Het afstervende Zeegras.
Mushalong
Waarnaar men
luistert
De Afsluitdijk toch
de schuldige
ZAL DE ZEEGRASINDUSTRIE
EENS HERLEVEN?
Bevindingen van
een ondernemen»
de Wieringer in
Denemarken.
Over het doode zeegrasbedrijf zijn reeds vele pen
nen in de weer geweest. Over de oorzaken van het
wegblijven van het zeewier zijn de geleerden het
nog niet eens. Een ondernemend ingezetene, de heer
T. Kort, bracht in verband hiermede een bezoek
aan Denemarken om aldaar den stand van zaken,
den groei van het zeegras betreffende, eens nader
persoonlijk te onderzoeken. Fenerzijds werd beweerd
dat een ziekte het wier geheel zou hebben vernie
tigd, in verband waarmede mocht worden aangeno
men, cdat deze ziekte ook elders, bijv. in Denemar
ken zou voorkomen, anderzijds zou de afsluiting der
Zuiderzee het uitsterven van het wier op haar ge
weten hebben. Als laatstgenoemde theorie juist zou
zijn dan moest, aldus oordeelde men, de wier elders
buiten de Waddenzee gezond en frisch zijn als ooit
tevoren.
Ten einde eens iets nader over deze, eens voor
Wieringen zoo belangrijke tak van industrie te ver
nemen, hebben wij den heer K. opgezocht, die ons
zeer welwillend zijn bevindingen in Denemarken
mededeelde.
Onze eerste vraag gold de reden van zijn bezoek.
Op deze vraag deelde hij ons mede, dat, zooals eer
der in dit blad vermeld, de ziekte sinds 1932 in het
zeegras werd toegeschreven aan de afsluiting van
de Zuiderzee. Anderen beweerden echter dat deze
ziekte niet in de afsluiting moest gezocht worden,
doch dat hier een andere oorzaak moest zijn, daar
ook in het buitenland ziek zeegras werd gevonden.
Onze zegsman, die van kindsbeen in het zeegras-
bedrijf heeft gewerkt, wilde zich thans eens per
soonlijk overtuigen hoe of de toestand in het buiten
land dan wel was, daar hij ook in de heilige over
tuiging verkeerde, dat de afsluiting van de Zuider
zee onze zeegrasindustrie had genekt.
De heer K., die ongeveer een week in Denemar
ken is geweest, heeft alles nauwkeurig onderzocht,
■waarvan wij hier de voornaamste plaatsen noemen.
De Kleine Belt, de geheele kust van het eiland
Fünen, Langeland en Samsö. Verder heeft hij nog
de Sont bij Kopenhagen bezocht. Het zeegras ver
toonde op de meeste plaatsen dezelfde ziektever
schijnselen als bij Wieringen. Groote veldên "zwarte
wier, terwijl op sommige plaatsen, waar het zee
gras oogenschijnlijk nog gezond was, de wortel de
ziekte reeds te pakken had. Op een heel enkele
plaats had hij nog veldjes gezien die betrekkelijk
nog niets mankeerden. Het eenigo verschil met Hol
land was dat de ziekte daar iets later doorgedrongen
is dan hier. Doch dit was volgens K. een kwestie
misschien van nog niet eens een jaar, daar hij van
meening was dat van den oogst 1905 geen pakje zee
gras meer in Nederland ingevoerd zal kunnen wor
den, daar het rottingsproces al verder doordringt.
Ook de alikruiken, die zich tusschen het zeegras
bevonden, waren bijzonder klein van stuk. De bin
nenzeeën in het Noorden had K. niet bezocht, doch
volgens zeer betrouwbare mededeelingen was ook
daar de wier ziek. Ook in de Oostzee aan de Duit-
sche kust schijnt het zeegras niet meer te willen
groeien, daar Duitschland, dat blijkbaar dit artikel
nogal schijnt te gebruiken, zeegras uit Denemarken
importeert.
Verder vroegen wij den heer K. nog of hij niet een
verklaring kon vinden voor het opmerkelijke feit,
dat tijdens de afsluiting van het Amsteldiep in 1920
daar het zeegras het eerst verdween, terwijl in 1932
bij de afsluiting van de „Vlieter" zich aan den an
deren kant van Wieringen hetzelfde geval voordeed.
Men zou dus zeggen, de afsluitdijk is hier de schul
dige. De heer K. gaf als zijn meening te kennen, dat,
toen in 1926 het Amsteldiep afgesloten was het ge-
FEUILLETON.
door
GEOROE GOODCHILD.
10.
HOOFDSTUK VIL
Een redding.
Een paar dagen lang werd de voortgang gestuit
door stroomendc regens. De ijsschotsen in de rivier
werden dunner, doch de smeltende bergsneeuw en
de bijna tropische regenbuien deden het peil der
rivier op onrustbarende wijze stijgen. Zij verveelden
zich onder de gegeven omstandigheden doodelijk,
en, wat van het vergulsel van het uitstapje nog
over was, ging eraf.
„Zal het dan nooit ophouden?" klaagde Kate.
„Geloof dat maar gerust", antwoordde Musha
long. „Men kan niet altijd zonneschijn hebben. U
zult eens zien hoe heerlijk en frisch de dingen hier
na zijn."
Toen het werkelijk met regenen ophield, kwam zij
tot het besef hoe zeer hij gelijk gehad had. De lucht
was vol van den geur der pijnboomen en elk gras
sprietje was afgewasschen. De zon scheen bij haar
terugkomst haar best te doen, om haar veront
schuldiging aan te bieden.
„We zullen morgen weer op het pad gaan", zeide
Mushalong. „liet is nu te laat om het kamp nog op
te breken. Ik ga probeeren om een paar vischjes
aan den haak te slaan."
„Laat mij ook een hengel vasthouden", verzocht
zij.
Joe was ook voor visschen, doch hij gaf er do
voorkeur aan, om een plaatsje alleen te zoeken. Bel-
don zag het paar vertrekken met een frons op zijn
knappe gelaat. Hij liep naar de plaats, waar Goring
zat te lezen. Laatstgenoemde keek op.
„Hallo, Beldon! Goed om de zon weer eens te
voelen, hè?"
„Ja. Ik was al aardig op weg, om mij doodelijk te
gaan vervelen."
„Komaan, je bent toch niet van plan, om door een
Infecteerde zeewater daar als het ware dood Kep,
terwijl dit in de Zuiderzee toen nog niet het geval
was. Zoodra do geheele afsluiting een voldongen feit
was, lag het voor de hand dat ook aan den afsluit
dijk zich hetzelfde geval zou voordoen. Wel was hij
van meenina dat de afsluiting het proces misschien
verhaast heeft en erger gevolgen heeft gehad dan
als de Zuiderzee niet afgesloten was.
Het vele zoele water dat door de rivieren in de
voormalige Zuiderzee geloosd wordt had misschien
als een soort tegengif kannen dienen en had de ziekte
wellicht niet zulke gevolgen gehad als thans het ge
val is.
Om deze bewering te staven, noemde de heer K.
nog het feit, dat toen in 1929 do Wieringermeerdijk
gesloten was het zeegras in de meer op het z.g.
„Waardje" welig groeide en van uitstekende kwaliteit
was. Het geïnfecteerde water kon hier toen immers
niet meer binnen komen.
Tenslotte vroegen wij den heer K. nog of hij nog
hoop had dat het zeegras eens nog weer een bron van
bestaan voor Wieringenzou worden. Hij antwoordde
hierop dat hij na zijn bezoek aan Denemarken weer
hoop had gekregen. Met eigen oogen hafi hij kunnen
constateeren dat het zeegras daar dezelfde ziektever
schijnselen vertoonde als hier. Was dit niet het ge
val geweest, dan zou men den afsluitdijk den schuld
gegeven hebben en zou alles voor goed verloren zijn
geweest Bij een zieke is kans op herstel dus we zul
len hopen van hier ook, besloot de heer Kort
Wij van onzen kant hopen ook dat de heer K.
zijn onderzoekingen en argumenten steekhoudend
zijn, daar er dan misschien voor de zeegrasindustrie
van Wieringen, die zoo vele jaren een ruime bron
van inkomen geweest is, betere tijden zullen aanbre
ken.
Naschrift
Om van eenzijdige voorlichting verschoond te blij
ven omtrent bovengenoemde kwestie die van zeer
veel belang is voor het overgroote deel der Wieringer
bevolking, hebben wij ons tevens gewend tot den heer
J. Tijsen te Den Oever, wethouder dezer gemeente.
De heer Tijsen die als terzake zeer deskundig kan
worden beschouwd, gaf als zijn meening te kennen
dat de argumentatie van den heer K. omtrent de
ziekte van het zeegras als zeer ongezond was te be
schouwen. Ten eerste deelde gemelde heer ons me
de, dat de heer K. niet in September naar Denemar
ken had moeten gaan, doch b.v. in begin Juli. Dan
zou hij daar geen zwart zeegras hebben aangetrof
fen. Thans is het den tijd dat het zeegras is uitge
bloeid en als uitgebloeid zeegras niet door b.v. ruw
weer van zijn wortel wordt losgeslagen, gaat het zin
ken en verrotten. Dit verschijnsel heeft altijd be
staan. Immers met het gras op het land gebeurt
hetzelfde. Gras dat niet gemaaid wordt en uitgebloeid
is verdort en gaat tenslotte rottjsn.
Ten tweede deelde de heer T. ons mede dat door
de afsluiting van de Zuiderzee de stroom van het
zeewater zoodanig is veranderd en in sterkte toegeno
men, dat groote Wierwaarden onder een dikke laag
zand zijn bedolven en de wortel dus is verstikt Op
andere plaatsen zijn zulke geulen gestroomd dat de
wier met wortel en tak is verdwenen. Als bewijs
voerde de heer T. aan dat Texclsche visschers verle
den jaar een stuk met mosselen hadden afgedamd
om de sterke stroom te keeren en zie, het zeegras be
gon er te groeien.
Het tweede bewijs is te zien In het feit dat op
plaatsen waar mosselen zich op den bodem hebben
vastgezet, hier wordt de bodem voor uitschuring dus
ook beschermd, zich vrij lang zeegras bevindt Ver
der deelde onze zegsman nog mede dat ruim drie
jaren geleden de visschersvereeniging D.E.T.V. stap
pen had gedaan om van gemeentewege tot stichting
te komen voor opslagplaatsen en perserijen voor het
zeegras. Spreker die toen ook al zitting in het col
lege van B. en W. had, hoewel veel voor hot zeegras
bedrijf voelende, had dit ontraden, daar hij toen al
bemerkte dat de afsluiting van de Zuiderzee een
funesten invloed op het zeegras zou hebben. Ook
deelde de heer Tijsen nog mede dat tot op heden nog
door niemand het bewijs is geleverd dat het zeegras
ziek is, want hoe is het dan te verklaren dat op
sommige plaatsen het zeegras weer gaat groeien, tot
dat het door de stroom weer vernietigd wordt? De
ziekteverschijnselen treden toch niet op als het zee
gras een bepaalde lengte heeft bereikt, maar zouden
den groei reeds in den kiem smoren.
Tot slot gaf de heer T. als zijn meening te kennen,
dat het verdwijnen van het zeegras z.i. absoluut een
gevolg is van de afsluiting van de Zuiderzee.
Ziehier twee meeningen omtrent de brandende zee-
graskwestio die lijnrecht tegenover elkaar staan. Wie
van beide partijen hier gelijk heeft zal te gelegener
tijd door de daartoe bevoegde autoriteiten welke de
zaak in studie hebben genomen, worden uitgemaakt
beetje guur weer je vacantic te laten bederven."
„Hier maar te zitten en niets te doen, is des dui
vels."
„Ga dan Kate opzoeken, en zet een „boom" met
haar op. Er is niets, wat zij meer apprecieert, dan
een andere zienswijze aan te nemen als een ander,
en dan net te doen, alsof zij het ernstig meent"
„Kate is juist weggegaan met Mushalong."
„Dan zal zij wel den wind van voren krijgen te
genover elk argument, dat zij te berde brengt"
„Ze zijn gaan visschen."
„Aha!"
Beldon aarzelde een oogcnblik.
„Geloof je niet, dat Kate een beetje onbezonnen
is, Goring?"
„Hoe bedoel je?"
„Wel Mushalong. Ik moet toegeven, dat hij een
uitstekende gids is en wat daarmede annex is, maar
die kerels zijn geneigd een geheele hand te nemen,
wanneer je hun een vinger geeft."
„Daar ben ik niet haiig voor met Mushalong",
zeide Goring. „Hij is zoo fatsoenlijk als iets. Hij
amuseert haar, en het is wel goed, dat iemand er
bij haar den moed inhoudt Hij is steeds vol grap
pige invallen. Waar is Datchet?"
„Met een geweer weggegaan, om te trachten iets
te schieten."
„Ik hoop, dat hij om God's wil niet in deze rich
ting schiet. Datchet schiet vervloekt slecht Musha
long moest een beetje op hem passen."
Beldon krulde verachtelijk zijn lip. Mushalong
had reeds het hart van den kolonel veroverd, en
nu was daar Kate - die meer dan belang in hem
stelde. Zijn eigen vorderingen in haar richting wa
ren niet geheel en al bevredigend woest Zij had
met hem een beetje geflirt, cn hem aangemoedigd
om haar van tijd tot tijd vleierijtes toe te voegen.
Maar Mushalong was hem steeds in de gedachten,
en nam langzamerhand den vorm aan van een groo-
ten hinderpaal op zijn weg.
Ondertussehen hadden Mushalong en Kate een
gunstige plek gevonden om hun lijnen uit te gooien.
Zij deden stukjes doode visch aan de haken, en
spoedig ving de hengelsport aan. Beiden stonden
op een groote, platte rots, waar het gele sneeuwwa
ter omheen warrelde, en tusschen hen en den oever
was een natuurlijke brug, gevormd door een rij van
keien.
„Verdorie, ze bijten best!" zeide hij. „Kom eruit,
Jou schat!"
Dit, toen hij een glinsterende visch aan land
zwaaide. Hij maakte aan het spartelen van het
HAANDAG 24 SEPTEMBER.
HILVERSUM (1875 MA
A.V.R.O.: 8.00 Gramofoonmuziok; 10.00 Morgenwij
ding; 10.15 Gramofoonmuziek; 10.30 Voordracht door
Ric Beijer; 11.00 Orgelconcert door Piet van Egmond
Jr.; 12.00 Lunchconcert door Kovacs Lajos en zijn
orkest; 2.00 Zangvoordracht; 3.00 Middagconcert door
het Omroeporkest; 4.00 Overschakeling zender: 4.15
Gramofoonmuizek; 4.30 Causerie door Max Tak; 5.30
Concert door het Rembrandt Theater-orkest; 6.45
Gramofoonmuziek: 7.30 Fransche gramofoonplaten;
8.00 Vaz Dias; 8.05 Gramofoonmuziek; 9.00 Radio-
tooneel; 9.30 Omroeporkest o.l.v. Nico Treep; 10.30
Concert uit het Carlton-Hotel te Amsterdam: 11.00
Vaz Dias; 11.10 Het Orkest van Dinteren; 12.00 Slui
ting.
HUIZEN (301.5 MA
N.C.R.V.; 8.00 Schriftlezing; 8.15 Morgenconcert; 10.30
Morgendienst; 11.00 Lezen van Chr. lectuur; 11.30
Friesch halfuurtje; 12.00 Politieberichten; 12.30
Zangrecital: 1.30 Hobo-recital; 2.00 Uitzending voor
scholen; 2.35 Gramofoonmuziek; 2.45 Wenken voor
de keuken; 3.15 Gramofoonmuziek; 4.00 Bijbellezing
5.00 Gramofoonmuziek; 5.30 Bespeling van 't studio
orgel door L. Blaauw; 6.30 Vragenuurtje; 7.00 Poli
tieberichten; 7.15 Gramofoonmuziek; 7.30 Vragen
uurtje: 8.00 Klein-orkest o.l.v. Piet van der Hurk;
10.45 Gramofoonmuziek; 11.45 Sluiting.
LUXEMBURG (1304 MA
7.35 Gevarieerd gramofoonplatenconcert: 820 Concert
825 Idem; 9.15 Symphonieconcert; 10.25 Dansmuziek
BRUSSEL (484 MA
12.15 Opera-fragmenten; 1.30 Populair concert: 820
Symphonieconcert; 9.20 Idem; 10.30 Dansmuziek.
BRUSSEL (322 MA
1220 Populair concert: 1.30 Gramofoonmuziek: 5.20
Symphonieconcert; 6.50 Cellorecital; 820 Omroepor
kest; 10.30 Dansmuziek.
KALUNDBORG (1261 MA
220 Omroeporkest;920 Operctte-muziek; 1120 Dans
muziek.
BERLIJN (357 MA
120 Omroeporkest; 320 Solistenconcert; 1020 Muzi
kaal cabaret.
HAMBURG (332 MA
2.35 Gramofoonmuziek: 4.20 Concert; 9.05 Opera; 11.05
Gramofoonmuziek; 1120 Dansmuziek.
KEULEN (458 M.)
12.20 Omroepkwintet; 4.20 Operaconcert; 5.35 Solis
tenconcert; 10.40 Concert door koor, solisten, enz.
DAVENTRY (1500 M.)
12.35 Dansmuziek; 1.05 Concert; 8.20 Promenadecon
cert; 11.10 Dansmuziek.
PARIJS POSTE PARISIEN (313 MA
7.09 Gramofoonmuziek; 7.57 Idem; 9.10 Gino Bordin
en zijn hawaian-orkest; 10.00 Jazzmuziek.
PARUS RADIO (1648 MA
1220 Populair concert; 9.50 Kamermuizek; 10.50
Dansmuziek.
MILAAN (369 MA
5.30 Dansmuziek; 8.15 Gramofoonmuziek; 9.05 Con
cert; 10.20 Kamermuziek.
ROME (421 MA
5.20 Concert; 6.15 Gramofoonmuziek; 820 Idem; 1020
Symphonieconcert.
WEENEN. (507 M.)
5.00 Solistenconcert: 5.50 Dansmuziek; 9.25 Radio-
muziekfeest; 11.05 Weensche muziek; 12.05 Boeron-
orkest
WARSCHAU (1345 M.)
4.05 Concert; 5.20 Kamermuziek; 6.55 Koorzang; 7.20
Mandolinemuziek; 820 Gramofoonmuziek; 10.35 ld.
BEROMUNSTER (540 X.)
420 Kamermuziek; 5.50 Pianorecital.
beest een einde door een slag met het handvat van
zijn zakmes en lachte, toen hij Kate zag worstelen
met een slachtoffer van vrij aanzienlijke afmetin
gen.
„Pas op die rots!" waarschuwde hij. „U zult 'm
zeker verliezen
Voordat hij den zin kon voltooien, had de bedacht
zame visch zich om de rots gedraaid, en haak en
lijn met zich mede genomen. Kate keek op, met een
berouwvol gelaat.
„Ik wist niet, dat ze zoo sterk waren, en ook niet,
dat ze zooveel verstand bezaten," zeide zij.
„Ik vermoed, dat wij ook wel wat verstand zouden
toonen, wanneer de één of ander ons aan een haak
sloeg. Neem een andere lijn!"
Zij volgde dezen raad op, en deed een goeden
worp. Gedurende eenigen tijd kreeg zij niet beet,
ofscnoon haar metgezel voortging met visch aan
wal te halen. Toen verdween plotseling do dobber
met een vaart. Zij uitte een kreet van vreugde, en
begon met den visch te „spelen". Hierbij kwam haar
voej dicht hij den rand van de rots. Do groote visch
schoot plotseling vooruit, en de stevige lijn sneed
haar in de hand. Zij maakte een schuiver, en stort
te voorover. Mushalong draaide zijn hoofd om, en
zag, dat haar lichaam met den stroom meegesleept
werd, ondanks haar zwemkunst. Hij dook recht
naar heneden, en zwom naar het worstelende li
chaam.
De kracht van den stroom verraste Kate. Onmid
dellijk wist zij, dat haar zwemkrachten daartegen
nutteloos waren. Zij trachtte aan den wal te komen,
doch een maalstroom dreef haar naar het midden.
Door haar zware kleederen, moest zij het zwemmen
beperken tot een paar slagen. Zij voelde, dat haar
krachten zich begaven en haar hart beefde van
angst.
„Houd moed!"
Het was de stentorstem van Mushalong, dewelke
haar bereikte, ondanks het geraas van de rivier. Zij
draalde haar hoofd om, en zag, dat hij achter hAnr
aankwam. Haar hoop herleefde, en zij keerde zich
om, teneinde naar hem toe te zwemmen. Doch haar
slagen waren zwak en haar vaart stroomafwaarts
ondervond er slechts weinig hinder van. Toen gaf
zij het op, en dreef op haar rug, met haar oogen ge
vestigd op Mushalong's vastberaden gezicht. Geluk
kig wist zij niet, wat Mushalong wist. Een kwart
mijl verderop stortte de rivier haar massa's een
twintig voet lood.echt nnar heneden op de rotsen!
Zij zag hem dichter en dichterbij komen maar
zoo langzaam. Een eigenaardige dofheid bekroop
DINSDAG 25 SEPTEMBER.
HILVERSUM (1875 MA
A.V.R.O.: 8.00 Gramofoonmuziek; 9.00 Ochtendcon
cert door het ensemble Rentmeester; 10.00 Morgen
wijding; 10.15 Gramofoonmuziek; 10.30 Ensemble
Rentmeester; 11.00 Kook- en bakpraatje; 11.30 Gramo
foonmuziek; 12.00 Lunchoncert door „De Minstreels";
2.15 Gramofoonmuziek; 2.30 Cellorecital; 3.00 Cause
rie over den a.s. Knipcursus; 3.10 Gramofoonmuziek
4.00 Overschakeling zender; 4.15 Gramofoonmuziek;
4.30 Radiokinderkoorzang o.l.v. Jaroh IInmel; 5.00
Halfuur voor kleinere kinderen: V.P.R.O.: 5.30 Bijbel
vertellingen door Ds. B. J. Aris; A.V.R.O.: 6.00 Om
roeporkest; 6.30 R.V.U.; 7.00 Vervolg concert door het
Omroeporkest; 8.00 Vaz Dias; 8.05 Fred Fry: „De a.s.
cursussen Engelsch": 8.15 Omroeporkest; SAO Twin
tig minuten voor Clinge Dooronhos; 9.00 Gevarieerd
programma; 11.00 Vaz Dias; 11.10 Gramofoonmuziek.
HUIZEN (301.5 MA
K.R.O.: 8.00 Morgenconcert; 9.45 Hoogmis; 11.45 Gra
mofoonmuziek; 12.00 Politieberichten; 12.15 Gramo
foonmuziek; 1.00 De KRO-boys; 1.45 Verzorging zen
der; 2.00 Vrouwenuurtje; 3.00 Gramofoonmuziek; 3.30
Zang- en Vioolrecital; 4.00 Gramofoonmuziek; 4.30
Zang- en vioolrecital; 5.00 Gramofoonmuziek: 5.15
Do KRO-boys; 6.00 Lezing; 620 De KRO boys; 7.00
Politieberichten; 7.15 Lezing; 7.35 Gramofoonmuziek
7.50 Toespraak: 8.00 Orkest o.l.v. Johan Gerritsen;
8.30 Vaz Dias; 8.35 Causerie; 8.45 Orkest; 9.30 Russisch
ensemble; 10.00 Orkest; 10.30 Vaz Dias; 10.35 Voor
dracht; 10.45 Orkest; 11.00 Russisch ensemble; 1120
Gramofoonmuziek; 12.00 Sluiting.
LUXEMBURG (1304 MA
7.40 Gramofoonmuziek; 8.40 Belgisch concert; 9.30
Pianorecital; 10.00 Concert door trio; 10.30 Dans
muziek»
BRUSSEL (484 M.)
12.15 Gramofoonmuizek: 7.50 Solistenconcert; 8.20
Concert; 9.30 Symphonieconcert; 10.30 Gramofoon
muziek.
BRUSSEL (322 MA
I.30 Gramofoonmuziek; 520 .Symphonieconcert; 7.35
Gramofoonmuziek; 8.20 Orkest; 9.35 Idem.
KALUNDBORG (1261 MA
12.20 Ensemble; 3.20 Omroeporkest; 9.35 Franscho
muziek; 1120 Dansmuziêk.
I
BERLIJN (357 MA
4.20 Concert; 5.50 Dansmuziek; 9.25 Omroeporkest;
II.10 Dansmuziek.
HAMBURG (332 MA
12.35 Concert; 2.35 Gramofoonmuziek; 8.30 Omroep
orkest; 11.20 Orkestconcert.
KEULEN (456 MA
1220 Schrammelmuziek; 420 Omroeporkest; 720
Harmonie-orkest
DAVENTRY (1506 MA
12.50 Orkest; 4.29 Gramofoonmuziek; 7.40 Idem;
1120 Dansmuziek.
PARIJS POSTE PARISIEN (313 MA
7.09 Gramofoonmuziek; 7.50 Idem; 820 Concert; 9.10
Schubertmuziek; 10.00 Dansmuziek.
PARIJS RADTO (1648 MA
12.20 Concert; 7.05 Gramofoonmuizek; 10.50 Dans
muziek;
MILAAN (389 MA
5.30 Dansmuziek; 6.15 Gramofoonmuziek; 9.05 Opera.
ROME (421 MA
5.30 Populair orkestmuziek: 7.30 Gramofoonmuziek;
9.05 Kamermuziek; 10.35 Dansmuziek.
WEENEN (507 X.)
5.55 Dansmuziek: 7.50 Populaire Italaansche muziek;
11.10 Dansmuziek; 12.50 Gramofoonmuziok.
WARSCHAU (1345 M.)
1220 Hawaiinmuziek; 7.20 Mandolinemuizek; 720
Idem 920 Omroeporkest; 1020 Gram.-muziek.
BEROMUNSTER (540 M.)
4.20 Omroeporkest; 620 Populair concert; 7.35 Vrou
wenkoor; 8.00 Marechmuziek; 9.30 Vroolijk pro
gramma; 10.30 Omroeporkest.
haar als slaap, want het water was buitengewoon
koud. Het gelaat van Mushalong scheen zich op te
lossen. Zij zag alles door een verwrongen lens. Toen
verdween het allemaal!
Toen zij wederom bij kennis gekomen was, vond
zij zichzelf op de stevige aarde liggen, opkijkend
naar oen ontluikenden beukel>oom. Iemand boog
zich over haar heen, en bewoog haar armen over
haar borst heen en weer. Doch dit hield plotseling
op.
„Dat Is beter!" zeide een stem.
Haar oogen waren plotseling op een gelaat ge
richt, dat dicht bij haar was.
„Mushalong!" zeide zij week.
„Ik vermoed, dat U nu wat heter is. En U schijnt
ook het peil van de rivier niet verlaagd te heb
ben."
„Wel, ik ik moet mijn bewustzijn verloren heb
ben!"
„Zeker, maar ik was niet ver weg. U bent slechts
eenmaal ondergegaan."
Zij ging overeind zitten, en keek hem aan.
„U U hebt mijn leven gered!"
„Het is mij gelukt U eruit tc visschen. IIoc voelt
U zich overigens?"
„Ik ben in orde in orde nu."
„Beter, dat U een beetje uitrust"
Zij gehoorzaamde hem en het zwakke gevoel
dreef voorbij, zoodat zij blijkbaar van het avontuur
niet al te veel geleden had.
„Het was de visch," zeide zij. „Het moet een mon
ster geweest zijn! Maar U..."
Op de één of andere wijze, vond haar hand de
zijne. Hij voelde haar vingers stevig om do zijne,
en zijn hart bonsde stormachtig. Het was de eerste
keer, dat de vingers van een vrouw hem op die ma
nier beroerden, en het gevoel was zeer verontrustend
senstftiewekkend feitelijk.
„Hoe hoe kan ik je ooit bedanken, Mushalong?"
vroeg zij.
„Het is niets geweest."
„Hoe kun je dat toch zeggen?"
„Wel ik had een beetje geluk in ieder geval."
„Ik was het, die geluk had, dat je zoo dicht bij
mij was. Wat een goed vriend ben je toch."
Hij wist nauwelijks, wat hij moest antwoorden.
Zulke situaties overkwamen hem niet dikwijls. Al,
wat hij wist, was, dat zij uitermate knap was. dat
haar oogen op hem gericht waren, en dat haar
hand klein was en zacht en warm.
Wordt vervolgd.