De Nieuwe Ijsbond Economische Kroniek Er is behoefte aan, zegt Mr. Eecen De ijswereld loopt „warm". DE OOIEVAAR DIE BESLAG LEGT. De onvindbare misdadiger. Reeds vroeg er bij. Groote juweelendiefstal. Merkwaardig gewelf te Dokkum. Dure vergeetachtigheid. Nu door de maatregelen, die onze minister van Economische Zaken, Steenbergho heeft aangekon digd, het boter- en margarincvraagstuk weer in het middelpunt van de belangstelling is gekomen, mee- nen we niet heter to kunnen doen dan daaraan deze week enkele beschouwingen vast te knoopen. Is er een raivelvraagstuk? Eigenlijk is het vreemd, dat in een land als het onze in dit opzicht van een vraagstuk moet worden gesproken. Want het belang, dat ons volk als geheel heeft bij de heide genoemde industrieën, is van een zoo ontzettend verschillende grootte, dat men zich inderdaad afvraagt, hoe het mogelijk is, dat de mar garineindustrie zich weet te handhaven, zooals ze dat doet. Een beeld omtrent deze grootte geven de produc tiecijfers, die, uitgedrukt in tonnen van 1000 Kg., er voor 1032 uitzagen als volgt: boter 85.000 margarine 72.000 Een half milliocn is meer dan drie dui zend. Deze hoeveelheden liggen dus niet zoo heel ver uit elkaar, maar met het aantal personen, dat er geheel of ten deele zijn levensonderhoud in vindt, ziet het er heel anders uit Terwijl meer dan een half milli* oen menschen in ons land direct loeft van het vee- houdersbedrijf, do zuivelindustrie inbegrepen, zijn hij de margarineindustrie nite meer dan ongeveer 3000 menschen betrokken. De margarinebereiding is slechts verede lingsindustrie. Dit laatste cijfer mag ecnlgo verwondering baren. De verklaring daarvan is echter te vinden in het feit, dat do margarinebcreiding in wezen niet an ders is dan een veredelingsindustrie. De grondstof fen ervan worden ingevoerd o.a. uit ons ïndië en de werkzaamheden der margarinefahrieken beperken zich tot het verbeteren, het veredelen dezer import- Artikelen. Wanneer in de margarinefahrieken conra- olie, d.i. de olie, die is geperst uit het vlcesch van kokosnoten, wordt gebruikt, dan is het duidelijk, dat het moeste werk daaraan in het buitenland hoeft plaats gehad. Daar zijn de noten getooid, geoogst, daar Is ook vaak de olie geperst. Wat in Nederland gebeurd is slechts het verwerken van deze olie tot margarine. Bloelende zuivelindustrie is volksbelang. Het botervet echter is voor verreweg het grootste deel een vaderlnndsch product. Want hier liggen de weiden, hier hebben we het vee, hier worden de koeien gemolken en hier wordt de melk tot boter verwerkt. Voor zoover de zuivelproductie betreft, mag bij ons worden gesproken van een volksbelang, waarte gen de margarlneiudustrio in een peilloos niet ver zinkt Wat echter niet wegneemt, dat deze laatste door sommigen schijnt te worden beschouwd als een zegen voor den Nederlandschen boerenstand, waar ze de mogelijkheid heeft geschapen, dat een deel dor „overtollige" boter in kon worden verwerkt tot de bekende melanges. Do wcreldboterprijs is intusschen aangeland op een hoogte, die met vijf dubbeltjes per kilo reeds is overschreden. Inderdaad zeer laag, doch men dient daarbij te overwegen, dat deze prijs geen juist beeld van de zaak geeft. Verschillende landen hebhen door hooge invoerrechten, contingenten en dergelijke maatregelen, den vroogxren invoer onmogelijk ge maakt. Iloe die landen zich thans behelpen kan hier buiten beschouwing blijven, een feit is, dat het eene na het andere als kooper van de-markt is ver dwenen. Do boterprijzen zijn er zeer hoog en er zou geen hotervraagstuk bestaan, wanneer onze hoeren tegen do daar betaalde prijzen vrij konden verkoo- pen. Een wereldboterprijs bestaat niet. Enkele landen en dat zijn natuurlijk die, welke zelf geen of maar heel weinig boter bereiden zijn als afnemer overgebleven en vormen het afzetgebied van de boter, die elders niet meer kan worden ge plaatst. Zij zijn degenen, die do zoogenaamde „we reldboterprijs" bepalen. Het is een beperkt gebied, waar alles, wat „over" is, zich ophoopt, het is een afzetgebied weinig heter dan 'n vuilnisvat In dit licht bezien is do maatregel om een crisisheffing on de boter te leggen, zeer juist. Want de boter heeft in derdaad een hoogere waarde als die, welke er op die afbraakmarkien voor gemaakt wordt. Men be hoeft, om dit aan to toonen, slechts te wijzen op do landen, waar, om welko reden dan ook, de prijs veel hooger is. Dunr veovoeder en goedkoope boter. Velen nu zijn van meenlnp, dat onze Nederland sche zuivelproductie een fout begaat. Want minstens 25 pet. van do melk. zoo zeggen ze. wordt voortge bracht met ingevoerd krachtvoer. Die laatste 25 pet. melk nu brengt niet moer op dan de buitenlandsrho wereldnrijs. Er wordt dus boter geproduceerd met veevoeder, dat daarvoor te duur is. Dit is het uitgangspunt van de bewijsvoering en indien dat alles nu maar als vaststaand wordt aange nomen, is het oen kleinigheid om allerlei redonee- ringen op te zetten, die heel logisch zijn. maar even onjuist, omdat nu eenmaal het uitgangspunt niet deugde. Dezelfde menschen vestigen er dan verder de aan dacht op. dot deze 25 pet, melk ongeveer 3fi.000 ton boter oplevert, die voor een deel in margarine kon worden verwerkt, moor dus practlsch niets onhrengt, omdat ze in de plaats komt van allerlei .goMkoone vetten en oliën, dat de rest tegen Afbraaknrifzen in het buitenland kan worden verkocht en daar onder alle omstandigheden veel te weinig onhrengt om de 50 millioen gulden aan ingevoerde krnchtvoeders goed te maken. Is nrooier boterverbruik c<ét economisch nadeel? Zou men echter meer boter in het binnenland wil len verbruiken, dan levert dat een „economisch na deel" op. immers de uitgevoerde boter levert altijd nog meer op dan do ingevoerde vetten en oliën, die dan niet meer noodig zou zijn. I»o bewijsvoering in wel buitengewoon vernuftig, maar ze deugt niet. Do samenstellers hebben, be halve voor de belangen van de margarine-industrie, naar zo het doen voorkomen, tevens een open oog voor die van ons volk, dat ze blijkbaar een sluitende handelsbalans willen bezorgen, d.w.z. een export en een import, die met elkaar in evenwicht zijn. Doch, zoo zouden wc willen zeggen, wat heeft de margarine-industrie te stellen tegenover haar niet bepaald onhelangrijken invoer nnn grondstoffen? Het antwoord luidt: weinig meer dan niets. En wat heeft verder de Nederlandsche zuivelindu strie te stellen tegenover den invoer van 50 nnlli- <»en gulden aan veevoeders? Toch zeker wel iets meer. dan een uitvoer aan lK)ter. Want er is nog kaas, gecondenseerde melk. melki>oeder en in kleinere hoeveelheden misschien vaseine. Of die artikelen nu worden verkocht tegen ii/braa' r.' :i m of niet, een feit is, dat het totaal van deze uitvot ooter is als dat van den invoer van voermiddeicn. oor kaas en gecondenseerde melk samen bedroeg de uitvoer In 1933 ongeveer 49 mil lioen. Zoodat men met evenveel recht de zaak zou kun nen omdraaien en zou kunnen zeggen: Nederland maakt zijn eigen invoer aan krachtvoeder goed door den uitvoer van kaas en gecondenseerde melk en is verder nog genoodzaakt een deel van zijn boter te gen nfbraakprijzen te exportceren en de margarine- bereiding mogelijk te maken. We geven toe. dat ook deze redcnecring aanvechtbaar is. doch ze is min stens even juist als de door de margarine-industrie, gelanceerde. De Nederlandsche regeerinq staat aan den kant der margarine-industrie. Nu is er nog een feit, dat tegenwoordig door onze regecring, voor zoover ze de zienswijze der marga rine-industrie huldigt en blijkens dc maatregelen, die door don minister werden aangekondigd, doet ze dat wordt vergeten. Een gunstige handelsbalans beteekent nog geen welvaart. Dat is namelijk, dat welstand niets te maken be hoeft te hebben met een gunstige of een ongunstige handelsbalans. Even goed zou men van ccn koop man kunnen zeggen, dat hij winst heeft gemaakt, omdat hij meer goederen heeft verkocht dan ge kocht. Zoo iets is klinkklare onzin. En evenzeer is het onzin te beweren, dat een land een „economisch nadeel" ondervindt, wanneer het meer goederen in-, dan uitvoert. Zooals bij een koopman echter de winst zijn. welstand tot op zekero hoogte bepaalt, zoo gaat het ook bij een volk. Een grootcre welstand komt tot uiting in de goederen, die worden verbruikt. En waar het de eerste plicht van een regoering dient te zijn, dezen welstand to vergrooten, zou men mogen verwachten, flat ze zou trachten aan zooveel moge lijk harcr onderdanen het verbruik van boter moge lijk te maken. Margarine is en blijft namaak. Want hoe men de zaak ook keert of wendt, marga rine is en blijft een surrogaat, een „Ersatz", zooals de Duitschcr zegt. Het moet tegenover boter verre het onderspit delven. Gezien den tegenwoordlgen mnrgarineprijs en het verbruik daarvan tégen dien prijs mag worden verwacht, dat de boterprijs niet zoo heel veel behoeft te worden verlaagd om al de „overtollige" boter door ons eigen land te laten op- nomen. Hetgeen zou beteekenen: verhoogde wel stand. Alle dingen zijn nu eenmaal van verschillende kanton te bekijken. Zoo ook de vraag of men in Ne derland al of niet te veel melk heeft. Tevens echter is het een feit, dat men steeds, wanneer men den een steunt, den ander belast. De vicieuze cirkel van de srteunverleeninq. Bij boter en margarine staan twee industrieën te genover elkaar, wier belangen in vele opzichten geheel tegenstrijdigo zijn. Steun aan de zuivelbelan- gen moet, dat kan niet anders, neerkomen op be moeilijking van do margarine-industrie. En omge keerd. Onze tegenwoordigo regeering schijnt te oordeclen, dat er inderdaad een tc veel aan melk is en dat zo de margarine-industrie niet meer mag belasten dan ze al reeds gedaan heeft Een opvatting, die in een land van zuivelbocren vreemd mag worden genoemd on slechts te verklaren is door het groote belang, dat onze koloniën hebben hij een ongestoorde invoer van plantaardige oliën, als grondstof voor de margarine- bereiding. Interview van onzen Sportre dacteur met den vice-presi- dent van den K.N.S.B. Onze aankondiging van de verrijzing van een nieuwe Provincialo IJsbond, welko ons via een circulaire gewerd, en waarvan wij Dinsdag j.1. met commentaar melding maak ten, bracht ons een telefoontje van Mr. C P. Eecen te Oudkarspol, vice-prosident van den K.N.S.B. en een der organisators van den nieuwen bond. Donderdagavond zaten we ten huize van Mr. Eecen om het een en ander uit zijn mond to vernemen en omtrent den zoo juist gc- fundcerden bond. Geen nieuwigheid. In den loop van hot voorjaar kwam do heer Van Hlesen uit Heerenveen to Oudkarspel met de vraag of de heer E. zich niet zou willen belasten met de oprichting van een Bond van Kortcbaanclubs in Noord-IIolland. Soortgelijke bonden zijn er reeds ln Friesland, Groningen cn Overijssel en door onderling contact heeft men een chaos in de beroepsrijders- beweging om weten te vormen tot een geordende maatschappij. En nu de afsluitdijk zoon mooie gelegenheid schiep voor de rijders om de Noord-IIolIandsche banen met een bezoek to vereeren en deszelfs prijzen al dan nlot in vcrccniging met een of meer kornuiten in do wacht tc slcepcn, drong zich een zeer logische gedachte aan do heeren Van Riescn c.s. de voorman nen van den Frieschen Bond op. Wanneer er in Noord-IIolland nu ook een bond is, zoo dacht men, dan zal de rijdersworeld heele- maal onder georganiseerde wedstrijdleiding st?an fcat geen geknoei voorkomt en de onderlinge concurren tie van do organisccrende clubs kan temperen. De clubs dio lid zijn van den „Bond van IJsclubs in Noord-Holland", zoo heet de nieuwe bond, zullen alleen rijders mogen laten starten die erkend zijn. Deze erkenning wordt opgeheven wanneer een rij der op een niet aangesloten baan rijdt. Men begrijpt, aansluiting is voor de vereeuigingen Dingen, die achter de schermen van het tooneel voorvallen. Men schrijft uit Amsterdam aan de N.R.Crt.: Toon een dezer dagen een voorstelling van „De Man die Beslag legt", welke het gezelschap van Cees Laseur in het Centraal 'lheater zou geven, juist zou aanvangen, bleef het gordijn nog eenige oogenblik- ken gesloten, zonder (lal het publiek kon vermoe den, wat er aan de hand was. Om precies ééji mi nuut over acht had immers de telefoon gerinkeld en een ontroerde stem had Ceea Laseur ervan in kennis gesteld, dat hij vader was geworden van een meisje, en dat zijn vrouw Mary Uresselhuys, het goed maakte en hem, zooals altijd, succes wenschte voor dien avond. Wellicht hoorden de toeschouwers iets van de Attila-vrcugde, die Laseur op dat oogenblik beving, wellicht hoorden zij zijn jongensachtige stem, waar- mco hij zijn gezelschap op het tooneel in kennis stelde van het gelukkige feit en zei. dat het een mooi meisje was, dat hij haar daarom een naam zou geven naar de mooiste vogel, die hij kende, en haar „Merel Christine" zou noemen. Zijn rol verbood hem om, toen het doek openging, naar voren te komen en het publiek toe te roepen: „Menschen, ik ben va der geworden. En Mary Dresselhuys maakt het goed Integendeel, hij speelde zijn ril evenals altijd. Maar toen de pauze gekomen was, zette hij zich ge schminkt en al in een taxi en reed naar zijn flat in Plan Zuid. Een kwartier later was hij terug, zag la chende door het kijkgaatje, dat de menschen nog bij hun'kleintje koffie zaten en speelde daarna zijn rol verder alsof er niets gebeurd was. Maar in dien tusschentijd had een gelukkige vader zijn dochter gezien en de hand gedrukt van zijn vrouw en part ner in dat tooncelstuk, dat hij nimmer gedacht nad, nogeens onder zulke emotioneele omstandighe den te zullen spelen En dit is een van de dingen, die achter de scher men van het tooneel voorvallen en waar het publiek niets van mag merken, tenzij achteraf. Ook Zweden heeft zijn „gemeenschapsvij- and Nr. t". V.D. verneem tuit Stockholm: Ook Zweden heeft nu zijn „gemcenschapsvijand nr. 1". naar wien het geheele land op zoek is. De man heet Bcngtsson, en van hem Is bekend, dat hij bij zijn vele vergrijpen nooit geweld gebruikt, maar een rustig optreden, gevolgd door een snelle vlucht, prefereert. Zijn specialiteit is het inbreken in de bagagebureaux van spoorwegstations. Het aantal inbraken, dat hij heeft gepleegd, is moeilijk to schat ten en het is zelfs gewoonte geworden, iedere mis daad, waarbij de dader ontsnapt, op zijn rekening te schrijven. Intusschen is iemand er in geslaagd, den bandiet te zien te krijgen. Deze man ontdekte in de bosschen van Fylkesboda bij Kristianstad en tent, waar hij twee mannen aan den maaltijd zag. Hij bracht on middellijk rapport uit aan de politie, maar toen de arm der gerechtigheid op het tooneel verscheen, wa ren do vogels gevlogen. In de tent *'ond men «en paar gemakkelijke sofa's, een aantal geweren, ammunitie, en een groote hoeveelheid dynamiet eisch, anders zal men nooit de goede rijders op zijn wedstrijden krijgen. Maar het is ook een voordeel, want men zal als actief lid van een organisatie kun nen profiteeren van het gezag dier organisatie. Men weet zijn besluiten en voorschriften geëerbiedigd door den bijval van alle andere clubbesturen, waar- door do rijders als van zelf onder de wedstrijdregels berustei) en geknoei cn gekonkel bedreigd worden met algeheele uitsluiting. We vroegen Mr. Eecen nu, of de clubs dan steeds wanneer ze een wedstrijd wilden houden, dit moesten aanvragen aan het bestuur. We wisten dat dit door vele clubs als een belemmering van vrijheid zou worden gevoeld. Dit nu zou echter niet het geval worden; wel zou er op gelet worden dat het niet zou voorkomen, dat twee plaatsen vlak bij elkaar op denzelfden dag een groote wedstrijd hielden. Trou wens hiervoor waakt men in de practijk toch al ge noeg. Maximum prijzen. Er zou ©cn uniforme regeling van de prijzen ko men, waardoor het niet meer kan voorkomen dat één club door een formidabelen hoofdprijs aan an dere hardrijderijen do levenssappen onttrekt. Iemand mag zich niet meer dan voor één wed strijd por dag opgeven. Heeft iemand hiertegen ge zondigd, of heeft het bestuur van een aangesloten club de meening dat het overtuigend gebleken Is, dat iemand een afspraak heeft gemaakt, dan wordt dio rijder gedurende het loopend en het volgend winter seizoen voor alle wedstrijden, uitgeschreven door de toegetreden ijsvereenigingen uitgesloten. Een lijst van dezulken wordt alle aangesloten clubs toegezonden en zal in de bladen worden ge publiceerd. We vroegen Mr. Eecen of hij als bestuurslid van den K.N.S.B. hieraan mocht medewerken. Zeer ze ker, was het antwoord, we dienen het belang van do sport. We kunnen de zaak ook blauw-blauw laten, maar voor een ordening Is alles te zeggen en haar onze meening is er behoefte aan. Deze Bond van IJsclubs staat in geen enkel ver band met den Kon. Ned. Schaatsenrijdersbond, maar is zuiver opgericht voor regeling van het beroepsrij- derswezen op de korte baan. De IJsbond Hollands Noorderkwartier. Zoodoende kan er geen sprake zijn van eenige concurrentie met den IJ.H.N., waarop U Dinsdag wees, aldus Mr. Eecen. Volgens de statuten mag de IJ.HN. zich uitsluitend bemoeien met het aangeven en onderhouden van ijs- wegen tusschcn allerlei plaatsen in Noord-Holland en het orgacisccren van bondsdaTen. .Wel heeft men voor eenige jaren het gebied der Jongen van 9 Jaar in het bezit van een volledig stel inbrekerswerktuigen. De politie te New York heeft een jongetje van 9 aar gearresteerd, die in het bezit was van een vol- edig stel inbrekerswerktuigen. Op het bureau noem de hij een vriendje als medeplichtige. Toen deze ge haald werd, zeide dc jeugdige boef: „Laat hem maar gaan, ik heb jullie alleen voor den gek willen hou den!" Toen probeerde men hem met allerlei lekkernijen en spelgoed aan het spreken te krijgen, wie zijn ware medeplichtigen waren, maar de jeugdige inbre ker zeide: „Doen jullie maar geen moeite, ik laat mij er niet over uit!" Men heeft hem naar een opvoedingsgesticht ge stuurd, waar hij zal blijven tot hij door de kinder rechtbank berecht zal worden. In Weensch hotel. Voor een totale waarde van 300.000 schilling. Weenen. In een der grootste Weensche hotels is een brutale juweclendiefstal gepleegd, die, gezien de wijze waarop hij verricht is, door en internationa le dievenbende moet zijn uitgevoerd. De daders dron gen laat in den avond, toen de gasten zich nog in de conversatiezalen van het hotel bevonden, de kamers binnen, braken koffers open en doorzochten deze snel. Zij maakten o.a. een drie meter lang paarlen- snoer, een briljanten broche van platina, twee oor hangers van drie centimeter lange smaragden en vele andere kostbaarheden buit, tot een totale wnardo van 300.003 Schilling. Aangezien men redenen heeft om aan te nemen, dat de daders naar Berlijn zijn vertrokken, heeft de Weensche recherche de mede werking "der Berlijnsche politie ingeroepen. Een waterkelder uit de zestiende eeuw. Dezer dagen heeft men te Dokkum een merkwaar dige ontdekking gedaan. Bij graafwerken stootte men op een gemetseld gewelf, dat bij nader onder zoek een waterput bleek te zijn. die waarschijnlijk in verbinding stond met de eeuwenoude Fotsepomp. Met het oog mede op mogelijk verband met den St. Bonifaciusput heeft prof. Titus Brandsma ter plaatse een onderzoek ingesteld. Als resultaat daarvan is, zoo vernam de „Msb.'\ als vrijwel zeker gebleken, dat het gevonden gewelf ccn watcrkelder is, die heeft behoord bij een huis, dat in 1590 is gebouwd. Deze kolder was inderdaad verbonden met de Fotsepomp, doch daarentegen stond hij in geen enkel verband met de gebouwen van bet vroegere kloos ter, waartoe de Fetsepomp wel behoorde. Voor duizend pond aan juweelen in tele fooncel laten liggen. Londen. Een reiziger van een Londensche im portfirma, Kent heeft bij Scbtland Yard aangifte cc- daan dat hij bij het telefoneeren in een publieke tele fooncel in Great Portland Street zijn koffer had neergezet en had vergeten weer mee te nemen. Kort nadat hij de cel had verlaten, herinnerde hij zich echter zijn verlies en haastte zich terug, want de koffer bevatte o.a. voor een wnardo van ongeveer 1000 pond sterling aan juweelen De koffer was lot zijn ontsteltenis toen echter reeds verdwenen. Do politie stelt een onderzoek in. wedstrijden betreden, maar volgens het contract met den K.N.S.B, mag het beroepsrijden onder geen beding ondor de vleugelen van den IJ.H.N. worden betrokken. Uitgaande van deze statuten, die het werk en de werkingssfeer ten nauwste omlijnen, heeft het be stuur van den B.IJ.N.H. dan ook geen oogenblik ge dacht aan eventueele concurrentiegevoclens die van de zijde van den IJ.H.N. konden opwellen. Dat dergelijke ideeën bij de heeren Stikkel, Cloeck c.s. wel hebben postgevat, blijkt uit de belegde spoed vergadering te Alkmaar. Dit mag de heeren orga nisatoren van den B.IJ.N.H. echter niet doen terug komen op hun weg De tijd van denken is voorbij, aldus Mr. Eecen, en nu komt de periode van daden. En de eerste daad was de oprichting van den B.IJ.N.H. De bond is er al en 10 November zal blijken wie zich achter haar scharen. De Amsterdamsche IJsclub was een der eersten die adhaesie betuigde. BUITENGEWONE VERGADERING IJ. H. N. De ijswereld loopt warm! Dat de IJ.H.N. zeer terecht voelt dat de algemeen aansluiting bij den B.IJ.N.H. zie ons onderhoud met Mr. Eecen voor de meesto clubs reden kan zijn om voor den IJsbond Hollands Noorderkwartier te bedan ken bewenst wel de prijzenswaardige activi teit van den heer Cloeck uit Alkmaar op de IJsclubvergadering te Nieuwe Ntedorp. Niet onverwacht komt dan ook het bericht dat de IJ.N.H. voor Zondag 4 November een buitengewone ledenvergade ring heeft belegd te Alkmaar. Op de agenda staat onder meer: Voorstel van het bestuur om de gelegenheid te ope nen, dat de IJ.H.N, gaat organlseeren wed strijden op de korte baan. In verband daar mee wijziging der statuten en van het Huis houdelijk Reglement. De IJ.II.N staat hier o.i. voor een groot keerpunt Blijft zij op den ingeslagen weg voortgaan, met haar ongetwijfeld nuttig werk, van den aanleg van interlocalc schaatswegen en de bewegwijzering van de diverse slooten en vaarten, dan vreezen we toch een langzaam krimpend ledental bij het bestaan van den B.IJ.N.H. Slaat rij'den weg van de wedstrijdsport In op de korte baan voor beroepsrijders, ja dan kan zij wellicht, als zij goede leiders be- rit, de doorvoering van den B.IJ.N.H. voor komen, maar dat ral automatisch meebren gen statutenwijziging en danrdoor verbre king van het verband met den K.N.S.B. W£ zullen morgen eens hoorenl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 14