Terreur door
Catastrophen.
Zaterdag 29 September 1934.
SCHAGER COURANT.
Vierde blad. No. 9563
MODERNE TRAPPERS.
f
EEN zee-vacantie, een ware vacantie.1
Weg met alle beslommeringen, de
zee tegemoet.
13 Dagen lang de frissche lucht,
die heerlijke frissche en prikkelende zee
lucht opsnuiven, dat is vacantie.
Zoo'n zeereis, op de „Costa Rica", een
luxe-oceaanstoomcr van een van onze groo-
te scheepvaart-maatschappijen, heeft onge
twijfeld veel voor op een gewone vacantie-
reis; geen gesleep met koffers van het
eene hotel naar het andere; geen maag,
die van streek gebracht wordt door het
verschil van naar lands aard bereid eten,
een heerlijke rustige cabine, waar U voor
13 dagen heer en meester is.
De breede promenade-dekken nooden tot
een wandeling. Voor sportliefhebbers is er
een sportdek, waar dektennis, pingpong,
shuffleboard, en verschillende andere spor
ten beoefend kunnen worden.
Een heerlijke dekstoel, die U de zoo noo-
dige rust verschaft, is voor U gereserveerd;
kortomde zeereis alleen al, biedt elk
wat wils.
Van Amsterdam naar
Hamburg en nog wat.
Een afscheid van slechts 13 dagen stemt
niemand bedroefd, en het is dan ook een
wuivende menigte, die op de kade achter
blijft, terwijl wij langzaam wegvaren, ons
doel, de Noorsche fjorden, tegemoet.
Om één uur in den middag meren we in
de groote sluis te IJmuiden en spoedig
daarop glijdt de vaderlandsche ons lang
zaam voorbijMooie duinen en spitse
kerktorens.
's Middags werd er een oefening met de
reddingsgordels gehouden, omdat niet alle
reizigers weten, hoe deze gordels te beves
tigen, wanneer de nood eens aan den man
mocht komen.
Na het uitstekende diner een dansje en
yoor de oudere garde een partijtje bridge.
Hamburg telt meer dan 1 millioen inwo
ners en is de grootste havenstad van het
vaste land van Europa. Vooral de groote
rondrit door deze stad is voor vreemdelin
gen zeer interessant, waaronder een stuk
oud-Hamburg. Als bouwwerken zijn bijzon
der fraai het stadhuis, de Michacliskcrk
en de schitterend jrebomvde Elbe-tunnel.
Ook de Hagebeckstellungen zijn een bezoek
overwaard.
Naar de Fjorden.
Nadat de vrachtgoederen gelost zijn, ver
trekken we 's avonds uit Hamburg, om de
tocht naar de Fjorden voort te zetten, met
als eerstvolgende stopplaats Odda in de
Hardanger Fjord, zoodat de geheele vol
gende dag op zee wordt doorgebracht.
Tegen den avond komen we in de nabij
heid van de Noorsche kust, die in de verte
flauw afsteekt tegen de reeds donker wor
dende lucht.
Op de brug geeft de Fjordenloods Helle-
vik zijn orders, terwijl in de nabijheid
van Hoogesund een tweede loods aan
boord komt.
De nacht geeft, gelegenheid tot een rus-
:Uge slaap in een niet stampend schip, dat
'snel door de Noorsche Fjorden naar ons
reisdoel vaart.
Wanneer wij 's morgens vroeg aan het
'dek komen, krijgen we de eerste indruk
van de schitterende schoonheid der Fjor
den. De Hardanger Fjord, waarin wij ons
thans bevinden is 120 K.M. lang en op
sommige plaatsen meer dan 800 M. diep.
Met de schilderachtige kleederdrachten
is het in Noorwegen al precies zoo gesteld
als in ons land. Slechts in touristen cen
tra en enkele plaatsen in het binnenland
zijn ze bewaard gehleven.
Even voor het einde van de Hardanger-
fjord varen we een zijtak der Sörfjord in.
Rechts van ons ligt de 1650 hooge bergrug
het Folgefond. Langs Tyssedal, met zijn
groote electriciteitswerken bereiken wij
ons doel, het vriendelijke plaatsje Odda,
waar de „Costa Rica" voor anker gaat.
Odda en Gudvangen.
Stop, zegt de loods. De telegraaf rinkelt,
het anker valt met donderend geluid die
per en dieper, zoodat het lijkt of er geen
eind aan komt. Wonderschoon zijn de hoo
ge bergen, die ons omringen, met hun met
eeuwigen sneeuw bedekte toppen. In de
verte ligt het kleine dorpje Odda met zijn
houten huizen, waardoor wij met onze
auto's zullen gaan, wanneer we de schit
terende Latefoss gaan bezichtigen.
De wagens staan gereed en bieden aan
lederen reiziger een geriefelijke zitplaats.
Allereerst wordt gereden van Odda naar
de Sandoenbrug, waar een grootsch kijk
spel wordt geboden op Odda en de Sör
fjord. Langs het Sandoenmeer met den
Buargletscher op den achtergrond gaan
we naar den waterval, de Latefoss (Foss
beteekent waterval). Dit biedt een machti
gen aanblik.
In twee brullende watermassa's stort de
val zich naar omlaag.
Ook op de vaart door de Sognefjord
wordt genoten. Majestueus verheffen zich
aan beide zijden de bergen, en hoe klein is
ons schip daarbij vergeleken. In den gul
den zonneschijn is het een wonderbaarlijk
schouwspel.
Tegenover Balholm, op het schiereiland
Vangsnaer, stnat het 14 M. hooge stand
beeld van Frithjof, en aan de overzijde dat
van koning Réli. Het is een geschenk van
ex-keizer Wilhelm II.
Even tien uur, weerklinkt het comman
do: „Anker vallen", en dan komt de „Costo
Rica" tot rust, vlak voor het dorpje Gud
vangen. Rust, die wel noodig is, na het
uren lang moeilijk navigeeren en inge
spannen kijken op de brug door loods, ka
pitein en stuurlieden.
Den volgenden dag wordt er een excur
sie gemaakt naar Stalhein, in het speci
fiek Noorsch vervoermiddel de „stolkjar-
re". Het plaatsje ligt op een hooge rots ge
bouwd, ongeveer 12 K..M. van Gudvangen
verwijderd. De weg, die er heenleidt,
wringt zich in alle mogelijke en onmoge
lijke bochten, doch de vermoeienissen
daarvan worden door de wondcrschoone
natuur ruimschoots vergoed.
Aandelsnes.
Zondagavond zijn we weer vertrokken
en varen nu door de Naers- en Sognefjord
naar open zee terug, om verder naar het
Noorden te trekken.
Even voorbij Aalesund, een klein welva
rend handclsplaatsje, stoomen we de
Romsdalsfjord op en krijgen we het echte
Noorsche landschap weer te zien, vol van
afwisseling.
Aan het einde van de fraaie fjord ligt
het dorpje Aandelsnes, dat het eindpunt
is van dezen dag. Het is een plaatsje met
een goede duizend inwoners, en geheel op
het vreemdelingenverkeer ingesteld. Het
ligt aan de uitmonding van de Rauma, een
bergstroom, vermaard om zijn rijkdom
aan zalm.
's Middags wordt er met den trein een
uitstapje naar Borli gemaakt. Hier wor
den de reizigers de tegenstellingen ge
toond tusschen de woeste toppen der ber
gen en het liefelijke landschap in de
schoone Rauma-vallei. De eigenaardige
bergformaties kregen door hun zonderlinge
vormen van de bevolking speciale namen;
b.v. de Koning, de Koningin, de Bisschop,
de Heksentinnen enz. Jammer dat dooi
de laaghangende wolken, hiervan deze
keer weinig te zien was.
Maar al het verdere natuurschoon was
dan ook ten volle het genieten waard. De
watervallen Mongefossen en de Bruids
sluier zijn betooverend schoon.
Een stralende dag in Drondhjem.
Stralende zonneschijn begroette ons den
volgenden dag in Drondhjem, de oude
Noorsche koningsstad, waar aardige „Rifs"
waren georganiseerd. Door do, oude, inte
ressante straten werd na de reeds eeuwen-
bestaande vesting gereden, van welk punt
men een aardig gezicht heeft op de oude
stad, die diep beneden ons ligt. Ook de
Lerfos-watervallen en het in het hoogge
bergte gelegen Fjeldsiiter, worden een be
zoek gebracht.
Dinsdagsavonds zijn wij uit Drondhjem
vertrokken, om de Storfjord op te stoomen,
waarvan een zijtak, de Geiranger Fjord,
dé mooiste van Noorwegen, ons doel is.
Hier bevindt zich o.a. de beroemde water
val „De Zeven Zusters". Stil glijdt ons
schip door de nauwe bochten en telkens
is er weer iets nieuws te zien. Watervallen
zonder tal. Kleine teere stroompjes, die
zich vereenigen, om dan met donderend
geweld in de fjord te storten. Het kleine
dorpje Nurok, ligt nu vlak voor ons .Daar
wordt het anker uitgegooid, in het diep
groene water van de fjord.
De Djupvandshytten.
Den volgenden dag is een van de hoogte
punten van het programma: een autotocht
naar de Itjupvandshytten, hetgeen de hut
aan het diepe meer beteekent. Langs den
Geirangerweg klimmen de wagens in tal-
looze terpent ines omhoog.
Op 600 M. hoogte heeft men een onver
getelijk uitzicht. De egaal groene kleur van
dc bergweiden wordt slechts onderbroken
door het grazende vee of het stemmige
bruin van de boerenhoeven.
Wanneer de 1000 M.-grens gepasseerd
wordt, zien we de natuur zich allengs ver
anderen. Iedere plantengroei ontbreekt nu.
Slechts sijpelend bergwater druppelt langs
de kale glimmende rotsen, waarlangs de
kronkelige bergweg zich slingert. Hoog
boven ons glinstert de eeuwige sneeuw.
Dan de Djupvandshytten, een klein hou
ten hotel aan het gleischermeer; een een
zame halte in een onbewoonde streek, aan
den voet van machtige bergen.
Om zes uur zijn we weer terug aan boord
en stoomen nu naar de havenstad Bergen.
Bergen.
Reeds om 10 uur zijn we aan de kade in
Bergen aangekomen. Wonder boven won
der is het droog, want het regent in Ber
gen gemiddeld 300 dagen per jaar en een
bekende Noorsche spreekwijze is: „Als het
nergens regent, regent het in Bergen."
De stad telt 100.000 inwoners en is een
der mooiste steden van Noorwegen.
De oude Vikingerkerk uit het jaar 900 is
een van de interessantste gebouwen van
Europa. We hebben er veel gezien en ge
noten.
Huiswaarts.
Wc hebben nu Hamburg voor de tweede
maal achter den rug en dansen op de gol
ven van de Noordzee.
Nog een aantal uren en we stoomen het
Noordzeekanaal weer op. Dankbaar den
ken we terug, aan wat het schoone Noor
wegen ons vermocht te bicden.
DE MACHT DER DICHTKUNST.
De Engelsche dichter Speneer kwam
eens, toen hij nog niet beroemd en arm
was, thuis bij Lord Sydney en liet dezen
zijn nieuwste dichtbundel lezen. Dc Lord
had juist niets te doen en begon in het
boek te lezen. Hij geraakte door de prach
tige verzen al heel gauw in extase en zei
na korten tijd tegen zijn huisknecht: „Geef
den schrijver 50 pond sterling!"
Daarop las hij verder en riep na eenlge
minuten: „Geef hem 100 pond!"
De huisknecht aarzelde. Dc Lord las
verder. Steeds meer werd hij getroffen
door dc welluidendheid der taal en de
vorm der gedachten van den jongen dich
ter en eindelijk riep hij, terwijl hij den
huisknecht naar de deur schoof: „Geef
hem 200 pond en gooi hem dan eruit.
Want als hij nog langer blijft, en ik lees
verder, maakt hij mij totaal bankroet."
„SPORT" MET LOCOMOTIEVEN. AAN
SLAGENRECORD IN OOST-CHINA.
Scherpschutters als trelnbeamhten.
door
L. KRAMERS.
Terreur door het verwekken van cata
strophen verheft meer dan eens het hoofd
in de wereldgeschiedenis. Vooral Azië en
ook Amerika zijn rijk aan dergelijke voor-
allen, waarbij een politieke partij, haar
doel trachtte te bereiken, zonder zich om
verlies aan menschenlevens veel zorgen
te maken. Reeds 50 jaren geleden konden
de Vcreenigdc Staten op dit gebied erva
ringen opdoen. Er waren in dien tijd spoor
wegonlusten, waarbij de directie van de
Fullmann-Companie in conflict met haar
arbeiders geraakte. Wel waagde men er
toen nog geen menschenlevens aan, maar
de materieelc schade, die de stakers aan
richtten, liep in de millioenen. In weinige
maanden tijds ontspoorden honderden goe
derentreinen, want het was een geliefde
„sport" op hoogen druk gestookte locomo
tieven op gocdrenwagens te laten inrijden.
Verschrikkelijk en zonder genade woed
den de treinbandieten in Mexico. Geen as
surantiemaatschappij wilde verzekeringen
op het leven en de goederen van de reizi
gers afsluiten. Het ging hier niet zooals in
de Noord-Amerikaansche staten, om soci
ale vragen, maar om partijpolitiek. De te
genstanders van den toenmaligen presi
dent, stelden er een eer in diens prestige
zooveel mogelijk te schaden, de veiligheid
van het land in gevaar te brengen, en de
heerschende regeering in een kwaden roep
te brengen.
Dat daarmede hand aan hand een
lucratieve plunderij gepaard ging, die dik
wijls genoeg zoo georganiseerd was, dat
men van de gevangenen losgelden eischte,
verschafte den roovers nog grootere toe
loop. Toestanden, die nog enkele jaren ge
leden heerschten, en daar weer zullen
heerschen, wanneer de regeering niet sterk
genoeg blijkt te zijn.
De spoorweg met het grootste aantal ca
tastrophen is echter de Oost-Chineesche
spoorweg. Hoe de afstand van Mandsjoe-
rije tot Wladiwostok onder aanslagen te
lijden had, toont een klein lijstje aan: Van
15 Juni 1934 af tot begin Augustus hadden
er 12 ongelukken, 44 gewapende overval
len, 75 arrestaticgevallen, drie moorden-
plaats en werden 25 beambten gewondJ
Niet minder dan 208 spoorwagens en ver
scheidene locomotieven werden door de
bandieten vernield, wat een schade vant
meer dan 500.000 gulden met zich mede-|
bracht. De directie heeft een eigen veilig-j
heidsdienst in het leven geroepen; geen
trein mag 's nachts rijden; voor 't vertrek
ken van een trein wordt de geheele streek"4
onderzocht; aan elke passagiertrcin zijn
pantserwagens gekoppeld. Alle beambten
zijn zonder uitzondering zwaar bewapend,
en hebben een cursus in het scherpschie-
ten gevolgd.
Misschien komt er nu, na den verkoop
\an den spoorweg door Rusland aan
Mandsjoerije, een einde aan dezen ver-
schrikkelijken toestand.
In 1917 volgden dc terroristische aansla
gen in Rusland elkaar snel op. Dc eene
munitiefabriek na dc andere, liet eene
kruitmagazijn na het andere, vloog de
lucht in de revolutionairen probeerden
op deze wijze een druk op dc oorlogspartij
uit te oefenen. Bij de ontploffing van de
kruit- en munitiefabriek in Kason in 1917
werden tallooze menschenlevens den dood
overgegeven, telrijke huizenblokken wer
den in een oogwenk in een verschrikkelij
ke chaos herschapen, en ware het. niet ge
lukt het vuur zoo in te sluiten, dat het de
groote opslagplaatsen van springstoffen
niet kon bereiken, dan was de gansche
slad met den aardbodem gelijk gemaakt.
Rijksdagbrand en de nationaal-socialis-
tische aanslagen in Oostenrijk liggen nog
te frisch in het geheugen, om hier nog
eenige woorden aan te wijden.
Laat ons hopen, dat dc menschen nog
eens zoo wijs zullen worden, tot eerlijker
strijdmethoden hun toevlucht te nemen.
EEN INTERESSANTE ENQUÊTE.
Uit de enquête van een Deensch blad
onder zijn 200.000 lezers is gebleken, dat
zij gemiddeld gedurende ruim 32 uur per
week naar de radio luisteren. Het mini
mum was 1, het maximum 124 uur. 25
der luisteraars zette alleen Dcensche zen
ders aan; de overigen luisterden gemid
deld 7 uur van de 32 naar buitenlandscho
zenders. De Zweedsche zenders waren 't
meest geliefd; daarna volgden de Duit-
sche en de Engelsche. Het ideale program
ma zou volgens deze enquête moeten be
staan uit 30 populaire muziek, 23
hoorspelen, 13 toespraken, 6 heruit
zendingen uit het buitenland; 4 klas
sieke muziek en 2 gramofoonmuziek.
Hoe het vliegtuig hun leven veranderde.
De tijden zijn voorbij, waarin de figu
ren uit onze heerlijke jongensboeken
trappers, pelsjagers en vallenzetters op
eenzame paden door de ijswoestijnen van
Canada trekken. Wel vindt men daar nog
steeds ijs en sneeuwstormen, roofdieren
en levensgevaar, doch de menschen, die
dat alles trotsecren, maken daarbij ge
bruik van hulpmiddelen der moderne
techniek. Trappers in een vliegtuig ko
men ons wel wat prozaisch voor. Vroeger
ging de Canadeesche trapper reeds eind
Augustus op weg om nog voor het begin
der ergste winterkoude zijn jachtgebied te
bereiken. Aan het Slavenmeer of in het
Fort Reliance begon de marsch, die weken
achtereen door het oerwoud voerde, over
snelle rivieren, dwars door verraderlijke
moerassen...... Proviand, een tent en een
kano moesten worden meegesleept
Thans suist de trapper in een vliegtuig
naar het Noorden. Hij neemt één helper
I mee en nu patrouilleeren zij met zijn bei-
den eiken dag het gebied af, waar zij hun
I vallen hebben uitgezet een gebied, dat
bijna 300 mijlen diep het woud binnen
dringt. Eén van hen blijft in het kamp en
zorgt voor de vellen, de ander doet de
ronde, ledigt de vang-kuilen en vallen en
legt de buit in de uit ijsblokken gebouwde
depóts. In den loop van de campagne ont
moeten de beide eenzame kameraden el
kaar uiterst zelden.
Als dan eindelijk de felle, snerpende,
doodende winterkoude komt, zijn de beide
trappers de laatsten, die het gebied verla
ten. Zij laden hun*buit in het vliegtuig en
zijn in drie of vier uur weer onder de
menschen. De maandenlange gevaarlijke
tocht is overbodig geworden. Maar is het
leven der trappers daarom minder ro
mantisch geworden dan vroegor?
WIST U DAT
alle geslepen diamanten op de wereld
geborgen kunnen worden in een kist, die
acht voet lang, zes voet breed, en drie
voet hoog is?
dat er In Londen nf«t minder dan 9000
1 postzegelautomaten zijn?
NACHTELIJK GESPREK.
De vroeger zeer geliefde Engelsche dok
ter Abernctty uit Londen ergerde zich al
tijd, als hij 's nachts gestoord werd. Op een
nacht was hij al twee maal uit zijn bed
gebeld, toen dc bel weer overging.
„Wat is er aan de hand?" schreeuwde
hij woedend naar beneden.
„Komt U alstublieft vlug, dokter", klonk'
een stem naar boven. „Mijn zoon heeft een
muis ingeslikt!"
„Zeg dan tegen hem dat hij nog een kat
moet inslikken!" riep de dokter boos en
ging weer in bed liggen.
SPLINTERTJES.
Het leven is niet waard geleefci te won
den, als het ons niet iets brengt om mea
te worstelen!
We moefen volhouden. Wie fets Kalf
doet, doet niets.
Alles, wat de Menschheld heeft gedaan,
ondernomen of is geweest, ligt veilig be
waard in de boeken.
Glibberig en steil 16 de weg, die do
steunpunten van de plicht mist.
Het beste getuigschrift te een goede
naam!
Een generatie geleden, waren er dui
zend menschen op één goede kans; thans
zijn er wel duizend goede kansen voor elke
mensch.
Werk hard! Hard werken is de best^
manier om onzen tijd rendabel te beleg-
genl i
De kans om door den bliksem getroffe^
te worden Is grooter, dan de kans qm
zonder werken succes te hebben!