THUIS Kantongerecht te Alkmaar. Maandag 24 December 1934. SCHAGER COURANT. Vierde Blad. No. 9624 Kerstmisgedachten. Verdrijf die Kiespijn! AKKER.CACHETS HET kleedingstuk, dat er op straat het meest op aan komt, is: de mantel. Naar mate de dagen korter en kouder wor den zijn de mantelpakjes verdwenen; soliede wintermantels hebben hun plaats ingenomen. De keus op dit gebied is dezen winter groot. Stoffen, modellen en kleuren loo- pen uiteen. Maar vanzelf spreekt dat de wollen man tel toch het laatste woord houdt en het allerlaatste blijven aan de langharige (Angora) weefsels. De mees te mantels hebben dit jaar breede revers, zóó breed vaak, dat ze met een knoop tegen den schouder wor den vastgehecht. Vele wollen mantels, vooral de meer gekleede, bezitten een keepje, dat de schouders om sluit en ter hoogte van de ellebogen eindigt En alle, of bijna alle, markeeren de taillelijn. Het spreekt vanzelf dat u zich ook bij het kiezen van een wintermantel door overwegingen behoort te laten leiden, die met de karakteristieken van uw fi guur en uw persoonlijkheid nauw verband houden. Bent u wat smal over de schouders? Dan zult u zich een mantel aanschaffen, die om de heupen be hoorlijk „plakt", maar daarentegen om den hals ein digt in een breeden kraag met twee of drie volants. De hoed zal daarbij weer heel klein zijn; een toque van fluweel of gladharig bont doet het prachtig. Maar is uw rug misschien een beetje, een héél klein beetje rond? Dan kunt u dezen winter van geluk spreken. Want talrijke mantels zijn er, die op den rug bijna evenveel bloezen als van voren. Het meerendeel van deze mantels heeft een sluiting op de heup; het ont breken van knoopen op borst en rug geeft de draag ster een bijzondere, exotische aantrekkelijkheid. Zijn uw heupen wat krachtig ontwikkeld? Schaf u dan een mantel „a la Russe" aan, die dit kleine gebrek netjes verdoezelt en waarbij uw „Russian boots" bij zonder goed passen. Maar niet alleen tegen de koude moeten wij gewa pend zijn. Van koude is nog niet veel sprake geweest en de bontjassen hangen tot dusver ongebruikt in de kasten. Maar regenen doet het en een goede regen mantel is dus een strikt noodzakelijk bezit. Een aantal jaren geleden was een regenmantel een kleedingstuk, dat ons er niet aantrekkelijker op maakte. In zoo'n mantel roken wij naar caoutchouc en wat de kleuren betreft die hielden het midden tusschen vuil-geel en ziekelijk-groen. Later kwamen er aardige tinten, rood, paars, blauw, enfin, al wat u wilt. De periode der sombere groezeligheid was tenminste voorbij. Maar nu, eindelijk, zijn wij zoover, dat een regenmantel een even coquet kleedingstuk als iedere andere mantel kan zijn. Het best is een regenmantel te kiezen van wollen „duvetine", dat waterproef gemaakt is. Die mantels zijn er in de vroolijkste kleuren en hebben wij die op een grauwen regendag niet juist noodig? Merkwaardig is, dat tal van regenmantels, vooral die van leder, waarvan de kragen, de revers en de mouwopslagen vaak van fluweel zijn, trois-quarts- mantels zijn, die de rokken dus maar voor een klein gedeelte bedekken. Dat geeft ons wel een sportieve allure, maar wij zullen toch goed doen er bij het kiezen van een rok op een druilerigen dag rekening mee te houden. En zóó sportief zijn de meesten van ons nog niet, dat ze het buiten een paraplu kunnen stellen. Het heeft wel een zekere bekoring de koude waterdraden, die de wolken met de aarde verbinden, met je neus door te snijden, maar de schrik slaat om je hart als je aan je hoed denkt of misschien aan de ruïne waaraan je je netjes-gepenseelde wenkbrauwen bloot stelt. Neen, een paraplu blijft een noodzakelijk kwaad! De regenschermen zijn dit seizoen niet zóó Klein als het vorige. Ze dragen nog wel den naam Tom- pouce, ze hebben een korten stok, soms van door schijnend galalieth, en het einde van dien stok steekt niet meer dan drie centimeters boven het „dak" uit. Maar de afmetingen van het dak zijn opnieuw om zoo te zeggen: normaal. Aan de paraplu van eenkleurig satijn wijn- droesemrood, smaragd-groen of zwart wordt op het oogenblik de voorkeur gegeven. Voor de morgen uren is ook een Schotsche paraplu, waarvan de kleu ren in overeenstemming met die van den mantel gekozen worden, zeer aan te bevelen. De grepen der stokken verbergen niet meer, als eertijds, poeder- doosjes, horloges en andere nuttige voorwerpen. De ^manche-surprise" behoort tot het verleden. Wie zich liever niet met een handtasch belasten, vinden een bergplaats in de nieuwe moffen van- bont, fluweel en wollen stoffen die in hun voering een ruime zak hebben, die gemakkelijk een scheeps lading toiletartikelen bevatten kan. Die moffen com- pletecren onze winteruitrusting op straat. Maar we zijn niet altijd op straat. Als de wind om de straathoeken giert, als de regen kletterend tegen de ruiten slaat, dan is het verrukkelijk met een boek bij een knappend vuur den avond te verdroomen. Om van zoo'n avond thuis ten volle te genieten is het noodig een gemakkelijk „vêtement d'intérieur" te be zitten. Zoo'n echto huisjurk, die men gemakkelijk zelf kan maken, moet warm zijn en comfortabel. Zij moet vooral niet knellen aan de armsgaten, zij moot hoog om den hals sluiten, maar een kraag hebben, die gemak kelijk kan worden omgeslagen. Zij kan van wol zijn of van fluweel en de eenvoud er van kan worden opgevroolijkt met een ceintuur, die op zij een breede strik vormt. Intusschen, men is niet altijd al leen. Vrienden, vriendinnen komen en niet altijd kan men die in het sans géne van een huiskleed ont vangen. Vreest men bezoek men behoeft het niet altijd te vree- zen!—- dan doet men beter zich in een „déshabillé" te kleeden, dat comfort aan elegantie paart. Déshabillés zijn in het algemeen vrii sterk gedecolleteerd en de mouwen zijn wijd, maar kort mouwen, waarmee je thee schenken kunt zonder de kopjes van de tafel te vegen. Satijn is voor déshabillés zeer ge schikt, maar ook mousseline en linnen komen in aanmerking. Dezer dagen zag ik twee déshabillés, die ik bijzonder bewonderd heb. Het eerste was van zwart mousseline, het décolleté was rond, vrij laag in den rug, de rok had diepe rechte plooien en het ge heel werd opgevroolijkt door een breede oranje cein tuur. Het andere had een fond van kastanjekleurig linon, waarover een stroogele tuniek gedragen werd. Een pretentieloos déshabillé schept sfeer. Enkele weken geleden bracht ik op haar uitnoodiging, een bezoek aan een dame, die ik betrekkelijk weinig ken de. Zij ontving mij in een modieus avondtoilet, waar bij mijn simpele blauwe jurk heel povertjes afstak. Ik voelde mij erg ongelukkig een vrouw voelt zich nu eenmaal ongelukkig in zoo'n geval ik be vroor, en den gehcelen avond wilde het ijs niet tus schen ons breken, ofschoon wij ons beiden veel van deze ontmoeting hadden voorgesteld. Niettemin heb ik haar, omdat ze toch eigenlijk wel een aardig vrouwtje was, opnieuw een bezoek gebracht. En dit maal ontving ze mij in déshabillé, sans gêne, zoo als men een goede vriendin ontvangt. Ik voelde me dadelijk meer tot haar aangetrokken, mijn koelheid smolt en weldra praatten we over duizend en één din gen, zonder terughouding, als twee vrouwen, die voor elkaar geen geheimen willen hebben. Dat kan een déshabillé doen: een sfeer van har telijkheid en vertrouwen scheppen. En daarom zal iedere dame, die wel eens gasten heeft, voor wie zij zich niet in plechtstatig avondtoilet behoeft to ste ken, maar die zij toch met zekere onderscheiding ontvangen wil, goed doen zich een paar déshabillés aan te schaffen, die elegantie en huiselijkheid op ge lukkige wijze vereenigen, GERTRUDE. *t Zijn weer de dagen van Kerstmis, als lood hangt een kilnatte mist, niets wijst er op dat 't nu feest is, want 't is of men iets ervoor mist. Geen sneeuwlaag zoover als 't oog r.eikt, geen zon die 't glinsterend beschijnt, maar 't lijkt of t leven nu wegwijkt, of vreugde in mistwolk verdwijnt *t Is of natuur ons wil dwingen te denken aan ernstige dingen; in deez' dagen op 't feest van de vrede, herinneren aan 't diep wreede en vreugdeloos leege bestaan, van velen die stil langs ons gaan. Beklemmend stil zwijgen de veldeji, 't is angstig die drukkende rust! zal er gevaar zich gaan melden, en zijn we er ons van bewust? Voelen wij dat voor *t menschdom achter rust zich verschuilt een gevaar? Spant zich geniepig ten spronge-krom de rug van den oorlogsbarbaar? Wolken van mist drijven maar voort, overal wordt ons het uitzicht verstoord; twijfel en angst waart er weer overal, loopen we domweg maar weer In de val!? OF ZAL 'T LICHT VAN GEZOND VERSTAND het misten doen wijken in ieder land! RIEKUS VEUGER. Strafzitting van Vrijdag 21 December. Bergen. 4 GULDEN OF 4 DAGEN WAS DE PRIJS. De koopman Arie G. uit Alkmaar was heden niet present om zijn Berger ventersproces verder te hoo- ren afwikkelen, maar de jonge juffrouw Bertha Ta- mis verklaarde nu, dat de man met het koffertje, die met den veldwachter Boltjes had gesproken, de zelfde persoon was, die bij moeders deur elastiek, garen, knoopen en zoo voorts had gepresenteerd, zoo dat Arie de partij aan zijn pantalon kreeg en tot f4 boete of 4 dagen hechtenis werd veroordeeld. De Kantonrechter nam mede in aanmerking dat de koop man niet altijd de noodige hoffelijkheid betrachtte. Uitgeest. HET GEHEIMZINNIG JACHTGEWEER. Met betrekking tot de spuit, door de veldwachters te Uitgeest bij een nachtelijke aanhouding van een automobilist, de voorm. opziener der Heidemaat schappij A. J. M. B. uit Jisp, thans te Beverwijk, in de auto gevonden en in beslag genomen, verklaarde de rijksveldwachter Tilstra heden, bij het nazien van bedoeld jachtgeweer in de loop versch kruitslijm to hebben aangetroffen, wat z. i. wees op het feit dat nog kort te voren met het wapen was geschoten. De verdachte ontkende zulks en beweerde ook in 't be zit te zijn van een machtiging een schietwapen te mogen houden. Hij verzuimde echter deze machtiging te overleggen. Waar trouwens ook geen vergunning was verleend tot vervoer van dit wapen, was de overtreding voldoende bewezen en werd de heer B. veroordeeld tot f5 boete of 5 dagen, met verbeurdver klaring van het in beslag genomen geweer, wat wel de grootste strop was, al schoot B. er ook nooit mee. Alkmaar. DE BEZORGDE ECHTGENOOT. De werklooze expeditieknecht Jac. A. te Alkmaar, maakte op het voor dergelijke sportexccsscn bijzonder gevaarlijke Verdronkenoord door zijn woest wielrij- den een onzachte carambole met den smid Wolzak, en was deswege bij verstek tot 19 boete of 8 dagen veroordeeld. Thans in verzet gekomen, gaf de jonge man het feit toe, doch verklaarde die waanzinnige haast te hebben ontwikkeld in zijn angst over den toestand van zijn jonge vrouw, die een zeer critieke periode doormaakte en zijn onmiddellijke tegenwoor digheid noodzakelijk was. Op grond van zijn bedroe vende financiën, vroeg de opposant nu een minder Veel jagers zijn der hazen dood. In de groote uitgestrekte en nog weinig bevolkte velden van onzen nieuwenpas aan de zilte baren ontworstelden Wieringer- meerpolder heeft het haas in zulk een groo te menigte haar leger opgeslagen, dat men van heinde en ver komt om op dit kostelijk wjld te jagen. Hierboven drukken wij een foto af van een jachtgezelschap uit Zuid-Holland, bezig om het resultaat van één drijfjacht, die zij een dezer dagen hield, te verdeelen. De buit van ruim zeventig langooren be wijst wel de groote wildrijkdom van dit nieuwe gebied. Neem die zenuwprikkeling weg en na 'n kwartier... weg is ook de pijn I Dal wonder voltrekken 1 of 2 i Volgent 'KM' ven Apotheker Dument "AKKERTJES" zware boete, aan welk verzoek de Kantonrechter tege moet kwam door de straf tot op de helft te reducee- ren. S c h o o r 1. WAT MEER BELEEFDHEID OP DEN RIJWEG GEWENSCHT. Een al te haastige automobilist R. II., gaf op den Kanaahveg nabij Schoorldam niet de primeur aan het van rechts den spoorbrug afkomend motorrij tuig. bestuur door den heer P. Jansonius uit Den Helder. Door sterk remmen kon deze bestuurder een aanrijding voorkomen, doch door de schok veerde een in zijn auto zittende dame met het hoofd door de voorruit, die verbrijzeld werd, terwijl de dame aan neus en lip werd verwond. De hoer Jansonius was zeer billijk en bracht niet meer dan f8.50 schade voor de gebroken voorruit in rekening, maar de Kan tonrechter deed hel niet minder dan voor f 15.boete of 15 dagen. Petten. DE REDDENDE ENGELEN. Het gebeurt niet veel dat veldwachters de taak' van reddende engelen vervullen, doch vandaag kwamen zij juist op tijd om den dijkwerker Jan S. ie Petten een vrijspraak te bezorgen. Jan had met zijn hondje aan den duinkant gezeten en dit vurige dier was een voorbij huppelend konijn nagehold op 't moment, dat de veldwachters G. Visser en v. d. Heijden in aantocht waren. De dijkwerker werd als- nu gecalangecrd. omdat hij zijn hond niet tijdig had teruggeroepen, wat door hem evenwel werd ont kend. Inmiddels waren echter de verbalisanten om een andere reden in het gerechtsgebouw gearriveerd en onderschreef de rijksveldwachter Visser vrijwel de verklaring van den verdachte, zoodat verdere aanhouding niet noodig bleek en Jan S. werd vrij gesproken. Bergen. WANNEER ZULLEN WE EENS TUNNELEN? Het gemis aan een behoorlijke tunnel aan den drukken overweg bij de Fabrieksgracht en Berger- weg doet zich op vele zittingen van het Kantonge recht gevoelen. Thans was het weer de handelaar Th. J. S. uit Bergen, die in den avond van 4 No vember te laat bemerkte dat de boomen werden, neergelaten en met zijn wagen tegen die boomen aanreed, waardoor voor beide partijen schade werd teweeggebracht De heer S. stelde natuurlijk voor de man die van twee kanten de klappen kreeg, doch trachtte de overtuiging te vestigen, dat de schuld lag aan de treurige verlichting en de onvoldoende waarschuwingen. Dit mocht hem echter niet geluk ken. doch de straf was zeer gering en werd bepaald op slechts f5 boete of 5 dagen. Petten. EEN MISVERSTAND. De arbeider II. Sch. uit Petten zou een kameraad assisteeren en had op zich genomen, de door hem uitgezette aalfuiken te inspecteeren. Hij werd ech ter overvallen door den Rijksveldwachter G. Visser, die constateerde, dat de fuikonlichter niet in het bezit was van acte noch vergunning, zoodat pro ces-verbaal werd opgemaakt en de fuiken in be slag genomen. Gelukkig kon thans echter de heer Sch. onder medebrenging van don pachter, aantoo- nen. dat hij volkomen ter goeder trouw was ge weest, zoodat slechts f 1 boete of 1 dagen werd op gelegd en de fuiken aan den eigenaar Rozing wer den teruggegeven. Noordscharwoude. EEN ONAANGENAME ONTMOETING. De slager Bouke Kos uit Noordscharwoude. die op 1fi October in gezelschap van zijn dierbare 50 procent 'n autotochtje maakte, werd op den Bovenweg onder Oudorp zoowat op zij geveegd door een geweldige 6-wielige tractor met trailer, zoodat een beschadi ging van zijn wagen het gevolg was De bestuurder van de tractor. A. J. R.. uit Zaandam, had zich he den wegens ziekte door een gemachtigde doen ver tegenwoordigen en werd na de onvermijdelijke pro en constra besprekingen veroordeeld tot 17.50 bocto of 5 dagen. Barstngerhorn. HET LAMPJE DAT DEN GEEST GAF. De Jeugdige veehouder Hendr. S. uit Barsinger- horn had nog een kilometer of 8 te vreten toen op den Schagerweg in de Zijpe zijn lampje doofde. TTil waagde het er op, onverlicht verder te peddelen, maar Fortuna was niet mèt, maar de veldwachter tégen hem. 3 gulden boete of drie dagen. H e i 1 o o. HALF SLAPEND OP ZIJN RIJWIEL. D. Duitsche chauffeur Joseph B. te Heiloo was volgens zijn opgaaf, na een arbeidsdag van 4 uur 's morgens tot 's nachts half 12. half slapend, op het stuur van zijn fiets hangend, naar huis gepeddeld. Op zijn borst zou hij een soort zaklantaarntje heb ben hangen en een reflector was niet aanwezig, zoo dat 'n paar veldwachters die in het Heilooör bosch op stroopers loerden, hem voor een verdacht indivi du observeerden en den hond op hem afstuurden* Hij werd daarop aangehouden en ter zake het ge brek aan liehtmateriaal tweemaal bekeurd. De Duitscher stond heden terecht en toonde zicli niet bepaald gesticht over zijn avontuur met da heeren veldwachters. Gelukkig maakte de kanton» rechter het 'n beetje met dezen buitenlandschen concurrent op de arbeidsmarkt en veroordeelde hem tot 2 keer f2 boete of 2 keer 1 dag. Egmond aan Zee. DE TROUWE COMP ARANTEN ONTBRAKEN WEER NIET. Een drielal Egmonders. Jan Sch., Jan V. en Jacoft de Gr., vertegenwoordigden heden de stroopersaf- deeling. Klaas en Jan hadden ongerechtigd gewan deld in de Prov. Duinen en Jaap was aangetroffen in het Jachtveld met een carbidlantaam. Maar hoe wel alle drie toegaven op de konijnenjacht to zijn geweest, gaven geen van drieën de ingebrachte be schuldigingen toe en zal op 11 Jan. a s. een nade# onderzoek volgen. v y v

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 13