De financieele positie van de gemeenten. Raad Zijpe. Mushalong Teleurstelling en angstige bezorgdheid voor het lot van het gemeentewezen. Vergadering van den Raad op Woensdag 26 Sen icmber 1931, des morgens 10 uur. Aanwezig allo leden. Voorzitter de heer J. de Moor, burgemeester; secre taris de heer J. A. de Boer. Na opening volgt vaststelling der notulen. Mededeeling wordt gedaan van de goedkeuring door Ged. Staten op de gemeenschappelijke onder- wijsregeling Zij poSt. Maarten. Diverse verslagen over 1933 zullen circuleercn; bij de gehouden kasopname was de kas in overeenstem ming met boeken cn bescheiden. Ged. Staten hadden enkele administratieve be merkingen op de gemeenterekening 1932. Slechts ten deele zal aan de opmerkingen voldaan worden, aan andere uit practischo overweging niet. Rekeningen 1933. Door do commissie van onderzoek van de reke ningen over 1933 werd in een schriftelijk rapport medegedeeld, da» alles in de beste orde werd be vonden en dat alle rekeningen sluiten met een voor- deelig saldo. Do gemeenterekening wordt voorloopig vastgesteld met voor den gewonen dienst een batig saldo van 111367.96, voor den kapitaalsdienst met een batig saldo van f2639.99. De rekening van het Algemeen Armbestuur wordt goedgekeurd met een batig saldo van f 11:57.64, dio van het Algemeen Weeshuis met een batig saldo van f 1199.93. Bedankjes en benoemingen. Op zijn verzoek wordt aan den heer H. Rezelman ontslag verleend als lid van het Burgerlijk Armbe stuur, ingaande 1 October 1934. Hem wordt bij monde van den Voorzitter dank gebracht voor alles wat hij voor het B.A. heeft gedaan. Ter voorziening In de vacature bieden B. en W. de volgende voordracht aan, mede in overeenstem ming met het advies van het Burgerlijk Armbe stuur: 1. G. van der Sluijs. 2. P. Vries. De heer Van der Sluijs wordt benoemd met 10 stemmen, en verklaart de benoeming aan te nemen Spr. is overtuigd, dat hij een moeilijke taak op zich neemt, maar hij hoopt tot voldoening de functie waar to nemen. Kr waren speciale redenen waarom hij zich beschikbaar stelde. De Voorzitter feliciteert den heer Van der Sluijs. Door den heer H. Veuger wordt ontslag gevraagd als secretaris-penningmeester van het Burgerlijk Armbestuur. De Voorzitter zegt, dat B. en W. voorstellen het ont slag eervol te verleenen ingaande 1 October, met dankbetuiging aan den heer Veuger voor het vele en goede werk door hem in die functie verricht. Aldus geschiedt. Voor deze vacature, met instemming van het B. A. luidt de voordracht, door B. en W. opgemaakt: 1. C. Smit, Burgorbrug, 2. W. Eriks Jz., 't Zand. De heer Smit wordt met 10 stommen benoemd en dankt voor de vriendelijke houding die de Raad in dezen aanneemt. Spr. hoopt dat het hem gelukken moge, deze taak naar behooren waar te nemen. De Voorzitter cn meerdere aanwezigen feliciteeren den heer Smit. B. en W. stellen voor, de jaarwedde van den Agent dor Arbeidsbemiddeling, tevens Ambtenaar der werk loosheidsverzekering. met f 150 te verhoogen en te bepalen op f500, zulks wegens toeneming der werk zaamheden. Zonder discussie wordt aldus besloten. B. en W. stellen voor, de rentevoet van de geldleening 1916, oorspronkelijk groot f 18000. op 28 October a.s. per resto groot f 6238.12 te verlagen tot 4 Goedgevonden. Nu, in verband met het verplichte pensioenver- haal het raadsbesluit van 2 Nov. 1932 tot het toe passen van een tijdelijke korting op de jaarwedden van het gemecntcpersoneel werd ingetrokken, wordt thans ook ingetrokken het raadsbesluit van 24 Jan. 1933 tot wijziging in dc instructie voor de Genees kundigen cn dc Vroedvrouw, belast met de armen- practijk. Verruiming van verkoopgelegenhetd op Zondag. Waar de gemeenteraad thans bevoegd Is te ver klaren van oordeel te zijn, dat de tegenwoordige bui tengewono omstandigheden aanleiding geven tot uit breiding van de verkoopgelegenheid op Zondag, voor winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak ten verkoop in voorraad zijn: visch, fruit, brood, banket, «uikerwerken, chocolade, al dan niet te zamen met consumptie-ijs of tabaksartikelen, doelen B. en W. het resultaat meo van het hooren van belangheb benden. Uit de lijsten welke ter Gemeente-secretarie voor de betrokken winkeliers ter teekening hebben gele gen, is gebleken, dat voor openstelling van winkels voor tabaksartikelen op Zondag (gedurende 4 uren) een behoorlijke meerderheid der winkeliers was. De lijsten inzake verruiming van verkoopgelegen heid op Zondag (van 4 tot 6 uur) voor vischwinkels. fruitwinkels en winkels voor verkoop van brood, FEUILLETON. door GCORGE GOODCHILD. 13. Toen Joe het deeltje aan zijn rechtmatigen eige naar teruggaf, was het resultaat eigenaardig. I)at- chet rukte liet bijna uit zijn handen, cn liet het on middellijk in zijn zak glijden. „Dankbaarheid is toch maar alles!" gromde Joe later tot Mushalong. „Ik zou bijna wenschen, dat ik het in het vuur gegooid had. Hoe is het met den kolonel gesteld?" „Vrij slecht." „H'm!" Don volgenden nacht overkwam Goring Iets vreemds. Zijn temperatuur was aan het oploopen en, in een half lethargischen toestand werd hij ge waar. dat er iemand in zijn tent was. Kr was een cleetrische zaklantaarn naast hem, en zijn verslapte hand greep ernaar. Hij drukte op het knopje, en het lient viel op Datrhct. „Wat wat kom jij hier doen?" vroeg hij. „Ik kwam juist binnen om je goeden avond te wenschen." „Dank jo!" „Voel je je al wat beter?" „Niet veel. Misschien val ik wel gauw In slaap. Goeden avond. Datchet." Het deed Goring tot allerlei veronderstellingen komen. Tot nu toe had hij nooit aan Datchct's be trouwbaarheid getwijfeld. Hij had geweten, dat hij wanhopig verarmd was, en het was uit vriendelijk heid, dat hij hem uitgenoodigd had, om zich hij het gezelschap aan te sluiten. Hij weigerde Datehet's uitlegging aan te nemen, want hij was overtuigd, dat Datchet met andere bedoelingen gekomen was. Den geheelen nacht wentelde hij zich heen en weer van de pijn. Het werd spoedig duidelijk, dat niets Goring kon redden. Katc las do waarheid in Mushalong's oogen, banket, suikerwerk, enz., waren door een paar win keliers geteckend. Hieruit kan men afleiden, dat aan bedoelde verruiming geen behoefte bestaat. In yerband met het vorenstaande stellen B. en W. den Raad voor, de verklaring af te leggen, dat hij van oordeel is, dat de tegenwoordige buitengewone omstandigheden aanleiding geven tot toepassing van het bepaalde in art. 4. eerste lid, der wet van 27 Juli 1934 (Stbl. no. 450) ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak tabaksartikelen teil verkoop in voorraad zijn. De heer Doorn vraagt, of het dan een uniforme regeling wordt. De Secretaris licht toe, dat iedere winkelier vrij is, mits hij 4 achtereenvolgende uren kiest. Do heer Blom vraagt of er voor Petten, dat een seizoenplaats is, bijzondere maatregelen worden ge troffen. Mcdegedeelr wordt, dat dit bij het volgende agen dapunt wordt geregeld. Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten. In verband met vorenstaande stellen B en W. voor opnieuw vast te stellen de plaatselijke verordenin gen betreffende afwijkingen van de winkelsluitings wet. Aldus wordt besloten. Geen vervolgonderwijs. Teneinde de uitgaven der gemeente te beperken, stellen B. en W. voor. het vervolgonderwijs voor loopig op to heffen. B. en W. hebben evenwel geen bezwaar op de gemeentebcgrooting voor 1935 een post to plaatsen wegens het geven gedurende de zomermaanden (op een of meer dorpen) van een handwerkcursus voor niet meer leerplichtige meisjes. De heer Blom kan zich niet met dit voorstel van B. cn VV. vereenigen. Als men zooiets kwijt is, krijgt men het niet gemakkelijk terug Wij willen mee helpen, zegt spr., do begrooting sluitend te maken cn weten wel dat dit heel moeilijk is. Maar kunnen we het postje niet verminderen door bijv. in plaats van gedurende 140 uren het vervolgonderwijs 70 uren te doen geven en dan het vervolgonderwijs om te zetten in een cursus voor schoolvrije jeugd? De heer Hens zou het ook bejammeren als het ver volgonderwijs werd opgeheven. Te Burgerbrug na men er 17 a 18 leerlingen aan het vervolgonderwijs deel, en als dit onderwijs niet wordt gegeven, waar moeten de jongens dan des avonds naar toe? De heer De Boer is ook niet voor dit voorstel van B. en W. Is er nu geen aandere bezuiniging moge lijk? Do Voorzitter zegt. dat B. en W. het ook bejamme ren, maar het staat er zoo voor dat als we de be grooting sluitend willen maken, we tot deze maat regelen moeten overgaan. Andere posten waarop be zuinigd kan worden, zijn moeilijk te vinden, terwijl op dezen post bezuinigd kan worden. Hoe jammer het dus is, we dienen dit toch te doen. De heer Nannis onderschrijft, dat alles moet wor den gedaan om de begrooting voor 1935 sluitend «e krijgen. Als het vervolgonderwijs stop gezet wordt, zal dat een voordeeltje beteekenen voor de rekening 1934, want daar is reeds rekening gehouden met het geven van vervolgonderwijs. Is het nu niet mogelijk om dit bedrag te gebruiken voor een cursus voor schoolvrije jeugd? Do Voórzittcr zegt dat hot bedrag wel op papier aanwezig is, maar het is de vraag of het geld er inderdaad is, want er zijn zooveel posten overschre den. De heer Van der Sluijs wijst erop, dat de raad ieder jaar gelegenheid heeft den post weer op de begrooting te plaatsen. Wat door den heer Nannis wordt gevraagd, spr. herinnert eraan, dat destijds door den rand was besloten, een cursus schoolvrije jeugd te houden, maar na ecu jaar schreven. Ged. Staten, dat dit een verkapt middel is, om de voor schriften t.a.v. het vervolgonderwijs te ontgaan. Dat was enkele jaren terug, misschien denken Ged. Sta ten er nu anders over. Het aantal uren van het ver volgonderwijs te beperken, is niet mogelijk, want het is minimum vastgesteld op 150, maximum op 300. Spr. wijst er verder op, dat de begrooting voor 1035 dezen post niet kan dragen, tenzij tot belang rijke belastingverhooging wordt overgegaan. Maar deze consequentie willen B. en W. niet dragen. De'heer Blom zegt. dat indertijd te Petten een cur sus voor schoolvrije jeugd is gegeven. Spr. zou wil len dat, na een conferentie met de hoofden der scholen, het aantal uren op 80 werd gebracht en dat dan het nuttigste onderwijs werd gegeven. De kosten kunnen dan toch niet zoo groot zijn. De heer Dignum is het met B. en W. eens, dat dit een belangrijke post is, waarop bezuinigd kan wor den. Spr. zou het zooveel mogelijk willen zoelten met cursussen voor vakonderwijs. Hij denkt dat dit beter is dan het vervolgonderwijs: voordccliger voor de gemeente en beter voor de kinderen. De heer Van der Sulijs merkt op. dat 2 hoofden van scholen de acte landbouw hebben en te St. Maartensbrug moet alles in 't geweer om een 15-tal leerlingen te krijgen, terwijl dat vakonderwijs toch f2.50 voor den geheelen winter kost. Spr. wijst er ook op, dat waar do kinderen vroeger tot hun 11e en 12e jaar school gingen, dat nu is tot den 13—14-Jari- gen leeftijd. De heer Doorn begrijpt dat dit voor B. en W. een en haar schrik was pijnlijk om aan te zien. Zij ver meed Datchet, doch wendde zich afwisselend tot Mushalong en Beldon om sympathie, tusschen de lange tijdsruimten, waarin zij haar vader verpleegde. „Wat moet ik toch doen?" weeklaagde zij. Beldon's antwoord uitte zich in het nemen van haar handen in do zijne, en die bijna ongemerkt te strooien. Mushalong's antwoord was heel anders. „U moet zich goed houden" zeide hij. „Laat U er zich niet door terneer slaan. Ik geloof, dat hij dat niet zou willen." „Maar hij sterft sterft!" Zij stilzwijgen bevestigde deze meening, en zij vond hein hardvochtig, dat hij niet trachtte haar te misleiden. Beldon was op dat oogenblik meer wel kom met zijn gladde tong en zijn onware conclusies. Mushalong kromp ineen, toen hij Beldon dichtbij haar zag zitten, en haar zijn deelneming in het oor fluisterde, en haar verzocht de hoop niet op te ge ven, terwijl hij wist, dat er volstrekt geen hoop was. Na een lange periode van bewusteloosheid, opende de stervende man zijn oogen, en zag Kate naast hem zitten. Zijn geest was volmaakt helder nu, en de pijn was, vreemd genoeg, verdwenen. Maar hij had genoog verstand om te realiseeren, dat dit geen magisch herstel was, doch het korte uitstel, dat de. Natuur somtijds verleent, voordat het gordijn valt. „Kate", zeide hij met een zwakke stem. „Ik ben hier, vader." „Ik vrees mijn liefste het einde Is nabij. Er is iets, dat ik jou wil zoggen..." „Neen, neen!" jammerde zij. „S-sh! Je bent de dochter van een soldaat", zeide hij. „De dood komt ons allemaal opzoeken. Wat komt het erop aan vroeger of later. Maar breng Mushalong en Beldon bij mij." „Ja En Datchet?" „Datchet niet. Vlug alsjeblieft!" Zij ging been, en was binnen een paar seconden met dc heide mannen terug. Goring glimlachte dap per, en verzocht hun dichter bij hem te komen, want zijn stem was zwak. „Ik vertrouw U heiden," zeide hij. „Er is iets, dat ik voor U allen verborgen gehouden heb. doch het is van het allergrootste belang, dat jullie het nu zult weten. Luister. Kate. meisje, want het betreft jou. In «Ie eerste plaats hen ik een arm man. Een naar jaar geleden was ik er goed aan toe, doeh ik bedierf dc geheelc zaak door met effecten te gaan EEN BROCHURE VAN DEN SCHIEDAMSCHEN GEMEENTE-SECRETARIS. Bij Gcbr. v. Noortwijk te Schiedam is verschenen eeen brochure getiteld: Hachelijke tijden voor het gemeentewezen, een waarschuwend woord, van de hand van mr. V. Sickenga, gemeente-secretaris van Schiedam. De schrijver geeft daarin uiting aan de groote te leurstelling, waartoe de ingediende en aangekondigde wetsontwerpen betreffende de wijzigingen van de wet op de financieele betreking en de regeling der werk loosheid, die zij voor het lot van het Gemeentewezen in de naaste toekomst wekken. Wat betreft de wijziging van de wet op de finan cieele betrekking, wijst hij er op, dat, terwijl nu nog 815 gemeenten vallen onder minima en maximum en slechts 263 onder dc formule, in het vervolg, door het wegnemen van minima en maximum, alle uit- keeringen zouden komen te rusten op de formule, die volgens schrijver font is. Volgens hem houdt deze formule, een speculatief element in. waardoor de fi nancieele betrekking op onsolieden grondslag is ko men ie rusten en dit element zou volgens hem, bij het wetsontwerp nog worden verscherpt. Schrijver zou aan allen, die in dezen eenige ver antwoordelijkheid hebben, met alle kracht die in hem is, willen toeroepen: ga toch geen stap verder op de zen weg. Men handhave den status quo met de te genwoordige uitkeeringen en sla het tekort jaarlijks over de gemeenten om naar haar belastingcapaciteit Wat de werkloosheidslasten betreft, moet men zich, volgens schrijver, afvragen: waar een algemeene nivelleering van belastingdruk, als door de wet op de financieele betrekking beoogd wordt, zoo moeilijk te bereiken is, ja zelfs allerlei tooverformules daarbij worden te pas gebracht; waarom men dan niet be- moeilijke zaak is. Liever zouden wij niet tot deze opheffing overgaan, maar de harde noodzakelijkheid gebiedt B. en W. met dit voorstel te komen. Spr. kent bovendien aan het vervolgonderwijs niet zoo'n groote waarde toe. Tn de eerste nlaats al omdat de kinderen tegenwoordig tot hun 13e—14e iaar school gaan, ten tweede omdat het vakonderwijs, am bachtsschool en U.L.O. voor iedereen open staat. En bovendien wordt het vervolgonderwijs benut om de kwajongensstreken uit te halen. De heer Bruin zegt dat hij een groot voorstander is van avondscholen, maar de ondervinding heeft geleerd, dat de animo bij kinderen en ouders zeer gering is. Wanneer een cursus met 10 il 12 leerlin gen begint, eindigt hij dikwijls met 3 4 leerlingen, met 6 leerlingen komt sporadisch voor. Het is harde noodzaak om terwille van de finantiön tot tijdelijke opheffing te hesluiten en daarom zal spr. zijn stem aan "hét voorstel van B. cn W. geven. De heer Nannis wijst er den heer Doorn op, dat er toch een groote groep van kinderen is, die niet in staat zijn, de U.L.O.-school en de ambachtsschool to bezoeken. Spr. stelt dus voor. pogingen te doen, een cursus voor schoolvrije jeugd te geven. De heer Dignum merkt op, dat hij er zich meer dan eens over verwonderd heeft, spr. zit ook in den L.T.B., die een landbouwcursus geeft, dat er zelden jongens uit den arbeidersstand aan die cursussen deelnemen. Dat is jammer, want ze zijn van veel nut. Het was te wenschen dat de jongens en de ouders wat meer belangstelling toonden voor die cursussen en een beetje propaganda in deze rich ting is wel gewenscht. De heer De Boer vindt die cursussen wel aardig, maar ze zijn net zwaar genoeg en op sommige pun ten geven ze iets onnoodigs. Spr. pleit nog eens voor het herhalingsonderwijs cn dacht dat er op andere wijze nog wel wat viel te bezuinigen. De Voorzitter zegt dat dit den heer De Boer erg zal tegenvallen, andere bezuinigingen zijn zeer, zeer moeilijk te vinden. Het vervolgonderwijs moet met kunst en vliegwerk behandeld worden, om het aan tal leerlingen te krijgen. De heer Blom is het er mee eens, dat de animo niet groot is, maar oordeelt dat de gelegenheid toch niet moet worden ontnomen. Voordat tot stemming wordt overgegaan, zegt de gokken. Ik was er slecht aan toe, toen ik een bood schap kreeg van een oud kameraad van mij, een Rus, genaamd Brodsky. Hij was een geboren avonturier, en verliet Toronto meer dan twee jaar ge leden, om goud te zoeken op een plaats, welke hem was aangeduid door een Indiaan, waarmede hij be vriend was. Hij boorde goud aan, doch hij en zijn vriend stierven aan scheurbuik..." Tot het besef komend, dat hij teveel tijd in beslag nam, vervolgde hij vlug en gebroken. „Hij nagelde een boodschap aan een boom, en een Indiaan vond het... goud is verborgen... Het is Kate... moet niet zonder geld ach terblijven... vertrouw, dat jullie beiden het voor haar krijgen..." Hij hield op, en sloot de oogen. Mushalong hoog zich over hem heen, en voelde zijn pols, maar met een opende hij zijn oogen weer. „Boodschap onder kussen... bewaak Datchet Je zult het niet begrijpen... goud is verborgen Red Creek, in de buurt Pence River... graaf onder Een eigenaardig gerochel weerklonk in zijn keel. Beldon noch Kate hadden dit tevoren ooit gehoord, doch Mushalong wel. Het was het gereutel van den dood, en een paar seconden later was de ziel van ko lonel Goring vertrokken. Kate barstte in een stroom van tranen los, en Beldon draaide haar onmiddellijk om, cn nam haar mede naar buiten. Mushalong stak zijn hand onder het kussen, en vond een gevouwen stuk huid. Een inscriptie was aan den binnenkant gekorven. Mushalong krabde zijn hoofd in zijn verbouwe reerdheid. Ongetwijfeld was de plaats, waar het goud verborgen was, uit deze eigenaardige teekens te le zen, maar wat het waren, daar had hij geen flauw idéé van, want alle talen, welke hij ooit geschreven gezien had, waren Fransch en Engelsch. Maar de naam „Brodsky" was voldoende om hem op het spoor te brengen. „Russisch!" mompelde hij. Oogenblikkelijk schoot hem iets door zijn brein. Was het toeval, dat Datchet een Russische diction- naire hij zich droeg? Dan was daar nog de laatste waarschuwing van Goring. Het was zoo helder als glas, dnt Datchet een eigen spel speelde. „De skunk!" mompelde hij. „Welnu, we weten thans, waar we aan toe zijn, Mr. Datchet!" Hij bedekte het gelaat van den dooden man, en liet het stukje huid in de zak van zijn gordel glij den. glnt met het allereenvoudigste te doen of liever na te laten, n.1. de gemeenten niet met werkloosheids lasten te belasten, waardoor zelfs de beste regeling van de financieele betrekking wordt omvergeworpen, daar deze lasten door hun aard juist groote belasting verschillen te voorschijn roepen. Schrijver stelt voorop, dat de werkloosheidslasten noch rechtens, noch oeconomisch, noch financieel op de gemeenten behooren te rusten, wier structuur daarop ook niet berekend is, doch rijkszaak zijn; doch hij geeft toe, dat het moeilijk is de rijksbelastingen nog weder te verhoogen; maar hij wijst er op, dat de belastingen op gemeentelijk gebied wel kunnen wor den verhoogd, als men in aanmerking neemt, dat een heffing voor vergoeding der werkloosheidslasten aan de gemeenten, geen werkelijke verhooging van lasten beteekent doch slechts een verplaatsing daarvan, waarbij ook de nu weinig door de werkloosheid ge troffen gemeenten haar offer zullen brengen. Hij geeft uitvoerig de z.i. juiste regeling aan, waar bij de werkloosheidslasten voor valide wcrkloozen dus niet behoorende tot de gewone armenzorg, die van ouds op do gemeenten rust van de afzonder lijke gemeenten wordt overgenomen door een fonds, dat deze bestrijdt door omslag over de gemeenten naar haar bclostingcapaciteit. Het allerbelangrijkste gevolg van de regeling ware, volgens schrijver, wel, dat dc gemeenten haar vrij heid herkrijgen en het tegenwoordige dwangsysteem, dat in het belang van 's Rijks schatkist op een aan tal gemeenten wordt toegepast, wordt afgeschaft en ook het toezicht van Ged. Staten ook weder normaal wordt en dat die gemeenten niet meer voor het Rijk behoeven te werken, maar weer al haar krachten kunnen inspannen om haar eigen huishouden in orde te houden en in deze moeilijke tijden het hoofd boven water te houden. Schrijver onderwerpt dan de ministerieele circulai res aan een uitvoerig critisch onderzoek, waarbij hij meent te moeten constateeren, dat bij de regelingen groote vergissingen zijn gemaakt en dat zij niet an ders dan ondoordacht kunnen worden genoemd. Schrijver wijt alle fouten van het heden aan het feit, dat de regelingen steeds stonden in het teeken van het belang van 's Rijks schatkist, zoodat, waar de belangen daarvan werden gesauveerd, men zich niet de moeite heeft gegeven zich in een behoorlijke regeling voor de gemeenten in te denken. Daartegen over wijst schrijver er op, dat men Rijk en gemeenten als een geheel moet zien, waarbij de gemeenten een zeer belangrijk onderdeel vormen, zoodat de toestand van het geheel eerst gezond is, als ook dc gemeenten gezond zijn,, en voorts dat, daar dc regeering versobe ring noodig acht van de gemeentehuishoudingen in het algemeen belang, een daartoe strekkend toezicht niet op een gedeelte der gemeenten maar op alle gemeenten moet worden toegepast. Ten slotte wijst schrijver er op, dat bij een rege ling, als hij aangaf, ook het crediet der gemeenten weder hersteld zal zijn. heer Doorn, dat het nu wel heel gemakkelijk is te gen het voorstel van B. en VV te stemmen, dat men dan wel een goed figuur maakt tegenover de kie zers, maar waarom zegt men dan niet, waar het geld vandaan gehaald moet worden. B. en W. moe ten toch de touwtjes aan elkaar kunnen binden! Het voorstel van B. en VV. wordt aangenomen met 7 tegen 4 stemmen, tegen stemden de heeren Blom, Rens, De Boer en Nannis. Geen gratificatie. Van den heer J. van Ens is een verzoek ingekomen, waarin hij verzoekt om uitbetaling van een gratifi catie over het tijdvak dat hij te t Zand als rijksveld wachter is gestationneerd geweest. Adressant wijst er op, dat de post steeds op de begrooting prijkt, dat zijn voorgangers de gratificatie steeds hebben mo gen incasseeren, dat er nimmer gerechtvaardigde critiek op de wijze waarop hij zijn functie bekleedd® is uitgeoefend en dat hij daarom dan ook een beroep doet op de rechtvaardigheidszin van den raad. De Voorzitter zegt, dat adressant zeer korten tijd, 5K maand, rijksveldwachter in deze gemeente is ge weest en als hoofd van de politie kan spr. geen ter men vinden voor te stellen de gratificatie te ver leenen. De heer Bruin vindt het, als de gratificatie altijd is uitbetaald, wat sneu om het adressant niet te geven. Met 8 tegen 3 stemmen, die van de heeren De Wit, Bruin en Doorn, wordt afwijzend op het ver zoek beschikt. De Algemeene Vereeniging voor Bloembollenen^ tuur te Haarlem, verzoekt een subsidie van f25 ten behoeve van het uitloven van prijzen op een te hou den bloemententoonstelling. B. en W. oordeelen dat de finantieele toestand der gemeente dit niet toelaat en de raad is het daarmea eens, zoodat afwijzend op het verzoek wordt be schikt Geen gemeentebolang. Door den Zijper Bestuurdersbond wordt verzocht om een vergoeding toe te kennen aan hen, die zich met het „stempelen" belasten. Volgens de door B. en W vastgestelde „Regeling Inzake het stempelen der werkloozen" moeten de ongeorganiseerden bij den Agent der Arbeidsbemid- delinf te Schagerbrug stempelen en de georganiseer- HOOFDSTUK IX. Problemen. Gedurende den geheelen volgenden dag hield Kate haar tent, doch den daarop volgenden morgen kwam zij weer te voorschijn, ietwat bleek, doch zij zag er zeer resoluut uit. Mushalong groette haar met een zachte stem, en zij gaf hem een glimlach. „Ik zal niet weer in elkaar storten", zeide zij. „De schok was verschrikkelijk, maar ik zal trachten mij goed te houden." „Prachtig!" „Is... is hij nog...?" Mushalong wees naar een zandhoop, op ongeveer vijftig yards afstand. Het was onder een prachtigen pijnboom, en er lagen groote steenen op. Dat was door hem en Joe bewerkstelligd, want Datchet toon de geen verlangen, om mede te helpen, en Beldon was klaarblijkelijk heelemaal niet in staat, om der gelijke plichten op zich te nemen. Kate verliet hem, en hij zag haar bloemen verzamelen, en naast het ruwhouten kruis neerleggen. Zij braken het kamp spoedig na het ontbijt op, want Mushalong vond het beter om die nlek zonder overdreven vertraging te verlaten om Kate onnoo- dig pijnlijke herinneringen te besnaren. Toen zij stopten voor het middagmaal, stelde Datchet eenige vragen. „Wat gaan we doen?" vroeg hij. „Hetzelfde als gisteren." antwoordde Mushalong. „We gaan rechtdoor. „Ik sprak tegen Beldon." antwoordde hij. „Ja, het was de wensch van den arnrm Goring, dat we onzen tocht niet zouden onderbreken," zeide Beldon. „Naar de Peace River?" „Dat was ons doel. nietwaar?" „Zoo? Zakelijk gesproken was ons doel altijd een beetje vaag. Toch ben ik wel bereid. Wat zegt Miss Goring ervan?" „Ik ben in Uw aller handen," antwoordde Kate. „Tk hen er voor, om voort te gaan. Ik veronderstel, dat we een overvloed van tijd hebben, nietwaar?" „Een zee," zeide Mushalong. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 6