staan van het Roode Kruis als internatio nale instelling, niet over zullen uitweiden. Veel langer dan één der vroegere voorzit- Brabantsche en Limburgsche grensplaat sen een onderdak vonden, hadden geen moeilijkheden veroorzaakt. Er werd echter het uiterste van de organisatie gevergd, toen de massa's uit Antwerpen aankwa men. Op den eersten dag, 9 October, was te Vlissingen alleen het aantal gewonde mili tairen reeds grooter dan 500, om van zieke en oude vluchtelingen nog niet te spreken. Ook in Eindhoven en Roosendaal heersch- tc groote drukte. Doch feitelijk heerschto deze in het geheelc land; overal werden noodziekenhuizen opgericht, cursussen ge houden, enz. En in die overdrukke dagen heeft Prins Hendrik overal zijn aanmoedi gend woord gebracht op zijn tallooze in spectiereizen, die van zooveel beteekenis voor het Roode Kruis-werk zijn geweest, voor het bewaren van een prettige samen werking en van de lust tot verderen ar beid. Het werk is ook van internationale be teekenis geweest. Een informatiebureau verzamelde ten behoeve der naaste verwan ten allerlei gegevens omtrent hier te lande geïnterneerde vreemde militairen; liefde gaven voor krijgsgevangenen in het buiten land werden door bemiddeling van het Roode Kruis in het neutrale Nederland doorgezonden. Het Roode Kruis diende ook als tusschcnpersoon bij de uitvoering van de Duitsch-Engelsche overeenkomst tot uit wisseling van gevangen genomen dokters en ziekenoppassers en van blijvend invali de geworden officieren en soldaten. De Duitsche ambulancetreinen mochten over Nederlandsch grondgebied doorrijden tot Vlissingen, waar de invaliden op een boot naar Engeland werden overgebracht. Ver volgens keerde de boot uit Engeland terug niet Duitsche invaliden, waarop de ambu- lancetrein te Vlissingen bleef wachten. Het vervoer en de verzorging der invaliden werden ook aan boord met groote toe wijding door het Nederlandsche Roode Kruis waargenomen. Boven: Wijlen Prins Hendrik, wiens groote verdienste voor het Roode Kruis hij zijn verscheiden op zoo treffende wijze is geschetst. Rechts: Zusters van Barmhartigheid op weg naar slagvelden in Turkije. Links: Duitsche Roode Kruis-zusters in een Russisch gevangenenkamp. Boven: Op een expeditie naar Tripolis wordt een zieke inboorling door het Roode Kruis geholpen. R e c h t 8 Drie zusters van het Zweedsche Roode Kruis, die zich hijzonder verdienstelijk hebben gemaakt jegens de uit Rusland terugkeerende Duitsche gewonden. Links: Een wilgexxrfd hospitaalscfjip met een groene band over de geheetè lengte van het schip en een rood kruis op de schoorsteen, wordt door alle partijen ontzien. dereteunen door de verspreiding van een geschrift: „Un souvenir de Solferino", dat de menschhcid oog deed krijgen voor de oorlogsellende, zooals „Uncle Tom's cahin" van H. Beecher Stowe wees op het leed der negerslaven. Van wie Dunant steun ontving. De Fransche keizer, Napoleon III, heeft Dunant tot zijn dood toe gesteund; in Duitschland vonden zijn denkbeelden voor al ingang bij Koningin Augusta van Prui sen, in Nederland bij Koning Willem III. Vele vorstelijke en andere vooraanstaande personen hebben zijn streven gesteund en wat eerst een utopie scheen internatio nale voorschriften en de onschendbaarheid van gewonden en verplegend personeel kwam binnen den kring van het mogelijke. Ondanks de terughoudendheid der minis ters van oorlog in Frankrijk en Duitsch land, de mogendheden, waarop het voor namelijk aankwam, werd na de noodige voorbereidende besprekingen de internatio nale conferentie te Genève door de Zwit- sersche Bondsregeering bijeengeroepen. Op 8 Augustus werd voor het eerst vergaderd Op 22 Augustus werd het verdrag getee- kend door de vertegenwoordigers van 16 mogendheden. Op het verdrag werd van den eersten dag af reeds critiek uitgeoefend; het was dan ook zeer onvolledig. Er was echter een begin gemaakt; in 1868 werd het ook toe passelijk verklaard voor den zeeoorlog en in 1906 werd het eindelijk door een meer mijnrampen, watersnood, enz. is gegroeid. Het Roode Kruis staat boven de rijksgren zen, boven de verdeeldheid der volkeren, hoewel toch in elk land zijn liefdewerk wortelt in staat en volk. Onder de groote Europeesche mogendhe den was het Duitschland, waar het Roode Kruis het snelst en het best werd georga niseerd. Hierop was ongetwijfeld het feit van invloed, dat in Brandenburg de Balije der Johanniter Ridders en in Silezië en West falen Commenderijen der Malthczer Ridders waren gevestigd. Deze organisa ties hebben zich sinds den tijd van de Kruistochten ten dienste van de lijdende menschheid gesteld en steunden met kracht kracht de Roode Kruis-vcreenigingen. Het Duitsche Roode Kruis kon bovendien in den oorlog van 1864 tegen Denemarken en 1866 tegen Oostenrijk praktische ervaring verzamelen, zoodat het in den Fransch- Duitschen oorlog van 18701871 een uit stekenden indruk maakte en ook vele Fransche gewonden ten zegen is geweest, doordat er geen verschil werd gemaakt tus- schen vriend en vijand. Het Fransche Roode Kruis was in 1870 nog weinig gereed voor zijn taak; eerst onder den invloed van den oorlog werd er aangepakt, doch nu werd ook in verras send korten tijd prachtig werk gedaan; vooral onderscheidde het Roode Kruis zich op de slagvelden van Elzas—Lotharingen, en later tijdens het beleg van Parijs en in de dagen van de Commune. Na den oor log bleef men veel aandacht aan het Fran sche Roode Kruis, schenken, dat zich in de tere, heeft Z.K.H. de vereeniging mogen lei den en onder zijn leiding kwam er al da delijk een1 eind aan den ouden toestand, dat het Roode Kruis zich in vredestijd slechts bepaalde tot de voorbereiding van wat er in oorlogstijd van gevergd zou wor den. In de eerste dagen van den we reldoorlog. Het interessantst is wel de geschiedenis van het Roode Kruis in de eerste dagen van den wereldoorlog. Het was in de zo- mervacantie slechts enkele leden van 't hoofdcomité waren in de residentie aanwe zig en Prins Hendrik was nauwelijks te ruggekeerd van een tocht door de Noorsche wateren. Onverwacht brak de wereldramp los en men was er allerminst zeker van, dat Nederland gespaard zou blijven. Er werd dus besloten, om vooreerst geen am bulances naar het buitenland uit te zenden Doch toen er vlak bij de Zuid-Limburgsche grens gevochten werd, nam men reeds op 5 Augustus Duitsche en Belgische gewon den op in de voormalige Augustijnenkerk te Maastricht, die tot noodhospitaal was in gericht. Maastricht was in die dagen het centrum van het Roode Kruis-werk. Maar toen kwam de val van Antwerpen, die de stroom van Belgische vluchtelingen naar ons land bracht. De vluchtelingen uit de omgeving van Luik en elders, die in de In diezelfde oorlogsjaren kreeg het Roo de Kruis gelegenheid om op groote schaal te toonen, dat het ook als nationale instel ling voor vredeswerk ten volle tegen zijn taak was opgewassen. Een hevige storm woedde in 1916 over ons land; een deel van Noord-Holland en geheel Marken wer den overstroomd. Het Roode Kruis zorgde voor voeding, kleeding en huisvesting. Door het nationale en internationale lief dewerk in de oorlogsjaren genoot het Roo de Kruis weer de algemeeno belangstel ling, zooals tevoren slechts het geval was geweest tijdens den Fransch-Duitschen oor log. Nu is de belangstelling echter van duurzamer aard gebleken en hierdoor kon ook na den oorlog het vredeswerk van het Roode Kruis voortdurend worden uitge breid. En uit de geheele wereld is het Roode Kruis niet meer weg te denken. Overal, waar ten gevolge van oorlog, na tuurrampen of epidemieën wordt geleden, ziet men do vlag met liet roode kruis op een wit veld een omkeering van de Zwit- sersche landskieuren. Op veldlazaretten wordt naast de nationale vlag deze vlag geheschen als teeken van onschendbaar heid. Op zee zijn de lazaretschepen on schendbaar; zij zijn wit geverfd met een horizontale groene band van 1*4 M. breed te. Thans vindt men het Roode Kruis in meer dan 50 landen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 13