ijn man en mijn 1 liiterlijk Keukentj e. Zaterdag 19 Januari 1935. SCHAGER COURANT. Vierde blad. No. 9640 Dwars door de Sahara. AUTOBUS TE WATER. Reist per Poolsche omnibus. Schoonheids- middelen dienen niet om uw on volmaaktheden te verbergen, maar om uw bekoorlijk heden te onder st reepen. „Mijn man wil niet dat ik me een beetje optuig," schrijft mij een vriendin. En zij beklaagt er zich bitter over, dat haar echtgenoot zich zóó een ver klaard tegenstander van haar poederdonsje en haar lippenstift betoont Heeft zij gelijk? Ik geloof het niet. Ik geloof niet dat haar man de tyran is, dien zij in haar brief met felle kleuren afschildert Ik geloof veeléér dat zij ongelijk heeft, dat de schuld bij haar ligt En ik heb haar dat ronduit geschreven. Dat verwondert u misschien? Het verwondert u dat ik, een vrouw, mij niet resoluut aan de zijde van mijn getyranniseerde zuster plaats en dat ik niet, met haar, een „achterlijken echtgenoot die niet begrijpt wat een vrouw in onze dagen toekomt", in het zonnetje zet? Maar...*ik ken dien man. Ik weet dat hij niet achterlijk is. O, heelemaal niet! En ik ken óók mijn vriendin die van overdrijven fyoudt, en niet alleen in haar brieven. Ik weet dat zij maar al té graag een schilderij van zich maakt. En aan schilderijen hebben de mannen het land. Volkomen terecht! Dezer dagen zat ik in een tram. Tegenover mij een dame waarvan niemand zou hebben kunnen uitma ken of ze mooi of leelijk was. Ze zag er intusschen aantrekkelijk genoeg uit. Haar huid was glad en blank, op haar wangen rozigde een fijn blosje, haar lippen waren dieprood, haar nagels glansden als pa relmoer. Maar... al die schoonheid had ze op haar toilettafel gevonden. Hoe zag ze er uit op het oogenblikdat ze voor die toilettafel pla,ats nam? Ziedaar de groote vraag! Had ze misschien rimpels? Was haar huid oneffen, geel, on gezond? Stonden haar oogen vermoeid en had ze wel zóó lange wimpers als op het oogenblik? Waren haar lippen misschien bleek? Had ze een zóó blan ken vollen hals als ze nu schéén te hebben? Het was knap werk, haar „make up" onberispelijk werk, met vaardige en bekwame hand verricht. Over het resultaat mocht ze tevreden zijn en toch... Naast mij zaten twee heeren. Ook hun was de „schoonheid" van onze vis-a-vis opgevallen. En ze konden niet laten er een paar opmerkingen over te maken. Ze spraken zacht, maar ik zat in de volle tram zoo dicht bij hen dat ik niet helpen kon dat ik hen hoorde. „Wat zeg je daarvan?" vroeg de een. Dat „daar van" doelde op de schoone buurvrouw en nog meer wellicht op haar „make up." De ander haalde de schouders op. „Niet onaar dig", zei hij. „Maar vóór ik een oordeel zou kunnen vellen zou ik haar eerst in werkelijkheid moe ten zien. Mij bevalt een vrouw alléén als ze na een water- en zeep-kuur óók nog aantrekkelijk is. Zie je, die vrouwen, die zoo duchtig schilderen, wan trouw ik. Die hebben heel wat te verbergen meestal, en niet veel moois. Anders zouden ze zich niet zoo vol verf smeren, niet waar? Ik zou ten minste niet graag willen, dat m ij n vrouw het noodig had zich zoo toe te takelen..." Is er juister oordeel mogelijk? Ik geloof van niet En ik ben er overtuigd van dat bijna iedere man denkt als mijn trambuurman. Een vrouw, die haar schoonheid op den bodem van haar crême-potten heeft gevonden, kan een oogenblik de aandacht trek ken en zelfs de bewondering gaande maken zij boezemt óók vertrouwen is. Een zeer gerechtvaar digd wantrouwen. En daarom moet een vrouw zich niet van zooveel maa r van zoo weinig mogelijk schoon heidsmiddelen bedienen. Dat maakt het voor ons vrouwen niet gemakkelijk. Het is o zoo eenvoudig iedere onvolkomendheid weg te penseelen en weg te poederen en het is moeilijk jeugd en schoonheid te doen zegevieren en daarbij volmaakt natuurlijk te blijven. Maar onmogelijk is het geenszins. Zie, wij schrijven nu Januari. Het duurt nog eenige maanden vooi de lente en de zomer in het land zijn. Dan zullen wij er zoo goed mogelijk heb ben uit te zien. Want 's zomers hebben wij niet veel te verbergen, wij loopen in laaggehalsde luchtige costuums. De mouwen zijn uit onze blouses verdwe nen en sommigen van ons hebben de kousen door sokjes vervangen, sokjes die hoogstens tot even bo ven den enkel komen. Wat wij ónder onze luchtige japonnetje dragen, is twee zakdoeken groot. En als wij er de kans toe hebben zijn wij in badpak... Van die verrukkelijke zomermaanden kunnen we alleen werkelijk en ten volle genieten als wij ons in alle opzichten leunen aten zien. En zoover kunnen de meesten van ons het brengen! De drie, vier maanden, die vóór ons liggen, geven ons gelegenheid te over aan onze volmaking te arbeiden. Misschien bent u al volmaakt dan kan ik u al leen feliciteeren. Maar misschien ook is er nog wel Een vrouw, die haar schoonheid op den bodem van haar crêmepotten vindt, kan een oogenblik de aan dacht trekken maar zij boezemt ook wantrouwen in. een kleinigheid, die u hindert en zelfs pijnigt. In dat geval behoeft u niet mistroostig het hoofd te la ten hangen; tegen bijna alle kwaaltjes is wel een kruid gewassen. Maar u moet bij het begin beginnen. Dat wil zeg gen: u moet zich eerst afvragen: wat is er bij mij niet in den haak? Daartoe gaat u eens op een mor gen in het meest-onbarmhartige licht zitten,, dat u vinden kunt en onderwerpt u aan een nauwlettend en streng onderzoek. U hebt daar niemand bij noo dig, ook uw beste vriendin niet. Want het gaat er om streng te zijn en een vriendin... enfin, dat weet u zelf wel. Zijn mijn haren vraagt u zich af vol en glanzend? Vallen ze niet te veel uit? Draag ik ze zooals bij mijn gezicht het best past? Zou een schei ding in het midden aardiger zijn? Zou ik mijn haar wat hooger of platter behooren te dragen? Heb ik aardige kleine ooren? Als ik dan eens een oor, of beide ooren, zichtbaar liet? En mijn gezicht? Heb ik rimpels? Werkelijk ner gens, ook niet het kleinste rimpeltje? Noch om mijn mond, noch om mijn oogen? Is mijn huid effen en glad, zonder puistjes, blaasjes, zwarte puntjes, ro zen-op-sneeuw? Zijn mijn wenkbrauwen te dik, te dun? Zou ik ze een sierlijker vorm kunnen geven? Het ik behoorlijke wimpers? Zijn mijn oogleden niet vermoeid? Zijn mijn lippen niet te bleek? Heb ik neiging mijn onderlip naar binnen te trekken? Kan mijn mond een mooier vorm krijgen als ik mij wen mijn lippen een andere houding te geven? Heb ik geen onderkin, geen rimpels in den hals? Zijn mijn schouders niet te rond, te hoekig? Kan ik over mijn buste tevreden zijn? Is zij niet te zwaar, niet te on beduidend, niet slap? Zal ik het dezen zomer, als het warm is, zonder bustehouder kunnen doen? Ben ik in het algemeen niet te dik, niet te mager? Ont breekt er niets aan de sierlijkheid van mijn heupen? Mogen mijn beenen gezien worden? Zijn mijn kuit spieren behoorlijk ontwikkeld, zoodat ik stevig op mijn voeten sta zonder de kans te loopen mijn en kels te doen uitzakken? Ziehier een paar vragen, er zijn er nog veel meer te stellen waarop u zichzelf het antwoord zult hebben te geven. Mocht dat antwoord in sommige gevallen onbevredi gend zijn, dan is nu de tijd daar om met de correctie van het euvel aan te vangen. En mocht u voor een probleem staan, dat u niet goed op te lossen weet, wel dan vraagt u maar. Gaarne zal ik u den goeden raad geven, dien u noodig hebben mocht, een raad die in dit geval niet kostbaar is want zij kost niets maar die niettemin heel welkom kan zijn. Schrijft u dus zonder omwegen wat u op het hart hebt de redactie van dit blad zal er zorg voor dragen dat uw epistel zonder verwijl in mijn bezit komt. U kunt het zeker zoover brengen dat u den zomer met een gerust hart verwachten kunt. En dan dan dienen lippenstift en donsje, rood en zwart, crème en lak, niet meer om uw onvol maaktheden te verbergen, maar om uw bekoorlijkheden te onderstre pen. Dat is heel iets anders. Dat veroorlooft in onze dagen zelfs „de man, die niets van beschilde ren weten wil". Want dan boezemt uw beschildering hem geen wantrouwen meer in. Brussel Gertrude. Een autorace van Noord- naar Zuid-Afrika. Als tegenhanger van de Londen—Melbourne-race is thans door de Zuid-Afrikaansche Automobiel-club het plan ontworpen voor een autorace door Afrika, van Algiers naar Johannesburg. Ook voor deze race is een prijs van 10.000 pond sterling uitgeloofd. Het traject bedraagt 8139 Engelsche mijl en loopt van Algiers dwars door de Sahara over Agados naar Kano. De eerstvolgende controleposten zijn Archenbault, Ban- gasson en Stanleyville. Vandaar loopt 't traject over Nairobi en Blantyre naar Johannesburg. De tropische oerwouden en de met sneeuw bedekte hoogvlakten, die op het traject liggen, stellen aan de deelnemers en hun machines de hoogste eischen. Deze autorace zal een internationaal karakter dragen, ofschoon de meeste inschrijvingen wel uit Engeland zullen ko men. Tot nog toe hebben zich reeds 40 deelnemers aangemeld. De start zal aan het einde van dit jaar plaats hebben. De Rijnbrug te Arnhem, die een belangrijke verkaersvcibelering tusschen Noord en Zuid beteekent, nadert haar voltooiing. Boven: een overzicht van de brug; onder: de opritten zooals die er thans uitzien* Ik ken een heel klein keukentje Van vroeger, uit mijn jeugd, Vol warmte en gezelligheid, Vol huiselijke deugd. Het aanrecht was er blank geschuurd, Het koper glom er fijn, En 's morgens stond het, kwiek en blij, Vol licht en zonneschijn! Daar tikte steeds de oude klok, Met een vertrouwd geluid, Daar hingen, vriendelijk geplooid, Gordijntjes voor de ruit. Daar was in een vertrouwden hoek De beste plek van 't huis, De vriend van onze jongens-maag, Het pruttelend fornuis! En 's winters, als het stevig vroor, Dan wisten we den weg, Dan was 't eenvoudig keukentje Vól zorg en overleg. Dan dampte er de winterkost, 't FoAuisje stond in gloed, De lamp scheen van de zoldering, JSn alles was er goed! Nu zit ik vaak in een salon, Heel plechtig bij den haard, Met werk'lijk keurig meubilair Wijd om me heen geschaard. Maar toch... dat keukentje van toen Komt steeds weer voor mijn geest, Omdat het zonder deftigheid Zoo hart'lijk is geweest! #Ik ken een heel klein keukentje, En dat vergeet ik nooit, Al heeft het leven ook 't gezin Naar allen kant verstrooid. Het was er warm, het was er licht, Het was er knus en rein, Daar kon je met een kleinigheid Zoo echt gelukkig zijn! Januari 1935. KROES. (Nadruk verboden). -» «ff' UIT ONZE OOST. ZES MENSCHEN VERDRONKEN. DE ROEKE* LOOZE CHAUFFEUR. AUTO DOOR DEN STROOM MEEGESLEEPT. Over het ongeluk ter Oostkust, dat zes menschen het leven kostte, geeft de Deli Crt. nog de volgende bijzonderheden: De autobus, welke behalve den chauffeur nog veer tien passagiers over de veerpont op de onderneming Selajang, die de verbinding tusschen de twee oevers van de Wampoe onderhoudt, vervoerde, is aan de andere zijde in het water terecht gekomen. Acht menschen konden gered worden, doch een man, drie vrouwen en twee kinderen zijn verdron ken. Het is reeds volkomen vast komen te staan, dat de schuld van dit verschrikkelijk ongeluk gezocht moet worden bij den chauffeur van het busje, die met veel te groote vaart de pont is opgereden. De veerpont wordt onderhouden door de onder neming Selajang en ligt in een druk gebruikte ver keersader tusschen de onderneming Selajang en Gergas. Men heeft van den weg inderdaad wat af te dalen om bij de pont te komen, maar dit verschil in hoogte is door een helling van circa tien meter zeer geleidelijk gemaakt. De veerpont zelf is er een, zooals men op Sumatra zooveel ziet Is aan den eenen kant de houten oprit neer, om een wagen in staat te stellen het vaartuig op te rijden, dan is aan den anderen kant de oprit juist omhoog gehaald. De autobus is met een volle belasting met groote vaart aan den eenen kant op de pont gereden, heeft, aan de andere zijde de houten oprit omlaag gedrukt en is vervolgens in het water terecht gekomen. Het personeel van de veerpont treft in het geheel geen schuld. Het vaartuig was goed vastgemeerd en vol gens de voorschriften aan beide zijden behoorlijk vastgebonden, Hoe sterk en tevens hoe diep de Wampoe daar ter plaatse is, blijkt wel uit het feit, dat de geheele wagen in het water verdwenen was, terwijl men voorts met groote moeite menschen kon vinden, die bereid waren te duiken in de rivier, om vast te stellen waar de verongelukte auto lag. Eerst na geruimen tijd zijn de duikers er in geslaagd om den wagen te vinden, die zestig meters naar het midden van de rivier was afgedreven. Men is toen terstond begonnen met den wagen op het droge te trekken, daar men vermoedde, dat er nog de lichamen van enkele der verdronkenen in zouden liggen. Met 80 man is men daarin ge slaagd, maar het bleek dat het vermoeden onjuist, was. Er bevonden zich geen lijken in de auto. De carosserie van het voertuig was door den geweldi gen druk van het water vrijwel geheel uit elkander gedrukt De nieuwste moppen btj den vrachtprijs inbegrepen. Een autobusonderneming te Lublin, een der groot ste Poolsche steden op ongeveer 150 K.M. afstand van Warschau, heeft een heel nieuwe aantrekkelijkheid uitgedacht. Om de lange reis door het eentonige Pool sche landschap te veraangenamen, reist in iedere bus een conferencier mee, die de passagiers onthaalt op de nieuwste anecdoten en grappen. Een teekenend verschijnsel mag het wel genoemd worden, dat zich onder de sollicitanten naar deze betrekking ook eenige doctoren in de letteren bevon den.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 13