Tegenstellingen in lapan
Oplossing van het
zender-vraagstuk
Wijziging Crisis-Tuinbauwiiesluit
Buitenland
Vooral voor den Langendijk van
beteekenis.
Gemengd zender-bedrijf.
KIJKEfl r, KO0PEfi ijCLOECK
DE POSTDIENST TEN PLATTELANDE.
11 MILLIOEN MINDER.
Zware sneeuwval in Italië.
De salarisverlaging der ambtenares
in België.'
Het mijn-ongeluk in Zuid-Slavië.
DE MOORDEN IN FRANSCK
SOMALI-LAND.
Woensdag 23 Januari 1935.
Postrekening
No. 23330
SCIA&ER
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Vrijdags. Bij Inzending tot
*s morgens 8 uur, worden Advertentiën nog zooveel mogelijk in het
'eerstuitkomend nummer geplaatst.
Uitgave der N.V. v.b. P. Trapman Co., Schagen.
8 PAGINA'S.
78ste Jaargang. No. 9643
Int, Telef.
No. 20
Prijs per 3 maanden fl.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TIëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent Cbewijsnoa
inbegrepen. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Het gele gevaar.
Militair bewind in Bulgarije.
Reeds gisteren haalden wij zeer terloops de groo
te r.ede aan die Hirota, de Japansche minister van
buitenlandsche zaken, in het Japansche parlement
heeft gehouden.
Het is een redevoering die overloopt van goede be
doelingen en men wrijft zich de oogen uit als men
kennis neemt van de woorden van vrede en verzoe
ning die Hirota spreekt tot Rusland, Amerika, En
geland, en China, terwijl onderwijl de Japansche le
gerscharen bezig zijn de Chineesche provincie Tsja-
har te bezetten.
Grooter veinzerij schijnt moeilijk denkbaar, maar
"toch is dat niet bepaald noodzakelijk.
Reeds meerdere malen is gebleken, dat tusschen de
woorden van de Japansche regeerders en de daden
van leger en vloot groote tegenstellingen bestonden.
Wij behoeven slechts te herinneren aan de droe
vige figuur der Japansche vertegenwoordigers te
Genève tijdens de Japansche bezetting van
Mandsjoekwo en de stichting van dezen Japanschen
vazalstraat, om onze lezers duidelijk te maken wat
wij bedoelen.
Herhaaldelijk werd beloofd om de militaire actie
te staken en de bezette gebieden na het herstel der
orde te ontruimen, maar met de regelmatigheid van
een uurwerk volgde op zulk een belofte een her
nieuwde en scherpere actie van het leger.
Het was duidelijk, dat in Japan twee machten
tegenover elkander stonden, nl. aan de eene zijde de
diplomatie, die den vrede wilde en het gevaar van
verdere actie inzag en aan den anderen kant de
sterke militaire kaste, die met groot cynisme haar
plan tot knechting van China doorzette.
Zoo schijnt het ook thans weer te gaan.
Hirota is ongetwijfeld eenstaatsman met vrede
lievende ideeën, die zeer goed gevoelt, dat Japan
meer en meer geisoleerd komt te staan en die de ge
varen daarvan ziet. Zijn woorden behoeven dan ook
allerarmst huichelachtig te zijn en kunnen zeer goed
eerlijk zijn gemeend. Jammer is dan ook dat de
ervaring ons heeft geleerd, dat de Japansche gene
raals zich niet gemakkelijk schikken naar de be
doelingen van hun regeering.
Toch is het opmerkelijk, dat de militaire actie in
ITsjahar plotseling schijnt gestaakt.
Wat is daarvan de reden?
Heeft de Japansche regeering meer macht gekre
gen over het leger?
Men zou het haast gaan denken.
Onmogelijk is dit natuurlijk niet, want zelfs de
zeer zelfgenoegzame Japansche legerleiding zal toch
wel hebben bemerkt dat Amerika zich schrap gaat
zetten en bezig is zijn geweldig oorlogsapparaat in
,te stellen op een conflict in de Pacific.
Met een wijde boog omspant Amerika door mid
del van zijn luchtstations de Stille Zuidzee en
tracht een verbinding tot stand te brengen met de
Russische oorlogsbasis in het Verre Oosten.
Dreigend staan de groote machten van Amerika,
Engeland en Rusland tegenover de aspiraties van de
militaire heerschers in het Japansche eilandenrijk,
en men zou in Japan dan ook wel zeer verblind moe
ten zijn om niet even terug te schrikken van een
dergelijk dreigend groot gevaar.
Het is niet uitgesloten dat de militaire kliek in
Japan tot nadenken is gekomen en dat wij daaraan
de vredelievende woorden van Hirota hebben te dan-
tken.
Maar zoolang ons nadere gegevens ontbreken, kun
nen wij dit niet zonder meer aannemen, daar wij in
;de laatste jaren nimmer een samengaan van regee
ring en militaire machten hebben kunnen consta-
iteeren.
1 Het gele gevaar.
Wat in hooge mate de belangstelling van ons
Westerlingen verdient, is de poging van Hirota om
goede vrienden met China te worden.
Er zijn belangrijke besprekingen met Nanking
gaande en uit de snelle regeling van het Tsjahar
incident blijkt, dat Japan de verhouding tot China
[wel in rustiger en meer vreedzame banen wil leiden.
Gelukt het om met den leider van China, Tsjang
Kai Shek, die een waardige en handige tegenspeler
'is, tot resultaten te komen, dan zou de positie van
Japan zeer versterkt zijn, ja zelfs het georganiseerd
verzet van Azië tegen den grooten invloed van het
blanke ras geen utopie meer zijn.
In Bulgarije .de militaire dictatuur.
Het Bulgaarsche kabinet is afgetreden en de vor
ming van een nieuwe regeering is opgedragen aan
den minister van Oorlog, Slateff.
i Reeds is de samenstelling der nieuwe regeering
hekend en uit de lijst blijkt dat het militaire ele
ment zeer sterk vertegenwoordigd is, terwijl alle
politici van repmblikeinsche richting zijn uitgesloten.
Het is duidelijk, dat de miltiairen het roer van
Staat in handen hebben genomen en wij vreezen,
:dat de regeling der Bulgaarsche buitenlandsche
schulden door deze staatsgreep niet zal worden be
vorderd.
BEWAPENING CONTROLEURS LANDBOUW-
CRISISWET.
De minister van oeconomische zaken Heeft be
paald, dat de controleurs van de landbouw-crisiswet
1933 gedurende de uitoefening van hun functie het
hun door den centralen crisis-controledienst verstrek
te of door dezen dienst goedgekeurde wapen bjj zich
mogen hebben.
EEN MAATREGEL TEN GUNSTE VAN DE
KLEINE BEDRIJVEN.
Naar de N. R. Ct. uit betrouwbare bron ver
neemt, zal in het Crisis-Tuinbouwbesluit 1935
een wijziging worden aangebracht ten gunste
van de kleine bedrijven. De teeltbeperking
bepaalde, dat de kleine bedrijven tot 2 H.A.
10 pet. moesten beperken. Dit zal nu in de
zen zin worden gewijzigd, dat. een afloopende
beperkingsschaal zal worden gemaakt voor de
bedrijven beneden 2 H.A., tengevolge waar
van de beperking daarvan als volgt zal wor
den vastgesteld: voor bedrijven van 1.75 tot
2 H.A. 10 pet., van 1.50 tot 1.75 H.A. 9 pet.,
van 1.25 tot 1.50 H.A. 8 pet., van 1 tot 1.25
H.A. 7 pet. en tot 1 H.A. 6 pet.
Met name voor de vele kleine bedrijven
aan Langendijk zal deze maatregel van betee
kenis zijn.
Wetsontwerp ingediend tot het vormen van
de N.V. Nozema. - De zenders voor
den radio-omroep in één hand.
Staat krijgt drie vijfde
van de aandeelen.
Ingediend is een wetsontwerp tot het in
het leven roepen van een naamlooze ven
nootschap, de „Nederlandsche Omroep Zen
der Maatschappij" (Nozema.)
In de Memorie van Toelichting zegt de minister,
dat hij is uitgegaan van de noodzaak om het zender-
vraagstuk in dien zin op te lossen, dat de. zenders
voor den radio-omroep komen in één hand. Het is
den minister aangenaam thans te kunnen mededee-
len, dat het beoogde doel bereikt is en dat de mede
werking der omroep-organisaties verkregen werd
tot het oprichten van een gemengd zenderbedrijf,
waarin eenerzijds de Staat overwegende zeggenschap
heeft, anderzijds de belangen van de omroeporgani
saties afdoende veilig zijn gesteld.
Naamlooze vennootschap. De positie
van den Staat.
Als rechtsvorm voor het zenderbedrijf is de naam
looze vennootschap gekozen. De positie, welke de
staat in het omroepbedrijf zal moeten innemen, komt
naast de verdeeling van den invloed tot uidrukking
in het aandeelenbezit in verhouding 6040.
De waarborgen voor de omroeporganisaties zijn in
het bijzonder gelegen in de wijze, waarop het bestuur
der vennootschap is samengesteld, en waarop de in
vloed daarin tusschen de verschillende aandeelhou
ders is verdeeld en in de noodzakelijkheid van ge
kwalificeerde meerderheden voor het nemen van in
grijpende besluiten.
Het wetsontwerp draagt als titel: in het leven roe
pen van een naamlooze vennootschap „Nederland
sche omroep zender maatschap p ij
(Nozema).
Het openbaar belang is gewaarborgd door een ver
nietigingsrecht van de Kroon en een goedkeurings-
recht van den minister in het leven geroepen voor
bepaalde belangrijke aangelegenheden.
De minister heeft gemeend, met het oog op den
benarden toestand van 's lands financiën, een door
de commissie voorgesteld artikel, houdende vrijstel
ling van het zenderbedrijf van de van rijkswege te
heffen belastingen niet te moeten overnemen.
Ten aanzien van de regeling van den overgangs
toestand kan worden meegedeeld, dat ter zake in
beginsel met de exploitanten der betrokken zenders
overeenstemming is bereikt, zoodat ook wat dit be
treft, de weg voor de „Nozema" is gebaand.
Art. 1 machtigt den minister van Binnenlandsche
Zaken om met de AVRO, den KRO., de NCRV en de
VARA, een naamlooze vennootschap op te richten,
de ,Nozema", welke' ten doel heeft aanleg en exploi
tatie van aan de eischen des tijds voldoende zend-
inrichtingen en het ter hand nemen van die werk
zaamheden, welke hieruit direct verband houden of
daaraan verwant zijn, en tevens dienstig zijn om
het omroepwezen in Nederland te steunen.
Het beginsel, dat het gemengd bedrijf op
zijn gebied een monopolistische po
sitie zal innemen, houdt in, dat naast de
zendinrichtingen der „Nozema" niet alleen
andere omroepzenders op haar gebied onbe
staanbaar zullen zijn, doch ook, dat er waar
borgen noodig zijn tegen andere inrichtin
gen, welker werking de „Nozema" zou be
lemmeren in de vervulling van haar taak.
Het bestuur der vennootschap zal berusten bij een
raad van beheer, bestaande uit ten minste 9 en ten
hoogste 10 leden. De omroeporganisaties zullen te
zamen vier vertegenwoordigers in den raad van be
heer hebben.
Laat zeer veel te wenschen over.
In het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer
over de begrooting der Posterijen zijn ver
schillende leden van oordeel, dat de dienst
ten plattelande zeer veel te wenschen over
laat. Een hunner betoogde, dat, in vergelij
king met de bevolking van de steden, die
van de dorpen zeer ten achter was gesteld,
hetgeen toch In strijd moet worden geacht
met het doel van het hier besproken staatsbe
drijf, hetwelk aan allen in dezelfde mate ten
goede behoort te komen. Verscheidene an
dere leden weersproken dit betoog. Van deze
laatsten mogen we bescheidenlijk aannemen,
dat ze vermoedelijk van genoemden toestand
op het platteland niet heel erg op de hoogte
zijn (komt trouwens meer voor!!), anders
zouden ze zeer zeker de terecht gemaakte
opmerkingen niet maar zoo zonder meer
weerleggen.
DALING VAN DE ONTVANGSTEN VAN DE
NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN OVER 1934.
De ontvangsten van de Ned. Spoorwegen over het
jaar 1934 zijn in totaal berekend op f 111.252.974. De
definitieve ontvangsten over het jaar 1933 bedragen
f 122.437.753. Zij zijn dus met ruim 11 millioen gedaald.
Het gemiddelde aantal kilometers in exploitatie be
droeg 3622 (3657); de ontvangsten per dagkilometer
waren dientengevolge f84.16 (91.73).
Aan boord van de motorboot „Eben Haezer", liggende in de Koolhaven te Rotterdam, heeft
i ontploffina plaats gehad, waarbij drie personen gewond werden. Het politie-onderzoek-
Boerenhofsteden bezwijken onder sneenw
last.
Rome, In de nabijhed van Bari in de provin
cie Aplie, zijn verscheidene boerenhofsteden onder
den sneeuwlast, die op de daken lag, ingestort. Niet
minder dan 27 gezinnen zijn hierdoor dakloos ge
worden. Gewond werd niemand.
GEHEIME RADIO-ZENDINSTALLATIE IN BESLAG
GENOMEN.
Door de recherche te Maassluis is in samenwer
king met een ambtenaar van den radio-controle
dienst der P.T.T. uit Den Haag bij een inwoner te
dezer stede een geheime radio-zendinstallatie in be
slag genomen.
Regeering haalt bakzeil.
Officieus heeft de Belgische regeering, naar de
Brusselsche corr. van de N. R. Ct. verneemt, laten we
ten, dat, aan het einde dezer maand, genoegen zal
worden genomen met de 5 pct.'s verlaging der salaris
sen en loonen van het staatspersoneel. Aan de spe
ciale vergoedingen zou niet worden getornd, wat on
getwijfeld in breeden lering voldoening zal wekken.
Verder heeft de regeering toegezegd de crisisbelasting
welke op de bezoldiging van het staatspersoneel,
evenals op de inkomsten van de andere burgers,
weegt, aan de nieuwe omstandigheden aan te pas
sen en dus te verminderen. Men verwacht dat, dank
zij deze toegevingen, de agitatie onder het personeel,
in overheidsdienst spoedig geluwd zal zijn.
De ontploffing op 13 K.M. afstand gehoord.
Het aantal dooden tengevolge van het mijnongeluk
bij Sajetsjar bedraagt, naar men thans definitief heeft
kunnen vaststellen, twaalf.
Over de oorzaak van het ongeluk is nog niets offi
cieel bekend gemaakt. De geredde mijnwerkers ver
klaren evenwel, dat de explosie te wijten is aan de
fecte mijnlampen, waarvan er ook ihans nog een
groot aantal in verwaarloosden toestand verkeeren.
Bovendien had het werk den voorgaanden dag, een
feestdag, stil gelegen, zoodat de schachten niet ge
lucht waren.
Bij het begin van den arbeid had geen analyse van
de lucht plaats gehad. Waarschijnlijk heeft zich ech
ter methaangas opgehoopt, dat door een defecte mijn
lamp is ontvlamd, en zoodoende het ongeluk heeft
veroorzaakt.
De ontploffing was zoo hevig, dat zij op een af
stand van 13 K.M. kon worden gehoord. Het transport
naar de ziekenhuizen leverde tengevolge van de hoo
ge sneeuw vele moeilijkheden op.
Zwervende Nomadenstam de schuldige?
Het aantal dooden zou nog aanzien-
lijk grooter zijn.
Reuter meldt uit Parijs, 22 Jan.:
Het bericht, dat in Somaliland, dicht bij de gren*
van Abessynië, doch nog op Fransch gebied,, een
Fransche regeeringsambtenaar, Bernard genaamd,
achttien soldaten der inboorlingentroepen en ver
scheidene andere inboorlingen door een opstandigen
stam zijn vermoord, wordt bevestigd.
De Abessynische zaakgelastigde te Parijs verklaar
de aan een vertegenwoordiger van de Intransigeant
dat de aanvallers waarschijnlijk leden waren van den
stam der Issa's, die reeds jarenlang deze streek on
veilig maakte. Deze Nomadenstam duikt dan eens
hier, dan eens daar op en waarschijnlijk was ook
deze stam verantwoordelijk voor den :nval van de
vorige maand op Italiaansch gebied. Deze Nomaden,
die weinig of in het geheel niet met vuurwapens
weten om te gaan, bedienen zich gewoonlijk van een
ongeveer 50 c.M. lang br.eed mes, waarmee zij hun
tegenstanders dooden. Tot nog toe zijn zij er steeds
in geslaagd, zich aan achtervolgingen te onttrekken
Men verwacht, dat de Fransche regcering, evenals
de Italiaansche, bij den volkenbond een eisch tot
schadevergoeding tegen Abessynië zal indienen.
Een door het Fransche ministerie van koloniën
gepubliceerd communiqué noemt als schuldige aan
dit incident den stam der Assaimaras.
Parijs, 22 Jan. Het ministerie van koloniën
heeft een officieel communiqué gepubliceerd, over
het bloedige incident in Fransch Somaliland.
Volgens deze mededeeling is het aantal dooden
aanzienlijk hooger dan aanvankelijk verondersteld
werd. Er zijn namelijk 97 personen bij de moordpar
tij om het leven gekomen. Behalve de jeugdige kolo
niale beambte Bernard, die in 1932 de koloniale
school verlaten heeft, en de soldaten, die hem ver
gezelden, zijn nog tachtig leden van den Issa-stam,
die op Fransch grondgebied zijn tenten heeft opge
slagen, vermoord.
De overval werd op 18 Januari jl. in de omgeving
van Dlcillas Abbe door den oorlogszuchtigen stam
der Assaimara gepleegd.
De gouverneur heeft thans een expeditie politie
ter bestraffing van de daders uitgezonden.
In verantwoordelijke Fransche kringen wil men
voorloopig aan het zuiver plaatselijk karakter der
aangelegenheid gelooven en eerst de resultaten van
het in te stellen onderzoek afwachten.
Tusschen de op Abessynisch grondgebied levende
Assaimara en den Issa-stambestaat een oude
vijandschap, waarvan reeds in 1932 zestien leden van
den Issa-stam het slachtoffer werden. Indertijd
kwam het bij de achtervolging van de daders dooi
de Fransche politietroepen tpt een gevecht, waarbij
de tegenstanders zestig man aan dooden verloren.