De Nieuwe Ijsbond
Economische
Kroniek
Er is behoefte aan,
zegt Mr. Eecen
De ijswereld loopt „warm".
DE OOIEVAAR
DIE BESLAG LEGT.
De onvindbare misdadiger.
Reeds vroeg er bij.
Groote juweelendiefstal.
Merkwaardig gewelf te Dokkum.
Dure vergeetachtigheid.
Nu door de maatregelen, die onze minister van
Economische Zaken, Steenbergho heeft aangekon
digd, het boter- en margarincvraagstuk weer in het
middelpunt van de belangstelling is gekomen, mee-
nen we niet heter to kunnen doen dan daaraan deze
week enkele beschouwingen vast te knoopen.
Is er een raivelvraagstuk?
Eigenlijk is het vreemd, dat in een land als het
onze in dit opzicht van een vraagstuk moet worden
gesproken. Want het belang, dat ons volk als geheel
heeft bij de heide genoemde industrieën, is van een
zoo ontzettend verschillende grootte, dat men zich
inderdaad afvraagt, hoe het mogelijk is, dat de mar
garineindustrie zich weet te handhaven, zooals ze
dat doet.
Een beeld omtrent deze grootte geven de produc
tiecijfers, die, uitgedrukt in tonnen van 1000 Kg., er
voor 1032 uitzagen als volgt:
boter 85.000
margarine 72.000
Een half milliocn is meer dan drie dui
zend.
Deze hoeveelheden liggen dus niet zoo heel ver uit
elkaar, maar met het aantal personen, dat er geheel
of ten deele zijn levensonderhoud in vindt, ziet het
er heel anders uit Terwijl meer dan een half milli*
oen menschen in ons land direct loeft van het vee-
houdersbedrijf, do zuivelindustrie inbegrepen, zijn hij
de margarineindustrie nite meer dan ongeveer 3000
menschen betrokken.
De margarinebereiding is slechts verede
lingsindustrie.
Dit laatste cijfer mag ecnlgo verwondering baren.
De verklaring daarvan is echter te vinden in het
feit, dat do margarinebcreiding in wezen niet an
ders is dan een veredelingsindustrie. De grondstof
fen ervan worden ingevoerd o.a. uit ons ïndië en de
werkzaamheden der margarinefahrieken beperken
zich tot het verbeteren, het veredelen dezer import-
Artikelen. Wanneer in de margarinefahrieken conra-
olie, d.i. de olie, die is geperst uit het vlcesch van
kokosnoten, wordt gebruikt, dan is het duidelijk, dat
het moeste werk daaraan in het buitenland hoeft
plaats gehad. Daar zijn de noten getooid, geoogst,
daar Is ook vaak de olie geperst. Wat in Nederland
gebeurd is slechts het verwerken van deze olie tot
margarine.
Bloelende zuivelindustrie is volksbelang.
Het botervet echter is voor verreweg het grootste
deel een vaderlnndsch product. Want hier liggen de
weiden, hier hebben we het vee, hier worden de
koeien gemolken en hier wordt de melk tot boter
verwerkt.
Voor zoover de zuivelproductie betreft, mag bij
ons worden gesproken van een volksbelang, waarte
gen de margarlneiudustrio in een peilloos niet ver
zinkt Wat echter niet wegneemt, dat deze laatste
door sommigen schijnt te worden beschouwd als
een zegen voor den Nederlandschen boerenstand,
waar ze de mogelijkheid heeft geschapen, dat een
deel dor „overtollige" boter in kon worden verwerkt
tot de bekende melanges.
Do wcreldboterprijs is intusschen aangeland op
een hoogte, die met vijf dubbeltjes per kilo reeds is
overschreden. Inderdaad zeer laag, doch men dient
daarbij te overwegen, dat deze prijs geen juist beeld
van de zaak geeft. Verschillende landen hebhen door
hooge invoerrechten, contingenten en dergelijke
maatregelen, den vroogxren invoer onmogelijk ge
maakt. Iloe die landen zich thans behelpen kan
hier buiten beschouwing blijven, een feit is, dat het
eene na het andere als kooper van de-markt is ver
dwenen. Do boterprijzen zijn er zeer hoog en er zou
geen hotervraagstuk bestaan, wanneer onze hoeren
tegen do daar betaalde prijzen vrij konden verkoo-
pen.
Een wereldboterprijs bestaat niet.
Enkele landen en dat zijn natuurlijk die, welke
zelf geen of maar heel weinig boter bereiden zijn
als afnemer overgebleven en vormen het afzetgebied
van de boter, die elders niet meer kan worden ge
plaatst. Zij zijn degenen, die do zoogenaamde „we
reldboterprijs" bepalen. Het is een beperkt gebied,
waar alles, wat „over" is, zich ophoopt, het is een
afzetgebied weinig heter dan 'n vuilnisvat In dit licht
bezien is do maatregel om een crisisheffing on de
boter te leggen, zeer juist. Want de boter heeft in
derdaad een hoogere waarde als die, welke er op
die afbraakmarkien voor gemaakt wordt. Men be
hoeft, om dit aan to toonen, slechts te wijzen op do
landen, waar, om welko reden dan ook, de prijs
veel hooger is.
Dunr veovoeder en goedkoope boter.
Velen nu zijn van meenlnp, dat onze Nederland
sche zuivelproductie een fout begaat. Want minstens
25 pet. van do melk. zoo zeggen ze. wordt voortge
bracht met ingevoerd krachtvoer. Die laatste 25 pet.
melk nu brengt niet moer op dan de buitenlandsrho
wereldnrijs. Er wordt dus boter geproduceerd met
veevoeder, dat daarvoor te duur is.
Dit is het uitgangspunt van de bewijsvoering en
indien dat alles nu maar als vaststaand wordt aange
nomen, is het oen kleinigheid om allerlei redonee-
ringen op te zetten, die heel logisch zijn. maar even
onjuist, omdat nu eenmaal het uitgangspunt niet
deugde.
Dezelfde menschen vestigen er dan verder de aan
dacht op. dot deze 25 pet, melk ongeveer 3fi.000 ton
boter oplevert, die voor een deel in margarine kon
worden verwerkt, moor dus practlsch niets onhrengt,
omdat ze in de plaats komt van allerlei .goMkoone
vetten en oliën, dat de rest tegen Afbraaknrifzen in
het buitenland kan worden verkocht en daar onder
alle omstandigheden veel te weinig onhrengt om
de 50 millioen gulden aan ingevoerde krnchtvoeders
goed te maken.
Is nrooier boterverbruik c<ét economisch
nadeel?
Zou men echter meer boter in het binnenland wil
len verbruiken, dan levert dat een „economisch na
deel" op. immers de uitgevoerde boter levert altijd
nog meer op dan do ingevoerde vetten en oliën, die
dan niet meer noodig zou zijn.
I»o bewijsvoering in wel buitengewoon vernuftig,
maar ze deugt niet. Do samenstellers hebben, be
halve voor de belangen van de margarine-industrie,
naar zo het doen voorkomen, tevens een open oog
voor die van ons volk, dat ze blijkbaar een sluitende
handelsbalans willen bezorgen, d.w.z. een export en
een import, die met elkaar in evenwicht zijn.
Doch, zoo zouden wc willen zeggen, wat heeft de
margarine-industrie te stellen tegenover haar niet
bepaald onhelangrijken invoer nnn grondstoffen?
Het antwoord luidt: weinig meer dan niets.
En wat heeft verder de Nederlandsche zuivelindu
strie te stellen tegenover den invoer van 50 nnlli-
<»en gulden aan veevoeders?
Toch zeker wel iets meer. dan een uitvoer aan
lK)ter. Want er is nog kaas, gecondenseerde melk.
melki>oeder en in kleinere hoeveelheden misschien
vaseine. Of die artikelen nu worden verkocht tegen
ii/braa' r.' :i m of niet, een feit is, dat het totaal
van deze uitvot ooter is als dat van den invoer
van voermiddeicn. oor kaas en gecondenseerde melk
samen bedroeg de uitvoer In 1933 ongeveer 49 mil
lioen.
Zoodat men met evenveel recht de zaak zou kun
nen omdraaien en zou kunnen zeggen: Nederland
maakt zijn eigen invoer aan krachtvoeder goed door
den uitvoer van kaas en gecondenseerde melk en is
verder nog genoodzaakt een deel van zijn boter te
gen nfbraakprijzen te exportceren en de margarine-
bereiding mogelijk te maken. We geven toe. dat ook
deze redcnecring aanvechtbaar is. doch ze is min
stens even juist als de door de margarine-industrie,
gelanceerde.
De Nederlandsche regeerinq staat aan
den kant der margarine-industrie.
Nu is er nog een feit, dat tegenwoordig door onze
regecring, voor zoover ze de zienswijze der marga
rine-industrie huldigt en blijkens dc maatregelen,
die door don minister werden aangekondigd, doet ze
dat wordt vergeten.
Een gunstige handelsbalans beteekent
nog geen welvaart.
Dat is namelijk, dat welstand niets te maken be
hoeft te hebben met een gunstige of een ongunstige
handelsbalans. Even goed zou men van ccn koop
man kunnen zeggen, dat hij winst heeft gemaakt,
omdat hij meer goederen heeft verkocht dan ge
kocht. Zoo iets is klinkklare onzin. En evenzeer is
het onzin te beweren, dat een land een „economisch
nadeel" ondervindt, wanneer het meer goederen in-,
dan uitvoert. Zooals bij een koopman echter de winst
zijn. welstand tot op zekero hoogte bepaalt, zoo gaat
het ook bij een volk. Een grootcre welstand komt tot
uiting in de goederen, die worden verbruikt. En
waar het de eerste plicht van een regoering dient te
zijn, dezen welstand to vergrooten, zou men mogen
verwachten, flat ze zou trachten aan zooveel moge
lijk harcr onderdanen het verbruik van boter moge
lijk te maken.
Margarine is en blijft namaak.
Want hoe men de zaak ook keert of wendt, marga
rine is en blijft een surrogaat, een „Ersatz", zooals
de Duitschcr zegt. Het moet tegenover boter verre
het onderspit delven. Gezien den tegenwoordlgen
mnrgarineprijs en het verbruik daarvan tégen dien
prijs mag worden verwacht, dat de boterprijs niet
zoo heel veel behoeft te worden verlaagd om al de
„overtollige" boter door ons eigen land te laten op-
nomen. Hetgeen zou beteekenen: verhoogde wel
stand.
Alle dingen zijn nu eenmaal van verschillende
kanton te bekijken. Zoo ook de vraag of men in Ne
derland al of niet te veel melk heeft. Tevens echter
is het een feit, dat men steeds, wanneer men den
een steunt, den ander belast.
De vicieuze cirkel van de srteunverleeninq.
Bij boter en margarine staan twee industrieën te
genover elkaar, wier belangen in vele opzichten
geheel tegenstrijdigo zijn. Steun aan de zuivelbelan-
gen moet, dat kan niet anders, neerkomen op be
moeilijking van do margarine-industrie. En omge
keerd.
Onze tegenwoordigo regeering schijnt te oordeclen,
dat er inderdaad een tc veel aan melk is en dat zo
de margarine-industrie niet meer mag belasten dan
ze al reeds gedaan heeft Een opvatting, die in een
land van zuivelbocren vreemd mag worden genoemd
on slechts te verklaren is door het groote belang, dat
onze koloniën hebben hij een ongestoorde invoer van
plantaardige oliën, als grondstof voor de margarine-
bereiding.
Interview van onzen Sportre
dacteur met den vice-presi-
dent van den K.N.S.B.
Onze aankondiging van de verrijzing van
een nieuwe Provincialo IJsbond, welko ons
via een circulaire gewerd, en waarvan wij
Dinsdag j.1. met commentaar melding maak
ten, bracht ons een telefoontje van Mr. C
P. Eecen te Oudkarspol, vice-prosident van
den K.N.S.B. en een der organisators van den
nieuwen bond.
Donderdagavond zaten we ten huize van
Mr. Eecen om het een en ander uit zijn mond
to vernemen en omtrent den zoo juist gc-
fundcerden bond.
Geen nieuwigheid.
In den loop van hot voorjaar kwam do heer Van
Hlesen uit Heerenveen to Oudkarspel met de vraag
of de heer E. zich niet zou willen belasten met de
oprichting van een Bond van Kortcbaanclubs in
Noord-IIolland. Soortgelijke bonden zijn er reeds ln
Friesland, Groningen cn Overijssel en door onderling
contact heeft men een chaos in de beroepsrijders-
beweging om weten te vormen tot een geordende
maatschappij.
En nu de afsluitdijk zoon mooie gelegenheid schiep
voor de rijders om de Noord-IIolIandsche banen met
een bezoek to vereeren en deszelfs prijzen al dan
nlot in vcrccniging met een of meer kornuiten in
do wacht tc slcepcn, drong zich een zeer logische
gedachte aan do heeren Van Riescn c.s. de voorman
nen van den Frieschen Bond op.
Wanneer er in Noord-IIolland nu ook een bond
is, zoo dacht men, dan zal de rijdersworeld heele-
maal onder georganiseerde wedstrijdleiding st?an fcat
geen geknoei voorkomt en de onderlinge concurren
tie van do organisccrende clubs kan temperen.
De clubs dio lid zijn van den „Bond van IJsclubs
in Noord-Holland", zoo heet de nieuwe bond, zullen
alleen rijders mogen laten starten die erkend zijn.
Deze erkenning wordt opgeheven wanneer een rij
der op een niet aangesloten baan rijdt.
Men begrijpt, aansluiting is voor de vereeuigingen
Dingen, die achter de schermen van het
tooneel voorvallen.
Men schrijft uit Amsterdam aan de N.R.Crt.:
Toon een dezer dagen een voorstelling van „De
Man die Beslag legt", welke het gezelschap van Cees
Laseur in het Centraal 'lheater zou geven, juist zou
aanvangen, bleef het gordijn nog eenige oogenblik-
ken gesloten, zonder (lal het publiek kon vermoe
den, wat er aan de hand was. Om precies ééji mi
nuut over acht had immers de telefoon gerinkeld
en een ontroerde stem had Ceea Laseur ervan in
kennis gesteld, dat hij vader was geworden van een
meisje, en dat zijn vrouw Mary Uresselhuys, het
goed maakte en hem, zooals altijd, succes wenschte
voor dien avond.
Wellicht hoorden de toeschouwers iets van de
Attila-vrcugde, die Laseur op dat oogenblik beving,
wellicht hoorden zij zijn jongensachtige stem, waar-
mco hij zijn gezelschap op het tooneel in kennis
stelde van het gelukkige feit en zei. dat het een
mooi meisje was, dat hij haar daarom een naam zou
geven naar de mooiste vogel, die hij kende, en haar
„Merel Christine" zou noemen. Zijn rol verbood hem
om, toen het doek openging, naar voren te komen
en het publiek toe te roepen: „Menschen, ik ben va
der geworden. En Mary Dresselhuys maakt het goed
Integendeel, hij speelde zijn ril evenals altijd.
Maar toen de pauze gekomen was, zette hij zich ge
schminkt en al in een taxi en reed naar zijn flat in
Plan Zuid. Een kwartier later was hij terug, zag la
chende door het kijkgaatje, dat de menschen nog
bij hun'kleintje koffie zaten en speelde daarna zijn
rol verder alsof er niets gebeurd was. Maar in dien
tusschentijd had een gelukkige vader zijn dochter
gezien en de hand gedrukt van zijn vrouw en part
ner in dat tooncelstuk, dat hij nimmer gedacht
nad, nogeens onder zulke emotioneele omstandighe
den te zullen spelen
En dit is een van de dingen, die achter de scher
men van het tooneel voorvallen en waar het publiek
niets van mag merken, tenzij achteraf.
Ook Zweden heeft zijn „gemeenschapsvij-
and Nr. t".
V.D. verneem tuit Stockholm:
Ook Zweden heeft nu zijn „gemcenschapsvijand nr.
1". naar wien het geheele land op zoek is.
De man heet Bcngtsson, en van hem Is bekend, dat
hij bij zijn vele vergrijpen nooit geweld gebruikt,
maar een rustig optreden, gevolgd door een snelle
vlucht, prefereert. Zijn specialiteit is het inbreken in
de bagagebureaux van spoorwegstations. Het aantal
inbraken, dat hij heeft gepleegd, is moeilijk to schat
ten en het is zelfs gewoonte geworden, iedere mis
daad, waarbij de dader ontsnapt, op zijn rekening te
schrijven.
Intusschen is iemand er in geslaagd, den bandiet
te zien te krijgen. Deze man ontdekte in de bosschen
van Fylkesboda bij Kristianstad en tent, waar hij
twee mannen aan den maaltijd zag. Hij bracht on
middellijk rapport uit aan de politie, maar toen de
arm der gerechtigheid op het tooneel verscheen, wa
ren do vogels gevlogen. In de tent *'ond men «en paar
gemakkelijke sofa's, een aantal geweren, ammunitie,
en een groote hoeveelheid dynamiet
eisch, anders zal men nooit de goede rijders op zijn
wedstrijden krijgen. Maar het is ook een voordeel,
want men zal als actief lid van een organisatie kun
nen profiteeren van het gezag dier organisatie. Men
weet zijn besluiten en voorschriften geëerbiedigd
door den bijval van alle andere clubbesturen, waar-
door do rijders als van zelf onder de wedstrijdregels
berustei) en geknoei cn gekonkel bedreigd worden
met algeheele uitsluiting.
We vroegen Mr. Eecen nu, of de clubs dan steeds
wanneer ze een wedstrijd wilden houden, dit moesten
aanvragen aan het bestuur. We wisten dat dit door
vele clubs als een belemmering van vrijheid zou
worden gevoeld. Dit nu zou echter niet het geval
worden; wel zou er op gelet worden dat het niet
zou voorkomen, dat twee plaatsen vlak bij elkaar
op denzelfden dag een groote wedstrijd hielden. Trou
wens hiervoor waakt men in de practijk toch al ge
noeg.
Maximum prijzen.
Er zou ©cn uniforme regeling van de prijzen ko
men, waardoor het niet meer kan voorkomen dat
één club door een formidabelen hoofdprijs aan an
dere hardrijderijen do levenssappen onttrekt.
Iemand mag zich niet meer dan voor één wed
strijd por dag opgeven. Heeft iemand hiertegen ge
zondigd, of heeft het bestuur van een aangesloten
club de meening dat het overtuigend gebleken Is, dat
iemand een afspraak heeft gemaakt, dan wordt dio
rijder gedurende het loopend en het volgend winter
seizoen voor alle wedstrijden, uitgeschreven door de
toegetreden ijsvereenigingen uitgesloten.
Een lijst van dezulken wordt alle aangesloten
clubs toegezonden en zal in de bladen worden ge
publiceerd.
We vroegen Mr. Eecen of hij als bestuurslid van
den K.N.S.B. hieraan mocht medewerken. Zeer ze
ker, was het antwoord, we dienen het belang van do
sport. We kunnen de zaak ook blauw-blauw laten,
maar voor een ordening Is alles te zeggen en haar
onze meening is er behoefte aan.
Deze Bond van IJsclubs staat in geen enkel ver
band met den Kon. Ned. Schaatsenrijdersbond, maar
is zuiver opgericht voor regeling van het beroepsrij-
derswezen op de korte baan.
De IJsbond Hollands Noorderkwartier.
Zoodoende kan er geen sprake zijn van eenige
concurrentie met den IJ.H.N., waarop U Dinsdag
wees, aldus Mr. Eecen.
Volgens de statuten mag de IJ.HN. zich uitsluitend
bemoeien met het aangeven en onderhouden van ijs-
wegen tusschcn allerlei plaatsen in Noord-Holland en
het orgacisccren van bondsdaTen.
.Wel heeft men voor eenige jaren het gebied der
Jongen van 9 Jaar in het bezit van een
volledig stel inbrekerswerktuigen.
De politie te New York heeft een jongetje van 9
aar gearresteerd, die in het bezit was van een vol-
edig stel inbrekerswerktuigen. Op het bureau noem
de hij een vriendje als medeplichtige. Toen deze ge
haald werd, zeide dc jeugdige boef: „Laat hem maar
gaan, ik heb jullie alleen voor den gek willen hou
den!"
Toen probeerde men hem met allerlei lekkernijen
en spelgoed aan het spreken te krijgen, wie zijn
ware medeplichtigen waren, maar de jeugdige inbre
ker zeide: „Doen jullie maar geen moeite, ik laat
mij er niet over uit!"
Men heeft hem naar een opvoedingsgesticht ge
stuurd, waar hij zal blijven tot hij door de kinder
rechtbank berecht zal worden.
In Weensch hotel. Voor een totale
waarde van 300.000 schilling.
Weenen. In een der grootste Weensche hotels
is een brutale juweclendiefstal gepleegd, die, gezien
de wijze waarop hij verricht is, door en internationa
le dievenbende moet zijn uitgevoerd. De daders dron
gen laat in den avond, toen de gasten zich nog in de
conversatiezalen van het hotel bevonden, de kamers
binnen, braken koffers open en doorzochten deze
snel. Zij maakten o.a. een drie meter lang paarlen-
snoer, een briljanten broche van platina, twee oor
hangers van drie centimeter lange smaragden en
vele andere kostbaarheden buit, tot een totale wnardo
van 300.003 Schilling. Aangezien men redenen heeft
om aan te nemen, dat de daders naar Berlijn zijn
vertrokken, heeft de Weensche recherche de mede
werking "der Berlijnsche politie ingeroepen.
Een waterkelder uit de zestiende eeuw.
Dezer dagen heeft men te Dokkum een merkwaar
dige ontdekking gedaan. Bij graafwerken stootte
men op een gemetseld gewelf, dat bij nader onder
zoek een waterput bleek te zijn. die waarschijnlijk
in verbinding stond met de eeuwenoude Fotsepomp.
Met het oog mede op mogelijk verband met den St.
Bonifaciusput heeft prof. Titus Brandsma ter plaatse
een onderzoek ingesteld.
Als resultaat daarvan is, zoo vernam de „Msb.'\
als vrijwel zeker gebleken, dat het gevonden gewelf
ccn watcrkelder is, die heeft behoord bij een huis,
dat in 1590 is gebouwd.
Deze kolder was inderdaad verbonden met de
Fotsepomp, doch daarentegen stond hij in geen enkel
verband met de gebouwen van bet vroegere kloos
ter, waartoe de Fetsepomp wel behoorde.
Voor duizend pond aan juweelen in tele
fooncel laten liggen.
Londen. Een reiziger van een Londensche im
portfirma, Kent heeft bij Scbtland Yard aangifte cc-
daan dat hij bij het telefoneeren in een publieke tele
fooncel in Great Portland Street zijn koffer had
neergezet en had vergeten weer mee te nemen. Kort
nadat hij de cel had verlaten, herinnerde hij zich
echter zijn verlies en haastte zich terug, want de
koffer bevatte o.a. voor een wnardo van ongeveer
1000 pond sterling aan juweelen De koffer was lot
zijn ontsteltenis toen echter reeds verdwenen. Do
politie stelt een onderzoek in.
wedstrijden betreden, maar volgens het contract
met den K.N.S.B, mag het beroepsrijden onder geen
beding ondor de vleugelen van den IJ.H.N. worden
betrokken.
Uitgaande van deze statuten, die het werk en de
werkingssfeer ten nauwste omlijnen, heeft het be
stuur van den B.IJ.N.H. dan ook geen oogenblik ge
dacht aan eventueele concurrentiegevoclens die van
de zijde van den IJ.H.N. konden opwellen.
Dat dergelijke ideeën bij de heeren Stikkel, Cloeck
c.s. wel hebben postgevat, blijkt uit de belegde spoed
vergadering te Alkmaar. Dit mag de heeren orga
nisatoren van den B.IJ.N.H. echter niet doen terug
komen op hun weg
De tijd van denken is voorbij, aldus Mr. Eecen, en
nu komt de periode van daden. En de eerste daad
was de oprichting van den B.IJ.N.H.
De bond is er al en 10 November zal blijken wie
zich achter haar scharen.
De Amsterdamsche IJsclub was een der eersten
die adhaesie betuigde.
BUITENGEWONE VERGADERING
IJ. H. N.
De ijswereld loopt warm!
Dat de IJ.H.N. zeer terecht voelt dat de
algemeen aansluiting bij den B.IJ.N.H.
zie ons onderhoud met Mr. Eecen voor de
meesto clubs reden kan zijn om voor den
IJsbond Hollands Noorderkwartier te bedan
ken bewenst wel de prijzenswaardige activi
teit van den heer Cloeck uit Alkmaar op de
IJsclubvergadering te Nieuwe Ntedorp.
Niet onverwacht komt dan ook het bericht
dat de IJ.N.H. voor Zondag 4 November een
buitengewone ledenvergade
ring heeft belegd te Alkmaar.
Op de agenda staat onder meer: Voorstel
van het bestuur om de gelegenheid te ope
nen, dat de IJ.H.N, gaat organlseeren wed
strijden op de korte baan. In verband daar
mee wijziging der statuten en van het Huis
houdelijk Reglement.
De IJ.II.N staat hier o.i. voor een groot
keerpunt Blijft zij op den ingeslagen weg
voortgaan, met haar ongetwijfeld nuttig
werk, van den aanleg van interlocalc
schaatswegen en de bewegwijzering van de
diverse slooten en vaarten, dan vreezen we
toch een langzaam krimpend ledental bij
het bestaan van den B.IJ.N.H.
Slaat rij'den weg van de wedstrijdsport In
op de korte baan voor beroepsrijders, ja
dan kan zij wellicht, als zij goede leiders be-
rit, de doorvoering van den B.IJ.N.H. voor
komen, maar dat ral automatisch meebren
gen statutenwijziging en danrdoor verbre
king van het verband met den K.N.S.B.
W£ zullen morgen eens hoorenl