Drie Koningen uit Afrika ontdekken Europa. Vrone-Schagen 3-3 Van de Alkmaarsche Sportvelden Maandag 1 October 1934. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9564 Gesprek met den Sultan van Sokoto. SPORT VAN ZONDAG Vrone en Schagen deelen de puntjes. Was ist dcnn mit den Schagers los? Ziedaar wat wij ons afvragen na hot gelijke spel van Schagen te gen Vrone. Het heeft maar zoo, zoo gestaan, of Vrone had de eerepalm thuisgehouden. Schagen heeft geen halflinie. M.a.w. Schagens spelers staan absoluut op de verkeerde plaats. „Zoekt en gij zult vinden", zou den we kunnen zeggen. Laat Schagens E.C. dit doen er is materiaal, doch het staat niet alles in Schagen I op de plaats welke ze behooren te bezetten. Be wedstrijd. Vrone won den toss en verkoos voor zon en wind te spelen. Het is precies 2 uur als Boontjes voor Scha gen den bal aan het rollen brengt. Schagen valt on middellijk goed aan. Weeland neemt een vrije trap, die de Vronc-keeper op goede wijze stopte. Eenige Schagen aanvallen gaan omzeep wegens buitenspel staan van De Vries Na ongeveer 5 minuten komt Vrone pas los. Langzaam maar zeker worden de geel zwarten op eigen helft teruggedrongen. Nu kan men pas zien hoe zwak Schagens halflinie is, want ze wa ren niet bij machte de goed over de breedte spelende Vrone-ploeg terug te dringen. Alleen Biersteker werkte als een paard en wist het spel tc verplaatsen. Maar dan was Schagen ook beslist gevaarlijk. Het Schagen doel ontkomt aan een doorboring als de Vrone middenvoor alleen voor Arnoldus ver schijnt. Hij mist echter jammerlijk, om tegen Arnol dus zijn bcencn te schieten. Daarna ontkomt het Schagen doel nog eenige malen aan een doorboring. Het is werkelijk geweldig, zooveel prachtige kansen de Vrone voorhoede in deze periode om zeep brengt. Na een kwartier komt de Vrone linksbinnen weer alleen voor Arnoldus, doch net op het moment dat deze zal schieten, weet Vlottcs hem nog op zij te zetten. Dit geschiedde op weinig zachtzinnige wijze, zoodat de scheidsrechter terecht een penalty toe wees, die onder luid gejubel der Vrone-aanhang, springende onder Arnoldus door, in een doelpunt werd omgezet, 10. Partijen wegen thans meer togen elkaar op. Wan neer beide doelen nog eenige malen aan een doorbo ring zijn ontkomen, is het Biersteker die van een fout van den Vrone-koeper gebruik maakt en de ge lijkmaker in het net deponeert, 11. Weinige minu ten daarna maakt Slikker een onvergeeflijke fout, door twee Vrone spelers te laten loopen. Het gaat ten slotte wie het eerst bij den bal is, een Spartaan of en Vronianen. Tenslotte weet de Vrone-speler den hal het eerste te bemachtigen en scoort onhoudbaar voor Arnoldus, 21. Na eenig heen en weer getrap is het rusten. Na de rust tapt Schagen direct uit een ander vaatje." Er wordt even beter op gespeeld, wat direct groote verwarring- in de Vrone voorhoede teweeg brengt. Het is dan ook niet te verwonderen dat. De Vries reeds na een minuut na goed spel van Rus en Boontjes, via een Vronespeler de gelijkmaker scoort, 22. Wel brengt 'thans de Vrone-ploeg het tot eenige tegenaanvallen, maar in deze periode hangt weer een goal voor Schagen in de lucht. Inderdaad geschiedt dit ook. 8 minuten na de rust weet Boontjes Schagen de lei ding te geven, na een goeden voorzet van Rus, 2—3. Hierna vervalt de Schagen-ploeg weer in haar oude fout om alles te kort te houden. De halflinie gooit alles naar binnen, wat een groote fout is. Hierdoor krijgt do Vrone achterhoede meer vat op het spel en met het Schagen overwicht is het dan ook ge daan. Het Schagen-doel ontkomt eenige malen op wonderbaarlijke manier aan een doorboring. Paal, lat en beenen redden soms een zeker doelpunt. Zoo gaat de tijd verstrijken. Weer staan de Schagen backs op een lijn en weer profitteren de Vronianen hiervan om onberispelijk de gelijkmaker te scoren, 33. Wel ver keerden dan beide doelen nog in gevaar, maar ge scoord werd niet meer. Scheidsrechter C. J. Mol Jr. leidde op kalme wijze dezen niet moeilijken wedstrijd. SCHAGEN II—HELDER IV. 2—3. Bijpost in vorm. In de eerste helft heeft. Helder het voordeel van den wind, hetgeen echter Schagen niet verhindert de eerste aanvallen te ondernemen. Een keurige aan val van Helder wordt door hun middenvoor verprutst. Direct daarop trekt Schagen ten aanval, maar hun spel is niet productief genoeg om resultaat te berei ken. Bij een Helder aanval krijgen de wit hemden een corner te nemen die keurig door een der Hol- derschen wordt ingekopt. Dit herhaalt zich kort ach ter elkaar 3 maal, wat evenveel doelpunten oplevert Keeper Bijpost kon wegens zware doeldekking geen der corners onderscheppen. Keer op keer komen de Helderschen terug, maar Bijpost grijpt links en rechts de hallen uit zijn heiligdom. Voor rust weet Schagen den achterstand te verkleinen, door middel van een Helder hack en Paulusma. Wel ontkwam het Helder doel nog aan eenige doorboringen, doch verder werd er niet gescoord, zoodat Helder met 32 won. SCHAGEN 3—CALLANTSOOG I. 1—6. Schagen 3 dat gisteren Callantsoog I op bezoek had, kon het thans ook niet tot een overwinning brengen. Wel speelde Schagen 3 uit technisch oog punt stukken heter dan de Callantsoogers, maar door te licht van lichaam hadden de Callantsoogers geen moeite en wonnen dan ook zooals zij wilden. De rust ging in met den stand 31 voor C. Na do rust wisten de withemden nog driemaal Neefkes tc passeeren en wonnen alzoo met 61. SCHAGEN aB.K.C. a. 2- Schagen a kon het tegen B.K.C. a niet bolwerken en moest met 4—2 het onderspit delven. Het is jammer, dat dit adspiranten elftal zoo ge weldig licht is geworden. Spel is van Schagen a stuk ken beter, doch ook hier is het, dat de spelers te licht zijn. OUDKARSPEL. Voetbaluitslagen D.T.S. D.T.S. 2Alkmaarsche Boys 2, 2i. D.T.S. a—Vrone a. 65. Alkmaarsche BoysZaandijk 32. Een harde wedstrijd van hoog gehalte. Go AheadTexel 02. Een slappe ver tooning. Blauw WitAlcmaria. I Alkmaarsche Boys—Zaandijk 3—2. In een fraaie wedstrijd hebben de Alkmaarsche Boys hun in grooren getale opgekomen aanhangers niet. te leuy gesteld en op het. nippertje hebben ze de heide puntjes veroverd. Vijf uit drie wedstrijden en dat als nieuweling in de derde klasse! Goed zoo, Boys! Ga er zoo mee door alle sombere voorspellin gen omtrent „niet meevallen" en wat de zwartkij kers nog meer tc vertllen mogen hebben, te schande te maken! Eén ding weten we nu al. N.l. dat, onze Alkmaar sche rood-witten een factor van belang zullen zijn in hun afdeeling; een ploeg, die meetelt. De eerste onzekerheid ,die het spelen in een hoogere afdeeling altijd meebrengt, is voorbij. Het elftal moet door het tot dusverre behaalde succes aan zelfbewustheid hebben gewonnen en we beschouwen het. team, dat de beschikking heeft over enkele werkelijk uitste kende spelers, dat in zijn geheel sluit als een bus en dat bezield is door een heilig vuur om te winnen, tot nog menige aangename verrassing in staat. Tot het kampioenschap? Wie zal 't zeggen? Onmogelijk lijkt het ons niet. Een woord van extra lof verdienen Keesen en v. d. Hilst. De eerste verdedigde zijn heiligdom op feno menale wijze. Bij sommige Zaandijk-uitvallen, waar bij vooral de rechtsbuiten uiterst gevaarlijk bleek te zijn, scheen een doelpunt ons soms onvermijdelijk, (maar op wonderbaarlijke wijze wist Keesen dan toch weer den bal tc bemachtigen en het terrein te zui veren. Van der Hilst beheerschte het middenveld. Zijn opstellen, afnemen en vooral zijn plaatsen, het was alles, vooral na de rust, af. Kortom, hij is een spil. waar de Alkmaarsche Boys tevreden mee kunnen zijn, een speler van groot for maat. De vleugelspelers leken ons niet bijzonder op streek. Afgezien van de zeldzame kans, die Indri miste, verliet hij herhaaldelijk zijn plaats. Zoo iets is nooit noodig en, gezien de goede capaciteiten, die hij bezit, dunkt het ons voor hem niet moeilijk zijn pro ductiviteit te vergrootcn. Een hoe belangrijke plaats overigens een vleugelspeler inneemt is wel geble ken in dezen wedstrijd, waar alle doelpunten ten slotte waren terug te voeren op uitvallen van de vleu gelspelers. Over Legrand willen we ons oordeel op schorten. Vandaag kon hij zijn vorm blijkbaar niet vinden. Doch hij heeft gemimen tijd niet gespeeld. De wedstrijd. Direct na den aftrap ontwikkelde zich een vlot, gelijk opgaand spel waarbij het ons leek of de Zaan dijkers een iets sneller tempo ontwikkelden. Even wel. het spel was nog geen tien minuten oud. toen de linksbuiten der Boys keurig opbracht, een voor zet en de keeper, der bezoekende vereeniging ziet den bal in het net belanden. Hets chot was uitste kend, doch het leek ons niet onhoudbaar. De Boys leidden met 1—0 Tot groote vreugde van het publiek leken ze van zins te zijn tc breken mot hun gewoon te om eerst een achterstand tegen zich tc laten ont staan en die later dan weer in tc halen. Intusschen, Zaandijk scheen in deze gang van zaken aanleiding tc vinden met verdubbelde kracht aan te pakken. Het bleef doorloopend in den aanval cn in deze periodieke bleek de verdediging der Boys verre van zeker. Vooral de rechterback, Koster, maakte fouten en aan één daarvan was het indi rect te wijten, dat ongeveer 13 minuten, nadat was afgetrapt, de Zaandijkschc voorhoede niet oen ons inziens volmaakt onhoudbaar schot den gelijkmaker produceerde. 1—1. Geen twee minuten later, nadat de hal op onvol doende wijze was weggewerkt, was het wederom Zaandijk, dat wist te doelpunten. 1—2. Een eigenschap die een elftal tot de overwinning kan voeren, is het zich niet door een aanvankelijken achterstand uit het veld te laten slaan. En, dat mag gezegd zijn, deze hoedanigheid bezitten dc Boys! Wat ze trouwens al eenige malen hebben bewezen. In plaats van den moed te laten zakken, herstelde zich iedereen. Keesen, die zijn doel af en toe in hoogen nood zag, verrichtte frappante staaltjes van keepers kunst, de achterhoede werd zekerder, v. d. Hilst be gon zijn beste spel te ontplooien, liet spel bleef vrij wel gelijk opgaan. Eindelijk, na ongeveer een half uur spelen, een scherpe voorzet van Legrand, een uit stekende kopbal en tot groote opluchting van het publiek zag het 't leer in het net belanden. 2—2.. Ook deze goal leek ons niet onhoudbaar, wat niet wegneemt, dat door de Boys een buitengewoon fraai staaltje van voetbal was vertoond. Zoo bleef de stand tot de rust. Enkele minuten voor de pauze was het Zaandijkdoel nog even in ontzettend gevaar, de bal stuitte van de bovenlat bijna loodrecht naar beneden, maar de Alkmaarsche voorhoede was er niet bij en het liep voor dc bezoe kers goed af. De tweede helft. zou alles kunnen brengen. De ploegen waren vrij wel gelijkwaardig gebleken. Evenwel het Boyselftal dat na de pauze don strijd weer opvatte, leek ons, nog meer dan voorheen, bezield door de wil om to winnen. Het tempo, dat toch al vlug mocht worden genoemd voor de rust, werd opgevoerd. Doch nu door de Boys! De halflinie stond is een muur, zon der fouten werd gespoeld. Er werd gevochten en ieder gaf alles wat hij had. Met succes pasten do Boys af en toe de W-formatie toe, waarbij de binnen- spelcrs talloo/.c ballen in het veld opdiepten en keu rig aan de andere voorhocdespelcrs verder gaven. Kort na het begin kwam een kans voor de Boys, die menigeen de kans van den dag dacht te zijn. Een scherpe voorzet van links, de. hééle Zanndijkverde- diging mist! Dc hal belandt voor de voeten van Indri op enkele meters van de goal, met niemand voor hem! Niets anders had hij te doen dan het leer op tc vangen en in het doel te loopen. Doch hij schiet huizenhoog er over! Het spel blijft ontzettend hard, doch fair. Keesen redt eenige malen schitterend, ook de Zaandijkdoel- nian moet af en toe handelend optreden, dc wed strijd loopt ten einde. Plotseling nog een uitval van de Boys op de lin kervleugel. Legrand geeft haarzuiver over aan Boots, die als een wervelwind door twee achterhoc- despelers van Zaandijk heenstormt. De bal blijft keurig binnen zijn hereik, hij staat alleen tegenover den keeper. Deze ziet het gevaar. Eén redding is er: uitloopcn! Maar rustig, koeloverlegd plaatst Boots den hal. Niet hard, wat niet noodig was! Een zacht rollcrtje, maar onverbiddelijk zuiver, volkomen bui ten het hereik van den Zaandijkschen doelman. Goal! Het publiek brult! Boots wordt door zijn mede spelers omhelsd. De Alkmaarsche Boys voelen zich safe. 32. Nog enkele minuten zijn te spelen. In de stand komt geen verandering meer. Verdiend heb ben de Alkmaarsche Boys den wedstrijd gewonnen. En ze danken, dat naast hun goede spel. vooral aan hun vasten wil. Goed zoo Boys- Ga zoo door en Alk maar zal binnen afzienbaren tijd een tweede klasser rijker zijn. Scheidsrechter Koorstra leidde den wedstrijd op uitnemende wijze. GO AHEAD—TEXEL 0-2. Hoe is het nu, Go-Ahead? Wat mankeert er aan? Verliezen, dat is tot daaraan toe. Maar yerdiend ver liezen, dat is erger. Toen we de groen-witten voor eenigen tijd zagen spelen, tegen de Alkmaarsche Boys, in den bekerwedstrijd, toen waren we er vast van overtuigd: Go Ahead zal een goede gooi maken naar het kampioenschap. Het schijnt anders te moe ten gaan. Tot dusverre werden een paar schrale overwinningen geboekt en nu, tegen Texel, een ne derlaag. We zijn nog niet aan 't eind van 't seizoen. Ge- LONDEN. IN plooiende witte gewaden, witte turbans op de git zwarte hoofden, wandelden de vijftien minister der opperste gebieders van Nigeria en Soedan waardig door de straten van Lon den. De heerschers zelf zaten in 'n eleganten wagen en staarden on- geloovig en verschrikt in de nieu we wereld, die Londen voor hen beteekende. De sultan van Sokoto en de emirs van Gwandoe en Kano maakten voor het eerst met Euro pa kennis. Zij kwamen uit het diepste binnenland van Afrika uit het midden van hun zwarte, een voudige stamgenooten, die de groot- gebouwde, breedgeschouderde man nen als de incarnaties van hun go den zien. Uit hun uit klei en palm bladeren opgetrokken „paleis" kwa men zij in de drijvende stad van den oceaanstoomer, die hen over de eindelooze zee naar de wonderwe reld van Europa zou brengen. Den geheelen dag lagen dc zwarte ko ningen op het dek en prezen hun lot, dat hen zulk 'n reis liet bele ven, weliswaar plus de noodige zee ziekte, maar die hen een tocht scheen te zijn via het einde van de wereld naar de eeuwigheid. „De kapitein moet een God zijn", vertaalde een sedert jaren in Enge land wonende stamgenoot de uit roep van den sultan, die in zijn re- genboogkleurig gewaad onrustig in zijn hotelkamers aan het Ijsberen was, toen men hem over zijn reis ondervroeg. „Hoe kon hij anders de weg naar dit land vinden." Dc stille emir van Gwandoe meende: „Onze oogen waren tot nu toe blind. Pas de tocht over zee heeft deze ge opend. lederen dag zien wij meer, maar begrijpen kunnen wij dit alles niet.". In deze zuchtend uitgespro- Koning Ofori Attoe ziet voor het eerst radio en stemt dadelijk af op de nieuwste „rumba." ken woorden ligt de tragi-komischo kant van de reis der drie koningen uit Afrika. Zij kregen weldra bezoek van een vorst van hun eigen ras. Sir Ofori Attoe, hoofd van de goud kust, kent een paar woordjes En- gelsch, die zijn Engelsche adels titel moeten rechtvaardigen. Hij is er even trots op als zijn gouden kroon, die hij voortdurend op zijn hoofd draagt en op het tweede tee- ken van zijn waardigheid, de dikke fluweelen mantel, die tot op de gouden sandalen valt. „Opdat de warmte er niet bij kan", verklaarde hij op de vele zware stoffen wij zend, waarin hij gekleed is. De vorsten van de woestijn en van de oasen zijn naar Londen ge komen om zich bij den keizer te beklagen. Zij hebben over de grove aanmatigingen van den blanken man gesproken en koning George V heeft hen beloofd recht te zullen doen. Voorloopig zien zij Europa. Vliegmachines, auto's, treinen, lichten van do metropool, machine fabrieken, radiostations, paarden rennen, tenniswedstrijden, cricket, dierentuinen, parken en paleizen. Londen ontplooide zijn rijkdom aan bezienswaardigheden om de zwarte koningen onder den indruk te bren gen. Maar deze bleven stom en on bewogen. Zij bewonderden niets, zij prezen niets, zij veroordeelden niets. Zij zwegen en keken onver schillig of vriendelijk grijnzend naar hun omgeving en gids. Eerst na enkele dagen werden zij spraakzamer. Sir Ofori Attoe, dio traditie getrouw overal door zijn negenjarige zwaarddrager vergc- zeld wordt, knikte vriendelijk en ernstig en meende kort: „Gij Euro peanen moet toch wel treurig zijn, omdat gij geen tijd hebt de over vloed van het leven rond te genie ten. Alle incnschen zijn hier voort durend gehaast. Zij loopen een doel na, dat wij en zij niet kennen. Maar zij nemen ons mee en wij zien daar door slechts weinig van al het mooie." „Er zijn hier veel meer menschen dan in onze wereld verklaarde de sultan van Sokoto. „Maar er is geen pladts voor "hen. In onze hutten is meer plaats en niemand slaapt in de wildernis. Hier slapen veel ar men op straat. Op de straat waar anders zooveel wagens rijden, dat ieder lang wachten moet voor dat hij zijn doel kan bereiken. Wanneer het verkeer zoo groot is waarom bouwt gij dan geen grootere stra ten?" In de naieve wijsheid van den bode uit het zwarte werelddeel ligt diepe waarheid. „Bidden al deze menschen vijf keer per dag?" vraagt de kleine jongen, die het gouden zwaard moet dragen, plotseling erg opgewonden. Zijn meester heeft heilig water in tinnen kannen meegebracht cn wascht er vijf maal daags handen en gezicht mee, voordat Hij zijn godsdienstoefeningen begint. Op koude dagen mag hij heilig zand gebruiken, voor dat hij zijn gebed kleedje ontvouwt en zich herinnerf dat# hij ondanks alle verleidingen van Europa slechts een klein kor reltje in het stof der wereld is. „Deze kerk is groot en geweldig gelijk God zelf", riep de sultan van Sokto uit, toen hij in de Westmin ster Abdij geleid werd. De blanke man steekt zijn vinger in den he mel", meende hij toen men hem vanuit den wagen de Nelsonzuil op Trafalgar Square liet zien. Hij stap te uit en keek naar boven, schudde, na lang zwijgen zijn hoofd en zuchtte diep. Zoo keek hij ook toen de Tower Bridge werd opgetrokken om een stoomer te laten passeeren. Toen hij een krans legde op het denkteeken voor den Onbekenden Soldaat vroeg hij zijn gids of al de dooden in dien steen woonden. In den dierentuin herademde hij. Daar z&g hij bekende gestalten uit zijn vaderland. Eerbiedig schuw weck hij voor de leeuwenkooi uit. De antilopen begroette hij met vroo- lijk handgeklap en over de vele vreemdsoortige dieren schudde hij het hoofd, als een kind, dat het be staan van deze monsters niet kan gelooven. Thuis in het hotel, zit hij met zijn vrienden op het balcon van zijn appartement en kijkt naar de auto bussen cn auto's Urenlang zitten zij zoo en verbazen zich. Dan knielen zij op de matten en buigen het hoofd naar het Oosten. Eén van hun begeleiders vertelt, dat zij dan hui len over het leven van hun ge jaagde blanke broeders.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 5