II
kijkt beter door oen Bril van ROTGANS
De salarisregeling in N.-Hoiland.
Rondom de Zuid=Chineesche Zee.
Het bericht
De Witte Olifant tusschen drie yuren..
BOEKHOUDBUREAU
der Holl.-Mij. v. Landbouw
Surinamestraat 37, den Haag
Wederom diefstallen van vischwant.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Een nieuwe aanmaning van de regeering.
Kort
verhaal
Als het Maleische ras ontwaakt.
De zorgen der mogendheden.
BLIKSEMFLITSEN BOVEN SINGAPORE.
VAN Zuid-China en Bengalen tot aan de
Timor-Zee, tusschen den Grooten Oceaan en
den Indischen Oceaan, rond om de Zuid-
Chineesche Zee en de Java-Zee, bijna langs
35 breedte- en lengtegraden, strekken zich de lan
den uit, waar de Maleier thuis hoort! De macht van
dit ras heeft zich overal doen gelden en zijn hoog
staande Boeddhistische cultuur heeft langen tijd ge
heel Indië beheerscht! Totdat na die glansperiode het
verval volgde, Noordelijke Brahmanen in het Wes
ten en Mongoolsche stammen in het Oosten het land
binnenvielen. Een chaotisch tijdperk volgde, dat het
mogelijk maakte voor de volken uit het avondland,
deze gebieden buit te maken. Over Birma en Ma-
lakka fladdert tegenwoordig de Union Jack, boven
Cambodsja waait de tricolore, boven de Philippijnen
waaide de sterrenbanier en de Hollandsche vlag
prijkt boven do eilanden van den Soenda-archipel.
Slechts een betrekkelijk klein deel der Maleische
schiereilanden heeft de oude vrijheid weten te hand
haven: Siam, het land van den Witten Olifant!
In de laatste maanden en weken verliep er nau
welijks één dag, waarop niet in het een of andere
deel van het Maleische gebied een gebeurtenis van
belang plaats vond, waardoor de wereld even een
stoot kreeg. Men heeft de militaire oproertjes op
Java gehad, de muiterij op de „Zeven Provinciën",
de experimenten der Amerikanen op de Philippijnen,
de Fransche opiumschandalen in Indochina, de spi-
onnage-schandalen, de vloot demonstraties en ma
noeuvres bij Singapore en ten slotte het konings
conflict in Siam. Al deze gebeurtenissen hebben na
tuurlijk grootendeels geheel verschillende oorzaken.
Maar de gemeene noemer, als er zoo iets tenminste
bestaat in dit geval, is toch: Het ontwaken van de
Maleische wereld!
Ook ddt heeft verschillende oorzaken! Siam had
reeds ldng voor den wereldoorlog het Japansche voor
beeld nagevolgd en zijn zonen in Europa laten stu-
deeren. Universiteiten en cadettenscholen telden tal
van leerlingen van Maleischen bloede en dat waren
zeer zeker niet de slechtste leerlingen! De slappe
handhaving der koloniale bestuursdwang heeft er
veel toe bijgedragen, dat de Maleiers met de cultu
reel e en technische vorderingen van het Westen wel
dra bekend en vertrouwd waren. Zij hadden in
den goeden zin van den Ilollandschen boom der
Kennis gegeten en zagen plotseling dat zij niet
vrij waren.
Gods molen maalt ook in het Verre Oosten lang
zaam maar met onheilspellende zekerheid. Do
Maleische onafhankelijkheidsbeweging was voor do
Westersche mogendheden het signaal voor een ster
ker, dwingender ingrijpen. En weldra moest men
vaststellen, dat de vrijheidsdorst der inboorlingenbe
volking door niet. minder dan drie bronnen gevoed
werd. In de eerste plaats natuurlijk moet het con
tingent beschaafde Maleiers genoemd worden, dat
uit Europa en Amerika nieuwe denkbeelden mee
bracht en propageert, denkbeelden, die echter door
de Maleische boeren niet erg vlug verwerkt worden
en gemiddeld weinig succes hebben.
Dat zijn namelijk de in het Avondland reeds ta
melijk in discrcdiet rakende liberalistische ideeën, de
erfenis der Fransche revolutie, die nu in het Oosten
nog eens te vuur gezet worden. Zoodoende kreeg de
roode afgezant het gemakkelijker; met de handig
heid, welke deze politici gewoonlijk bezitten, hebben
zij nationale gedachten weten te mengen met wereld
revolutionaire leuzen! De door Moskou betaalde pro
paganda heeft zonder twijfel in de Maleische wereld
opgang gemaakt en het aantal naar de Australische
eilanden verbannen knalroode revolutionairen uit de
Nederlandsche bezittingen beweegt zich in stijgenden
lijn. Zelfs Siam bleef niet bespaard voor deze oproe
rige beweging en de laatste gebeurtenissen ten op
zichte van den koning vinden hun oorzaak in Mos-
cousche invloeden in en om Bangkok! Het is gemak
kelijk een systeem ten val te brengen, maar oneindig
moeilijk, daarvoor in de plaats iets beters te stel
len. Do boer en de jager in de Siamecsche verkie
zingswereld mag dan geen Westersche opvoeding en
ontwikkeling bezitten, maar wèl bezit hij een
zuiver gevoel voor alles, wat hem vreemd is en
alles wat hem vreemd is, beschouwt hij als vijan
dig! Dat is in Siam precies hetzelfde als elders op
Aarde. En het heet afwachten of de „constitutioneele"
pogingen in Bangkok succes zullen hebben of niet.
De derde oorzaak voor het ontwaken van den Ma
leier is gelegen in de pogingen van Japan om ook ;n
de Aziaten' te propageeren. Deze onderneming be
looft nog het meeste succes. De Japanner staat den
Maleier veel nader, dan de blanke. Want de bewo
ners van Nippon zijn zelf ontstaan uit een vermen
ging van Mongoolsche stammen met Maleische vol
ken uit het Zuiden. Japan wil Hief niet veroveren,
mar alle volkskrachten wakker schudden en mobili-
seeren tegen de vreemde overheersching. Deze bewe
ging wint steeds aan aanhangers en zij vormen ook
de aanleiding van de Britsche manoeuvres, het Brit-
«che machtsvertoon! Met de grootste spoed wordt al
les gedaan om een aanval op Singapore, vanaf de
zeezijde, te verhinderen. Daartoe alleen tracht de Brit-
jsche regeering met Washington een overeenkomst
tc treffen, zoekt Parijs een bondgenoot om de be
langen der Westelijke mogendheden tegenover de
plannen van Japan te verdedigen. Daartoe alleen
zoekt Nederland steun bij de groote mogendheden;
het beveiligen van het koloniale bezit, zonder het
welk Nederland aan armoede ten prooi zou zijn. In
het parlement te Tokio heeft men de mogelijkheid
reeds besproken een opleiding tot landbouwer in te
stellen, voor de aanstaande kolonisten. Tevens hoeft
men reeds een zelfbestuur samengesteld voor het
stcrk-Maleische volk van het eiland Formosa
De landstreken om de Zuid-Chineesche Zee vormen
'dus het schouwtooneel van een voorloopig nog on
bloedige worsteling tusschen staten en wereldbe
schouwingen. Ze zijn hier alle vertegenwoordigd: de
Vereenigde Staten van Amerika, Groot-Brittannië,
Frankrijk en de Nederlanden, Moscou en Japan
en hun gemeenschappelijk schaakbord is de Malei
sche wereld, hun schaakfiguren zijn de millioerien
Maleiers.
Nog is niet na te gaan, wie de uiteindelijke win
naar zal zijn van dit gigantische spel waarbij reus
achtige materieele en moreele goederen den inzet
zullen vormen! De militaire stellingen aan de Straat
van Malakka, bij Singapore en Balabao (tusschen
Borneo cn de Philippijnen) mogen van groot ge
wicht zijn van nog grooter beteekenis is zonder
twijfel de rijkdom van don Maleischen Archipel
wiens grondstofbasis bij een goede behandeling en ex
ploitatie voldoende is om de behoeften te dekken van
bijna den geheelen aardbol. En om deze rijkdommen
gcat het tenslotte
Het zijn stoute droomen, die spreken van een toe
komstig Siam, dat zijn kusten laat bespoelen door de
golven van twee wereldzeeën! Droomen van de ver-
eeniging van alle Maleische stammen, tot zelfs in
Midden-Amcrika toe! Stout zijn ook de plannen van
Moscou, die to do „revolutionaire" massa's van Chi
na ook de Maleiers rekenen; want Moscou wil met
hun hulp de beslissende slag tegen Japan en Enge
land leveren!
In Nederland hopen we nog op een machtiger po
sitie door het uitbouwen en rationaliseeren der
grondstof-exploitatie op de Soenda-eilanden. Enge
land verti'ouwt op zijn onneembare machtspositie te
Singapore. En zelfs Frankrijk vleit zich met de hoop,
aan zijn zwarte en bruine soldaten ook nog ééns gele
toe te kunnen voegen ter „beveiliging" van Euro
pa! Maar Japan is ervan overtuigd, dat ééns de dag
zal komen, waarop de laatste blanke koloniaal, het
laatste West-Europeesche geschut en het laatste
vliegtuigmoederschip uit de Zuid-Oostelijke gebieden
van Azië verdwenen zal zijn.
Dat zijn droomen dat is hoop. Slechts één
koestert geen enkele fantasie., kent slechts vlijt en
arbeid: de Chineesche handarbeider en de Chinecsche
koopman! Hij komt zonder wapens, zonder spionnen
en zonder geheime agenten, arm en berooid; maar
na één tot twee generaties is zijn heele familie orn
hem heen verzameld een groot aantal menschen
en allemaal zijn ze rijk, Allemaal werken en ver
dienen ze! Deze verovering schrijdt onophoudelijk
verder. Zij zijn reeds een machtsfactor van den eer
sten rang in de geheele Maleische wereld geworden!
En misschien is er meer gevaar gelegen in deze stille
veroveraars, dan men in Londen en Parijs, in Tokio
en Bangkok, in Moscou en Washington, aanneemt!...
Men denke aan de woorden van Li-young-tsjang, die
tegen generaal Waldersee zeide: „Het Eeuwige
China
(Nadruk verboden.)
BOERDERIJ
RUNDVEELEVERING.
De Nederlandsche Veehouderijcentrale maakt be
kend, dat in de week van 24 Febr. tot 2 Maart 1935
op de onderstaande plaatsen in Noordholland gele
genheid zal worden gegeven runderen in de ge
vraagde soorten aan te bieden:
Amsterdam, Maandag 25 Febr., 911 u. v.m. op de
veemarkt.
Purmerend, Dinsdag 26 Febr., 810 u. v.m., op de
veemarkt.
Schagen, Donderdag 28 Febr., 8—10 u., v.m., op de
veemarkt.
Hoorn, Zaterdag 2 Maart, 911 u. v.m. bij het abat
toir.
De aangiftekaarten, welke verkrijgbaar zijn bij
de districtssecretarissen der Gewestelijke Landbouw
Crisis Organisaties, moeten vóór Zaterdag 16 Febr.
1935 zijn ingezonden bij de Gewestelijke Land Cri
sis Organisatie, waaronder de betrokken veehouders
ressorteeren.
Z IJ PE
In deze gemeente is in totaal 140 Kg. van regee-
ringswege beschikbaar gestelde kaas onder de werk-
loozen gedistribuecrd.De kwaliteit bleek zeer goed te
zijn.
B. en W. dezer gemeente hebben aan den heer G.
van Bruggen te 't Buurtje vergunning verleend tot
het bouwen van een woonhuis aan den Ruige weg
aldaar.
'T ZAND.
Naar wij vernemen is aan den dienstplichtige J. F.
Truijman alhier vrijstelling van de herhalingsoefe
ningen verleend, waarvoor hij dit jaar zou moeten
opkomen.
Tot voorzitter en secretaris van de commissie tot
wering van schoolverzuim alhier zijn benoemd res
pectievelijk de hecren J. A. de Wit en B. Elzer.
door
WILLY CORSARL
HIJ las 't op het zonnige terras van een café.
En het was, als sloeg hem een vuist in den
nek. Minuten lang zat hij als verdoofd.
Ze was dood. Een auto-ongeluk in Italië, samen
met dien anderbeiden dood.
Met een beweging alsof hij iets vreeselijks van
zich trachtte te gooien, wierp hij de krant weg, liet
hij zijn oogen dwalen over het zon-blijde plein, de ro
zen in het plantsoen, de lichte figuren van menschen
in zomerdracht. Maar hij zag dat alles als van heel
ver, als door een glazen wand, die er hem van
Ze was dood. Hoe dik
wijls had hij haar dood
gewenscht in deze ja
ren. Nu was ze dood.
Nooit had hij kunnen
gelooven, dat zij jong
zou sterven. Ze was zoo
frisch, zoo bloeiend en
levenslustig. Aan een
ongeluk had hij nooit
gedacht. Neen, ,en nooit
had hij kunnen denken,
dat haar dood hem nog zooveel doen zou, na al zijn
haat en wrok.
Maar de dood verandert wonderlijk het beeld van
een mensch in de gedachten der levenden. En veran
dert op dezelfde wijze gebeurtenissen en daden.
Vreemd was dat. Nog een paar minuten geleden
zou hij, als hij aan haar gedacht had, het gedaan
hebben met al den verbeten wrok, waarmee hij te
gen haar bezield was geweest vanaf den dag, dat
ze hem verliet voor dien ander. En met al de pijn,
die nooit had willen genezen.
Nu dacht hij opeens aan haar, aan alles, als aan
iets van lang geleden, dat in weerwil van leed en
haat, toch een weemoedige vreugde ook in zich go-
borgen had en het verlangen, waartegen hij jaren
lang gevochten had, het verlangen, dat hij niet meer
had willen voelen, het welde nu op in zijn hart, on
weerstaanbaar, maar machtig en teeder.
Het volgde hem toen hij naar huis ging, volgde
hem in den nacht. En hij verzette zich niet meer.
Stap eens op die zitdagen van
het Boekhoudbureau der Holl.
Mij. af. U kunt daar alle mo
gelijke inlichtingen krijgen
omtrent boekhouding en
belastingzaken. Later zult U
zeker zeggen„wat jammer
dat ik dat niet eerder gedaan
heb".
W 1 ER1NGEN
Opnieuw botnetjes vermist.
Nadat de vorige week reeds bij den Rijksveldwacht
te Den Oever en Oosterland aangifte was gedaan van
de vermissing van 15 botnetjes, blijken thans van een
visscherman wederom botnetjes, in totaal 20 stuks, te
zijn ontvreemd, waarvan eveneens aangifte is gedaan.
Voor de Rijkspolitie, welke helaas niet over een
vaartuig beschikt, is het bijna niet doenlijk den dader
op heeterdaad te betrappen en het zou in verband
hiermede zeer wenschelijk zijn, indien op de mede
werking van andere visscherlieden, hetzij door het
verstrekken van inlichtingen, hetzij op andere wijze,
door de Rijkspolitie zou kunnen worden gerekend.
Ondertusschen is het haar, na enkele nachten sur-
veilleeren, wel gelukt op het spoor van den vermoe-
delijken dader te komen, echter heeft nog geen ar
restatie plaats kunnen hebben.
Brand.
Dinsdag werd de brandweer te Hippolytushoef ge
alarmeerd voor brand te Westerland. De motor
spuit rukte dadelijk uit, doch weldra bleek dat het
geen ernstige brand betrof. Er was n.1. in een vee-
boet van den veehouder P. Veerdig brand ontstaan
in een rookgelegenlieid, welk brandje spoedig ge-
bluscht werd.
ZITTING VAN DINSDAG 3 FEBRUARL
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Uitspraken vorige zitting.
Joh. de B., arbeider, en Hein Dr., arbeider' bel
den te Haarlem, thans gedetineerd, voortgezet mis
drijf van diefstal, onder verzwarende omstandig
heden. Tusschenvonnis. Hervatting onderzoek zal
op onbepaalden tijd worden hervat.
Joh. de B., Haarlem, gedetineerd, diefstal van
konijnen, als voren.
I
Ze was dood. Hij kon, hij mocht weer naar haar
verlangen. Want nu zou ze nooit weer kunnen ko
men en hem weerloos vinden. Dat was het, wat hij
gevreesd had en hem er toe dreef, zijn wrok en bit
terheid aan te hitsen. Had hij niet al vroeger haar
teruggenomen, haar alles vergeven in de zwakheid
van zijn liefde? En toen hij later haar dat voorhield,
had ze hem onbeschaamd in het gezicht gegooid:
Waarom was je zoo dom? En had gelachen. Toen
had hij zich gezworen, dat het ditmaal voorbij was,
uit voor altijd. Dat hij haar uit zijn denken zou
scheuren,.haar weggooien uit zijn leven. Na de schei
ding had hij gereisd en gezworven, als een dwaas
en altijd was daar het stille, verbeten gevecht in
hem geweest tusschen zijn verbitterden trots en
zijn verlangen. Nu eindelijk, hoefde hij zich niet
langer af te matten. Ze zou hem niet meer kunnen
overvallen, hem niet meer tot een dwaas en een
zwakkeling kunnen maken.
En na deze jaren van haat en woede, was het als
een weldadige droom, weer teeder en verlangend aan
haar te kunnen denken.
Ja, ze had hem bedrogen en belogen. Maar nooit
zou hij meer voor een ander dét kunnen voelen. Ja,
ze had hem tot een lafaard en zwakkeling gemaakt.
Had hij niet eens, als opdracht, in droeven zelfspot
in een boek dat hij haar schonk, geschreven:
Ich habe dir ja immer geglaubt
Auch wenn ich wusste, es war nicht wahr.
Moedwillig blind, smartelijk, verbitterd en onweer
staanbaar.
Tot hij al zijn denken en voelen had geconcentreerd
op den wil, haar te haten en niet meer te verlangen.
Nu, als terugkeerend van een verre, verre reis,
kwam zij weer in zijn gedachten, licht en blij en
mooi, zooals vroeger.
Ja, zoo was zijn liefde voor haar geweest.
Daar waren haar oogen, deze wonderlijke, mooie
oogen, die hij nergens op de wereld had kunnen
terugvinden, deze reine oogen, die onschuldig en tee
der bleven als zij loog of hoonde. Daar was haar
slank figuur, het eigenaardig-elegante van haar be
wegen, daar was de golf van haar donker haar-over
het voorhoofd, haar lachje... En haar kleine, dwaze
voeten, die zoo dikwijls pijn deden en nooit ver wil
den loopen. En haar verwende, mooie handen met de
rose-glanzcnde nagels en spitse vingers. Deze fijne,
verstandige, wat wreede vingers.
En als een stroom, warm en weldadig, vervulde
hem het lang weerhouden, het lang vervloekte ver
langen.
Het was eenigc weken later, dat de huisknecht
Jan de B., Harenkarspel en Joh. de B., Haarlem,
thans gedetineerd, diefstal van levende paling uit
de kaar, als voren.
Theodorus B., vischventer, Harcnkarspel, opzette-
lijke heling van gestolen paling, f 50 boete of 25 dg,
Gerrit K„ visscher, Urk, in hechtenis, diefstal on
der verzwarende omstandigheden en wederspannig
heid 6 maanden gev.
Sjoerd de R.. Hoorn en Nic. B., Berkhout, hooger
beroep vonnis kantongerecht Hoom. vonnis bev.
D. W. van W., werkman. Den Helder, diefstal van;
gonjezakken. f 40 boete of 20 dagen gëv.
E. v. d. I-I., los werkman te Don Helder, mlsdr.
art. 249 Strafr. 6 maand engev. voorw. met 3 proeft*
Salarisherziening voldoet nog niet aan de
wenschen der regeering.
Gister kwamen de Prov. St. van Noordh. bijeen te*
bespreking van de nieuwe ontwerp-salarisregeling.
Het conflict tusschen de provincie Noordholland eri,
de regeering over de herziening van het salarisregle
ment is nog niet opgelost. Op 26 Januari zonden Ge
deputeerde Staten het ontwerp der nieuwe regeling;
aan den minister van Binnenlandsche Zaken, doch
bij een schrijven van 31 Januari ontvingen zij eeh
nieuwe aanmaning om met de daarbij door het de
partement opgesomde opmerkingen rekening te hou
den en het verbeterde reglement zoo spoedig mogelijk
wederom ter beoordeeling van den minister toe tel
zenden.
In den brief van het departement wordt o.m. opge
merkt, dat de salarissen voor de meeste functiëh
door de ingediende herziening inderdaad een zoo
danige vermindering zullen ondergaan, dat zij geaent
mogen worden te beantwoorden aan het desideratum,
uitgedrukt in het Koninklijk besluit van 18 Januari
jl De bezoldiging van vele andere functiën is intus-
schen naar het oordeel van den minister nog wel
iets aan den hoogen kant, echter ook weer niet zóó
danig, dat een verdere verlaging bepaald noodzake
lijk zou zijn.
Voor eenige ambten komt hem de nieuwe salariee-
ring echter te hoog voor. Bij het vaststellen daarvan
is z.i. niet, of niet in voldoonde mate, rekening ge
houden met de salarissen, welke voor overeenkom
stige functiën gelden bij het Rijk en/of bij gelijksoor
tige publiekrechtelijke organen, i.c. moer in het hij
zonder de provincie Zuid-Holland. De bedoelde amb
ten zijn in het schrijven aangewezen.
Heden komt deze kwestie in de buitengewone Sta*
tenzitting ter sprake.
De Statenleden Asschër, Droog, De Jong, Schouwen
burg, Ketelaar, Polak en Weiss hebben een voorstel)
bij de Provinciale Staten ingediend om, nu goed
keuring is onthouden aan hot Statenbesluit van 29|
November j.1., waarbij o.m. is bepaald dat n^et in
gang van 1 Jan. 1935 door de leden van Ged. Stater*
een pensioenpremie zal worden betaald van 10 pet,
op hun jaarwedde, te besluiten, de jaarwedden van
Ged. Staten vast te stellen op f 4750 en te bepalen
dat door elk der leden van Ged. Staten een pensi
oenpremie zal worden betaald van f 250 per jaar.
Bespreking uitgesteld tot 11 Februari.
Regeling voor Gedeputeerde Staten aan
genomen.
Gister is in de vergadering van Prov. Staten op
voorstel van den heer Ketelaar, met 4123 stemmen'
besloten, om de bespreking over het nieuwe ontwerp-
salarisregeling van het provinciale personeel, tot 11
Februari uit te stellen.
In behandeling kwam toen de voordracht inzake
de salarisregeling van de leden van Ged. Staten.
De leden van Ged. Staten verlieten de zaal.
De heer Ketelaar (v.d.) verdedigde het voorstel var*
den heer Asscher c.s., waarbij het salaris van Ged,
Staten wordt gebracht op f 4750 en een pensioenpre
mie wordt gevorderd van f250 per jaar.
Het voorstel werd aangenomen z.h.s., waarna dei
vergadering werd verdaagd tot 11 Februari, half elf,
hem een bezoek aankondigde. Een dame, die nie?
haar naam wilde zeggen.
En daar, in het helle licht, dat door een hoog§
venster juist op haar viel, daar zat ze.
Het duizelde hem even en hij had een tijd noodig,
voordat hij begreep.
Zoo, ze was alleen verwond geweest? Een vergis
sing?
Ik wou iets zakelijks met je bespreken
Ze zag bleék, haar gezicht was smal geworden,
Haar groote, wonderlijke oogen smeekten. Hij klem
de de handen in elkaar; ditmaal niet... neen dit
maal. Maar vergeefs trachtte hij den haat en wroW
weer op te wekken, die hem deze jaren vervuld had
den. Ze waren gestorven... gestorven met haar, zoo-
als hij meende. En na weken van droomen en ver-
teedering en verlangen was hij machteloos. Maar zi|
wist dat niet en hij wilde zich niet verraden. Dus
besprak hij met een strak koel gezicht eenige zake
lijke aangelegenheden. Ze was in geldmoeilijkhedeni
nu die, ander gestorven was en met haar kindek
lijke, zachte onbeschaamdheid, die hem altijd wee*!
overbluft had, kwam ze bij hem om hulp.
Hij keek naar haar stil gezichtje, naar den golf
van haar haren. Hij trachtte te bedenken, dat ze
hem tweemaal bedrogen had, dat ze hem had uit
gelachen, toen hij haar weer bij zich nam na den'
eersten keer... maar het was hem, als dacht hij diti
alles over een andere vrouw, een vrouw die sinds*
weken dood was: verongelukt op een autotocht. Een!
tweede maal zal ze mij niet uitlachen, dacht hif
voortdurend, een tweede maal niet... Maar de ge
dachte was mechanisch en gedwongen. De vrou0
die lachte, de vrouw tegen wie hij zich verzette... die
was gestorven, dood... weg voor altijd. Hij kon aan
dit gevoel niet ontkomen en aan het verlangen, dat
hij al deze Weken over zich had laten beheerschen.
En toen ze opstond om weg te gaan, haatte en vei*
achtte hij alleen zichzelf nog maar, omdat hij haar
niet kón laten gaan. En een moment, als in waan
zin, strekten zich zijn handen, wilden haar hals om
spannen... Was het niet beter haar te dooden, zich
zelf en haar te vernietigen, dan nog eenmaal...
Maar toen zijn handen haar hals raakten en zij op
keek, verwonderd, even bevreesd voor de vreemde
uitdrukking in zijn oogen, omvatte hij slechts haar
gezicht en stamelde: Blijf.
En hij kuste haar warmen, rooden mond, kuste
haar mond als bezeten, als krankzinnig... als wilde
hij met zijn kussen dezen mond beletten weer te
lachen.
scheidde.