De Proza van het Licht....
Een fraaie blik op de fabricage van
gloeilampen en radiolampen
Een bezoek te Eindhoven.
Kijkjes in de glasblazerij.
ZOOALS bekend is. hebben wij ook de
uitvinding van de gloeilamp te
danken aan Thomas Alva Edison,
die in 1879 do eerste kooldraad-
lamp vervaardigde. De jaren, die sinds
dien verstreken zijn. beteekenden een
voortdurende verbetering van deze licht
bron, zoodat de tegenwoordige gloeilamp
VA M. lengte een kleine boeveelheid vloei
baar glas (z.g. ..postje") uit den smeltnot
trekken (dit heet ..keien", afgeleid van het
Franschc „ccuillir"), dit postje dan over
een ijzeren plant rollen en vervolgens door
eenige ademstooten tot een dunwandigen
cylinder uitblazen. De glascvlinder wordt
tenslotte in 'n tweedecligen vorm gebracht
die door middel van een z.g. ..trapstoel"
met den voet geopend en gesloten kan
worden. Wanneer het glas zich in den
gesloten vorm bevindt, blaast de werkman
onder voortdurend draaien van de blaas
pijp. den yorm vol en het glns ann de piin
neemt dan het luiste model van den bal
lon aan. Na zijn werk gecontroleerd te heb-
alleen nog het principe het tot gloeihitte
brengen van een dunnen geleider door den
elcctrischcn stroom met het eerste pro
duct gemeen heeft.
Bij het fabricageproces van een gloei
lamp kan men in hoofdzaak vier phasen
onderschelden:
1. Het blazen van den glazen ballon.
2. Het winnen van het edelgas voor de
vulling.
3. Het vervaardigen van den glocidraad.
4. Het samenstellen van de lamp.
Wie als bezoeker een moderne gloeilam
penfabriek bezichtigt, wordt in stijgende
mate getroffen door do vernuftige wijze,
waarop deze bewerkingen geschieden en
zij, die in do gelegenheid zijn om
een bezoek te brengen ann de Philips fa
brieken te Eindhoven, zuilen dan ook zeer
zeker niet teleurgesteld naar huis terug-
kceren.
Toen de oorlog uitbrak, deden zich tal-
looze moeilijkheden voor. Ter illustratie
doen wij daaruit enkele grepen:
Tot 1915 betrok de fabriek geregeld de
glazen ballons uit Duitschland en Oosten
rijk. daar deze in Nederland door de Ne-
dorlandsche glasfabrieken niet werden ge
fabriceerd. Plotseling werd in het begin
van 1915 de uitvoer naar Nederland verbo
den. Op een gegeven oogenbllk stonden
daar 2 Va millioen ballons aan de Duitsch-
Nederlandsche grens het waren 25 groo-
te spoorwegwagons die niet meer naar
Holland mochten worden uitgevoerd.
Het eerste, wat gebeurde was dank rif
de toenmalige Begeerlng dat er een
verbod kwam voor den uitvoer van aard
appelen uit Nederland, met de bepaling,
dat dit wederom zou worden opgeheven,
zoodra Duitschland den ballonuitvoer vrij
liet. Het gevolg was. dat Duitschland 5 A
B weken geen aardappelen kreeg. Deze
maatregel werkte dusdanig, dat deze 25
wagons toen werden vrijgelaten en onder
groot enthousiasme van het pprsoneel reed
de speciale glas trein vanuit Venlo met de
Nederlandsche driekleur in top, het fa-
brieksemplacement binnen.
In dien tusschentijd bad men zich met
een Nederlandsche glasfabriek in verbin
ding gesteld, om ballons te blaren: daar
men echter beiderzijds niet tot een nauwe
re aaneensluiting wenschte over te gaan,
werd in Eindhoven besloten zelf te gaan
bouwen.
De glasfabriek.
Het glas wordt, behalve tot ballons, tot
buizen en staven verwerkt, die o.a. ook
voor de lampen worden gebruikt. Tevens
worden hier nog vele speciale glassoorten
vervaardigd, zooals het lichtblauw gekleur
de glas voor de zon- en daglicht lampen,
het glas voor nöntgenbuizen. glassoorten
met een zeer lang uitzettingscoëfficient,
glazen voor natriumlampen. enz.
Do stofen, waaruit het glns bereid wordt,
zijn voornamelijk zand. soda. potasch en
loodmenie. terwijl verder nog eenige che
micaliën worden toegevoegd voor het lou
teren en evt. ontkleuren. Om het glas een
bepaalde kleur te geven, voegt men ook
verschillende chemicaliën toe. b.v. cobalt-
zouten voor blauwkleuring.
De, grondstoffen worden, met afvalglas
gemengd, in z.g. mengbakken naar de
ovens gebracht, des avonds na afloop van
de werkzaamheden in potten gedaan en
gedurende de nachturen gesmolten.
De smeltpotten. waarin het glas gesmol
ten wordt, zijn uit specinle. hooevutir-
vaste klelsoorten vervaardigd en worden
uit de hand gemaakt, in de nottenfabriek.
die annex is aan de glasfabriek.
De fabricage van de ballons, buizen en
staven kan verdeeld worden in het hand-
hedriif en het machinale bedrijf. Bii het
handbedriif wordt het glas volgens de
eeuwenoude melhode geblazen aan een
blaaspijp en het is een fantastisch schouw
spel om de glasblazers op het platform
rondom don smeltoven te zien manoeu
vreeren met hun lange pijpen, waaraan
zich de gloeiende glazen bollen in alle
stadia van hun ontwikkeling bevinden. Bii
groote ovens biedt bet platform rondom
den oven plaats voor ongeveer 9ft blazers,
die met hun ijzeren blaaspijp van ongeveer
DE BEDRIJFSSCHOOL.
ben, geeft de glasblazer zijn blaaspijp aan
zijn helper, den „aftikker". die met een
natte vijl het eins op de juiste plaats in-
kerft en den ballon met een klophout van
de pijp tikt. De ballons worden op rekken
naar de sortcerkamer gereden om te con
troleeren op fouten. In de afsmcltmachincs
worden de ballons ontdaan van de scherpe
kanten, ontstaan door het aftikken van de
pijp.
Machinale alasblazers!
Tegenwoordig geschiedt een deel van de
ballonproductie machinaal in z.g. ballon-
laasmachines. Deze apparaten ziin ware
wonderen van menschelijk vernuft: in hen
voltrekt zich geheel automatisch het pro
ces van vloeibaar gla? tot afgesmolten
ballen. Boven op de machine bevindt zich
de smeltkroes met de vloeibare glasmassa,
waaruit regelmatig een dikke druppel
door een goot in de machine' valt. die den
druppel opvangt, er lucht in blaast, in een
vorm brengt en hierin den ballon uit
blaast. deze afsmelt en tenslotte op een
ketting naar de controlekamer transpor
teert
Het buis- en staafglas wordt »ebruikt
voor het binnenwerk van de lampen en
het trekken hiervan geschiedt hoofdzake
lijk machinaal. Het handwerk bestaat al
leen nog voor het trekken van glas van
speciale maten en speciale glassoorten.
Evenals het ballonblazen is ook het bui-
zentrekken interessant om te zien. De
„keier" haalt met een dikke blaaspijp een
postje glas uit den smeltnot en walst hier
van op een vlakke plaat een kegel met
den top aan de blaaspijp. Deze. intusschen
wat afgekoelde, maar nog roodgloeiende
kegel, steekt hij opnieuw in den smeltnot
en windt er al draaiende een nieuwe por
tie vloeibaar glas omheen. Dit wordt en
kele malen herhaald, waarbij telkens door
de pijp lucht in de glasmassa geblazen
wordt, totdat tenslotte een groote, holle,
nog taaivloeibare glaskegel verkregen is.
Nu komt de „trekker" in actie; hij neemt
do pijp over. warmt de inmiddels weer
koud geworden post in den oven. walst
deze nog eens uit en verwarmt den glas-
kegel opnieuw. Inmiddels heeft de ..hulp
trekker" aan het uiteinde van een korten
ijzeren staaf met een weinig glas een
platte schijf gemaakt. Is de glasmassa nu
voor de laatste maal goed verwarmd, dan
neemt de trekker den glaskcgel uit den
oven en plakt deze met het grondvlak op
de glasschijf. Trekker en hulptrekker he
geven zich nu vlug naar de ♦rekbaan. Hier
verwijderen zij zich van elkaar, waarhii de
holle glaskegel uitgetrokken wordt tot een
huis van soms eenige tientallen meters
lengte: ondertusschen blaast de trekker
zoo nu en dan in de piip.
Ook het huizentrekken vereischt groote
ervaring, aangezien het verkrijgen van
een buis van bepaalde wanddikte en be
paalden diameter afhangt van tal van
factoren .zooals de temperatuur van den
glaspost, de dikte van den wand ervan en
de snelheid, waarmede trekker en hulp
trekker zich van elkaar verwijderen, wel
ke factoren de trekker „op het gevoel"
moet beheerschen.
De huizen met normale maten worden
mechanisch gemaakt, waarbij het gesmol
ten glas uit de ovens met ingesloten potten
cvergeschept wordt in de trekovens. Ver
volgens wordt het glas in een ronddraaien-
den cylinder gevoerd, waaruit het onder
langzame afkoeling als een buis te voor
schijn komt. Deze buis wordt over rollen
verder getransporteerd en machinaal in
stukken van bepaalde lengte gesneden.
Door wijziging van temperatuur, hoeveel
heid toegevoerd glas, opening van den cy
linder, enz. kan men de wanddikte en den
diameter van de buis varieeren en ook
staafglas maken.
De gasvulling der lampen.
De uitvinding van de gasgevulde lamp
in 1913 deed groote behoefte ontstaan aan
stikstof en argon. In de Philips edelgasfa-
briek worden deze gassen met helium en
neon, zuurstof en stikstof afgescheiden uit
een grondstof, die gratis ter beschikking
is, n.1. lucht. De lucht wordt om te begin
nen bevrijd van waterdamp en koolzuur,
onder een druk van 150 atmosfeer samen
geperst en dan afgekoeld met kokende,
vloeibare zuurstof.
Na deze afkoeling is de gasvormige lucht
in vloeibaren toestand overgegaan, de
vloeistof bestaat dus uit een mengsel van
stikstof, zuurstof, argon, neon en helium,
die nu, na expansie op normalen druk,
door een nauwkeurig geregelde verdam
ping gefractionneerd gedestilleerd worden.
In het volgende staatje is de verhouding
aangegeven, waarin de verschillende gas
sen in de lucht voorkomen:
Kookpunt
helium 0,0005 208° C.
neon 0,0015 248° C.
argon 1 186° C.
zuurstof 21 183° C.
stikstof 78 196° C.
In de edelgasfabriek worden ca. 2000 M3.
lucht per uur verwerkt. Aan de zuiverheid
van de gasvulling der gloeilampen worden
hooge eischen gesteld, zoodat er aan de
scheiding niets mag ontbreken!
Draden-trekken
Wij rijn thans gekomen aan de derde en
laatste fabriek van tusschcnproducten,
waaruit de gloeilampen vervaardigd wor
den. Hier worden de wolfraamdraden en
.spiralen gemaakt, die als de essentieele en
teerste deelcn van de gloeilamp eens hun
licht over de wereld zullen laten schijnen.
De wolfraamdraad wordt als volgt ver
vaardigd: Het helium-wolframaat. dat
zich in het mineraal scheeliet bevindt,
wordt gereduceerd, waardoor we het me
taal als een grijs poeder verkrijgen. Dit
wolfraampoeder, waarvan het smeltpunt
L Microscopisch
onderzoek dor
„getrokken"
gloeidraad.v
2. Het „ontgas
sen" van de
gloeldraad.
3. Het bijregelen
van een afge
werkt radioap
paraat.
L Het Complex-
Strijp.
5. De bedrijf s-
school
De afdeeling,
waarin de
gloeilampen
met edelgas
gevuld wor
den.
Glasblazerij:
bnizentrekken.
8. Het nameten
der capaciteit
van radio-lam
pen.
Het „trekken"
van een gloel
draad.
In de bedrijfsschool.
bij 33S0 gr. ligt, is practisch onsmeltbaar,
omdat er geen enkel materiaal bekend is,
waarin het gesmolten zou kunnen wor
den. Er wordt dan ook een geheel andere
methode toegepast, om uit het poeder sa
menhangende staven te vervaardigen: Al
lereerst wordt het onder een hvdraulische
pers in stalen matrijzen tot vierkante sta
ven geperst, die evenwel nog zeer broos
zijn en die vervolgens door een sinteroven
geschoven worden, waarin de metaaldeel
tjes samenbakken. Vervolgens worden ze
voorzichtig in een met waterstof gevulde
klok geplaatst, die door water gekoeld
wordt en waarin de staven door middel
van een electrischen stroom van c.a. 5000
ampères tot vlak onder het smeltpunt ver
hit worden. Hierdoor sinteren de wolf
raamdeeltjes nog meer samen en verkrij
gen we een stevige staaf, die geschikt is
voor de verdere mechanische bewerkin
gen. Bij het hameren worden de wolfraam
staven in elctrische ovens wit gloeiend
gemaakt, om daarna in speciale roteeren-
de hamermachines te worden gestoken. In
verhand met de groote hardheid van het
metaal moet een staaf van 15 M. wel 100
maal gegloeid en gehamerd worden, al
vorens de diameter tot, 1 m.m. is terug
gebracht. Dan volgt het trekproces. Hier
bij wordt de draad aangepunt en door een
conische opening van een diamant getrok
ken. die =fc 10 kleiner is dan de door
snede van den draad. Door dit trekken
van den draad wordt deze eerst verhit en
met grafiet besmeerd. Het verhitten heeft
lot doel om het metaal weeker te maken,
aangezien wolfraam bii gewone tempera
tuur zeer broos en hard is. Meer dan 10
kan men niet aftrekken, omdat de draad
dan breekt. Het tiekken moet dus eenige
malen herhaald worden voor een draad
van 0.01 m.m. zelfs 50100 maal.
Om in de gasvullingslampcn een beter
rendement te bereiken, is het noodzakelijk
om den wolfraamdraad spiraalvormig te
wikkelen. Dit gebeurt op speciale machi
nes om een kern van staaldraad, die daar
na chemisch wordt opgelost. Door deze spi
raal nog eens te spiraliseeren, kan men
het rendement nog meer verbeteren: hier
op berusten de nieuwe Bi-Arlita lampen.
Een normale wolfraamdraad zou bij het
branden van de lamp spoedig ziin vorm
verliezen, daarom moet in dit geval wolf
raamdraad met speciale eigenschappen ge
bruikt en gespiraliseerd worden om molyb-
deendraad.
Het monteeren van de lamp.
Wanneer de verschillende onderdeelen
van de gloeilamp de ballon en het buis
glas, het edelgas en de gloeidraad ge
reed zijn, komen zij samen in de eigen
lijke gloeilampenfabriek, waar ze geheel
automatisch tot een complete lamp worden
samengevoegd.
Deze gloeilampenmachines zijn zeer
vernuftig geconstrueerd. Bii de eerste be
werking ziet men een paar glazen buisjes
en de stroomtoevoerdraden samenvoegen,
vervolgens worden de molybdeen-haakies
ingezet, die het wolfraamdraad moeten
dragen. De volgende fasen in dit proces,
dat van het begin tot het einde machinaal
geschiedt, zijn: het opzetten van den
gloeidraad. resp. spiraal, het insmelten in
den glazen ballon, het luchtledig maken,
resp. met gas vullen en dichtsmelten ran
den ballon en het opzetten en soldeeren
van de huls.
Eerst gloeilampen,
radiolampen!
thans
Nauw verwant met de gloeilamp, zoowel
wat constructie als fabricage betreft, is de
radiolamp. De radiolamp heeft evenwel 'n
groot aantal onderdeelen, die aan het
brugje der lamp bevestigd worden, n.1. de
toevoerdraden naar gloeidraad, kathode,
roosters en plaat en bovendien nog ver
schillende steundraden. Bij de plaatsing
van gloeidraad, plaat en roosters ten op
zichte van elkaar komt het verder aan op
een uiterst nauwkeurige opstelling. Er
wordt dus een zeer groote precisie ver
eischt en daarom moet de radiolarnpcnma-
chine aan nog hoogere eischcn voldoen,
dan die van de gloeilamp.
Behalve radio-ontvanglampen worden in
de Philip's fabrieken ook zendlampen ver
vaardigd. Een zendlamp bezit in wezem
dezelfde constructie als de ontvanglamp,
alleen zijn de afmetingen veel groote; de
grootste typen zijn bijna manshoog. Het
meest kenmerkende verschil met do ont-
vanglampen is de lucht- of waterkoeling.
Om de ontwikkelde warmte af te voeren,
moet de lamp n.1. gekoeld worden en dit
wordt bereikt door de zendlampen uit een
glazen en een metalen gedeelte samen te
stellen, waarvan het metalen gedeelte dan
gekoeld kan worden. Het metaal en het
glas worden aan elkaar gelascht, in spe
ciaal daarvoor ingerichte machines.