Si Niette
de kindervriend..
Toen het eindelijk winter was.
om met zijn broer en zus mee te kunnen
glijden.
Juist op het oogenblik, dat Hans en Ro-
sy weer samen over de baan gleden, za
gen zij hun moeder voor het raam staan.
Hans wuifde haar vroolijk toe, terwijl moe
der lachend haar drietal gadesloeg.
Toen het eindelijk tijd was om naar bin
nen te gaan, bespraken zij vast, wat zij
den volgenden dag zouden doen, als het
door bleef vriezen, want de kinderen wa
ren groote liefhebbers van de wintersport.
Even voor het eten kwam vader thuis,
met sneeuwvlokjes op zijn jas en toen de
kinderen naar buiten keken, zagen zij dat
liet tamelijk erg sneeuwde. Maar het was
van die dunne, natte sneeuw, van die vlok
jes, die dadelijk weer wegsmelten.
Den volgenden morgen, toen zij naar
school gingen was de heele weg dan ook
een vieze modderpoel, terwijl dc vorst ook
gedaan was. De kinderen moesten zich
dus na schooltijd maar thuis amuseeren,
wat ze heelemaal niet erg vonden, want
zij waren druk bezig om een lijst op te
maken van alle boeken, die zij hadden. Ze
gaven elk boek een nummer en na het hee
lemaal te hebben nagezien of er niet iets
moest worden vastgeplakt, of dat alle vel
len wel goed vastzaten, kreeg ieder boek
een nieuwe kaft met een mooi etiket er op,
waar niet alleen het nummer van de lijst,
maar ook de naam van het boek en van
den schrijver opkwam te staan, terwijl zij
op den rug alleen het nummer zetten. En
daar zij met hun drietjes den heelen
avond aan de boeken werkten, wat heel
gezellig was, schoten zij een heel eind op.
Ook nu nam Hans weer een stapeltje
boeken van de plank, toen hij tot zijn
groote blijdschap zijn ijsmuts daar achter
zag liggen. Wat was hij blij, dat deze weer
terecht was, hij had nu ondervonden, wat
slordigheid lastig kan zijn.
WISTEN JULLIE AL
dat in de stad Temisvar een conser
vatorium voor zigeunermuziek opgericht
is? Men rekent ongeveer 40.000 zigeuners
daar onderwijs te kunnen laten genieten.
dat een sparreboom ongeveer 20.000
paar zijden kousen levert?
dat de Duitscher nu jaarlijks (pet
hoofd) 50 liter bier drinkt, terwijl het er
vóór den oorlog 90 liter waren?
dat driekleurige katten nooit katers
zijn? Het zijn altijd poezen, en het volk
zegt dat zij ongeluk brengen.
wanneer jullie ons óók eens zooiets over
jullie-zelf, en jullie pleziertjes schreven.
Als jullie het netjes schrijft, en het ook ge
zellig en leuk is voor de andere lezers en
lezeresjes, dan kunnen wij misschien de
aardigste en vlotste ervan in do krant af
drukken. Zou je dat niet leuk vinden?
OPLOSSING VAN: Een Jongen teekenen met een priktoL
Aardige gebruiken
door
Tom Welleken (11 Jaar).
EEN PAAR KLEINE HANDWERKJES
VOOR KERSTMIS.
Voor handige meisjes...
Hieronder volgen een paar nieuwe steek
jes, die je goed kunt gebruiken om Kerst
cadeautjes mooi te versieren. Ze worden
nu alvast opgegeven, dan kun je er al aan
beginnen. Anders is het zoo haast-je rep-
je, en dan worden de steken ook niet net
jes. Jullie ziet op het plaatje, hoe je de
naald moet bewegen.
a. Bij deze steek staat het erg leuk om
een witte en een gekleurde draad samen
te nemen, en dan een andere kleur te ge
bruiken om over die beide anderen heen
te steken, zooals je het op het plaatje ziet.
Je moet er wel voor zorgen, dat het mooie
kleuren zijn!
b. Deze steek noemt men de Rocmecn-
sche steek, waarvoor je meerdere kleuren
kunt nemen.
c. Dit is een knoopsgatensteek.
d. Deze ziet er een beetje ingewikkeld
uit, maar hij is eigenlijk heel eenvoudig.
Oefen je maar eerst een paar maal, dan
zal het wel gauw gaan. Op wollen stof kun
je er aardige effecten mee bereiken.
e. Deze steek kun je ook goed op wol ge
bruiken.
Je ziet dat de vorm van dit voorbeeld een
thee-muts is. Je kunt natuurlijk ook thee-
aanpakkertjes maken, kussens en tasch-
jes.
dat de grootste kaasmarkt zichi in
Holland bevindt? Meer dan 300.000 kilo
gram kaas wordt op een marktdag ver
kocht
dat op de menschen een last van
ongeveer 20.000 kilogram rust? Zooveel
weegt n.1. dc luchtkolom die op ons drukt.
ELLY OLIESLAGERS.
De laatste weken vóór Kerstmis worden
üe dagen hoe langer hoe korter, en de
nachten hoe langer hoe geheimzinniger.
In de huizen hangt een geur van amande
len en van kruiden, de kinderen hebben
roode wangen en glanzende oogen. De kas
ten zijn opeens afgesloten, maar bonte wol
draden en houtspaanders verraden de
werkplaatsen van het Kerstkindje.
Elk feest heeft altijd een voorlooper. En
de voorlooper van Kerstmis is St. Nicolaas.
Er is een aardige legende geweven om deze
Heilige, die 300 jaar nó Christus Bisschop
van Myra was. Myra ligt in Klein-Azië,
zooals jullie misschien wel weet. Sedert
do Ode eeuw vindt men zijn naam op de
christelijke kalender aangeteekend.
Wanneer St Nicolaas verwacht wordt,
zijn alle kinderen, groot en klein, in bange
verwachting. Do Heiligo is een kinder
vriend, maar zijn knechtje Piet heeft een
harde roede bij zich voor de stoute kinde
ren...! Maar meestal, al kijkt hij' eerst nóg
zoo boos, grijpt de goede man al gauw in
de groote zak, die Piet voor hem draagt
Wanneer hij binnenkomt, vraagt hij eerst
altijd belangstellend of de kinderen wel
zoet geweest zijn. Hij laat vaak alle kinde
ren bij zich komen, en soms mogen ze ook
een liedje zingen. Sint moet altijd veel te
gauw weg, maar hij heeft heel veel kinde
ren op te zoeken, véél meer dan toen hij
zijn loopbaan begon. Het is wel jammer dat
Sint maar zoo kort kan blijven, want je
ziet hem dan in een heel jaar niet, maar
ja, dóór is niets aan te doen! Niet altijd is
hot zelfs mogelijk, dat Sint persoonlijk bij
de kinderen binnenkomt. Hij rijdt dan over
de daken, cn Piet gooit een voor een de
geschenken door de schoorsteen naar bene
den. Of wanneer de kinderen haver voor
die goeie schimmel in hun schoenen heb
ben gedaan, klimt Piet handig door de
schoorsteen naar beneden en legt in de
plaats van het hooi of de haver, iets lek
kers in de schoen. Soms komt Piet ook
lang vóór het Sint's verjaardig is, hooi uit
de kinderschoenen halen, maar heusch niet
altijd, want dan zou hij het veel te druk
hebben, en niet klaar komen met het in
pakken van geschenken voor den dag, dat
Sint écht jarig is. Je moet nooit vergeten,
dat Sint en Piet maar met zijn tweeën
zijn.
De kinderen in Engeland hangen hun
kousen onder de schoorsteen, 's Morgens
zijn die kousen dan propvol, en de ver
langlijst steekt allang in de zak van „St.
Claus", die de wenschen overbrengt aan
het Kerstmannetje.
Sint brengt altijd allerlei lekkers mee,
dat je dan ook alleen op zijn verjaardag
eet; anders nóóit. Op sommige van die lek
kernijen zie je zijn eigen portret, soms met
Piet samen, do schimmel en de... roe! Pe-
pernooten heeft hij ook altijd bij zich, ook
speculaas, maar dat is zoo'n bijzonderheid
niet, die eet je het heele jaar door. Maar
lekker is het toch... nou!!!
De appel die Sint ook altijd bij zich
heeft is van bijzondere beteekenis. Wan
neer men n.1. spiraalvormig schilt, die
schil drie keer boven het hoofd in de
rondte draait en hem vervolgens wegwerpt
ziet men dc beginletter gevormd van de(n)
toekomstige (n) echtgenoot (e).
Zoo is het feest van St. Nicolaas een
speciaal festijn voor de kinderen. Zoo wós
het ook, en zoo zal het in de toekomst zijn!
Ja, mijn beste vriendin, dat is de kleine
liont-gekleurde mondharmonica, die ik in
Amsterdam gekocht heb.
Ik herinner me nog precies, toen lk hem,
of liever hóór, kocht Ik was voor een paar
dagen in Amsterdam, en ik had van mijn
vader tien gulden gekregen, maar daar
moest ik dan ook alles voor doen. De reis,
een paar nieuwe zolen voor mijn laarzen,
cn mijn wasch naar huis sturen, en nog
een heelcboel meer. En ik had beloofd om
niet alles uit te geven, maar toen ik langs
een muziekhandel kwam, en daar die
mooie harmonica zag liggen...o, wat bleef
ik er lang staan! Ik begreep niet dat de
menschen maar zoo haastig dóórliepen, in-
plnats naar dat fijne instrument te kijken.
Kr lagen ook nog prachtige violen en an
dere muziek-instrumenten, maar voor mij
was die harmonika de mooiste. En ik be
dacht, wat fijn het zou zijn, wanneer ik
hem, hóór, zou bezitten, wanneer hij, ik
bedoel zij, écht van mij zou zijn, en ik er
net zoo dikwijls op kon spelen als ik wou.
Eindelijk liep ik door. Maar ik was nog
maar een paar meter verder, toen ik te
rugliep. En ik stapte pardoes de winkel
binnen, en... kocht de harmonica! Hij kost-
to twee gulden. Het was ook zoo'n erge
mooie, maar ik heb er nooit spijt van ge
had. Hij is nu al drie jaar oud, en er is
al een heeleboel mee gebeurd. Een paar
keer is hij in het water gevallen, en eens
heeft de meester hem achter gehouden, om
dat ik niet opgelet had. Maar het was al
leen maar, omdat ik een nieuw wijsje in
WAAR DE IJSMUTS VANDAAN
KWAM.
door
ALINE WESTON.
Plotseling viel de koude in en de kin
deren, die zoo lang mogelijk met hun bloo-
te hoofd liepen, hadden zoo'n koude aan
hun ooren, dat zij hun ijsmutsen opzochten
en gingen dragen, een dikke jas cn hand
schoenen aantrokken. Nu was Hans op zijn
kleerenkast niet bepaald netjes te noemen,
met het gevolg, dat zijn ijsmuts zoek was.
Met hun drieën hadden zij dc heele kast
nagezocht, maar zonder resultaat. Hij moest
zich dus met een pet behelpen, doch dat
gaf hem niet veel voor zijn ooren. Dio wa
ren dan ook na een wandeling blauw en
paars.
Alleen Fidel, die scheen van de koude
heelemaal geen last te hebben, want als de
kinderen naar school gingen, sprong hij
vroolijk voor hen uit, tot vlak bij het school
gebouw. Hij wist precies, dat hij daar niet
binnen mocht komen. Hij begreep wel niet,
waarom de kinderen daar dan wel in-
mochten, doch daar alle onderstellingen
hem nooit iets gegeven hadden, had hij
er zich maar bij neergelegd en als Ton te
gen hem zei, dat hij terug moest gaan
naar huis, dan ging hij ook altijd dadelijk.
De koude hield echter aan en do kinde
ren holden dan ook 's morgens naar
school om tenminste niet bevroren aan te
komen.
Integendeel, doordat het nogal een eind
je was, kwamen ze altijd flink warm bij
de school, zelfs hun vingers tintelden niet,
waar een heeleboel kinderen zoo'n last
van hadden. Er waren wel kinderen in de
klas, die huilden van de pijn, als hun vin
gers begonnen te ontdooien.
Doch ondanks de kou, die eigenlijk meer
door den snijdenden wind kwam, die
scherp uit het Oosten woei, waren de
grachten nog niet bevroren. lederen mor
gen keken de kinderen gauw of er al ijs
begon te komen, want dan kon je ten
minste heusch van een winter spreken,
doch hun geduld werd nog wel een tijdje
op den proef gesteld.
Een glijbaan.
Eindelijk, een paar dagen later, toen de
kinderen op een middag uit school kwa
men, was de wind gaan liggen en waren
plotseling alle plassen op straat bevroren.
Dc grachten nog niet, dat ging niet zoo
heel erg vlug, daarom besloten Hans en
Rosy dadelijk een glijbaantje te gaan ma
ken en liepen vlug tot vlak bij hun huis.
Daar was een groote plas midden op den
weg en jawel hoor, ook die lag heelemaal
dicht.
Eerst ging het achter elkaar aan, toen
met hun tweeën. Ton, die eerst zijn vriend
Bert naar huis had gebracht, holde terug
Noot van de Redactie:
Dit stukje heeft Tom Welleken ons ge
stuurd, en wij vinden het zoo'n aardig idee
van hem, dat we het hierbij publicceren.
En nu zouden we het zoo aardig vinden,
mijn hoofd had. Nou, gelukkig kreeg ik
hem gauw weer terug.
Hij... ach nee, zij bedoel ik, is heelemaal
niet mooi meer. Het lak is er voor een
goed deel af, en hij zit vól builen. Maar ik
houd nog zoo veel van haar als in het be
gin. Zij is cn blijft... mijn beste vriendin!