Hoe Mata Hari stierf Toestand in het Slagersbedrijf steeds nijpender. De teruggekeerde. Verlaging van crisisheffing op het rundvleesch. DE MOOISTE FOTO HET LEGIOEN DER „VERDOEMDEN". Kort verhaal Hervatting van het inblikken van vleesch onverantwoord. In verband met den heerschenden noodtoestand ia het Slagersbedrijf en de stelselmatige afname van het rundvleeschverbruik in 0119 land, heeft de Com missie van Overleg, bestaande uit den Ned. Slagers hond, den Ned. R.K. Hanze bond van Slagerspa troons en den Ned. Grossiersbond voor den Vleesch- handcl, zich met een adres tot den Minister van Economische Zaken gewend, waarin te kennen is gegeven: dat de toestand in het slagersbedrijf steeds nij pender wordt, door een zich steeds voortzettende da ling van het verbruik van rund- en kalfsvleesch, welko daling zich o.m. uitspreekt in de lagere op brengst van den accijns op het geslacht, ni. in de maand Augustus 11134 ruim f 100.000 of ruim 1/6 deel minder dan in Augustus 1933, hoewel de slachtvee- prijzen hooger waren en daardoor een gedeelte van de lagere opbrengst voortkomend uit minder slach ting nog is gecompenseerd; dat deze verlaging deels moet worden toegeschre ven aan den invloed van de crisis in het bedrijf; dal echter als do grootste oorzaak moet worden be schouwd de invloed van den crisismaatregel, waar bij een heffing op 't rund- en kalfsvleesch werd ge logd van 200 van den accijns op het geslacht. Sinds de invoering van die heffing is het gebruik van rund- en kallsvleesch teruggcloopen en steeds in meerdere mate; dut do teruggang in het rund- en kalfsvleeschver- bruik thans meer dan 25 geacht kan worden en hierdoor de normaio opruiming van vee met 1800 runderen en 900 kalveren per week is teruggeloopen dat de crissisheffing een onoverkomelijk bezwaar blijkt om het verbruik van rundvleesch weder op to voeren, temeer nu do slachtveeprijzen hooger zijn dan vorig jaar cu waarschijnlijk als gevolg van de droogte en hooge vocderprijzcn stijgend zullen blij ven. Genoemde Commissie heeft daarin rede gevonden zich tot den Minister van Economische zaken te wenden, met hei dringend verzoek deze crisishef fing op hel rund- en kalfsvleesch te doen opheffen, althans to doen verminderen, opdat het vleeschver- bruik zich, mede in het belang der veehouderij kan herstellen. Den Minister is tenslotte dringend in overweging gegeven niet over te gaan tot verdere afslachting van rundvee, teneinde te voorkomen, dat het normale vleeschverbruik nog verder wordt verstoord en de slachtvcemarkt in erger mate wordt ontwricht, zoo mede het slagersbedrijf gebracht wordt naar een algeheeien ondergang. Tot zoover bovengenoemd adres: Het ,'Alg. Ilsbi.', schrijft naar aanleiding hiervan het volgende, na te hebben opgemerkt, dat er op het oogenblik uog een onverkochte voorraad van 10 millioen blikken 1 K.G. is: 1 Onze vraag Is dart echter, of' het niet In hooge mate onverantwoordelijk zou zijn, om de afslachting en inblikkerij weer te gaan hervatten, nu men vier en een halve maand na stopzetting nog een onver- kochten voorraad hcoft, voldoende voor 6 8 maan den, benevens een berekend verlies-saldo van V/2 2 millioen gulden, met welks delging nu nog twee maanden gemoeid zullen zijn! Volledigheidshalve zullen wij ook dit laatste nog even met officicele cijfers toelichten. Gedurende de eerste 28 weken der rundveecrisis- hcffing heeft deze opgebracht een bedrag van f 7.875.000, n.1. f 0.097.000 op het gewone rund- en kalfsvleesch; f 310.000 op ingevoerd vleesch en f 1.438.000 op het blikvleesch zelf. In dien zelfden tijd is officieel een nettoverlies ge leden (dus na aftrek der heffingsopbrengst) van f 5.837.000, hetgeen tusschen 28 April 011 12 Mei nog zal zijn aangegroeid tot ruim zes millioen gulden. Aangezien de crisis-accijns op het blikvleesch zélf (ook van het onverkochte) reeds in de verliesreke ning onder „inkomsten" is geboekt, moet het verlies MADINE LORAND schreide niet, toen haar man in den oorlog trok. Bleek en stil nam zij afscheid, zooals ze, zwijgend en bleek, do drie jaren van huwelijksleven met hem gedra gen had. Het was kort geweest, het geluk waarvan zo ge droomd had, toen ze Julien Lorand leerde kennen. Een knappe, donkere jongen was hij, die wat gezien had van de wereld, die leuk kon praten, die haar betooverde. Madlnc, opgegroeid in een klein plaatsje, als de dochter van een mu- zieklccraar, het hoofdje vol droomen en muziek, zag in hem haar ide aal. Een half jaar na het huwelijk wist ze al be ter. Haar kleine bruid schat verdween met fa belachtige snelheid. Daar Julien meer dronk dan werkte, was Madine gedwongen vioollessen te geven, om voor het gezin te zorgen. Toen ze afscheid namen, bij het uitbre ken van den oorlog, was er van de hartstochtelijk liefhebbende gade niets over dan een plichtsgetrou we vrouw, die zonder tranen den man zag weg- gaon, die minnaar noch vriend voor haar was. Het leven werd niet zwaarder door zijn vertrek. Zij gaf vioollessen cri bracht do vrije uren door met haar kinderen. Slechts do korte verloven van Julien ver stoorden even de rust En toen kwam het bericht dat hij vermist werd. Do oorlog was ten einde, doch Julien kwam niet terug. Madine leefde vredig met haar beide kinde dus worden ingehaald alléén door de heffing op de normale binnenInndsche slachtingen én op den in voer, welko in 28 weken tezamen hebben bedragen f 6.437.000 of wel f 230.000 per week gemiddeld. Daar voor zullen dus noodig zijn 27 weken, waarvan er thans 19 zijn verstreken, zoodat pas over acht. weken het verlies der afslachting zal zijn ingehaald door accijnsheffing. Men kan óók zeggen, dat deze heffing voor de eerstvolgende acht weken nog is geblok keerd voor het inloopen van het tijdens de afslach ting gemaakte verlies. Onze conclusie kan dan ook niet anders zijn dan dat de minister goed zal doen, om met hervatting der afslachting, waartoe belanghebbenden hem zoo naarstiglijk aansporen, in elk geval te wachten tot- dat lo. het verlies zal zijn ingehaald (over ongeveer twee maanden); 2o. er een flinke reserve is ge vormd godurende dien tijd; 3o. dat de op 't oogen blik nog aanwezige voorraad blikvleesch (10.000.000 Kg., dat is nog de helft der totale productie), geheel of voor een groot deel door verkoop zal zijn opge ruimd (over ongeveer 6 d 8 maanden). Vooropge- Dr. Leon Bizar, chef-arts van de Parijsche politie, die de executie van dc spionne Mata Hari bijwoonde, heeft thans, na zeventien jaar zijn zwijgen opgegeven en een ooggetuige-verslag van den moedigen dood der danseres gepubliceerd. De executie van Mata Hari, die op een somberen Octoberochtend van 1917 in het Parijsche fort Vin- cennes werd voltrokken, wordt sedert jaren door ronjan- en tooneelschrijvers gebruikt als basis van fantastische intriges. Graag wordt verteld, dat dc mooie danseres niet wist welk lot haar wachtte. Toen men haar haalde zou men haar gezegd hebben, dat de geheelc ceremonie een comedie was, wel zou men haar blinddoeken, maar op het laatste nipper tje zou men haar gratie verleenen en haar bij den Geheimen Franschen Dienst inlijven. De mcdedeelin- gen van den arts, die haar in dc laatste uren bij stond, laten van deze romantische legende niet veel over. Velen zuilen dit op waarheid berustende be richt ontroerender vinden dan de kunstproducten. In den ochtend van 13 Februari 1917 werd Mata Hari haar juiste naam was Grcta Zelle echt- genoote van kapitein M. J. MacLeod, door den com missaris Priollet, in het hotel aan de Champs Elyssé gearresteerd. Zij werd naar de gevangenis van St. Lazare gebracht, die zij vóór haar dood slechts op 24 en 25 Juli zou verlaten. Op die dagen verscheen zij voor den oppersten krijgsraad, die haar eenstem mig ter dood veroordeelde. Tijdens de acht maanden, die de danseres in cel 12, een bescheiden, maar bewoonbaar vertrek, met zuster Leonida doorbracht, ontving zij van niemand anders bezoek dan van haar arts en verdediger. Nooit werden haar bloemen of lekkernijen gestuurd. Evenmin ontving of verzond zij brieven, behalve de drie, die zij voor haar dood schreef. Deze werden in beslag genomen. Mata Hari twijfelde er niet aan, dat men haar zou doodschieten, toen zij vernam, dat de president van de republiek het verzoek om gratie verworpen had. Tot het laatst wond zij zich over de dwaasheid der autoriteiten op, die het verkozen een waardevolle kracht als zij was te dooden inplaats van van haar geheimen te profitceren. ,,'s Maandags 15 October", zoo vertelt de ooggetui ge, „kwam ik om vier uur 's ochtends in St Lazare. Het was koud. Op het plein stonden vier auto's met gedoofde lichten. Zij zouden ons naar Vincennes brengen. In de wachtkamers waren ongeveer hon derd menschen, die voor de bijwoning van de execu tie uitgenoodigd waren. Bij gewone gevallen noodig- <le men slechts dertig uit. Allen spraken met ge dempte stem. Totdat plotseling de commandant Ju lien luid riep: „Mijne heeren, het is zoover, laten wij naar boven gaan." Slechts een paar autoriteiten mochten hem volgen. Op dat oogenblik drong een kleine, lijkwitte grijs aard naar den officier toe. Het was niemand andei's dan maitre Glunet, de verdediger van Mata Hari. Met trillendo stem riep hij: „Commandant, comman dant, excuseert U mij, ik voel mij niet in staat om ren, en vergat den man, dien zo ééns had liefgehad, doch die haar droomen vernielde. Het was een zonnige lentedag, toen Madine opge schrikt werd door een bericht, dat Julien terug ge komen was. Hij was erg opgewonden, zei de buur vrouw, maar hij was het. Madine werd doodclijk bleek, doch ze beheerschte zich. Ze stak do sleutel in het slot, ging de eetkamer binnen en zag daar Julien. Ja, ongetwijfeld hij was het. Ze was geschokt. Ze maakte koffie en riep de kinderen, die bui ten speelden. Hij kuste ze onhandig. Aan tafel ver telde hij van een zware verwonding, gevangenschap en verwisseling die had plaats gehad (waardoor hij moeite had zijn identiteit te bewijzen). Dan vroeg hij, hoe ze het maakte en ze vertelde. Gelaten, met de kracht van haar nobel karakter, aanvaardde zij, wat ze meende dat haar nu weer wachtte: do ellende van een ongelukkig huwelijk. Het kwam anders uit. Julien, die uiterlijk weinig meer had van den knappen jongeling op wien ze verliefd werd, Julien die niet overmoedig, niet jolig, niet levendig meer was, had met die eigenschappen ook vele ondeug den verloren. Hij dronk niet meer, de man die vroeger leefde op kosten zijner vrouw, gaf zich dadelijk de moeite om werk te vindon. Toen hij het eenmaal had, bleek hij een vlijtig, nauwgezet man te zijn. Doch hij was meer veranderd. Madine merkte het dag aan dag. Zijn cynisme, dat haar vroeger zoo dikwijls gewond had, zijn egoisme, ze schenen door het geloden leed verdelgd. Hij was vol teedere zorgen, een kameraad en een innig minnaar. Ze deelden vijftien lange jaren van zorgen en geluk, voedde de drie kinderen op en toen... Toen barstte als een onweer uit helderen hemel het verbazingwekkende over haar neer. F.en man daagde op, die voorgaf, de ware Julien Lorand te zijn. In den oorlog gewond en gevangen genomen stcld, dat de minister fot hervatting überhaupt wenscht te besluiten, cischt een verstandig en voor zichtig beheer der belasting-(heffings-)gelden, dat daarmede op zijn minst nog 4 6 maanden worde gewacht! Om nu aanstonds, terwijl men nog met de halve productie blikvleesch van den vorigen keer en een vcrlies-restant van anderhalf millioen gulden zit, maar weer met frisschcn moed 150.000 kalfpinken en vaarzen te gaan opkoopen en inblikken, alsof er geen vuiltje aan de lucht ware, is naar onze wijze van zien niet verantwoord. Wij begrijpen zeer wel de moeilijkheden der vee houders, speciaal wat de boventallige dieren betreft, doch verlaging en daarna afschaffing dor rund- vleesch-crisisheffing lijkt ons d e oplossing, óók om dat do normale opruiming, n.1. door de nor male slachtingen er zoo onder begint te lijden, zoo dat niet alleen dc consument, maar óók de vee houder onder de Crisisheffing begint te lijden. naar boven te gaan, maar zegt U haar alstublieft, dat ik haar tot het einde toe niet verlaten heb." „Ik ben hier niet om Uw orders uit te voeren, maitre", antwoordde de commandant gewild hard. „Wanneer U deze vrouw nog iets te zeggen hebt, zegt het haar dan zelf." En de advocaat, die zich nauwelijks kon staande houden, volgde de stoet die zich naar de cel begaf. Zuster Leonida deed open. Mata Hari, die ik den avond tevoren een dubbele dosis slaappoeder gege ven had. sliep nog. Toen de commandant haar wek te opende zij verschrikt de oogen, trachtte te spre ken en richtte zich op. De officier zei met moeizaam verborgen ontroering: „Zelle, wees dapper. Het oogen blik is aangebroken Een doodsche stilte volgde. In do schemering glansden de oogen der danseres. Met toonlooze stem herhaalde zij steeds weer: „Dat kan toch niet. dat kan toch niet." Dan echter vatte zij moed en zei tot zuster Leonida, die haar troosten wilde: „Wees niet bang zuster, ik zal dapper sterven. Zij zullen een mooie dood beleven." Ik bleef bij haar, toen zij zich begon tc kleedcn. Haar hemd was niet, zooals vaak beweerd werd, van ruw linnen, men had haar haar eigen ondergoed ge laten. Dan liet zij zich haar warmste klceren en mooisto schoenen geven. „Ik draag gaarne goed schoenwerk", verklaarde zij. Daarop begon zij zich zorgzaam tc poederen. Plotseling riep zij: „Ik wil mijn pastoor spreken." Zij werd met den geestelijke alleen gelaten. Toen wij weer binnen mochten komen, ontving zij ons als een groote dame.Zij droeg een blauw costuum met witte zoomen en een hoed met een kleine voile. Zij was juist bezig haar handschoenen aan te trek ken. „Ik ben zoo ver", zei zij vastberaden en tot zus ter Leonida: „Ik heb veel gereisd in mijn leven, zus ter, dit keer wordt het mijn laatste reis. Dit keer ver trek ik naar het grootste station, waarvan niemand meer terugkeert. Maar huilt U toch niet mijn kind, behecrscht U". Een officier vroeg haar volgens de voorschriften of zij nog iets te zeggen had. Nee. Hier op verzocht mijn collega Socquet of zij vermoeden had zwanger te zijn. „Neen, dat zeker niet", ant woordde zij bijna lachend, „maar U wilt toch heel wat weten!" Toen men de trap af ging en zij voor de open deur een groote menigte zag. glimlachte de danseres op nieuw. „Wat een toeloop", riep zij. „Wat een suc ces". Toen werd Greta Zelle, genaamd Mata Hari, den militairen ter vonnisvoltrekking tc Vincennes overgegeven. Voor het vertrek kreeg zij verlof eenige brieven to schrijven. Met vaste hand stelde zij do brieven op, schreef het adres op de cnveloppes en overhandigde hen den directeur met do woorden: „Maar alstublieft niet de adressen verwisselen. Dat zou wat fraais worden." Onderweg spoorde zustor Leonida de veroordeelde aan vergiffenis te schenken. „De Franschen zou ik niet gaarne willen vergeven", meende zij. „Ook hen moet ge vergeven", drong de non aan. En Mata Hari met half luide stem: „Goed dan, omdat gij het wilt, zustpr, zal ik hen vergiffenis schenken". Toen reed men het fort Vincennes binnen. Trompetsignalen klonken. De executietroepen stonden gereed, Mata Hari stapte het eerst uit den wagen en was zuster Leonida bij het uitstappen behulpzaam. Toen schreed zij aan haar arm langzaam voorwaarts, kort voor dc paal rukte zij zich los en zeide tot haar begeleidster: „Omarm mij vlug en laat me alleen. Tot weerziens". Zij weigerde zich te laten blinddoeken. Terwijl een officier het vonnis voorlas, bond zij zichzelf met een losse lus aan de paal. De soldaten stonden op tien meter afstand van haar. Mata Hari glimlachte nog één keer naar de knielende Leonida en hief de hand ten afscheid. Dc commandant trok de dagen, de geweren kwamen in den aanslag, een dof geknal en de roode danseres zakte met het hoofd naar voren in elkaar. was hij op de een of andere wijze zijn papieren kwijtgeraakt en voor een ander aangezien! Hij was daarbij ook nog zijn geheugen kwijt en werd in een gesticht opgesloten, omdat hij aanval len van waanzin had. Eindelijk daaruit ontslagen was hij gaan zwerven, had geleidelijk zijn geheugen weder teruggekregen en eischte nu zijn rechten op. Hij had echter geen bewijzen, doch daar hij opvallend veel leek op den Julien Lorand, van vóór den oorlog, al had de tijd en het doorgestane leed ook hem sterk veranderd, waren velen toch geneigd hem te gelooven. De zaak trok sterk do aandacht. Sommigen voelden medelijden met den ongeluk kige, die terugkeerde en zijn plaats ingenomen vond. Anderen hielden hem voor den gek, of wel voor een oplichter! Weer anderen geloofden dit niet, doch meenden, dat Madine te beklagen was. Dit waren zij, die Julien gekend hadden en zijn slechte eigenschappen in hem herkenden, doch ver ergerd met do jaren. Toen Madine oog in oog stond met den grijzen man, uit wiens verwoeste trekken koortsachtige oogen haar tegengloeiden, wankele ze even. Doch toen hij vroeg, of ze hem niet herkende, schudde ze ontkennend het hoofd. Hij begon herinneringen op te halen. Zo luisterde een tijdlang. Toen begon ook zij te spreken. Ze sprak van den tijd, waarin ze hem pas had leeren kennen, van alles, wat ze toen gedroomd en gewenscht had. Herkent U dezen man als de ware Julien Lorand? vroeg de commissaris van politie, die met de zaak niet goed raad wist. Haar oogen staarden langs hem heen in de verte. Julien, die is teruggekomen, vijftien jaren geleden. Hij heeft mijne droomen in vervulling doen gaan, hij was mijn kameraad en vriend, de vader voor mijn kinderen, mijn steun en mijn liefste. Een glans van extase ging over haar gelaat. Wat weet deze man daarvan, herhaaldo ze. Deze zaak kwam voor het gerecht, getuigen spra Portret-Atelier JAC. DE BOER Keizerstraat DEN HELDER WAT DRIJFT DE MENSCHEN IN HET VREEEMDELINGENLEGIOEN? Een tuchthuis is beter dan het legioen! De bekende Engelsche Journalist, G. Ward Prico, die reeds in den wereldoorlog naam had gemaakt, heeft een tijd lang in Noord-Afrika temidden van het vreemdelingen-legioen vertoefd en van de daar opgedane ervaringen een uitstekend boek weten te schrijven, dat wij zoo belangrijk vinden, dat wij er een korten brief aan willen wijden. Het boek is getiteld: „In Morocco with the Legion" en is bij Jarrolds verschenen. Wat drijft de menschen ertoe, in het vreemdelin genlegioen dienst te gaan nemen? Die vraag heeft ook G. Ward Price zich blijkbaar gesteld en hij ia liet antwoord gaan halen, waar hij het juiste ant woord kon verwachten; bij hen, die thans in het Legioen dienen. Zijn antwoord heeft hij gekregenq „Do vrouw!" Want indien het vrouwelijk geslacht onwankelbaar trouw zou wezen, dan zou het gc- heelo Fransche vreemdelingenlegioen spoedig tot vrijvvel niets zijn ineen geschrompeld. Bij een van (ie laatste expedities van het Legioen beeft Ward Price de manschappen vergezeld, toen een opstandig hoofd der Berbers in zijn in een ves ting herschapen woning in het Atlas-gebergte werd belegerd en tot overgave gedwongen. Hij vertelt op overtuigende wijze over den strijdlust van de Legi- onnaires; van de manier, waarop zij verstrooiing zoeken; van hun bedenkelijke moraliteit; van hun krijgsmans-trots; van hun moeilijk, zwaar leven; van hun vaak bitteren nood. Het Legioen dient natuurlijk onder de Fransche driekleur, strijdt onder de leuze van het Fransche leger, welke luidt: „Eer en Vaderland!" Die woor den stonden 00 kop het nieuwe regimentsvaandel, dat men het Vreemdelingen-Legioen heeft geschon ken. Daarop heeft het geheele Legioen als één mart geprotesteerd en een eigen leuze gevraagd.die op dat regimentsvaandel moest worden gestikt. Men zag te Parijs weldra in, dat de Legionnaires niet uit va- derlandsche gevoelens het Legioen dienden en wil ligde het verzoek dus in. Wat denkt men nu, dat' het Legioen begeerde op het vaandel gestikt to zien? De woorden: „Voor Eer en Trouw!" Dat was de logica van de Legionnaires; een logica, die hen siert! Want de opvattingen van het Legioen komen in die woorden tot uiting. Een vaderland hebben deza soldaten niet, zij hebben slechts hun Legioen. Wet ten kennen en erkennen zij niet, voor hen bestaan slechts de krijgsartikelen en zij hebben er meer dan genoeg. Niemand staat hoven hen, dan de officieren van het Legioen. Maar die officieren weten dan ook! uit hun soldaten van allerlei afkomst en herkomst te halen, wat er uit te halen is. Hun verstrooiingen zijn als de mannen zelf: ruw* Zij houden van drinken, van rooken en van vrou- wen! Dat antwoord kreeg de verbaasde Engelsch- man slag op slag. Dronkenschap is de meest voor komende overtreding van de manschappen. Drinken mogen zij zooveel zij willen, strafbaar worden ze pas als zij overdag hun plicht als soldaat niet meer kunnen vervullen, tengevolge van de dronkenschap van den vorigen dag. Om de veertien dagen is er betaaldag. Die dag is aan dronkenschap gewijd; dan gaat alle ontvangen soldij eraan en maken de mecs- ten nog schulden bovendien. Hun geliefkoosd® gemengde drank heeft een kenmerkende naam ge kregen: „Aardbeving!" Zóó sterk is dat mengsel! van zware alcohol. Maar de vroegere, voornaamste bezigheid van het legioen is niet meer vechten tegen oproerige stam men van Noord-Afrika. Die tijd is geweest. Het Le gioen is een arbeiderscorps op militairen leest ge schoeid. De voorwaarden, waaronder de mannen werken, zijn van dien aard, dat men een tuchthuis boef kan benijden, die in de gevangenis tot zware handenarbeid is gedwongen. Wat de Engelschman met de woorden „hard labour" betiteld en dat in Engelsche tuchthuizen b.v. bestaat in steenenklop- pcn. Malaria, een gloeiende zon, ontberingen van aller lei aard, overwerken, tot men erbij neervalt en doo den der eentonigheid, dat zijn de omstandigheden, waaronder de mannen werken bij het aanleggen van strategische wegen van Noord-Afrika. Het boek van Ward Price is geen boek om van te houden, maar het is een uiterst belangwekkend boek. ken elkander heftig tegen, deskundigen bestudeerden de handschriften der beide mannen en waren het naar den eisch volmaakt onééns, kortom men schoot niet veel op. U bent de eenige, die ons zekerheid kan ver» schaffen, zei de rechter ten einde raad tot Madine, Is het mogelijk, dat een vrouw het niet zou mei* ken, als een vreemde zich voor haar man uitgeeft, ook al neemt ze aan, dat hij erg veranderd is? Kunt U bezweren, dat U ooit getwijfeld hebt? Ze stond op, bleek, verstard, tusschen de beide mannen. Dc een, die haar illusies vernielde, de an der die ze vervulde. De een, die zich geopenbaard had als een heel ander mensch, dan waarvoor ze hem hield en de ander, die de Julien geworden was, waarvan ze als verloofde en bruid had gedroomd. Getwijfeld? Ja, zij had getwijfeld. En deze twijfel was zekerheid bij haar gewordeni* Maar dit erkennen zou beteekenen: den man vei* liezen dien ze liefhad en... die hdAr óók liefhad. En wat was zekerheid? In haar gedachten verwarde ze alles met elkander. Zo meende, dat do man die zoo veranderd was, een ander was. Dat hij verlokt door het toeval, dat hem deed gelijken op den man, wiens papieren hij bezat, zich in diens plaats stelde. Maar hij had haar lief, dat wist ze. Ik weet het niet; stamelde de vrouw ten laatste. De rechtbank besliste tenslotte, dat er geen enkel bewijs voorhanden was voor het bedrog, waarvan d® tweede Julien Lorand den eerste beschuldigde. Kor ten tijd later verviel de tweede weder in waanzin en stierf. Madine sprak nooit meer over hetgeen er gebeurd was en ook hij repte er geen woord van. Naarmate de Jaren vergingen gleed dat alles verder en verder weg. Hij was hóór man en ze hadden elkander lief, dat was alles wat bleef. En is niet ieder mensch dat, wat dc ander in hem ziet? VINCENT" LOL'DY.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 10