Hoe Mata Hari stierf
Toestand in het Slagersbedrijf
steeds nijpender.
De teruggekeerde.
Verlaging van crisisheffing op het
rundvleesch.
DE MOOISTE FOTO
HET LEGIOEN DER „VERDOEMDEN".
Kort
verhaal
Hervatting van het inblikken van vleesch
onverantwoord.
In verband met den heerschenden noodtoestand
ia het Slagersbedrijf en de stelselmatige afname van
het rundvleeschverbruik in 0119 land, heeft de Com
missie van Overleg, bestaande uit den Ned. Slagers
hond, den Ned. R.K. Hanze bond van Slagerspa
troons en den Ned. Grossiersbond voor den Vleesch-
handcl, zich met een adres tot den Minister van
Economische Zaken gewend, waarin te kennen is
gegeven:
dat de toestand in het slagersbedrijf steeds nij
pender wordt, door een zich steeds voortzettende da
ling van het verbruik van rund- en kalfsvleesch,
welko daling zich o.m. uitspreekt in de lagere op
brengst van den accijns op het geslacht, ni. in de
maand Augustus 11134 ruim f 100.000 of ruim 1/6 deel
minder dan in Augustus 1933, hoewel de slachtvee-
prijzen hooger waren en daardoor een gedeelte van
de lagere opbrengst voortkomend uit minder slach
ting nog is gecompenseerd;
dat deze verlaging deels moet worden toegeschre
ven aan den invloed van de crisis in het bedrijf;
dal echter als do grootste oorzaak moet worden be
schouwd de invloed van den crisismaatregel, waar
bij een heffing op 't rund- en kalfsvleesch werd ge
logd van 200 van den accijns op het geslacht.
Sinds de invoering van die heffing is het gebruik
van rund- en kallsvleesch teruggcloopen en steeds
in meerdere mate;
dut do teruggang in het rund- en kalfsvleeschver-
bruik thans meer dan 25 geacht kan worden en
hierdoor de normaio opruiming van vee met 1800
runderen en 900 kalveren per week is teruggeloopen
dat de crissisheffing een onoverkomelijk bezwaar
blijkt om het verbruik van rundvleesch weder op to
voeren, temeer nu do slachtveeprijzen hooger zijn
dan vorig jaar cu waarschijnlijk als gevolg van de
droogte en hooge vocderprijzcn stijgend zullen blij
ven.
Genoemde Commissie heeft daarin rede gevonden
zich tot den Minister van Economische zaken te
wenden, met hei dringend verzoek deze crisishef
fing op hel rund- en kalfsvleesch te doen opheffen,
althans to doen verminderen, opdat het vleeschver-
bruik zich, mede in het belang der veehouderij kan
herstellen.
Den Minister is tenslotte dringend in overweging
gegeven niet over te gaan tot verdere afslachting van
rundvee, teneinde te voorkomen, dat het normale
vleeschverbruik nog verder wordt verstoord en de
slachtvcemarkt in erger mate wordt ontwricht, zoo
mede het slagersbedrijf gebracht wordt naar een
algeheeien ondergang.
Tot zoover bovengenoemd adres:
Het ,'Alg. Ilsbi.', schrijft naar aanleiding hiervan
het volgende, na te hebben opgemerkt, dat er op
het oogenblik uog een onverkochte voorraad van
10 millioen blikken 1 K.G. is:
1 Onze vraag Is dart echter, of' het niet In hooge
mate onverantwoordelijk zou zijn, om de afslachting
en inblikkerij weer te gaan hervatten, nu men vier
en een halve maand na stopzetting nog een onver-
kochten voorraad hcoft, voldoende voor 6 8 maan
den, benevens een berekend verlies-saldo van V/2
2 millioen gulden, met welks delging nu nog twee
maanden gemoeid zullen zijn!
Volledigheidshalve zullen wij ook dit laatste nog
even met officicele cijfers toelichten.
Gedurende de eerste 28 weken der rundveecrisis-
hcffing heeft deze opgebracht een bedrag van
f 7.875.000, n.1. f 0.097.000 op het gewone rund- en
kalfsvleesch; f 310.000 op ingevoerd vleesch en
f 1.438.000 op het blikvleesch zelf.
In dien zelfden tijd is officieel een nettoverlies ge
leden (dus na aftrek der heffingsopbrengst) van
f 5.837.000, hetgeen tusschen 28 April 011 12 Mei nog
zal zijn aangegroeid tot ruim zes millioen gulden.
Aangezien de crisis-accijns op het blikvleesch zélf
(ook van het onverkochte) reeds in de verliesreke
ning onder „inkomsten" is geboekt, moet het verlies
MADINE LORAND schreide niet, toen haar
man in den oorlog trok. Bleek en stil nam
zij afscheid, zooals ze, zwijgend en bleek,
do drie jaren van huwelijksleven met hem gedra
gen had.
Het was kort geweest, het geluk waarvan zo ge
droomd had, toen ze Julien Lorand leerde kennen.
Een knappe, donkere jongen was hij, die wat gezien
had van de wereld, die leuk kon praten, die haar
betooverde.
Madlnc, opgegroeid in
een klein plaatsje, als
de dochter van een mu-
zieklccraar, het hoofdje
vol droomen en muziek,
zag in hem haar ide
aal.
Een half jaar na het
huwelijk wist ze al be
ter. Haar kleine bruid
schat verdween met fa
belachtige snelheid.
Daar Julien meer dronk dan werkte, was Madine
gedwongen vioollessen te geven, om voor het gezin
te zorgen. Toen ze afscheid namen, bij het uitbre
ken van den oorlog, was er van de hartstochtelijk
liefhebbende gade niets over dan een plichtsgetrou
we vrouw, die zonder tranen den man zag weg-
gaon, die minnaar noch vriend voor haar was. Het
leven werd niet zwaarder door zijn vertrek. Zij gaf
vioollessen cri bracht do vrije uren door met haar
kinderen. Slechts do korte verloven van Julien ver
stoorden even de rust En toen kwam het bericht
dat hij vermist werd.
Do oorlog was ten einde, doch Julien kwam niet
terug. Madine leefde vredig met haar beide kinde
dus worden ingehaald alléén door de heffing op de
normale binnenInndsche slachtingen én op den in
voer, welko in 28 weken tezamen hebben bedragen
f 6.437.000 of wel f 230.000 per week gemiddeld. Daar
voor zullen dus noodig zijn 27 weken, waarvan er
thans 19 zijn verstreken, zoodat pas over acht. weken
het verlies der afslachting zal zijn ingehaald door
accijnsheffing. Men kan óók zeggen, dat deze heffing
voor de eerstvolgende acht weken nog is geblok
keerd voor het inloopen van het tijdens de afslach
ting gemaakte verlies.
Onze conclusie kan dan ook niet anders zijn dan
dat de minister goed zal doen, om met hervatting
der afslachting, waartoe belanghebbenden hem zoo
naarstiglijk aansporen, in elk geval te wachten tot-
dat lo. het verlies zal zijn ingehaald (over ongeveer
twee maanden); 2o. er een flinke reserve is ge
vormd godurende dien tijd; 3o. dat de op 't oogen
blik nog aanwezige voorraad blikvleesch (10.000.000
Kg., dat is nog de helft der totale productie), geheel
of voor een groot deel door verkoop zal zijn opge
ruimd (over ongeveer 6 d 8 maanden). Vooropge-
Dr. Leon Bizar, chef-arts van de Parijsche
politie, die de executie van dc spionne
Mata Hari bijwoonde, heeft thans, na
zeventien jaar zijn zwijgen opgegeven en
een ooggetuige-verslag van den moedigen
dood der danseres gepubliceerd.
De executie van Mata Hari, die op een somberen
Octoberochtend van 1917 in het Parijsche fort Vin-
cennes werd voltrokken, wordt sedert jaren door
ronjan- en tooneelschrijvers gebruikt als basis van
fantastische intriges. Graag wordt verteld, dat dc
mooie danseres niet wist welk lot haar wachtte.
Toen men haar haalde zou men haar gezegd hebben,
dat de geheelc ceremonie een comedie was, wel zou
men haar blinddoeken, maar op het laatste nipper
tje zou men haar gratie verleenen en haar bij den
Geheimen Franschen Dienst inlijven. De mcdedeelin-
gen van den arts, die haar in dc laatste uren bij
stond, laten van deze romantische legende niet veel
over. Velen zuilen dit op waarheid berustende be
richt ontroerender vinden dan de kunstproducten.
In den ochtend van 13 Februari 1917 werd Mata
Hari haar juiste naam was Grcta Zelle echt-
genoote van kapitein M. J. MacLeod, door den com
missaris Priollet, in het hotel aan de Champs Elyssé
gearresteerd. Zij werd naar de gevangenis van St.
Lazare gebracht, die zij vóór haar dood slechts op
24 en 25 Juli zou verlaten. Op die dagen verscheen
zij voor den oppersten krijgsraad, die haar eenstem
mig ter dood veroordeelde.
Tijdens de acht maanden, die de danseres in cel
12, een bescheiden, maar bewoonbaar vertrek, met
zuster Leonida doorbracht, ontving zij van niemand
anders bezoek dan van haar arts en verdediger.
Nooit werden haar bloemen of lekkernijen gestuurd.
Evenmin ontving of verzond zij brieven, behalve de
drie, die zij voor haar dood schreef. Deze werden in
beslag genomen.
Mata Hari twijfelde er niet aan, dat men haar zou
doodschieten, toen zij vernam, dat de president van
de republiek het verzoek om gratie verworpen had.
Tot het laatst wond zij zich over de dwaasheid der
autoriteiten op, die het verkozen een waardevolle
kracht als zij was te dooden inplaats van van haar
geheimen te profitceren.
,,'s Maandags 15 October", zoo vertelt de ooggetui
ge, „kwam ik om vier uur 's ochtends in St Lazare.
Het was koud. Op het plein stonden vier auto's met
gedoofde lichten. Zij zouden ons naar Vincennes
brengen. In de wachtkamers waren ongeveer hon
derd menschen, die voor de bijwoning van de execu
tie uitgenoodigd waren. Bij gewone gevallen noodig-
<le men slechts dertig uit. Allen spraken met ge
dempte stem. Totdat plotseling de commandant Ju
lien luid riep: „Mijne heeren, het is zoover, laten
wij naar boven gaan."
Slechts een paar autoriteiten mochten hem volgen.
Op dat oogenblik drong een kleine, lijkwitte grijs
aard naar den officier toe. Het was niemand andei's
dan maitre Glunet, de verdediger van Mata Hari.
Met trillendo stem riep hij: „Commandant, comman
dant, excuseert U mij, ik voel mij niet in staat om
ren, en vergat den man, dien zo ééns had liefgehad,
doch die haar droomen vernielde.
Het was een zonnige lentedag, toen Madine opge
schrikt werd door een bericht, dat Julien terug ge
komen was. Hij was erg opgewonden, zei de buur
vrouw, maar hij was het. Madine werd doodclijk
bleek, doch ze beheerschte zich.
Ze stak do sleutel in het slot, ging de eetkamer
binnen en zag daar Julien. Ja, ongetwijfeld hij was
het. Ze was geschokt.
Ze maakte koffie en riep de kinderen, die bui
ten speelden. Hij kuste ze onhandig. Aan tafel ver
telde hij van een zware verwonding, gevangenschap
en verwisseling die had plaats gehad (waardoor hij
moeite had zijn identiteit te bewijzen).
Dan vroeg hij, hoe ze het maakte en ze vertelde.
Gelaten, met de kracht van haar nobel karakter,
aanvaardde zij, wat ze meende dat haar nu weer
wachtte: do ellende van een ongelukkig huwelijk.
Het kwam anders uit.
Julien, die uiterlijk weinig meer had van den
knappen jongeling op wien ze verliefd werd, Julien
die niet overmoedig, niet jolig, niet levendig meer
was, had met die eigenschappen ook vele ondeug
den verloren.
Hij dronk niet meer, de man die vroeger leefde
op kosten zijner vrouw, gaf zich dadelijk de moeite
om werk te vindon.
Toen hij het eenmaal had, bleek hij een vlijtig,
nauwgezet man te zijn.
Doch hij was meer veranderd.
Madine merkte het dag aan dag. Zijn cynisme,
dat haar vroeger zoo dikwijls gewond had, zijn
egoisme, ze schenen door het geloden leed verdelgd.
Hij was vol teedere zorgen, een kameraad en een
innig minnaar. Ze deelden vijftien lange jaren van
zorgen en geluk, voedde de drie kinderen op en
toen...
Toen barstte als een onweer uit helderen hemel
het verbazingwekkende over haar neer. F.en man
daagde op, die voorgaf, de ware Julien Lorand te
zijn. In den oorlog gewond en gevangen genomen
stcld, dat de minister fot hervatting überhaupt
wenscht te besluiten, cischt een verstandig en voor
zichtig beheer der belasting-(heffings-)gelden, dat
daarmede op zijn minst nog 4 6 maanden worde
gewacht! Om nu aanstonds, terwijl men nog met de
halve productie blikvleesch van den vorigen keer en
een vcrlies-restant van anderhalf millioen gulden
zit, maar weer met frisschcn moed 150.000 kalfpinken
en vaarzen te gaan opkoopen en inblikken, alsof er
geen vuiltje aan de lucht ware, is naar onze wijze
van zien niet verantwoord.
Wij begrijpen zeer wel de moeilijkheden der vee
houders, speciaal wat de boventallige dieren betreft,
doch verlaging en daarna afschaffing dor rund-
vleesch-crisisheffing lijkt ons d e oplossing, óók om
dat do normale opruiming, n.1. door de nor
male slachtingen er zoo onder begint te lijden, zoo
dat niet alleen dc consument, maar óók de vee
houder onder de Crisisheffing begint te lijden.
naar boven te gaan, maar zegt U haar alstublieft,
dat ik haar tot het einde toe niet verlaten heb." „Ik
ben hier niet om Uw orders uit te voeren, maitre",
antwoordde de commandant gewild hard. „Wanneer
U deze vrouw nog iets te zeggen hebt, zegt het
haar dan zelf." En de advocaat, die zich nauwelijks
kon staande houden, volgde de stoet die zich naar
de cel begaf.
Zuster Leonida deed open. Mata Hari, die ik den
avond tevoren een dubbele dosis slaappoeder gege
ven had. sliep nog. Toen de commandant haar wek
te opende zij verschrikt de oogen, trachtte te spre
ken en richtte zich op. De officier zei met moeizaam
verborgen ontroering: „Zelle, wees dapper. Het oogen
blik is aangebroken
Een doodsche stilte volgde. In do schemering
glansden de oogen der danseres. Met toonlooze stem
herhaalde zij steeds weer: „Dat kan toch niet. dat
kan toch niet." Dan echter vatte zij moed en zei tot
zuster Leonida, die haar troosten wilde: „Wees niet
bang zuster, ik zal dapper sterven. Zij zullen een
mooie dood beleven."
Ik bleef bij haar, toen zij zich begon tc kleedcn.
Haar hemd was niet, zooals vaak beweerd werd, van
ruw linnen, men had haar haar eigen ondergoed ge
laten. Dan liet zij zich haar warmste klceren en
mooisto schoenen geven. „Ik draag gaarne goed
schoenwerk", verklaarde zij. Daarop begon zij zich
zorgzaam tc poederen. Plotseling riep zij: „Ik wil
mijn pastoor spreken." Zij werd met den geestelijke
alleen gelaten.
Toen wij weer binnen mochten komen, ontving zij
ons als een groote dame.Zij droeg een blauw costuum
met witte zoomen en een hoed met een kleine voile.
Zij was juist bezig haar handschoenen aan te trek
ken. „Ik ben zoo ver", zei zij vastberaden en tot zus
ter Leonida: „Ik heb veel gereisd in mijn leven, zus
ter, dit keer wordt het mijn laatste reis. Dit keer ver
trek ik naar het grootste station, waarvan niemand
meer terugkeert. Maar huilt U toch niet mijn kind,
behecrscht U". Een officier vroeg haar volgens de
voorschriften of zij nog iets te zeggen had. Nee. Hier
op verzocht mijn collega Socquet of zij vermoeden
had zwanger te zijn. „Neen, dat zeker niet", ant
woordde zij bijna lachend, „maar U wilt toch heel
wat weten!"
Toen men de trap af ging en zij voor de open deur
een groote menigte zag. glimlachte de danseres op
nieuw. „Wat een toeloop", riep zij. „Wat een suc
ces". Toen werd Greta Zelle, genaamd Mata Hari,
den militairen ter vonnisvoltrekking tc Vincennes
overgegeven. Voor het vertrek kreeg zij verlof eenige
brieven to schrijven. Met vaste hand stelde zij do
brieven op, schreef het adres op de cnveloppes en
overhandigde hen den directeur met do woorden:
„Maar alstublieft niet de adressen verwisselen. Dat
zou wat fraais worden."
Onderweg spoorde zustor Leonida de veroordeelde
aan vergiffenis te schenken. „De Franschen zou ik
niet gaarne willen vergeven", meende zij. „Ook hen
moet ge vergeven", drong de non aan. En Mata Hari
met half luide stem: „Goed dan, omdat gij het wilt,
zustpr, zal ik hen vergiffenis schenken". Toen reed
men het fort Vincennes binnen. Trompetsignalen
klonken. De executietroepen stonden gereed, Mata
Hari stapte het eerst uit den wagen en was zuster
Leonida bij het uitstappen behulpzaam. Toen schreed
zij aan haar arm langzaam voorwaarts, kort voor dc
paal rukte zij zich los en zeide tot haar begeleidster:
„Omarm mij vlug en laat me alleen. Tot weerziens".
Zij weigerde zich te laten blinddoeken. Terwijl een
officier het vonnis voorlas, bond zij zichzelf met een
losse lus aan de paal.
De soldaten stonden op tien meter afstand van
haar. Mata Hari glimlachte nog één keer naar de
knielende Leonida en hief de hand ten afscheid. Dc
commandant trok de dagen, de geweren kwamen in
den aanslag, een dof geknal en de roode danseres
zakte met het hoofd naar voren in elkaar.
was hij op de een of andere wijze zijn papieren
kwijtgeraakt en voor een ander aangezien!
Hij was daarbij ook nog zijn geheugen kwijt en
werd in een gesticht opgesloten, omdat hij aanval
len van waanzin had.
Eindelijk daaruit ontslagen was hij gaan zwerven,
had geleidelijk zijn geheugen weder teruggekregen
en eischte nu zijn rechten op. Hij had echter geen
bewijzen, doch daar hij opvallend veel leek op den
Julien Lorand, van vóór den oorlog, al had de tijd
en het doorgestane leed ook hem sterk veranderd,
waren velen toch geneigd hem te gelooven.
De zaak trok sterk do aandacht.
Sommigen voelden medelijden met den ongeluk
kige, die terugkeerde en zijn plaats ingenomen
vond. Anderen hielden hem voor den gek, of wel
voor een oplichter!
Weer anderen geloofden dit niet, doch meenden,
dat Madine te beklagen was.
Dit waren zij, die Julien gekend hadden en zijn
slechte eigenschappen in hem herkenden, doch ver
ergerd met do jaren.
Toen Madine oog in oog stond met den grijzen
man, uit wiens verwoeste trekken koortsachtige
oogen haar tegengloeiden, wankele ze even. Doch
toen hij vroeg, of ze hem niet herkende, schudde ze
ontkennend het hoofd.
Hij begon herinneringen op te halen. Zo luisterde
een tijdlang.
Toen begon ook zij te spreken. Ze sprak van den
tijd, waarin ze hem pas had leeren kennen, van alles,
wat ze toen gedroomd en gewenscht had. Herkent
U dezen man als de ware Julien Lorand? vroeg de
commissaris van politie, die met de zaak niet goed
raad wist. Haar oogen staarden langs hem heen in
de verte. Julien, die is teruggekomen, vijftien jaren
geleden. Hij heeft mijne droomen in vervulling doen
gaan, hij was mijn kameraad en vriend, de vader
voor mijn kinderen, mijn steun en mijn liefste.
Een glans van extase ging over haar gelaat.
Wat weet deze man daarvan, herhaaldo ze.
Deze zaak kwam voor het gerecht, getuigen spra
Portret-Atelier JAC. DE BOER
Keizerstraat DEN HELDER
WAT DRIJFT DE MENSCHEN IN HET
VREEEMDELINGENLEGIOEN?
Een tuchthuis is beter dan het legioen!
De bekende Engelsche Journalist, G. Ward Prico,
die reeds in den wereldoorlog naam had gemaakt,
heeft een tijd lang in Noord-Afrika temidden van
het vreemdelingen-legioen vertoefd en van de daar
opgedane ervaringen een uitstekend boek weten te
schrijven, dat wij zoo belangrijk vinden, dat wij er
een korten brief aan willen wijden.
Het boek is getiteld: „In Morocco with the Legion"
en is bij Jarrolds verschenen.
Wat drijft de menschen ertoe, in het vreemdelin
genlegioen dienst te gaan nemen? Die vraag heeft
ook G. Ward Price zich blijkbaar gesteld en hij ia
liet antwoord gaan halen, waar hij het juiste ant
woord kon verwachten; bij hen, die thans in het
Legioen dienen. Zijn antwoord heeft hij gekregenq
„Do vrouw!" Want indien het vrouwelijk geslacht
onwankelbaar trouw zou wezen, dan zou het gc-
heelo Fransche vreemdelingenlegioen spoedig tot
vrijvvel niets zijn ineen geschrompeld.
Bij een van (ie laatste expedities van het Legioen
beeft Ward Price de manschappen vergezeld, toen
een opstandig hoofd der Berbers in zijn in een ves
ting herschapen woning in het Atlas-gebergte werd
belegerd en tot overgave gedwongen. Hij vertelt op
overtuigende wijze over den strijdlust van de Legi-
onnaires; van de manier, waarop zij verstrooiing
zoeken; van hun bedenkelijke moraliteit; van hun
krijgsmans-trots; van hun moeilijk, zwaar leven;
van hun vaak bitteren nood.
Het Legioen dient natuurlijk onder de Fransche
driekleur, strijdt onder de leuze van het Fransche
leger, welke luidt: „Eer en Vaderland!" Die woor
den stonden 00 kop het nieuwe regimentsvaandel,
dat men het Vreemdelingen-Legioen heeft geschon
ken. Daarop heeft het geheele Legioen als één mart
geprotesteerd en een eigen leuze gevraagd.die op dat
regimentsvaandel moest worden gestikt. Men zag te
Parijs weldra in, dat de Legionnaires niet uit va-
derlandsche gevoelens het Legioen dienden en wil
ligde het verzoek dus in. Wat denkt men nu, dat'
het Legioen begeerde op het vaandel gestikt to
zien? De woorden: „Voor Eer en Trouw!" Dat was
de logica van de Legionnaires; een logica, die hen
siert!
Want de opvattingen van het Legioen komen in
die woorden tot uiting. Een vaderland hebben deza
soldaten niet, zij hebben slechts hun Legioen. Wet
ten kennen en erkennen zij niet, voor hen bestaan
slechts de krijgsartikelen en zij hebben er meer dan
genoeg. Niemand staat hoven hen, dan de officieren
van het Legioen. Maar die officieren weten dan ook!
uit hun soldaten van allerlei afkomst en herkomst
te halen, wat er uit te halen is.
Hun verstrooiingen zijn als de mannen zelf: ruw*
Zij houden van drinken, van rooken en van vrou-
wen! Dat antwoord kreeg de verbaasde Engelsch-
man slag op slag. Dronkenschap is de meest voor
komende overtreding van de manschappen. Drinken
mogen zij zooveel zij willen, strafbaar worden ze pas
als zij overdag hun plicht als soldaat niet meer
kunnen vervullen, tengevolge van de dronkenschap
van den vorigen dag. Om de veertien dagen is er
betaaldag. Die dag is aan dronkenschap gewijd; dan
gaat alle ontvangen soldij eraan en maken de mecs-
ten nog schulden bovendien. Hun geliefkoosd®
gemengde drank heeft een kenmerkende naam ge
kregen: „Aardbeving!" Zóó sterk is dat mengsel!
van zware alcohol.
Maar de vroegere, voornaamste bezigheid van het
legioen is niet meer vechten tegen oproerige stam
men van Noord-Afrika. Die tijd is geweest. Het Le
gioen is een arbeiderscorps op militairen leest ge
schoeid. De voorwaarden, waaronder de mannen
werken, zijn van dien aard, dat men een tuchthuis
boef kan benijden, die in de gevangenis tot zware
handenarbeid is gedwongen. Wat de Engelschman
met de woorden „hard labour" betiteld en dat in
Engelsche tuchthuizen b.v. bestaat in steenenklop-
pcn.
Malaria, een gloeiende zon, ontberingen van aller
lei aard, overwerken, tot men erbij neervalt en doo
den der eentonigheid, dat zijn de omstandigheden,
waaronder de mannen werken bij het aanleggen van
strategische wegen van Noord-Afrika.
Het boek van Ward Price is geen boek om van
te houden, maar het is een uiterst belangwekkend
boek.
ken elkander heftig tegen, deskundigen bestudeerden
de handschriften der beide mannen en waren het
naar den eisch volmaakt onééns, kortom men
schoot niet veel op.
U bent de eenige, die ons zekerheid kan ver»
schaffen, zei de rechter ten einde raad tot Madine,
Is het mogelijk, dat een vrouw het niet zou mei*
ken, als een vreemde zich voor haar man uitgeeft,
ook al neemt ze aan, dat hij erg veranderd is? Kunt
U bezweren, dat U ooit getwijfeld hebt?
Ze stond op, bleek, verstard, tusschen de beide
mannen. Dc een, die haar illusies vernielde, de an
der die ze vervulde. De een, die zich geopenbaard
had als een heel ander mensch, dan waarvoor ze hem
hield en de ander, die de Julien geworden was,
waarvan ze als verloofde en bruid had gedroomd.
Getwijfeld? Ja, zij had getwijfeld.
En deze twijfel was zekerheid bij haar gewordeni*
Maar dit erkennen zou beteekenen: den man vei*
liezen dien ze liefhad en... die hdAr óók liefhad.
En wat was zekerheid?
In haar gedachten verwarde ze alles met elkander.
Zo meende, dat do man die zoo veranderd was, een
ander was. Dat hij verlokt door het toeval, dat hem
deed gelijken op den man, wiens papieren hij bezat,
zich in diens plaats stelde. Maar hij had haar lief,
dat wist ze.
Ik weet het niet; stamelde de vrouw ten laatste.
De rechtbank besliste tenslotte, dat er geen enkel
bewijs voorhanden was voor het bedrog, waarvan d®
tweede Julien Lorand den eerste beschuldigde. Kor
ten tijd later verviel de tweede weder in waanzin
en stierf.
Madine sprak nooit meer over hetgeen er gebeurd
was en ook hij repte er geen woord van. Naarmate
de Jaren vergingen gleed dat alles verder en verder
weg. Hij was hóór man en ze hadden elkander lief,
dat was alles wat bleef. En is niet ieder mensch
dat, wat dc ander in hem ziet?
VINCENT" LOL'DY.