Arrondissementsrechtbankte Alkmaar Mushalong DE KLEEREN MAKEN DEN MAN. ÏHW Een merkwaardige wraakneming. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 11 September. .Ursem. reclasseeringskansen staan twijfelachtig. Op 28 Juni kreeg de meervoudige strafkamer te doen met 'n 29-jarigen boerenknecht Renler Petrus B., uit Ursem, die men zou kunnen kwalificeeren als ,,'n rare kwibus", 'n jongen, die als hij 'n uit brander krijgt van zijn baas, den kop in den wind gooit, de kuiten neemt, hier of daar 'n fiets weg pakt en op de bonnefooi de wereld inpeddelt. Ook toen was het weer mis geweest met Renier, hij had te Ctstricum 'n rijwiel weggegrnnid, was er mee nnar Heemskerk getrapt, alwaar hij met een ander gegapt rijwiel zijn onzinncn-reis had voort gezet. De Officier vorderde toen 1 Jaar gevangenisstraf, doch er werd een tusschenvonnis gewezen en een reclasseeringsonderzoek gelast. Inmiddels stond Renier ook voor den Haarlemschen politierechter terecht, betreffende den rijwieldiefstal te Heemskerk en deze magistraat wilde toen af wachten wat Alkmaar deed, want de ITaarlemscho R.K. reclasseering had al zoo veel verdriet onder vonden van Renier, dat zij niets meer met hem te maken wilde hebben. De heer Wiggers scheen echter nog niet te wan hopen aan een meer atabile bekeering van Renier en had een meer hoopvolle conclusie getrokken. Het schijnt daf hij bij al zijn minder goede eigen schappen, als boerenpicolo nog zoo'n slecht figuur niet slaat. Waar de R.K. reclasseeringsvereeniging weiger achtig bleef, scheen volgens mijnheer Wiggers die instelling te Alkmaar nog bereid het experiment eens te wagen. Maar de Officier wilde absoluut niet toehappen en bleek niet voornemens te zijn op zulke losse schroe ven een nieuw échec der justitie voor te bereiden. Reden waarom Z.Ed. persisteerde bij zijn reeds een maal genomen requisitoir: 1 jaar gevangenisstraf. Harenkarspel. VAN ZAKKENSTOPPER TOT ZWIJNTJESJAGER. Het moet gezegd worden, dat deze dubieuze pro motie den 22-jarigen Jan Joh. D. uit Harenkarspel nog niet veel voordeel heeft gebracht. Hij verscheen althans heden in de ongunstige con ditie van preventief gedetineerde, verdacht zich te Alkmaar aan diverse rijwieldiefstallen te hebben schuldig gemaakt. Hij zou dan aldaar een drietal fietsen hebben ingepikt, doch hij bleek vreemd ge noeg, bereid één diefstal toe te geven. Wat de twee andere rijwielen betrof, die beweerde hij te Haar lem van de in de dievcnwereld zoo populaire groote onbekende te hebben gekocht, hoewel hij ook in dit geval geneigd was te erkennen de wetenschap, dat ook dié fietsen waren gestolen. Verder gingen zijn confidenties niet en het Is te begrijpen, dat de officier, hoewel het vreemd vin dend, dat Jan wél zijn daderschap aan 1 rijwiel toegaf, niet genegen was het bekende smoesje van den grooten onbekende, geduldig te slikken. Waar echter de verdachte nog een blanco straf blad kon vertoonen, wilde de Officier zijn eisch niet hooger stellen dan 10 maanden gev. Mr. Belonje pleitte met niet al te vurige overtui ging een voorw. veroordceling. S c h a g e n. van lotje getikt? Natuurlijk ontbrak op deze zitting niet de naar het schijnt onmisbare afdeeüng .gesloten deuren" en werd In de eerste plaats door de rijksveldwacht aangevoerd de 57-jarige koopman Jan K. uit Scha- gen, die zich aldaar had bezondigd aan artikel 248 bis. Dr. Kruijtbosch werd o.m. gehoord als psvehi- ater. Gerequireerd werd plaatsing in een krankzin nigengesticht voor den tijd van 1 jaar. met welk requisitoir de verdediger, mr. Belonje, accoord ging. Alkmaar. EF.N DUBBELTJE OP ZIJN KANT! De bediende P. H. te Alkmaar had zich in de Alkmaarsche Hout op strafbare wijze geoccupeerd met kinderen, welke handelingen opleverden liet misdrijf, strafbaar gesteld bij art. 248 bis, wetb. van strafrecht. Dit jongmensch had alreeds een voorw. veroordeeling opgeloopen, waarvan de proeftijd nog niet was verstreken. Derhalve stonden zijn reclas- seeringskafisen al bijzonder zwak en werd gerequi reerd 8 maanden onvoorwaardelijk. Mr. Prins, toegeveogd verdediger, verloor den moed nog niet en stelde voor, het er voor ditmaal nog eens met een voord, straf op te wagen. FEUILLETON. door GEORGE GOODCHILD. 3. „Sta op," zeide Mushalong. „Sta op, en geef me do vijf. Je hebt donders goed partij gegeven." Maar dat was niets voor Kellv. Toen hij met moeite overeind gekrabbeld was, blonk er haat in zijn oogen. Hij veegde het bloed van zijn gezicht, en wei gerde do uitgestoken hand, alsof hij bang was er zich aan te branden. Hij had niet het sportieve van Mushalong in zich. MacBridge baande zich een weg door do menigte, en bewoog z'n vinger dreigend heen en weer, alsof hij een stout kind waarschuwde. „Kijk eens, Mushalong, ik ben niet van plan dat soort van ruwo grappen in mijn lokaal langer te dulden. Het Is aldoor hetzelfde, wanneer jij hier komt. Ik heb een reputatie op te houden, en als je op deze wijzo doorgaat, dan zal ik je op de zwarte lijst plaatsen." Mushalong glimlachte rustig, en als hij glimlach te, konden weinigen hem weerstaan. Hij duwde Mae Bride speelsch naar de bar, en gaf te kennen, dat de flesschen nog veel te vol waren, om naar bed te worden gezonden. „Dat was maar een pretje" zei hij. „Kelly zal het wel in dat licht willen beschouwen, wanneer zijn hoofd niet meer zoo'n pijn zal doen. De dronken zijn voor mijn rekening. Zeg maar. wat jullie drinken willen!" HOOFDSTUK II. Mnrie Louise. Aan den rand van het pijnl»oomenwoud, aan de noordzijde van ï.avendou, woonde Marie Louise Sor- ranche. Haar voorouders behoorden tot de eerste Fransrhe nederr.etters van lavendou, en het stevige houten blokhuis, hetwelk zij bewoonde, had meer don honderd winters getrotseerd. Eens was de fa Hem Venhulzen. DE DOL GEWORDEN SCHOONVADER. Hoe drift en zenuwen van een braaf, doodmak Strecker boertje 'n dolle woesteling kunnen maken, demonstreerde heden de tamelijk ernstige strafzaak contra den 57-jarigen werkman Gcrrit de B., uit Hem, 'n donker uitziend, kaalhoofdig mannetje, dat zich thans in voorarrest bevond, verdacht van niets meer of minder dan poging tot doodslag op den gem.-veldwachter van Venhuizen, Willem Rusten burg. Hoe dit zoo onschuldig uitziend ventje tot zulk 'n onzalig feit was gekomen? Eenvoudig door familie- krakeel. Gerrit had een Duitsche schoonzoon, zeke ren meneer van Stein, deze had aan een landgenoot Schmidt voor f 750 zijn kapperszaak verkocht en was zelf op Castricum gaan wonen. Het vlotte zeker niet met de dubbeltjes en toen kwam van Stcijn naar Hem cn maakte midden in den nacht bij Schmidt spectakel, drong wederrechtelijk de woning binnen en nam een voorraad sigaretten mede. De heer Schmidt waarschuwde de politie en de veld wachters Weijland en Rustenburg verschenen en namen aan van Steijn op het raadhuis een verhoor af, naar aanleiding van de tegen hen gerezen ver denking wegens huisvredebreuk en diefstal. Alstoen verscheen schoonvader Dirk ten tooneele in een toestand van volslagen razernij en gewapend met een hardhouten wapenstok. Hij ontmoette op straat do veldwachters, die hem betreffende de kwestie in de kapperszaak wat wil den vragen, doch werden door den anders zoo kal- men man bejegend op een wijze, die hen versteld deed staan. Dirk begon direct met grof geschut, wilde de veldwachters do hersens in mokeren en deed gelijk tijdig met zijn zwaren stok een aanval op het hoofd van Rustenburg, die gelukkig door Weijland door een felle slag met zijn klewang op den arm werd ontvangen. Hierop ontstond een geweldige worste ling tusschen de stevige veldwachters en den razen- den kerel, die zich als een dolleman bleef verzet ten cn Weijland op een gevoelige wijze in den vin ger beet. Slechts met de uiterste krachtsinspanning gelukte het den veldwachters hun arrestant te over meesteren. De man, die reeds eenigen tijd in voor arrest had doorgebracht, stond nu terecht, mak als een lam. Hij staat trouwens zeer gunstig bekend en nimmer hadden de veldwachters last met hem ge had. Zoo min als de veldwachters kon Dirk begrijpen, hoo hij zoo onbehoorlijk had kunnen optreden. Hij schreef dit toe aan de familie-onaangenaamheden, die hem tot het uiterste hadden ongewonden. Nim mer had hij het voornemen gekoesterd om den veldwachter de hersens te verbrijzelen. Niettemin achtte de Officier echter een dergelijke manier toch te ernstig om met een lichte straf te volstaan en werd gevorderd niet minder dan 1 jaar gevangenisstraf ter zake poging tot zware mishan deling. Mr. Smal, de juridische toevlucht van het ontstelde boertje, deed een goed woord voor hem, wijzende op zijn goede reputatie en de opgewondenheid, waarin hij dien nacht was gebracht. Pleiter conclu deerde een voorw. veroordeeling, althans de uiter ste clementie. Alkmaar. DE BEDRIEGELÏJKE STOFZUIGER REPRESEN TANT EN ZIJN KIPPETJE. Het echtpaar HoedjesGroenland uit de bekende slagerij in de Schoutenstraat te Alkmaar, ontving op Zaterdag 23 Juni visite van een heer en een M0.MA milie Sarranche tamelijk welvarend geweest, want de leden daarvan waren van stevige structuur, en buitengewoon ijverig. Doch verschillende generaties van losbandige zonen hadden de opgespaarde pen ningen van hun voorouders verbrast, en de tegen woordige familie Sarranche kon zich maar net in het leven houden. Er waren er nog maar twee Marie Louise en haar broeder Hcnri. Zij fokten honden hoofdza kelijk Alsaatsche wolfhonden, en verkochten die links en rechts voor trekdoeleindcn. Doch de zaken waren niot erg winstgevend, en iedere winter zag Henri naar de houthakkerskampen trekken, tenein de het noodige huishoudgeld bij elkaar te krijgen. Op dit tijdstip was Marie Louise negentien jaar oud, en net zoo wild als één van haar wolfachtige dieren. Zij wist niets van weelde af, en van de buitenwereld minder dan niets, want haar idéé daaromtrent ont leende zij aan onware Fransche novellen. Net als de rest van de kleine Fransche kolonie, sprak zij tamelijk goed F.ngelsch, doch in haar hart sluimerde een animositeit tegen dat volk, welke door Henri gedeeld werd, die trouwens iedere na tionaliteit, buiten zijn eigen, verachtte. Netjes ge kleed, zou zij zeer aantrekkelijk geweest zijn, want zij had mooie gelaatstrekken, en zeer expressieve oogen, doch in haar gewone, uit verschillende hete rogene bestanddeelen samengesteld gewaad, was zij voortdurend de risée van lavendou. Buiten haar eigen stamverwanten was haar beste vriend in het kamp de Padre, zooals zij hem noemde, ofschoon hij protestant was, en Mnrie Louise zichzelf tot de Katholieken rekende. Toch was Rev. Ogle ieders vriend, en verrichtte heel wat goed werk onder de ruwe kolonisten, waar hij ook als dokter en predi kant optrad. Hij was het, die Marie Louise bij haar zeer primitieve opvoeding hielp. Hij had haar lezen en schrijven geleerd, en kalmeerde haar van tijd tot tijd, wanneer het één of ander voorval haar harts tochtelijke woede had opgewekt. Op den morgen na Mushnlong's terugkomst, klop te Ogle op de deur van het blokhuis, en trad bin nen. Marie I/niise was bezig op forsche wijze de ka mer te reinigen, waarbij wolken stof werden opge- iaagd, terwijl zij onderwijl een wilde Chanson ten beste gaf. „Goeden morgen. Marie T^ouise!" zeide hij. „Goeden morgen. Padre!" ..Haar glinsterende, klein* witte tanden demon streerden haar genoegen in het bezoek, cn zij wierp dame. welke heer zich voorstelde als vertegenwoor diger der Stofzuiger-maatschappij „Excelsior" en de dame als echtgenoote en verzocht voor beiden logies. De overeenkomst had plaats en voor f20 per week zou het echtpaar in pension komen. Op Maandag 25 Juni gingen de echtelieden een wandeling naar het station maken, verdwenen echter om niet terug te komen en vergaten ook met de pensionhoudster af te rekenen. Meneer de vertegenwoordiger werd even wel te Amsterdam opgespoord cn bleek te zijn de 25-jarige Roelof de Vr., 'n beruchte oplichter, niet minder dan 8 maal door diverse rechtbanken, we- gkens verduistering te Hoorn gepleegd, veroordeeld. Hij werd dus secuur opgeborgen in een pension waar hij niet kon eclipseeren, cn het bleek bij on derzoek dat de dame, mej, Hendrika Kip, die hij als zijn ega had gepresenteerd, heclemaal zijn vrouw niet was, maar een kippetje, dat hem zonder boter briefje, als dame de convcrsation, had vergezeld op zijn excursies. Aan Mej. Hoedjes had hij nog medegedeeld, dat de maatschappij borg was voor het pensiongeld, ter wijl vast kwam tc staan, dat hij reeds lang voordien was ontslagen. Als een grand-seigneur stond meneer Gerrit thans terecht en ontkende pertinent dat hij mej. Hoedjes lekker had gemaakt met de Excelsior-stofzuigers- maatschappij. Voorts had hij nog de beleefdheid den heer Jansen, den vertegenwoordiger der Excelsior- stofzuigers toe te voegen, dat hij meer capaciteiten als verkooper had ontwikkeld dan deze getuige. Je moet maar durven! De Officier maakte niet veel omslag met dezen trompeur en vorderde 1 jaar en 3 maanden gevan genisstraf. De verdediger, mr. Thomas uit Hoorn, was ook niet enthousiast en gaf toe, dat zijn cliënt niet veel sympathie verdiende, doch 1 jaar en 3 maanden ?ond hij toch wel wat al te peperig. De zaak werd daarop aangehouden tot 3 Oct., ten einde mej. Kip alsnog te hooren kakelen. Bergen. NACHTELIJKE VISITE DOOR HET W.C.-RAAMPJE IN HUIZE TH. SLUYTER. In den nacht van 12 op 13 Juni ontwaakte Mej. Adriana Sluyter, wonende ten huize harer ouders in de Breelaan, nabij Vinkenlaan te Bergen, door 'n harden slag. Zij wipte uit de koffer, blikte door de ruiten en zag alstoen een persoon gekleed in zwar ten gummiregenjas en bolhoed op, die blijkbaar iets onder zijn jas verborg en in do richting van het dorp op een rijwiel verdween. Het huis werd eens geinspecteerd en het bleek, dat een ongenoode gast door het W.C.-raampje was bin nen gedrongen en uit het buffet in de huiskamer Alpacca en zilver tafelgerei had gestolen, benevens een briefje van f 10 uit een enveloppe. Do chef-veldwachter Vermeulen werd gealarmeerd en deze vond een ledige enveloppe benevens buiten in de struiken een doosje, waarop vingerafdrukken voorkwamen. De chef behandelde deze afdrukken op dactyloscopische manier en bracht de voorwerpen over naar commissaris van lJzendijke, een bekend dactyloscoop. Deze maakte diverse foto's en toen bleek bij het. nazien der ten dienste staande vinger drukken, dat deze een treffende overeenkomst bo den met de vingerafdrukken van een berucht recidi vist, de 37-jarige koopman Rink A., reeds 14 maal veroordeeld ter zake diefstal met braak, mishande ling en wederspannigheid. Deze goede bekende bevond zich momenteel op vrije voeten en het bleek bij onderzoek dat hij des tijds te Schoorl had vertoefd en in den bewusten nacht door Bergen in richting Alkmaar was getrok ken. Hij werd bij confrontatie bovendien door Mej. Adriana Sluyter herkend als den man met bolhoed cn regenjas. Thans werd hij binnengeleid in de gedaante van een motorduivel, geheel in 't leer gestoken, met mo torkap, motorjas en handschoenen beladen. Hij ont kende echter beslist den diefstal, hoewel hij toegaf haar bezem in een hoek, en beduidde hem plaats te nemen. „Mon Dieu! II hebt brieven" riep zij uit. „Nu, nu, Marie Louise", protesteerde hij. „Je moet die uitdrukking niet gebruiken." „Dan ik maar „by Gosh"! zeggen. Dat is Henri's manier van uitdrukken. Och, geef zo mij toch vlug!" Hij glimlachte, toen hij haar een brief van haar broeder overhandigde. Het was de eerste in drie maanden tijd, en zij las 'm gretig. „Nog één maand en dan komen hij terug", zeide zij. „Hij zegt, dat het houthakken bijna afgeloopen. Nadat hij helpen de houtvlotten langs de rivier naar beneden brengen, krijgen hij zijn loon en dan..." „Je hebt hem zeker heel erg gemist?" „Tiensl Het is vervelend zonder hem. Ik moeten hem dingen laten zien. „White Star" mooie jongen hebben verleden week. Maar, waar krijgen u dezen brief?" „Van het hotel. Ik hoorde, dat Mushalong terug gekomen was, en ben gaan kijken of de buitenwe reld mij niet vergeten had. Gelukkig bleek zulks niet het geval. Jou ook niet, Marie Louise." „Ik gisteren gaan, maar Mushalong niet terug." „Hij arriveerde erg laat Het spijt mij, dat ik het zeggen moet, doch er is weer, zooals gewoonlijk, flink herrie geschopt. Ik ben bang, dat Mushalong de slechte genius is." Marie Louise trok een rimpel in haar voorhoofd. Mushalong was voor haar, evenals voor de meeste andere menschen, een raadsel. Zij had hem vanaf haar kindsheid gekend, en hij was nooit veranderd. Zijn eigenaardig beroep scheen een absolute negatie te kweeken van dingen en personen. Terwijl hij hon derden goede vrienden had, waren er toch velen in Lavendou, die hem losbandig vonden, cn abso luut niet te genezen. „Hij dronken geworden?" vroeg zij. „Ik geloof het wel, want hij was twistziek. Er is een gevecht geweest tusschen hem en Kelly." „Kelly een slecht mensch", zeide zij. „Misschien hij doen iets, dat Mushalong kwaad maken." „Ik was verreten, dat jij Mushalong's voorvechter bent" zeide hij. „Mais non. Ik gelooven, hij den duivel in zich. Maar hij dapper en edelmoedig. Toen ik erg klein was, ik vallen door het ijs op de rivier. Mushalong duiken onder voor mij. Hij zwemmen onder het ijs, en iedereen denken, dat hjj verloren is. Maar dien nacht op zijn motor door Bergen te zijn getuft, in het complete motorcostuum, heden door hem ge toond. Mej. Sluyter beweerde ook thans den man te herkennen, echter was hij dien nacht niet gekleed als motorrijder. Door commissaris van lJzendijke werd een inte ressante definitie gegeven van de door hem ontwik kelde dactyloscopische foto's, die door rechtbank, parket, verdediger en ook door verdachte met aan dacht werd gevolgd. Van de gestolen goederen was niets opgespoord, dus moest de officier zijn requisitoir bouwen op de vingerafdrukken en de overige bezwnrendc omstan digheden, alsmede de ongunstige antecedenten van verdachte. Het waren echter voornamelijk de vin gerafdrukken, die den doorslag gaven voor den of ficier om te komen tot schuldigverklaring cn een eisch tot het opleggen van 1 jaar en G maanden ge vangenisstraf. Mr. Buiskool van Schagen, toegevoegd raadsman en verdediger, hield weer een van zijn bezadigde en keurig gestelde betogen, waarin hij de overtuigende waarde der vingerafdrukken bestreed en tot vrij spraak concludeerde, subsidiair het toepassen van een meer clemente straf. Uitspraak 18 September. FRANSCHE SCHRIJVER GEORGE COURTELINE BRENGT DE PARIJSCHE POLITIE TOT WANHOOP. De bekende Fransche schrijver George Courtcline was tengevolge van een bagatelletje met de politie in conflict gekomen. Hij voelde zich door haar onbillijk behandeld en besloot zich te wreken. Hij ging van de veronderstelling uit, dat er abso luut verwikkelingen moesten ontstaan, wanneer een man in bedelaarsklecding, doch van de noodige geld middelen voorzien, de voornaamste wijnlokalen cn luxueuse restaurants als gast zou bezoeken. Hij trok daarom een oud sjofel pak aan, dat hij nog met ecnigc opvallende vetvlekken verfraai de. Toen zette hij een ouden gedeukten hoed op en voorzien van een smerig boord en gerafelde man chetten, begon hij zijn tocht. In deze kleederdracht ging de dichter een der elegantste wijnrestaurants van Parijs binnen en nam, ondanks de scheele oogen waarmede men hem aankeek, doodgemoedereerd aan een tafel midden in de zaal plaats. De kellner bracht hem dan ook een spijskaart en Courteline stelde een uitgelezen en zeer kostbaar menu samen. Nauwelijks was dit gebeurd, of daar kwam de gérant en vroeg hem, of hij ook in staat was een dergelijk fijn diner te betalen. Courteline haalde met een achteloos gebaar een oude, versleten portefeuille te voorschijn en liet meerdere 1000 francsbiljetten zien. Hij kreeg echter niets tc eten, wel verscheen ecni- ge minuten later een politieagent, die hem op har* schen toon sommeerde mee naar het bureau te gaan. Men geloofde natuurlijk een inbreker of dief ge pakt te hebben en was zeer ontnuchterd en verle gen, toen Courteline zich legitimeerde en op scherpen toon protesteerde tegen een dergelijk ongemotiveerd optreden. Hij dreigde met het indienen van klach ten bij alle regeeringsdepartementen. Onder duizend verontschuldigingen werd Courtcline vrijgelaten. Di rect daarop ging hij naar een ander even voornaam restaurant, maar ook daar werd hij eenige minuten later door een politieagent verwijderd. Courteline was onvermoeibaar. Hij trok van stadsdeel tot stadsdeel, van het eene voorname restaurant naar het andere. Overal wekte hij dezelfde verdenking en overal werd hij prompt gearresteerd. Toen wendde Courteline zijn opmerkzaamheid aan de verschillende elegante nachtlokalen en bars. Overal werd hij gearresteerd en opgebracht. Twee- en driemaal verscheen hij op hetzelfde bureau en bij eiken keer werd hij scherper en arroganter. De po litie werd wanhopig, want de zaak nam langzamer hand den omvang van een klein srhnndaal aan. I)e commissaris van politie werd gealarmeerd en tele fonisch ingelicht. Ilij verzocht Courteline persoon lijk zijn verdere tochten tc staken. Maar Courteline hield voet bij stuk. Hij kon zich lcgitimeeren en hij liet zich, wat zijn kleeding betreft, door geen enkelen Parijschen beambte de wet voorschrijven. Tenslotte bleef den hoofdcommissaris niets anders over dan den dichter een politieagent mede te geven, die hem voor verdere arrestaties moest behoeden. neon hij weer boven komen, en mij in zijn armen houden. Hij herinneren zich dat niet meer. Hij den ken, dat het niets is." „Maar jij herinnert het je nog wel, nietwaar?" „Mon Dieu by gosh ja. En het spijten mij voor hem, omdat nooit hij weer brieven gaat bren gen. Ze zeggen, dat het de laatste keer is." „Dat is ook zoo. Ik sprak Fennimore, en vroeg hem of de maatschappij haar appreciatie voor Musha long zou toonen, doch hij zeide, dat de directeuren als hun meening te kennen gegeven hadden, dat Mushalong genoeg waarschuwingen gekregen had, en dat het werkelijk hun zaak niet was. Wat Musha long nu van plan is te doen, weet niemand." „Misschien hij gaat weg om te jagen," zeide zij. „Hij handig met zijn geweer en vallen." „Dat zou voor Lavendou een mooie oplossing zijn." „U bent ook hard voor hem." „Welnu, daar heb ik dan ook mijn reden voor. Ondanks al zijn kracht en mooie voornemens oefent Mushalong een slechten invloed uit. Wanneer hij op het pad is, dan is Lavendou het vredigste plaatsje van de wereld. Hij is een echte stokebrand een lucifer bij een kruitmagazijn. Het is Mushalong, die hier alle moeilijkheden vcr<èorzaakt, en de drank is zijn zwakke punt." „Als hij maar een vrouw wil zoeken", zeide zij. „Een vrouw!" hij lachte, alsof hij een leuke grap hoorde. „Vrouwen en Mushalong staan even ver van elkaar als vuur en water. Hij schijnt van vrouwen niets te begrijpen, en dat schijnt hem niets te kun nen schelen. Het eenige, wat hem intersseert, zijn honden, vellen en sporen. Hij is de taaiste man van Noord-Canada, en is meer thuis met een span hon den in de wildernis, dan in Lavendou. Toch spijt het mij voor hem, want ik vrees, dat het met hem nog eens verkeerd zal afloopen." Marie Louise keek in het heldere zonnelicht. Ilnar geheele jongo leven door had Mushalong haar belangstelling gewekt. In het geheim bewonderde zij hem. Van zijn kant hield hij zich evenwel steeds afzijdig een soort van gereserveerdheid, welke zich tot alle vrouwen uitstrekte. Aan zachte dingen*had hij geen behoefte. Een grommende, wilde wolfshond was meer naar zijn smaak. Twee aardige meisjes hadden eens hun harten op Mushalong g*zet, met hot onvermijdelijk slot. Onder de vrouwen genoot hij de reputatie, dat hij een man was zonder gewone gevoelens. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 6