Joego-Slavië draagt zijn koning ten grave. Een volk en een staat aan den rand van den afgrond Zaterdag 20 October 1934. SCHAGER COURANT. Tweede Blad. No. 9578 Hoe ze gered werden DE MOOISTE FOTO jaar in Perzië wonen, zijn er evenwel, die over de ontwikkeling in Perzië niet tevreden zijn en er aller lei sombere beschouwingen aan wijden; vergelijkin gen trekken, die ten nadeclo van het huidige Perzië uitvallen. Voor een deel is dit toe te schrijven aan een verschijnsel, dat we allen kennen: de oude of vroeg oud geworden menschen, die vertellen, dat vroeger, in hun jeugd, het bier lekkerder, de haring vetter, de winter koude, d lente zonniger, de rozen geuriger waren dan thans. Bij zulke verhalen hebben we eerbiedig te zwijgen en in stilte te hopen, dat het voor ons nog lang moge duren, eer wij dezelfde mec- ningen zijn toegedaan. Onder de oudere Europeanen in Perzië zijn er evenwel ook voor wie deze verkla ring niet geldt. Een Europeaan, die hier al veel meer dan twintig jaren woont, een zaakje drijft, waarin hij zijn brood verdient, maar niet rijk wordt, een man met een gezonden, prettigen kijk op het leven, zeide me het eens lachend: „Vele van die oude hee- ren zijn niet tevreden met alle veranderingen en ver beteringen, die voor de Perzen toch nuttig en noodig waren. In den vroegcren tijd, vijftien, twintig jaar geleden, waren we hier, de gezantschappen en con sulaten inbegrepen, met nog geen honderd vijf tig Eu ropeanen, die allen goed hun brood verdienden. Eu ropeanen vielen niet onder de Perzische, maar on der hun eigen rechtspraak en ze voelden zich hier zoon'n beetje als half-goden. Ze konden ongeveer doen wat ze wilden. Dat naar billijkheid hieraan een einde moest komen, willen ze nu nog niet inzien en dat maakt hen onrechtvaardig in hun oordeel. Daar aan valt niets te veranderen. Ze gevoelen zich min of meer als onttroonde koningen en onttroonde konin gen zijn, geloof ik, altijd slecht van humeur". Op het oogenblik zijn hier nog vele Europeanen, geneeshceren, tandartsen, ingenieurs, ook arbeiders, die bij den aanleg van den grooten spoorweg werken of bij do installaties van machines in nieuwe fabrie ken (o.a. suikerfabrieken), maar als hulpkrachten werken met hen Perzen en de Perzen zijn zeer intel ligent en leeren snel. Te Teheran is een technische school en in het buitenland, in Frankrijk en Enge land, in Duitschland, in Italië studeeren ongeveer twaalfhonderd Perzische studenten, die op den duur buitenlandsche werkkrachten steeds meer overbodig zullen maken. Dan zullen vele Europeanen wel weer mopperen, dat het nieuwe Perzië niet zoo goed is als het oude, maar ik zal een andere meening zijn toegedaan. J. K. BREDERODE. GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN verkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF Garage C. NIEUWLAND, BERGEN. Bijzetting van het stofielljk overschot van wijlen Koning Alezander. Uitgebreide voorzorgsmaatregelen. Een vorstenflguur als uit een legende. Het land in volle ontwikkeling laatste eer te bewijzen. Alle hooge gasten en autori» teiten maakten den tocht naar Topola mede, waar de trein te 1 uur 's middags aankwam. Door een delegatie uit de bevolking werd do kist uit den trein gedragen en naar do door Koning Pe ter I getichte kerk te Oplenatz gebracht, waar het familiegraf der Karageorgevitsj's is. De laatste rustplaats van Alexander. Een zeventig kilometer zuidwaarts van Belgrado ligt de berg Avala, op welks top, onder hooggestapel- de, ruwe steenblokken, de Onbekende Servische Sol daat rust. Langs de hellingen, door wijngaarden om geven, strekt zich het landgoed uit, dat eens Alexan der I toebehoorde. Door een park van esschcn, eiken en notenboomen, dat enkele jaren geleden werd aan gelegd, leidt dc weg omhoog naar het plateau, dat de wit marmeren grafkerk van het geslacht Karad- jordjewitsj overkoepelt. Do cenc heuvel schijnt in den anderen weg te glooien, tot aan den verren horizont hooge bergen in den hemel snijden. Peter de Bevrijder was het, dio hier in mozaïeken de geschiedenis van oud-Serviö door de gestalten van zijn voorvaderen liet vastleggen, wier gebeenten hij in het mausoleum onder bet schip te ruste bedde. Peter de Bevrijder slechts een paar passen ver der staat een klein boerenhuisje met vijf kleine ka mertjes, dat daar in 11)08 is gebouwd. Diiór doorleef de de oude Koning bet eerste jaar van den wereld oorlog. In October 1913 bad hij in het laatst in zijn kerk voor zijn arm land toen kwam de vlucht door do winterstormen die de Albaneescho bergen met sneeuwlagen striemden: de Koning, in een kapotjas gehuld, op een ossenwagen niet achterblijven wil lend in veiligheid, nu ook zijn volk den lijdensweg was begonnen... Rechts in het voorportaal wijst in mozaiek, een aartsengel den Bevrijder den weg ten hemel. Veel kleurig inlegwerk zoomt den weg naar bet schip «Ier kathedraal. Twee geweldige marmerblokken, mas saal, sierloos de graven van den vrijheidsheld uit de bergen, den Zwarten George, grondlegger der Ka- radjordjewitsj-dvnastle, en van den Kralj Mucnik, den koning-martelaar Peter den Bevrijder. Zij alleen hebben boven het mausoleum de eeuwi ge rust gevonden. Onder het schip weerspiegelt zich dc matroode schijn van eeuwige lampen in do goud fonkelende mozaïeksteentjes. Ruim is deze graf kelder, en voor vele geslachten nog bestemd: zijn kruisvorm biedt voor honderd Karadjordjes plaats. Tien hunner hebben die reeds ingenomen. De rijke geschiedenis van hun geslacht, tweemaal van den troon gestooten, spreekt uit hun grafschriften. Een enkele slechts van de slapcndcn sloot de oogen op Servischen grond. Van drio hunner is de rustplaats in het midden van het kruis: van Kara Djordje's vrouw, van hun zoon Alexander en van diens vrouw, Rosa glanst het witte marmer. Dicht aan den voet van den Avalaberg ligt Topola- Oplenats, waar de eerste Karadjordje don eersten strijd om de Servische vrijheid tegen de Turken be gon; daar was zijn eerste residentie, en daar stond zijn eerste vorstelijke konak, en evenals kort geleden de Sokols van Sarajewo een brandende toorts naar Oplenata droegen om daarmede een eeuwig vuur op het graf van Peter den Bevrijder te ontsteken, zoo hebben ditmaal de oude frontstrijders, nog uit de Balkan-bevrijdingsoorlogen, hun eigen koning Alexander hun vroegere» aanvoerder, mot eigen handen daarheen willen dragen hem van de hoofdstad naar zijn eeuwige rustplaats willen brengen; doch dat kon niet zijn. Het escorte van 105 Fransche, Tsjechische en Roe- meensche vliegtuigen gaat den rouwtrein vooraf; aan dc spits van de reusachtige A, die zij vormen, de zware Fransche bombardementsvliegtuigen. Overal in de dorpen kondigen de klokken aan, dat de Koning zijn laatste reis door het land nadert. Voor dc vensters van de hoerenhuizen branden kaar sen, in de kamers flakkeren olielampjes voor 's ko- nings portret, evenals voor do ikonen. Uren reeds voor het passeeren van den trein, die langzaam voorbijrijdt, zijn de stations gevuld, en omgeven door een stille menigte waaruit gebeden en zacht geweeklaag opstijgen, wanneer dc trein zichtbaar wordt. In vele dorpen zullen de boeren, als gold het een nabijen bloedverwant, zich veertig dagen niet sche ren. Wanneer de trein in het station Mladenowats stilhoudt, kruisen dc vliegtuigen reeds boven de grafkerk. Een ontelbare menigte van boeren wacht langs den weg, die van Mlaenowats naar Oplenats leidt, door triomfbogen, waarop als antwoord op 's Ko- nings laatsten wil de gelofte „Wij zullen voor Zuid» Slaviö zorgen", geschreven staat. Het hart van Servië, de oude Sjoemadija, de Boschstreek, schijnt mee te trillen met het luiden zijner klokken. Voor de treden die omhoog gaan naar de grafkerk, houdt de auto stil. Garde-officieren heffen de kist eruit, geven haar over aan een twintigtal oude boe ren. soldaten uit den wereldoorlog, die haar lang zaam de kapel binnendragen onder de treurzangen van de priesters. Als zij op de katafalk is geplaatst en overdekt met het doek dat het wapen van do Karadjordje's draagt, verricht patriarch Rarnahns bet gebed voor de ziclcrust van den doode. Allen zijn neergeknield. Dan gaan dc bisschoppen den dragers voor naar de crypt. Als eerst gaat de jonge Koning achter de kist, met zijn moeder. Met drie dikke touwen wordt de kist neergelaten; naast zijn moeder, prinses /or ka van Montenegro, zal Alexander dc Vereeniger komen te nisten Efn oogenblik schijnt het, alsof de krachten Ko ningin Maria begeven, doch zij herstelt zich. Voor het eerst glijden de tranen over het hleeke, ernstige gezichtje van Peter II. Ook President Lebrun kan de aandoening, die an deren moeilijk verbergen, niet meer bedwingen. Aan de open groeve klinken snikken door de ko ralen en psalmen der priesters. Een laatste gebed voor de eeuwige nagedachtenis van Koning Alexan der door den patriarch, waarop het koor der pries ters antwoordt Dan verlaat de koninklijke familie de crypt, en hij het uitgaan van de. kathedraal herhaalt voor het laatst een donderend geschutsalvo. wat duizenden en tienduizenden heden moeilijk hebben gefluisterd, onder tranen kniclehd hebben beleden of handen wringend hebben gesmeekt: „Slava Mul* ccre zij hem. (Van onzen reizenden correspondent). Teheran. In October. Portret-Atelier JAC. DE BOER Keizerstraat DEN HELDER IN de moderne tijden bestaat geen land, waarvan men de geschiedenis zou kunnen vergelijken met dc Perzische geschiedenis der laatste veertien jaren. In Europa is men zeer slecht ingelicht over do veranderingen, welke in het oude rijk hebben plaats gevonden. Perzië als onafhanke lijke staat bestond veertien, vijftien jaar geleden feitelijk niet meer. Reeds vóór den wereldoorlog had den Engeland en Rusland het rijk van den toenma- ligen sjah rustig verdeeld in twee „invloedsspheren", zonder dat ze daarbij het oordeel van den sjah of van het Perzische volk hadden gevraagd. In Perzië bestond een Perzische koznkkenbrigade, die aange voerd werd door Russische officieren. Het recht van uitgave van Perzisch bankpapier berustte bij een Engelsche bank. Nog vóór den wereldoorlog be zetten Russische troepen het noordwestelijk deel van Perzië, zoogenaamd om er de orde te haandhaven. Gedurende den wereldoorlog bleef Perzië neutraal, doch dit verhinderde niet, dat op een gegeven oogen blik de Russen naar Teheran oprukten en dwars door het land in de richting van Bagdad opmar cheerden. Dc revolutie in Rusland bracht voor Per zië geen verbetering, doch maakte den toestand nog erger, daar de Russische troepen bleven en na het verdwijnen van het laatste spoor van krijgstucht nog meer roofden en plunderden en nog onbarmhartiger tegen de weerlooze bevolking optraden. Engelsche troepen kwamen om de Russische troepen te bestrij den. De Perzische regeering was volkomen machte loos, de schatkist was geheel uitgeput. Armoede en ellende hecrschte allerwege, bedrijf en handel ston den stil, oyeral bedreigden rooverbenden de veilig heid der bewoners. Perzië, het eeuwenoude rijk, dat eenmaal het middelpunt was der beschaving, scheen tot ondergang en vergetelheid gedoemd. Het moede- Jooze, door gewetcnlooze vreemdelingen en even ge- wetenlooze vorsten en ministers van eigen bloede uit gezogen volk, zag geen toekomst meer voor zich. Toen deed plotseling een man, een officier, een overtuigd vaderlander, van zich spreken. Het was Reza Chan, die met krachtige hand ingreep in de geschiedenis van zijn land en hij bracht een wen ding, die door allen voor onmogelijk werd gehouden. Tact en doorzicht paarden zich bij hem aan persoon lijken moed. Zijn organisatievermogen en zijn bijna onbegrensde werkkracht stelden hem in staat, eerst als minister, dan als sjah, zijn volk den weg te wij zen naar een nieuw tijdperk. Dit was mogelijk, door dat Reza sjah Pachlevi zijn eigen kracht en geloof in dc toekomst wist over te dragen in de harten der Perzen. Dezen, die steeds hun grootsch verleden in dachtig zijn en beseffen, dat zulk een verleden ver plichtingen oplegt, werden met nieuwen moed bezield en onder leiding van hun voorganger, thans hun vorst, beschreden zij den weg naar een nieuwe toe komst. Nu ik hier leef in het herbonen Perzië, waar men aan alle zijden aan het werk is, klinken mij telkens de woorden in de ooren, die door Dunlop in zijn uit stekend bock over Perzië twintig jaar gelden wer den neergeschreven: „Er schijnt in dit volk (de Per zen) een latente kracht te wonen, een nationale kern, die telkens weer trots alles den draad zijner eigene historische ontwikkeling opvat." Intusschen zou dit niet mogelijk zijn geweest zon der den leider, den man, die den weg wees en de geesten met nieuwen moed en geloof in de toekomst wist te bezielen. Sedert de tegenwoordige sjah het stuur van den staat in handen heeft genomen, zijn de staatsinkomsten en uitgaven in Perzië vijf maal grooter geworden, terwijl toch de belastingen min der drukkend zijn. Voor de volksgezondheid wordt .thans vijf-en-zeventig maal meer uitgegeven dan vóór Het Stadhuis te Teheran. de regecring van den tcgenwoordigen sjah. Duizen den kilometer automobielwegen zijn door de moeilijk ste terreinen aangelegd; een spoorweg van de Kas pische Zee naar de Perzische Golf en havens in het noorden en in het zuiden van het land zijn in aan bouw; een uitstekend gekleede en gewapende weer macht is in het leven geroepen (van reorganisatie van het vroegere leger kan men niet spreken; daar viel niets meer te reorganiscercn; er moest geheel nieuw worden opgebouwd); een industrie heeft zich ontwikkeld en handel en verkeer hebben een tot nu toe ongekende vlucht genomen en deze ontwikkeling is nog lang niet ten einde. Overal is veranderd, verbeterd, gemoderniseerd. Millioenen zijn daar voor uitgegeven, maar er is geen geld uit het buitenland geleend. Alles is betaald met baar geld uit eigen zak. Zou, indien overal deze methode gevolgd ware, de wereld thans zoo sterk lijden onder een niet eindigende crisis? Het is een vraag, die ik staathuishoudkundigen ter overweging geef. Indien de Perzische regeering cenigszins huiverig is van buitenlandsche leeningen, dan zou ik dit vol komen begrijpelijk vinden. Vroeger kwam wel buiten- landsch kapitaal binnen met buitenlanders om „be schaving te brengen". De ervaring, die de Perzen daarmede hebben opgedaan, waren niet zeer bemoe digend en als men de geschiedenis dezer „bescha- vingbrengerij" leest, kan men een gevoel van schaam te niet onderdrukken. Ook in staathuishoudkundig opzicht is Perzië een merkwaardig land. Terwijl overal in de wereld de omloop van bankbiljetten vermindert, daar handel, nijverheid en verkeer ziek liggen, is juist dezer da gen in Perzië een wet van kracht geworden, waar bij de Nationale Bank van Perzië gemachtigd wordt den omloop van bankpapier met ruim honderdzestig per honderd te vergrooten. Deze maatregel heeft niets te maken met inflatie, maar is een noodzakelijk uit vloeisel van de ontwikkeling van het economisch le ven. Tegelijk is evenwel ook de reserve van de Na tionale Bank vergroot en wanneer de maatregel ge heel is doorgevoerd, zal het in omloop zijnde bank papier nog met ruim negentig procent aan goud, zil ver en deviezen zijn gedekt, een dekking dus, welke ver boven het normale uitgaat en die van de meeste andere landen aanzienlijk overtreft. Tekorten op de begrootingen zijn onder de regee ring van Reza sjah Pahlevi iets ongekends. Men houdt zich strikt aan het in Europa blijkbaar verge ten spreekwoord: „zet uw tering naar de nering, of uw nering krijgt de tering." Men zou zich af kunnen vragen of het niet lang zamerhand tijd wordt eens een aantal Europeesche ministers van financiën naar Perzië to zenden om hun vak te leeren. Ik dien er hier evenwel bij te vermelden, dat niet iedereen de zeer gunstige indrukken, welke ik in Perzië opdeed, deelt. Dat b.v. kooplieden, die hier heen zijn gekomen om zaken te doen en niet veel succes hebben, land en volk met andere oogen bekij ken dan ik, heeft niets verbazingwekkends. Ook on der de oude Europeanen, dio reeds twintig en meer Een der nieuwe wegen nabij Teheran. Onder geweldige belangstelling hebben Donder dag in Belgrado, de Joegoslavische hoofdstad, dc bijzettingsplechtighcden voor den overleden Koning Alexander plaats gehad. Naar schatting zijn meer dan tweehonderdduizend bezoekers naar dc hoofd stad gekomen, zoodat de bevolking van Belgrado bijna verdubbeld was. Meer dan honderd extra-trei nen en duizenden autobussen voerden de bezoekers aan. Diepe ontroering gaat door dc menigte als het af fuit nadert, waarop de lijkkist is geplaatst. Voor zoover de ruimte het toelaat, knielden de menschen aan den kant van den weg. Het affuit wordt niet door paarden getrokken, doch door gardesoldaten van verschillende troepenafdeelingen. De grootste kran sen liggen niet op de auto's, doch worden gedragen door officieren, die ter weerszijden van het affuit schrijden. Het voorbij trekken van den lijkstoet duurde lan ger dan een uur. Voor den ingang van het station hield de affuit stil. Alle Joegoslavische en buitenlandsche troepen afdeelingen defileerden hier nog eenmaal voor de baar van den dooden Koning, terwijl op het perron reeds de extra-trein gereed staat, die het stoffelijk overschot naar Topola, 50 K.M. ten Zuiden van Bel grado brengt. Het transport naar Topola. Op alle stations die de trein moest passeeren, had de bevolking zich verzameld om den Koning de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 5