•!e •Iroote
ergissing
Gemeenteraad Winkel.
Afscheid Burgemeester Koster.
HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent - voor Ragout
Vergadering van den Raad op Donderdag 27 De
cember I!XH. des middags 2 uur.
Voorzitter do heer D. Brugman, loco-burgemeester,
secretaris de heer A. de Ridder.
Afwezig is de heer Kamp wegens ongesteldheid.
De Voorzitter opent deze laatste openbare vergade
ring die dit jaar gehouden wordt, een zeer belang
rijke vergadering, omdat aan de orde zal worden ge
steld het officieelc afscheid van Burgemeester Koster.
De notulen worden onder dankzegging aan den
secretaris vastgesteld.
Bij de mededeelingen wordt verstrekt een lijst van
uitbetaalde looncn in werkverschaffing.
Rij het opmaken der agenda stonden als geplaatst
bekend bij do werkverschaffing 33 personen, als niet
in de werkverschaffing geplaatst ingeschreven 26
personen, waarvan 21 georganiseerden en 5 ongoor-
faniscerden.
>o kosten der werkverschaffing bedroegen f 10.511.37,
waarvan voor rekening der gemeente zal komen
16201.71.
Aan steun word in 1031 uitgekeerd f224324.
Armenzorg vorderde een uitgaaf van f 10.000.
Aan ziekenzorg werd uitgegeven f 1.000.72.
In verhand niet een circulaire van den Minister
van Sociale Zaken, werd in «Ie week van 16—22 Dec.
aan keretgave uitgekeerd f 40.37.
De heer Haven inerkt op, dat de kosten van do
werkverschaffing voor de gemeente zoo groot zijn.
Uit vroegere mededeelingen had spr. begrepen dat do
bijdrage voor de gemeente zou bedragen de meer
kosten van productief werk in vrije bedrijf.
De Secretaris licht toe, dat voor noodzakelijke
kostpn eerst 15 worden afgetrokken en dat van do
overblijvende 85 als werkverschaffing het Rijk
bijdraagt 41 en voor de gemeente overblijft 59
Voor volgend jaar heeft de gemeente een extra bij
drage van 40 aangevraagd.
In verband met de mogelijkheid om van dc Crisis-
Zuivelcentrale kaas te betrekken voor 10 cent per
K.G. ter verstrekking aan werkloozcn en behoeftigen,
is door B. en W. 200 K.G. aangevrnagd.
Ten opzichte van de plannen Inzake sportterrein
en zwembassin, heeft een onderhoud plaats gehad
inet het voorlooplg bestuur eener opgerichte zwomver-
eeniging en met een deskundige, vertegenwoordiger
van den Ned. Zwem bond. Het gevolg daarvan is, dat
de aanvankelijk opgezette plannen een wijziging on
dergaan, waarvan de financieele gevolgen nog niet
bekend zijn.
Inmiddels heeft de Gymnastiekvereniging „Spar-
1a" zich onder bepaalde voorwaarden bereid ver
klaard een jnarlijkscho bijdrage te verleenen van
f50.— per jaar.
God. Staten berichten bereid te zijn een bijdrage in
de looncn te verstrekken, wanneer duidelijk blijkt dat
dit werk als werkverruiming zal worden uitgevoerd.
Ter voorziening in het geven van onderwijs in het
vak wiskunde, na de op wachtgeldstelling van den
heer C. de Wit, onderwijzer aan do School voor Uit
gebreid Lager Onderwijs, worden onderhandelingen
gevoerd.
Ten opzichte van het uitstellen der aflossing van do
leeningen aangegaan t«jn behoeve van do gasfabriek,
gaan blijkens ingekomen schrijven de bezwaren van
Ged. Staten niet tegen dit uitstel, doch daarnaast
wenschen zij de rente dier leeningen verlangd te
zien, zoo noodig door convertle, terwijl omtrent do
jaren waarin niet afgelost zal worden, eenstemmig
heid zal moeten bestaan met de gemeente Nieuwe
Niedorp.
Het komt B. en W. gewensc.ht voor renteverlaging
to bevorderen van alle ten laste der gemeente ge
sloten leeningen. Overleg wordt inmiddels gepleegd.
Een mededeeling van Gedeputeerde Stoten, houden
de mededeeling dat de beslissing op het raadsbesluit
tot het aankoopen van grond van S. Vethman, voor
verbreeding van den weg in Lutjewinkel is aange
houden.
Mededeeling wordt gedaan van het proces-verbaal
van kasopname bij den gemeente-ontvanger op 18
December 1.1.
Ingekomen stukken.
Ingekomen is een verzoek van M. Geevers, N. Wijn,
P. C. Peetoom-Harthoorn, H. Bijhouwer en Jb. Korff
om huurverlaglng.
B. en W. stellen voor dit verzoek, dat na hun ver
gadering is ingekomen, te stellen in hun handen om
advies.
Aldus wordt besloten.
Ingekomen is een verzoek van de Afd. Winkel van
den N.T.B., om in de stounregeling op te willen ne
men die kleine bouwers, tuinders en boeren, wier
inkomen van dien aard is, dat ze onmogelijk tot het
volgend seizoen kunnen rondkomen, zonder in ern
stige financieele moeilijkheden te geraken.
Van dezelfde afdeeling is een verzoek ingekomen
om het komende jaar weder aan de meest behoef
tigen kunstmest te verstrekken.
B. en W. stellen voor beide verzoeken bij de be
grooting te behandelen.
De heer Kort vraagt wanneer die behandeling zal
plaats hebben, want de tuinders hebben nu de hulp
noodig.
De Voorzitter weet niet wanneer de begrooting,
die naar Haarlem ter beoordeeling is gezonden, terug
ontvangen zal worden. B. en W. kunnen echter in
de eerstvolgende vergadering met een voorstel komen
los van de begroot ing.
De heer Kort wijst er op, dat in Anna Paulowna
do kleine tuinders in de gewone steunregeling wor
den opgenomen.
De Secretaris merkt op dat hier zelfs alle werk
loozcn niet in de steunregeling worden opgenomen,
zooals bijv. werklooze bakkers.
Dc heer Van Zoonen zegt dat het schijnt dat de
kleine tuinders enz. zich te Anna Paulowna als
werklooze arbeiders laten inschrijven bij het Ar-
bcidsbemiddelingbureau.
De Secretaris zi^t, dat het gemeentebestuur moet
opgeven wie de laatste patroon is geweest en wat
verdiend is. Maar spr. zal nagaan wat mogelijk is.
Een verzoek van Zuster Van Duijvenbode om de
rijwielvergoeding op f 50 te handhaven zal bij de be
grooting behandeld worden.
Uit een brief van den Raad van State blijkt dat
de zaak J. van Ens, in verband met de herstelling
van onjuiste cijfers weer geheel opnieuw behandeld
zal worden. Besloten wordt dat de zitting niet door
een vertegenwoordiger van de gemeente zal worden
bijgewoond.
De heer Van Zoonen herinnert er aan. dnt door
Van Ens een bijdrage in de vervoerkosten werd ver
zocht van f62 terwijl Ged. Staten besloten dat do
gemeentelijke bijdrage f80 moest zijn. Als men dis
beslissing nagaat begrijpt men niet, dat de heer en
die dergelijke geschillen beoordeelen. en waar een
legio ambtenaren zitten, een dergelijke flater kun
nen maken.
De Voorzitter beaamt dat het gevolg is dat de
ambtenaren van nieuw af deze zaak weer moeten be
handelen.
HET AFSCHEID VAN BURGEMEES
TER KOSTER
Bij brief van den Commissaris der Koningin in
deze Provincie van 5 December j.1. is bericht, dat
met ingang van 1 Januari 1935 aan den heer J. Kos
ter op zijn verzoek eervol ontslag als Burgemeester
is verleend.
Inmiddels is van den Burgemeester zelf bericht in
gekomen, waarin hij mededeelt zich met ingang van
genoemden datum ontslagen acht van de functie van:
Vertegenwoordiger in den Gemeenschappelijke»
Vleeschkeuringsdienst; Lid en Voorzitter der Gas-
commissie; Gemachtigde voor de poldervergaderin
gen; Voorzitter van het Crisis-comité; Lid der schat
tingscommissie; Molenmeester van den Lagelands-
polder; Voorts verzoekt hij ontslagen te worden als
Ambtenaar van den Burgerlijken Stand.
Burgemeester en Wethouders stellen voor, voor
die functies waarvoor ontslag moet worden ver
leend, dit op do meest eervolle wijze te verleenen
en voorts dank te betuigen voor datgene, wat door
hem in allo bovengenoemde functies in het belang
der gemeente is gedaan.
Voorgesteld wordt voorzieningen in bovengenoem
de functies voor zoover die aan den Raad zijn, aan
te houden.
Aldus wordt besloten.
Do Voorzitter leest vervolgens het volgende schrij
ven van Burgemeester Koster voor:
Aan den Raad der Gemeente Winkel,
Mijne Heeren,
Den eersten Januari 1935 zal het oogenblik zijn
aangebroken, waarop ondergeteekende zijn ambt als
Burgemeester Uwer gemeente beëindigd ziet.
Het middernachtelijk uur op 31 December 1934,
waarin de menschheid elkaar gelukkig Nieuwjaar
wenscht en met de gedachten nog eens tevens na
gaat, wat in het gepasseerde jaar is geschied, is voor
inij wel van zeer ingrijpende beteekenis.
Dat oogenblik sluit de werkkring die mij bijzonder
lief was, en welke ik met groote opgewektheid ver
vulde, af, en voor mij ligt de vraag van wat nu?
Mijn langdurige en ernstige ongesteldheid werd
de oorzaak van mijn heengaan en ik zie in dat de
raad der doktoren in dezen een goede raad geweest
is.
Het was in het jaar 1926, op den 16en Maart (be
noemingsdatum) dat ik als Uw burgemeester optrad,
komende uit de gemeente Callantsoog, waar ik ruim
vijf jaren werkzaam was geweest, en waar wij, mij
ne vrouw en ik te midden eener eenvoudige bevol
king zeer gelukkig leefden en zeer veel hartelijk
heid ondervonden.
Hoe zou dat in de nieuwe woonplaats Winkel
zijn? Reeds de eerste entrée, toen wij in deze ge
meente met groote spontane opgewektheid ontvan
gen werden, en uit deze ontvangst en het verder
verloop van dezen feestdag even groote hartelijkheid
sprak, stelde dit ons al dadelijk gerust.
Hoe kon het dus ook anders, dan dat ik ook hier
weer met ongewekthcid mijn werk begon en mijn
best wilde doen d^ belangen Uwer gemeente zoo
goed mogelijk te behartigen.
Ik trof al dadelijk bij het begin van mijn werk
een College van Wethouders, dat met gelijke lust
bevngen was en op zeer te waardeoren wijze mij in
alles ter zijde stond. En deden dit de wethouders
dio ik allereerst aantrof, in niet mindere mate was
dat het geval met hen die nader hunne plaatsen
innamen, Met genoegen denk ik terug aan het wer
ken met ieder hunner zonder onderscheid.
Niet minder was dit hei geval met het geheele
Raadscollcge. De geest toch die in de vergaderingen
heerschte was steeds buitengewoon aangenaam,
onder uitzondering was het hun ernst de zaken zoo
goed mogelijk te behartigen onder waardeering van
elkanders meening. Het leiden van de Raadsverga
deringen was mij inderdaad een groot genoegen en
de verslagen toonden wel zeer duidelijk hoe een
drachtig er werd gewerkt.
En hoe moeilijk ook langzamerhand de vraagstuk
ken die aan de orde kwamen waren, steeds weer
werd na ernstige behandeling een goede oplossing
verkregen. In dit verhand past het mij zeker de
groote werkzaamheid der weihouders te loven. De
laatste tijden toch was de wisseling van voorschrif
ten en wetten zeer groot, en dit gepaard aan de
moeilijkheden, ontstaan door den heerschenden toe
stand, cischte van hun beiden alle belangstelling.
Dit alles te saam genomen doet mij hierbij wijzen
op de groote werkzaamheid van onzen Secretaris,
den heer De Ridder, die in ons viertal gerust ge
noemd mag worden een groote kracht De arbeid ter
secretarie ontstaan uit dc vele nieuwe en gewichtige
vraagstukken tengevolge van den crisis, waren ge
woonweg enorm. Hulde dan ook aan dezen noesten
werker, die op zoo uitnemende wijze ons College ter
zijde stond.
Wij boden Uwen Raad, het is U allen goed bekend,
onze uitgewerkte plannen voor elke vergadering
breed uitgewerkt aan, en ik twijfel dan ook niet of
deze wijze van behandeling had mede grooten in
vloed op dc verdere uitwerking der door ons Collego
aangeboden voorstellen op den gehcclen Raad.
Vele zaken zijn in het tijdsverloop dal ik Uw Bur
gemeester was, afgewerkt. Zeer belangrijke en moei
lijke vraagstukken kwamen in dien tijd voor en is
het mij een genoegen enkele zeer belangrijke geval
len nog eens in herinnering te brengen.
Het toenemende verkeer eischte een krachtiger on
derhoud der wegen en alhoewel daaraan zooveel mo
gelijk werd voldaan, bracht toch do overdracht dor
hoofdwegen aan het Hoogheemraadschap Noordhol
lands Noorderkwartier een prachtige oplossing, waar
mede heel de gemeente, het eens was.
Hot leggen van een geheel nieuw trottoir door het
dorp en de gelijktijdige verbetering van verschillen
de hoeken en bochten;
De aanbouw van nieuwe lokalen aan de beide
schoolgebouwen
De bouw van twee geheel volgens de eischen van
den tijd ingerichte gymnastiekgebouwen, nl. te Win
kel en te Lutjewinkel;
De verhouw van het huis voor ouden van dagen
benevens de moderne inrichting ervan;
Do komst der electricitcit in de gemeente, met het
gevolg van gevoerde actie, dat vrijwel de geheele
gemeente daarvan kon profiteeren;
De aansluiting door finantieele medewerking der
gemeente van zeer veel onrendabele gedeelten der
gemeente aan het waterleidingnet;
kortom tal van grooterc en kleinere verbeteringen
ontstonden.
Intusschen had door de drooglegging van de Zui
derzee eene tijdelijke wijziging van de gemeente
grenzen plaats.
Do Strijd tegen de werkloosheid, welke eenigszins
verlicht werd door de arbeid in hot zoojuist genoem
de drooggelegde gebied, doch aan welken arbeid
naar mijne meening veel te veel moe-t worden be
taald door de gemeenten, die hunne arbeiders er
heen zonden, was zeer zeker en is dat nog wel een
van de moeilijkste problemen. Verder noem ik:
De verbeteringen aangebracht door het Hoog
heemraadschap, door de verlaging der opritten in
den Westfrieschen dijk zoowel voor het dorp Win
kel als aan den Boerensluis, benevens het verbeteren
van verschillende bochten in genoemden dijk, waar
aan in sommige gevallen dc gemeente, haar finan-
tieelen steun verleende;
Het verdwijnen van den Stoomtram Wognum
Schagcn met gevolg van.de terugstorting van een
vrij groot bedrag in de gemeentekas;
Dc voorbereidende plannen der kanalisatie waar
toe door de gemeente eene jarenlange vrij belangrij
ke subsidie is toegezegd geworden;
Subsidieering van het Centraal Ziekenhuis te Alk
maar; kortom een reeks van zeer belangrijke gebeur
tenissen waarin de gemeente in vele gevallen ge
heel en in andere gevallen toch gedeellelijk betrok
ken is geweest en nog is.
In de gemeente heerschte een opgewekt verceni-
gingsleven, dat zeer vele menschen nader tot elkaar
bracht en een hoogst gunstigen invloed op de alge-
meenc ontwikkeling ten gevolge had. Het onderwijs
werd op zeer prijzenswaardige wijze gediend onder
de leiding van den heer B. Span te Winkel en den
heer K. Mulder te Lutjewinkel, welke beiden op lof
waardige wijze werden gesteund door hun mede aan
de school verbonden personeel.
Het U.L.O.-onderwijs is in een krachtige hand en
bereikte zelfs het belangrijke resultaat, dat van de
tien aan het examen deelnemende leerlingen er ne
gen slaagden. Hulde hiervoor aan de Directie en
zijn staf. Aan het geheele personeel der scholen
breng ik volgaarne mijn hulde.
Het gemeentepersoneel zonder onderscheid werkte
op voor mij aangename wijze en verdient daarvoor
dan ook mijn welgemeenden dank.
Nadat ik nog speciaal mijn dank betuig aan het
personeel der gemeentesecretarie, «lat met den heer
de Ridder op zoo flinke wijze en zeer tot mijn ge
noegen werkzaam was, kom ik tot de beëindiging
van dit verhaal.
Vergaderingen van den Raad en de aanwezigheid
van den vertegenwoordiger der Schager Courant gin
gen altijd samen. De verslagen welke de verslagge
ver den Burgerij verstrekte waren altijd buitenge
woon correct en juist. Als Burgemeester geef ik de
verzekering dat ik de aanwezigheid van den verslag
gever op hoogen prijs stelde en wil ik dan ook do
Redactie hartelijk dank zeggen voor dc groote dien
sten, die zij met haar arbeid aan de gemeentenaren
heeft bewezen.
En hiermede neem ik afscheid van U met de hes-
te wenschen voor Uwe gemeente, die mij en mijne
eclitgenoote zeer lief was en blijven zal.
Van harte hopen wij, da tde zoo zwaar drukkende
toestand tengevolge van den crisis zoodra mogelijk
haar keerpunt zal bereiken, opdat de gemeente Win
kel naast, alle anderen weer komen moge tot don
welstand van voorheen.
Aan Winkel's burgerij betuig ik mode namens
mijne vrouw onzen hartelijken dank voor de vele
medewerking en vriendschap, die wij van hun moch
ten ondervinden.
Het ga U allen en Uw fraaie gemeente wel.
Met betuiging mijner hoogachting,
Uw Burgemeester,
J. Koster.
BENNEKOM, December 1934.
Dankbaarheid en waardeering.
De Voorzitter zegt. er straks al op te hebben gewe
zen dat deze vergadering een zeer belangrijke verga
dering zou zijn, in verband met het afscheid van
Burgemeester Koster.
Inderdaad is dit. gebeuren voor Burgemeester Kos
ter van zeer ingrijpenden aard en wordt er voor hem
een werkkring afgesloten, die hij met groote. opge
wektheid vervulde.
Het doet ons leed dat dc langdurige en ernstige
ongesteldheid oorzaak is van zijn heengaan als Bur
gemeester. Hij heeft zoo lang mogelijk getracht zijn
ambt waar te nemen, docli zijn ziekte liet dit niet
langer toe. Gelukkig bleef zijn geest steeds gezond
en Burgemeester Koster was nog altijd bezield met
een onverwoestbaar optimisme.
In zijn afscheidsbrief brengt de Burgemeester en
kele belangrijke zaken naar voren, zaken die inder
daad van groote beteekenis voor de gemeente zijn
geweest. En spr. wijst er op dat voor en aleer die
zaken tot stand kwamen, vele voorbereidende werk
zaamheden reeds waren verricht. Talrijk bijv. waren
de conferenties die plaats vonden voor dat het on
derhoud der wegen aan het Hoogheemraadschap
overging. Spr. kan zich levendig indenken dat Bur»
door
JOAN SUTHERLAND.
35.
..Best," zei Suzanne en ging naar beneden, meer
verbaasd én verwonderd, dan ze zelf wel besefte.
Natuurlijk kreeg men wel eens een zovenmaandsch
kindje, zooals Marilyn had gezegd, maar do ver
pleegster zou er toch zeker niet op hebben gerekend,
nu al te moeten komen. Maar daarin vergiste zo
zich, want een frissche Jonge stem antwoordde haar,
«lat Nurse Downcs zou zorgen, dat zo klaar stond,
als de auto kwam. De dokter, was uit maar kon elk
oogenblik thuis komen cn dan zou men de bood
schap doorgeven. Suzanne liet de boodschappen over
brengen aan Marilyn cn belde Lionels kliniek op.
Ja. Dr. Moroton was er. Zijn vrouw was niet erg
in orde. Of hij zoo gauw hij maar kon, thuis wilde
komen. Best, men zou het hem zeggen. En met dat
bericht ging Suzanne terug naar Marilyn en deed
haar best haar wat op te vroolijketi, tot dc zuster,
wier opgewekt gezicht geheel in overeenstemming
was met haar opgewekte stem, arriveerde.
Zo sprak Marilyn even alleen en kwam toen be
neden, bij Suzanne.
„Alles is in orde met haar. Miss Lanler," zei ze
opgeruimd. „We behoeven den dokter voorloopig nog
niet lastig te vallen. Ik heb Mevrouw Moreton over
gehaald beneden thee te komen drinken. Ze behoeft
zich nergen ongerust over te maken en hoe langer
ze in beweging blijft, hoe beter."
Suzanne knikte.
„Natuurlijk ben ik ongenist. Het ia toch altijd min
«»f meer gevaarlijk voor den tijd, is 't niet? Denkt
u dat alles goed zal gaan?"
„Voor dan tijd f Maar mevrouw Moreton ach
ja. natuurlijk... Maar it moet u maar niet ongerust
maken. Ze is zoo gezond, dat er geen enkele reilen is.
bijzondere moeilijkheden te verwachten. Nu, ik ga
haar even halen."
FEUILLETON
De theetafel stond klaar op het grasveld, vlakbij
het huis, in de schaduw van een grooten kersenboom
en het was er heerlijk zitten. De mooie, oude tuin
met zijn mospaadjes, waarlangs hagepalmpjes groei
den, de glooiende weide en het roggeveld, het strook
je boschland, waartusschen de enkele huizen,
maar een stuk of twaalf van het moderne Oak-
thorpe lagen en dan daarachter de lijn van den At-
lantischen Oceaan, glinsterend in de zonneschijn.
Hier, hoogerop, woei een lekker briesje, de vogeltjes
zongen de bloemen geurden en Suzanne zotte haar
tanden op elkaar en begon tot Marilyn kwam op
echte schooljongensmanier te fluiten om haar ge
dachten af te leiden van alles, wat toch nooit zou
kunnen zijn.
Marilyn kwam bij de theetafel zitten en werd
overgehaald wat te gebruiken en de zuster den tuin
eens te laten zien. Ze was net weg toen Lionel thuis
kwam en Suzanne in den voortuin aan het bloemen
plukken vond.
„Heb Je om me gestuurd?" vroeg hij kort, bij wij
ze van groet. „Hoe ts het met Marilyn?"
Suzanne keek op van het .perk, waarover ze juist
gebogen stond.
„Dc zuster is er, en de dokter zegt, dat hij niet
terug behoeft te komen voor na den eten. Marilyn
lic tme je opbellen. Ze is nu met de zuster in den
boomgaard.'
„Dank je. Ik zal naar haar toegaan."
Hij koerde zich op zijn hielen om en Suzanne nam
haar bloemen bijeen «*n ging er mee naar binnen,
om ze in vazen te schikken. Toen ze daarmee klaar
was, liet ze bij Dawes de boodschap achter, dat ze,
nu mijnheer Moreton thuis was, maar weer ging en
liep vlug den tuin door, bang, dat ze terug geroepen
zou worden. Zo kwam nog net op tijd thuis om zich
voor het diner te kleeden en haar moeder uit tc leg
gen. waarom ze er ni°t geweest was.
Alicla fronste de wenkbrauwen.
„Nu? Wat lastig? Ik zal toch wel kunnen wach
ten tot na het diner, met er heen te gaan?"
„Dat zou ik wel denken," antwoordde Suzanne
droogjes. Alicias kinderen waren nooit gewend ge
weest haar in tijden van ziekte en moeilijkheden
om en bij zich te hebben. „Ze leken me heel tevre
den met den stand van zaken."
„Goed dan. Ik zal Lionel even opbellen. Je moest
maar niets tegen David zeggen. Hij is hier en mis
schien zou hij dan overstuur raken."
Maar die wensch van haar zou niet vervuld wor
den, want David, op weg naar de badkamer, na een
flinke partij tennis, kwam er net aan en had die
laatste woorden gehoord.
„Wat is er? Waardoor zou ik overstuur raken?"
Alicia slaakte een ongeduldigen uitroep, maar ze
moest het nu wel vertellen. En hoewel hij het nieuws
blijkbaar zeer onverschillig opnam, merkte Suzan
ne toch wel aan zijn oogen, dat hij meer ontroerd
was dan hij zijn moeder wilde laten merken. Hij
sprak dien avond weinig, maar tegen tienen kwam
hij bU Suzanne, die juist aan het bridgetafeltjo had
weten te ontsnappen.
„Er is een telefoontje gekomen", zei hij fluiste
rend. „Moreton vraagt of je komen wilt Marilyn
blijft maar om je zeuren. Ik zal je even brengen
met de auto."
*JÜ?"
„Ja. Dacht je, dat het me nu nog schelen kon, wat
hij zegt? Haast je een beetje, Suzanne!"
De auto reed voor het huis en toen ze de hall
binnenkwamen, kwam Lionel uit de huiskamer en
voor het eerst na dien avond in Parijs stonden de
mannen tegeno\er elkaar. David sprak het eerst.
„Hoe is het met haar?"
Lionel verdroeg zijn woedende blik heel koeltjes,
maar zijn gelaat stond hard en hij was heel bleek.
„Alles verloopt naar wensch. Ik verwachtte niet
jou hier te zien."
„Dacht je, dat je me weg kon houden?" antwoord-
do David. „Dacht je, dat je, omdat je haar van mij
gestolen hebt
Vlug ging Suzanne voor hem staan en duwde hem
zacht terug.
„David, doe nu niet zoo dwaas... je bent hier niet
gekomen om te twisten." En tot Lionel. „Je zei, dat
Marilyn me noodig had. Nu, Ik ben er zooals je
ziet."
Moreton boog ironisch beleefd.
„Als David twisten wil, ben ik tot zijn orders,"
zei hij met een flauw glimlachje, „maar ik ben het
met je eens, dat het er nu feitelijk tijd noch plaats
voor is. Ja, Marilyn heeft jo noodig. Ze is boven.n
Hij wilde nog wat zeggen, toen een lange snerpen
de kreet hem deed zwijgen. Boven werd er ergens
vlug een deur dicht gedaan. David hield van schrik
zijn adem in en wendde zich tot Moreton.
„Je hebt gelijk,' zei hij heesch. „Maar vertel me in
Godsnaam de waarheid. Is er gevaar? Ja? Man, zeg
de waarheid!"
Zijn vervallen gelaat, de angst die uit zijn oogen
sprak, ontroerden Moreton diep. Hij vergat alles
behalve de tragedie, die zich thans afspeelde en
legde zijn hand op David's arm.
„Niet meer dan iedere andere moeder", zei hij.
„Dc dokter beweert, dat alles goed gaat. Wil je hem
spreken en het hem zelf vragen?"
David schrok en Suzanne keek verbaasd van den
eèn naar den ander. Want nu sprak weer de oude
Lionel, de man, wien ze haar kinderhartje had ge
schonken jaren geleden op Brillioc de man,
voor wien ze haar hart had uitgestort, die haar
moed en hoop en geloof had hergeven, toen die haar
alle drie dreig«len te ontzinken, dc man, van wien
ze gedaehth ad, dat hij haar lief had; en de wilde
woede verdween uit Davids gelaat, om plaats te ma
ken voor een doodsangst, die hij niet trachtte te
verbergen.
„Wat zou het helpen?" zei hij heesch. „Ze moet er
toch doorheen."
Lionel nam hem bij den arm, ging met hem de
huiskamer binnen, schonk een straffe whisky-soda
en overhandigde die hem.
„Drink uit", beval hij. „Ik beloof je, dat je alles
zult weten, wat ik zelf weet. maar voorloopig valt
er kan er nog niets worden gezegd. Den eersten
keer duurt het altijd zoo lang."
De jongeman nam het glas, dronk het achter el
kaar leeg, trok zijn schouders naar achteren en zag
zijn vriend aan. Maar Lionel had zich afgewend en
staarde nu in den donkeren tuin naar de kalme
blauwe oceaan.
De maan wierp Juist een breede, gouden streep
over het water en naarmate de tijd verliep zou dat
goud ovenloeien in zilver. Eensklaps werd de stilte
verbroken door een gil boven. Een gil. die gesmoord
als het geluid was, toch wreed duidelijk doordrong
tot de drie wachtende menschen heneden.
David smoorde een kreet en greep zich vast aan
de leuning van zijn stoel. Suzanne trad op hem toe,
legde haar hand op zijn arm en sprak zoo kalm ze
vermocht. Maar die onverwachte, door geen con
venties te smoren gil had haar evenwichtigheid
wel verstoord. ..David we kunnen later wel weer
terugkomen," zei ze. „Laten we nu niet blijven. We
we hooren hier nu niet."
Rij het raam maakte T.'onpl een gebaar, als wild"
•hij hen tegenhouden, maar hij bedacht zich en Dav»d
ging gehoorzaam, maar zwaaiend als een blinde
man, mee naar buiten.