G EESTELIJK L EVEN KIJKEIl is KOOPEn bij CLOECK Moreele Kracht. 20 PAGINA'S. MODERNE FOTO's en VERGR00TIN6EN Fologr. Atelier ARPAO MOLDOVAN - Nieuwe Niedorp TREIN ONTSPOORD IN FRIESLAND. De noodtoestand van de varkensmesterij. BRAND IN HOTE. Zaterdag 18 Augustus 1934. Postrekening No. 23330 SCHAKER 77ste Jaargang. No. 9536 COURANT. Int. Telef. No. 20 Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. BIJ inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiJn nog zooveel mogelijk in het eerstultkomend nummer geplaatst. Uitgave der N.V. v.h. P. Trapman Co., Schagen. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels f 0.85, iedere rogel meer 15 cent ^ewUsno. inbegrepen. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. door Astor. Meer dan ooit is het tot van de geciviliseerde menschheid afhanke lijk van de moreele krachten, welke zij in staat is naar voren te bren gen. Daarom is de taak, die onzen tijd wordt gesteld, zeker niet lich ter, dan die van onze voorgangers. Albert Einstein. MET zeer gemengde gevoelens heb ik boven dit artikel een aanhaling gegeven uit het boek, „Mijn kijk op het leven", van den grooten geleerde A. Einstein. Ik ben het met de aan gehaalde woorden geheel eens en het is altijd ver heugend om eigen gevoelens en denkbeelden terug te vinden bij anderen, te meer nog wanneer die an deren menschen zijn van het kaliber als Einstein maar dan wordt het ook een diepe teleurstelling, als men opmerkt, dat zelfs zulk een man, van wien men redelijkheid tot*het alleruiterste verwacht, kan komen onder den invloed van een massale suggestie. En dit is inderdaad met hem gebeurd. Want deze man liet zich op de allerscherpste wijze uit over militairisme en oorlog en bezat den moed om openlijk voor het beginsel der dienstweigering 'op te komen. „Wie met plezier op de maat van de muziek in de rij kan loopen, die is voor mij reeds verachtelijk. Hij heeft slechts bij vergissing zijn her sens gekregen, hij had kunnen volstaan met zijn ruggemerg. Een dergelijke schandvlek der bescha ving (het militairisme) moest zoo spoedig mogelijk verdwijnen. Heldenmoed op commando, doelloos ge weld en 't misselijke gevaderland, ik haat ze vurig! Oorlog vind ik gemeen en laag; ik zou mij liever in stukken laten slaas dan mee te doen aan zoo iets verachtelijks." Dit schreef hij in het bovengenoemde boek, waarin ik ook uitspraken lees als „Geweld trokt steeds moreel mindenvaardigen aan en naar mijn overtuiging is het een wet, dat geniale tiran nen steeds door schurken worden opgevolgd." „Voor mij ligt de waarde van het menschelijk raderwerk niet in den staat, maar in het scheppende en voelen de individu, in de persoonlijkheid. Deze alleen schept het edele en voortreffelijke dé kudde blijft als zoo danig bot, in denken en in voelen." Het is haast ongelooflijk dat iemand, die zóó denkt en zóó zich uit, zich door de gebeurtenissen uit het spoor laat brengen. En toch is 't met hem geschied! De overwinning van het nationaal-socialisme in Duitschland met de daarmede samengaande leugens en gruwelen, met de daaraan verbonden onmensche- lijke wreedheid, heeft zóó sterk op hem (en duizend anderen!) ingewerkt, dat hij zijn meening, die op redelijk denken was gegrondvest, heeft prijs ge geven! Tegenover Hillor-Duitschland aanvaardt hij thans den oorlog. Eerlijkheidshalve heb ik dit geschreven, waar ik met de bedoeling om over moreele kracht te schrij ven, een woord van hem als aanhaling boven dit ar tikel plaatste. Wij zijn er dan terstond van over tuigd, dat moreele kracht niet altijd zoo sterk is, dat zij minderwaardige gevoelens volkomen terugduwt en overwint. Daarom ligt er geen veroordeeling in van den mensch Einstein, maar een waarschuwing voor ons allen. Wij zijn geneigd om onszelf voor ster ker te houden dan wij zijn. Maar al te zeer blijken wij echter zwakker le zijn dan we ons verbeelden en worden wij meegesleept door minderwaardige, overwonnen gewaande neigingen en driften! Eigenlijk is het zóó met ons gesteld: wij moeten voortdurend op onze hoede zijn om niet tot onrede lijkheid te vervallen. Ik kom hier straks nader op terug en ga nu over tot de eigenlijke bespreking van mijn onderwerp: moreele kracht. Wat bedoelen wij, als wij van moreele kracht spre ken, d.i. van die kracht of die krachten, waaraan Einstein zulk een buitengewoon groote beteekenis toeschrijft? Dit is niet gemakkelijk te omschrijven. Wij voelen echter heel goed wat onder moreele kracht wordt verstaan als wij zeggen, dat zij in onderscheiding van lichamelijke (physieke) kracht, beschouwd moet worden als te zijn van geestelijken aard. Het allerbeste is maar weer een voorbeeld. Iemand kan een geweldig athleet zijn, voor niets vervaard, be schikkend over reuzekracht, maar tegelijkertijd een zwakkeling, niet bestand tegen verleiding, zonder eenige beginselvastheid. Van zoo iemand zeggen wij, dat hij wèl beschikt over physieke, maar niet over moreele kracht. Onder moreele krachten verstaan wij derhalve in vloeden, werkingen, die worden uitgeoefend van geest op geest. Als in een gezelschap iemand aanwe zig is, die door zijn tegenwoordigheid anderen te rughoudt van laagstaande gesprekken, van vuile aardigheden, dan is dat een gevolg van een erkend geestelijk overwicht. Hieraan is ook toe te schrijven de macht van het woord. Want in het woord, te- rechtertijd gesproken, kan een sterke persoonlijk heid soms het middel bezitten om honderden in een bepaalde richting te drijven. We kunnen er ons om zoo te zeggen tegenwoordig dagelijks van overtuigen, dat zelfs zij, die het geweld schier aanbidden, in elk geval in het geweld hun kracht zoeken, tegelijkertijd niet. verzuimen om ook door het geschreven, maar vooral door het gespro ken woord, de menschen te bewerken. Héél Duitsch land weergalmt weldra van de redevoeringen, die in alle deelen des lands worden gehouden. Zoo wordt gansch een volk geestelijk bewerkt, onbewust ge dreven in een bepaalden gedachtensfeer. En als wij dit bedenken, wordt 't ons direct dui delijk, dat wij wat voorzichtig dienen te zijn met het gebruik van het woord: moreele kracht. Want het wordt in tweeërlei zin gebezigd. Het kan een kracht ten goede en ten kwade zijn. Wanneer geestelijke heeren, domine's of pastoors tot legerpredikanten of aalmoezeniers worden aange steld is de bedoeling, dat zij de soldaten op zoodanige wijze beinvloeden, dat deze met toewijding hun sol- datenplicht zullen vervullen En mij dunkt, dat me nigeen geneigd is om dan de kracht niet moreel, maar immoreel, d.i. in strijd met de moraal, d.1. met de zedelijkheid, te noemen. Ik zeg dit om misverstand te voorkomen. Wanneer Einstein spreekt van moreele krachten, bedoelt hij daarmede ongetwijfeld z e d e 1 ij k e krachten, d.w.z. krachten, die drijven naar betere menschverhoudingen, dus naar meer rechtvaardig heid, goedheid, liefde, menschelijkheid. Volgens meene meening, schrijft hij daaraan een buitengewone beteekenis toe, zóó dat hij daarvan zelfs het lot der menschen afhankelijk stelt! Met deze opvatting ben ik het volkomen eens. Deze moreele krachten loopen echter groot gevaar. Juist in onzen tijd! Want wij leven momenteel in een periode, waarin het den schijn heeft of juist de moreele krachten op den achtergrond geraken. Wij kunnen een sterke opleving waarnemen van den cultus (de vereering) van het geweld. In de geschiedenisfase, welke wij thans doorma ken en welke ik beschouw als den overgang naar een nieuwe cultuur, valt m.i. in de' eerste plaats op een toenemend vertrouwen bij velen niet op de geestelijk-zedelijke krachten, maar op do brute krachten, van phvsiek en materieel geweld. Het opkomend fascisme is er het sprekende voor beeld van. En het is teekenend, dat dit juist op jongere men schen een zekere bekoring uitoefent. Maar het is te vens begrijpelijk. Want de jonge mensch (in ieder mensch herhaalt zich het ontwikkelingsproces der gansche mcnschheid) is in het algemeen nog ge neigd om meer te vertrouwen op zijn physieke dan op zijn moreele kracht; hij kent nog de vereering voor den held, den durver, die geen gevaren vreest, die er op los slaat; hij bewondert den athleet, den overwin naar op het gebied van allerhande sport. De jongens van de S.A. in Duitschland, de vermilitairiseerae jeugd in Italië leveren het bewijs, hoe groot de aan trekkingskracht is, welke uitgaat van: met wapenge weld te kunnen optreden. De uniform als zinnebeeld daarvan oefent een groote bekoring uit op het jonge gemoed. Simson, de geweldige is hun sympathieker dan Jezus, de geweldlooze! Ik zie hierin de uiting van oeroude driften, die nog lang niet overwonnen zijn. En indien wij eerlijk zijn, zullen wij moeten toege ven, dat wij onszelf er vaak op kunnen betrappen, dat ook wij soms aan dezo driften toegeven. Hoe me- nigkeer gebeurt het niet, dat wij geneigd zijn er op los te slaan, dat onberedeneerde wraakgevoelens ons drijven? Hierop doelde ik, toen ik zoo even sprak van de noodzakelijkheid om voortdurend op onze hoede te zijn. Wanneer wij echter ons bezinnen en rustig na denken, komen wij al spoedig tot het inzicht, dat wij aan die driften toegevend, niet alleen persoonlijk schade lijden, doordat wij ons als menschen voelen dalen, maar dat wij aan de menschheid daarmede geen dienst bewijzen. Daarom is in de eerste plaats noodig, dat wij steeds redelijk blijven denken en altijd weer opnieuw de vraag stellen: op welke wijze kun nen wij èn onszelf èn do menschheid hot best die nen? En bij de beantwoording dezer vraag komt het aan op onze opvatting van wat wij het beste ach ten. En hierbij zie ik in onzen verwarden tijd twee op vattingen. De eerste, vóór alles belichaamd in het fascistisch streven, is die, welke predikt dat een volk vóór alles weerbaar moet zijn, sterk bewapend en krachtig geoefend in het wapengebruik .en in uithou dingsvermogen, daarbij doortrokken van nationalisme, worden naar zedelijke, rechtvaardige verhoudingen tusschen menschen en menschen met terzijdestelling van alle verschillen in volk, ras, godsdienst en zede. De eerste opvatting voert tot noodlottigen strijd, die zijn hoogtepuntbereikt in den oorlog, d.i. in men- schenmoord en zedelijke verliederlijking. De tweede voert tot het wekken van de moreele krachten, d.i. die krachten welke den mensch als zoodanig opstuwen naar veredel ijking. Het kenmerk van moreele krachten is dat zij uit gaan van den geest. Deze moreele krachten zijn nooit geheel afwezig. Ze kunnen tijdelijk teruggedrongen worden of overwoe kerd door velerlei oerdriften, die sluimeren in de menschelijke ziel, telkens doen ze zich echter weer gelden. Aan die moreele krachten hebben wij het te danken, dat wij in den loop der eeuwen geworden zijn tot wat we zijn. Dat is nog niet veel bijzonders, zal men allicht opmerken. Ik geef dat gaarne toe. Maar wij staan ook pas aan 't begin der menschwording. Wat is een millioen jaren in de geschiedenis der mensch heid? En dan zal men toch moeten erkennen, dat in die millioen jaren een groote schrede voorwaarts is gedaan. Uit de barbaarschheid is de mensch opge stegen tot zijn tegenwoordigen staat. Hij heeft andere begrippen, hij oordeelt naar andere maatstaven, hij erkent zedelijke waarden. Dit alles wijst op groei in een bepaalde richting. Dlo groei moge langzaam gaan. te langzaam naar onze meening, hij i s er. Dit is de hoofdzaak. Het is goed ons hiervan ter dege bewust te wor den. Want dit en dit alleen kan ons bewaren voor wanhoop in dezen tijd van worsteling. Deze groei is een wakker worden en een actief wor den van moreele krachten. Dit zijn dan de krachten, die drijven naar meer zedelijke verhoudingen en die niet aangewezen zijn op het gebruik van wapenen des gcwelds, maar op overtuiging. Dat deze krachten van belang zijn en gevreesd worden door hen, die de brute kracht nog altijd vereeren, blijkt wel zonneklaar uit het feit, dat, zoodra. een oorlog is ontketend, een uiterst gestrenge censuur wordt ingesteld. Dan wordt angstvallig toe gezien op alles wat gezegd en geschreven wordt. Dan wordt er op los gelogen om het volk in een oorlogs- roes te houden, dan moeten zuiver-menschclijke gevoe lens worden teruggedrongen en haat en vijandschap worden aangewakkerd. Is dit niet het beste bewijs, dat men de beteekenis van die moreele krachten erkent? En wat zien wij thans gebeuren? Bij millioenen onzer medemenschen dringt het be sef door dat „het zoo niet langer gaat". En wij weten maar al te goed wat de bedoeling is van deze po pulaire uitdrukking. Men wil daarmede te kennen ge ven, dat deze samenleving met haar monsterachtige tegenstellingen, met haar honger en armoede te mid den van overvloed, met haar grenzenlooze verspilling van arbeidskrachten in den dienst der vernietiging, met haar verminking der menschelijke persoonlijk heid, geen recht van bestaan meer heeft. De denken de, zedelijk aangelegde mensch lijdt onder de omstan digheden, waaronder hij gedoemd is te leven. En met van buitengewone kwaliteit GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN verkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF Garage C NIEUWLAND. BERGEN. zijn gansche ziel hunkert hij naar een nieuwo wereld. Er is maar één verlangen, dat hem geheel vervult; het is het verlangen naar een samenleving op hooger plan; een wereld, welke inderdaad een goed georden de menschelijke huishouding genoemd kan worden, waarin ieder zijn plaats heeft en ieders recht op het leven ten volle wordt erkend. Zal uit den chaos van het leven die wereld opko men? Ik persoonlijk ben er vast van overtuigd, omdat ik geloof in eeuwigen vooruitgang, zij 't dan ook een vooruitgang die met schokken en schijnbaren terugval gepaard gaat. Maar ik weet tegelijkertijd met innerlijke zeker heid, dat deze vooruitgang absoluut afhankelijk is van de ontwikkeling der moreele krachten in de menschheid. Want elke samenleving is de weerspiegeling van wat er leeft in de harten der menschen. Als die harten hunkeren naar vrede, dan zi\l er eens gerechtigheid komen. Als die harten dorsten naar gerechtigheid, dan z&l er eens gerechtigheid komen. Als die harten hunkeren naar vrede, dan z&l er te eeniger tijd vrede komen. Als die harten breed menschelijk gaan voelen, dan z&l do scheiding tusschen rassen en volkeren worden opgeheven. Als die harten 't als misdadig erkennen, dat de ééne mensch kan leven ten koste van de ellende van den ander, dan zèl de tijd komen, waarin alle uitbuiting tot het verleden zal bëhooren. Onze conclusie? Zij kan geen andere zijn dan deze: een beroep moet worden gedaan op de moreele, de zedelijke krach ten! Deze krachten moeten worden gemobiliseerd. Zij alleen zullen in staat zijn de nieuwe wereld to scheppen. Deze krachten zijn potentieel, d.i. in kiem aan wezig in allen. Het komt er maar op aan ze te wek ken. Daarom heeft de wereld van heden geen be hoefte aan knappe generaals, noch aan slimme di plomaten, noch aan gewiekste politiekers, maar aan profeten, d.i. aan hen, die een onmiddellijk beroep doen op hart en geweten der menschheid! ASTOR. I Groote materieels schade. - Wonder boven wonder geen persoonlijke ongelukken. - Passagiers met den schrik vrij gekomen. SN'EEK. Gistermorgen is de boemeltrcin, welke te 8.13 uur uit Stavoren alhier binnenkomt, op het emplacement voor een gedeelte uit de rails geloopen. Terwijl locomotief, tender en twee bagage-wagens 'op een verkeerd spoor reden, bleven de personen-wagens op het goede. Een der bagage-wagens geraakte spoe dig uit de rails, gevolgd door den tender en de andere bagage-wagens. De locomotief, hoewel terstond ge remd, liep nog even door en sleepte de drie andere omgevallen wagens mee, waardoor groote schade aan rails, dwarsliggers en wissels werd toegebracht, ter wijl diepe voren in het grintbed werden getrokken. Tenslotte liep ook de locomotief uit de rails, doch bleef overeind staan. De ontspoorde bagage-wagens zijn ernstig beschadigd, terwijl de locomotief en tender natuurlijk ook niet aan beschadiging ontkwamen. Wonder boven wonder zijn er geen persoon lijke ongelukken gebeurd. De passagiers wer den In de op het goede spoor gebleven per sonenwagens bevig door elkaar geschud, doch kwamen met den schrik vrij. Ook het perso neel van den trein, dat in het ontspoorde ge deelte aanwezig was, had geen letsel, hoe wel machinist en stoker angstige oogenblik- ken hebben doorgestaan, daar het platform van de locomotief door het wrikken van den omgevallen tender geheel scheef getrokken was. De materieele schade is aanzienlijk. Een hulptrein uit Leeuwarden is ontboden. De oorzaak is vermoedelijk een verkeerde, wis selstand tijdens het binnenrijden van den trein. De sneltrein uit Leeuwarden kwam even na het onge val binnen en werd over ander spoor geleid. Het spoor naar Stavoren is vrij, zoodat het verkeer geen vertraging ondervindt. B O E R D E R IJ. Langer onhoudbaar. Varkenscentrale neemt niet af. De Bond van Varkensmcsters heeft den Minister van Economische Zaken een telegram doen beko men, waarin wordt geconstateerd, dat de toestand in het varkensmestersbedrijf onhoudbaar is als ge volg van de zeer geringe, afname door de Nederland- sche Varkenscentrale en een beroep op den minister wordt gedaan, die maatregelen te treffen, die een spoedige afname verzekeren. Gasten vluchten in nachtgewaad. O i s t e r w ij k. Gisternacht om ongeveer drie Jiur is door tot nu toe onbekende oorzaak een zware brand uitgebroken in het bekende hotel „De Zwaan" van den heer G. Sanders, gelegen aan De Linde. De brand ontstond op de tweede verdieping., welke ge heel is uitgebrand. De gasten, ongeveer 20, konden nog bijtijds ge waarschuwd worden, doch hadden nauwelijks den tijd om hun kleeren aan te trekken, zoodat de mees ten in nachtgewaad moesten vluchten. De brandweer, die met groot materiaal ter plaatse was, kon tegen de hevige vuurzee op de tweede verdieping niets uit richten. Wel kon zij voorkomen, dat de brand zich verder uitbreidde. De eerste verdieping van het ho tel werd door het water in een ruine herschapen. Om ongeveer vijf uur was men den brand meester en is met de nablussching begonnen. De gasten heb ben een onderkomen gevonden bij de buurtbewoners. Het grootste deel van hun bezittingen zijn zij kwijt geraakt. DIAMANTEN GEVONDEN IN NIGERIA. De gelukzoekers trekken alweer derwaarts Lagos. De regeering van Nigeria deelt mede, dat in een goudveld in de provincie Zaria diamant gevonden is. Het bericht heeft een kleine volksver huizing van hoopvolc goudgravers naar het betrok ken district veroorzaakt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 1