Trolzky's ballingschap.
Phillips Oppenheim
Arrondissements-Reelitbank
door
De eeuwige samenzweerder.
te Alkmaar.
De mysterieuze villa aan de Rivièra.
Uit Juan les Pins verluidt bij geruchte,
dat Trotzky zich aldaar zou ophouden.
Frankrijk, dat bekend staat wegens zijn gastvrijheid
aan politieke vluchtelingen, of het nu Spaansche mo
narchisten of uitgewekenen uit het Saargebied zijn
herbergt onder andere ook Leo Trotzky, sinds deze
het klimaat van Stamboel te warm werd.
Omtrent de persoon van Trotzky werd langen tijd
een waas van geheimzinnigheid geweven. Het be
gon reeds bij de landing in Frankrijk van den voor
maligen rooden dictator. Een motorboot van de
Fransche marine haalde hem in volle zee van boord
en zette hem op eenige tientallen kilometers af
stand van Marseille aan wal.
De gastvrijheid, welke de Fransche regeering
Trotzky verleende, zou haar iater in menige onge
legenheid brengen. In het begin echter bleef Trotz-
kys verblijfplaats geheel onopgemerkt. Zelfs de
ijverigste Araerikaansche reporters slaagden er niet
in een spoor van den gezochte te ontdekken. Zoo
doende kwam de Russische banneling eenigszins in
het vergeetboek. Geheel onverwacht echter kwam
zijn naam en persoon weer op het tooneel in ver
band met een mysterieuze affaire. Dit was ongeveer
ten tijde van het Stavisky-schandaal.
Het geval speelde zich namelijk te Barbizon, een
dorpje in de nabijheid van Parijs, bekend om de vele
schilders die hier gewoond hebben en nog wonen,
af Hier bevond zich een villa, omgeven door een
groot park. Om het park was een hooge muur ge
bouwd en toegang verkreeg men door een groot ijze
ren hek, dat echter' steeds hermetisch gesloten was.
De villa, die langen tijd leeg had gestaan, was en
kele maanden geleden door onbekenden gehuurd.
Behalve een oude dienstmeid, die slechts gebroken
Fransch sprak, en haar inkoopen bij tijd en wijle in
de winkels van het dorp deed, had men nooit iemand
van de bewoners van de villa te zien gekregen.
Sinds eenigen tijd echter had het de aandacht ge
trokken, dat de bewoners van de villa 's nachts be
zoeken ontvingen. Auto's kwam uit de richting van
Parijs tegen het vallen van den avond en vertrok
ken pas weer bij het aanbreken van den nieuwen
dag. De vreemde gasten deden alle mogelijke moeite
om niet door de dorpsbewoners gezien te worden.
Op een nacht echter werd een verdacht motorrijder
door een gendarme aangehouden. De man bleek een
zak met poststukken bij zich te hebben. Bij het ver
hoor, dat hem afgenomen werd bekende hij koerier
te zijn en in dienst van den bewoner van de villa.
Eenige uren later verscheen de politie in de als
een nest van samenzweerders uitziende villa en ver
langde de heer des huizes te spreken.
„Hoe is Uw naam", vroeg de inspecteur.
„Sokoloff", was het antwoord.
„Uw papieren, alstublieft".
Sokoloff, een man van middelbaren leeftijd, gaf
zich niet eens die moeite. „Ik ben Trotzky", bekende
hij onmiddellijk. „Leo Trotzky". En sarcastisch er
aan toevoegend, „mijn heele leven lang blijf ik een
samenzweerder". Hierop deed de politie een huis
zoeking. Het resultaat was, dat een uitwijzingsbevel
tegen Trotzky uitgevaardigd werd. Doch waar moest
hij heentrekken? Turkije had genoeg van hem. Rus
land eveneens. Zwitserland wilde hem ook niet heb
ben en Holland en Engeland nog minder. Zoo was
men wel gedwongen Trotzky binnen de grenzen te
houden.
Bij de huiszoeking te Barbizon was het de politie
opgevallen, dat de gewezen volkscommissaris zich
19.
Haven was uit zijn humeur, boos op de heele we
reld en bedroefd. Hij antwoordde bijna ruw:
„Als de directeur me wil spreken, kan hij me op
mijn kamer vinden."
De man gaf den liftjongen een teeken, die daarop
zijn duim van den knop af nam. De lift bleef staan.
„Het zou beter zijn, mijnheer, als u even mee ging
naar het kantoor," zei hij. „Er is daar iemand van
de politie. Het is van groot belang."
Haven wendde zich van do lift af.
„Goed," zei hij kortaf.
De klerk ging hein voor door de hall, een lange
gang door naar het kantoor en klopte aan, daarna
liet hij Haven binnen gaan, die daar tegenover een
typischen Pool kwam te staan met zwarten baard en
van middelbaren leeftijd, die achter een schrijftafel
zat en de vale gelaatskleur had van iemand, die
zijn heele leven te veel gerookt heeft. In een stool
naast hem zat een man in een eenvoudige zwarte
uniform met een krommen neus en lichtblauwe
oogen van een bcdriegelijke zachtheid. De hotelma
nager stond op en boog.
„Spreekt u Fransch?" vroeg hij.
„Eenigszins," zei Haven, „ik ben beter thuis in
mijn eigen taal."
in een buitengewoon grooten welstand mocht ver
blijden. Geld scheen naar alle waarschijnlijkheid
geen rol te spelen. De huur van de villa was betrek
kelijk hoog. De winkeliers vertelden, dat het dienst
meisje bijna dagelijks bankbiljetten van 500, en
1000 francs wisselde. In de garage van de villa stond
een prachtige auto. Voorts werd vastgesteld, dat de
villa-bewoner verschillende secretarissen en typisten
in dienst had en een groot aantal couranten in ver
schillende talen liet verspreiden.
De Fransche regeering had geen andere keus, dan
Trotzky in Frankrijk te laten verblijven Slechts
werden eenige veiligheidsmaatregelen getroffen, op
dat de „eeuwige samenzweerder" niet te lastig kon
worden. Dies besloot men hem te doen verhuizen.
Tot dit doel reed op zekeren dag een auto van de
geheime politie tot voor de villa, haalde Trotzky af
en bracht hem naar een tot dusver onbekend ge
bleven oord.
Strafzitting van Maandag 4 Febr. '35.
Helder.
HERHAALDE OPVOERING.
Een Heldersch visscher, de heer Teunis Kr., die
volgens de justitioneele annalen nu niet bepaald
als een voorbeeld van deugd en strikte eerlijkheid
kon worden beschouwd, had een aan zekeren heer
Piet Bais toebehoorende transportfiets en 2 rollen
touw achterover gedrukt en was te dier zake op 21
Jan. op de matiné van den politierechter genoodigd.
Waar de heer Kr. echter destijds niet verscheen,
werd verondersteld, dat hij met elke beslissing ac-
coord ging en veroordeelde de rechter hem op voor
stel van den officier in de volste gemoedsrust tot
4 maanden gevangenisgenot. Het bleek echter ach
teraf dat de begunstigde heelemaal niet ingenomen
was met dit douceurtje, zooals kon worden gedistil
leerd uit het heden behandelde door hem ingestel
de verzet. De opposant ontkende den diefstal, hij
had bedoeld rijwiel en touw in „beslag" genomen.
Volgens verdachte lag aan de zaak een geldkwestie
ten grondslag. Hij had geld te vorderen van zeke
ren Mastemaker, die hem f 10 schuldig was aan
loon. De heer Bais had daar echter niets mee te
maken. Opposant is reeds meermalen veroordeeld.
Vonnis thans f 25 boete of 25 dagen.
Bergen.
ONBEHOORLIJK OPTREDEN.
De niet aanwezige heer Frits B. te Bergen had op
11 Augustus den heer H. Granaat uit Amsterdam
in de Rustende Jager, beleedigd door hem te quali-
ficeeren als een vuile rotjood, zulks zonder eenig
motief. De heer Granaat diende een klacht in en
werd heden de vuilspuwer veroordeeld tot f 25 boete
of 15 dagen hechtenis. Volgens een getuige was ver
dachte getooid met een hakenkruisinsigne.
Medemblik.
ROSSIGE OPROERIGHEID.
Een 28-jarig heerschap, Harm. ter H., met ruige
coiffure, metselaar, voroheen te Medemblik, thans
te N. Niedorp overgeplaatst, was naar aanleiding
van een hem treffende uitsluiting van de werkver
schaffing, zoo vrij geweest in diverse pamfletten,
uitgedeeld op het terrein der werkverschaffing, het
gezag te beleedigen in den persoon van burgemees
ter Peters te Medemblik, welke gemeentelijke ge
zagvoerder van dit kleine, maar blijkbaar onrustige
stadje, nogal het doelwit is van paedagogische, maar
ook van positief roode elementen.
Genoemde metselaar had zich dan ook niet onbe
tuigd gelaten en de burgervader naar zijn beschei
den meening zoo z'n vet gegeven, dat hij thans voor
deze litteraire buitensporigheden terecht stond. Een
geweldig lange dagvaarding, die de officier grooten-
deels maar coupeerde, had hem bereikt en de poli
tierechter behandelde dan die punten, die speciaal
burgemeester Peters beleedigden.
Burgemeester Peters, die twee klachten had inge
diende achtte zich in elk pamflet in zijn goede repu
tatie als burgemeester beleedigd en zijn gezag aan
getast.,
Nadat de Politierechte r deze getuige nog
extra had voorgehouden met volle wetenschap on
der eede naar waarheid te verklaren, werd de heer
Peters gehoord. De burgemeester ontkende dan on
der meer niet, verdachte, naar aanleiding van zijn
„We zullen Fransch spreken, als u het goed vindt"
zei de ander, „want kolonel Madriwill spreekt geen
Engelsch. Mag ik u mr. Haven voorstellen, kolonel?
Kolonel Madriwill, chef der politie van Warschau
en die gedurende den oorlog aan het Inlichtingen-
Bureau verbonden was."
Haven boog en nam plaats. Hij zat daar somber
zwijgend, de tasch onder zijn arm geklemd.
„Kolonel Madriwill is hier bij me gekomen om me
op de hoogte te stellen van de opvattingen van de
autoriteiten omtrent het door Polen trekken van
verschillende vreemdelingen, die genoodzaakt zijn
geweest overhaast Rusland te verlaten," zei de di
recteur.
„Kunt u het me kwalijk nemen, dat ik er naar
verlangde zoo'n varkensstal van een land te verla
ten?" vroeg Haven.
„Een regeering mag geen sym- of antipathieën
hebben", zei kolonel Madriwill. „Haar opvattingen
worden geheel beheerscht door de politieke noodza
kelijkheid."
„En Mr. Haven moet tevens begrijpen," viel Nako-
li in, „dat Polen zonder de minste sympathie den
tegenwoordigen staat van zaken in Rusland gade
slaat. Ik mag dit wel zeggen, omdat ik geen officieel
persoon ben. Ik ben er van overtuigd, dat binnen
enkele weken Rusland, dat niet meer als militaire
macht aan de zijde der Geallieerden staat, in een
burgeroorlog gewikkeld zal zijn. De sympathie van
Polen zal dan niet met het Roode Leger zijn."
„Het is niet noodig om lange explicaties te geven
aan dezen jongen man", zei kolonel Madriwill min
zaam. „Laten we hem liever zeggen in welke situ
atie wij verkeeren. We hebben een officieele aan
klacht binnen gekregen van een organisatie, die zich
zelf een „Commissie voor publieke veiligheid" schijnt
te noemen en het document is geteekend door ver
schillende mannen, die zichzelf als beambten van de
nieuwe Russische Republiek beschouwen. Men zegt
Eenige weken geleden toen de moord op Kirof
plaats vond, werd in de pers een brief ge publiceerd,
waaruit bleek, dat Trotzky weer bij deze politieke
affaire gemoeid was. Zijn naam werd wederom aan
de vergetelheid ontrukt en ijverige nasporingen
vonden plaats om uit te visschen waar hij verbor
gen werd gehouden. Sommige beweerden zelfs dat
Trotzky het slachtoffer van de G.P.Oe geworden
was en dat de regeering zulks geheim hield.
Op het oogenblik fluistert men te Juan les Prins
aan de Rivièra, dat Trotzky onder den naam van
Evreinoff een villa in de nabijheid van deze bad
plaats zou bewonen. In hoeverre dit juist is kan nog
niet worden nagegaan, daar de bewoner van deze
villa, evenals die van de villa te Barbizon, zich
steeds schuil houdt, slechts 's avonds en 's nachts
gasten ontvangt en zijn post door middel van een
koerier per motorrijwiel naar onbekende bestemming
laat bezorgen.
optreden, 'n verdomde lafaard genoemd te hebben en
hem de deur te hebben uitgewerkt.
Volgens verdachte zou hij ook kwajongen en blik-
semsche aap gezegd hebben.
Waar overigens de verdachte een zeer behoorlijke
houding aannam, ontbraken de traditioneele emoties.
De officier kwam dan ook betrekkelijk spoedig
tot het nemen van zijn requisitoir, strekkende tot
veroordeeling van verdachte tot 6 maanden gev.,
waarvan 3 maanden onvoorwaardelijk en 3 mnd.
gev. voorwaardelijk.
Verdachte hield daarop een langdradig betoog,
tot conclusie hebbende, dat het niet zijn bedoeling
was den burgemeester of het gezag te beleedigen,
doch om strijd te voeren voor zijn beginselen.
Verdachte werd daarop veroordeeld wegens schrif
telijke beleediging tot f 25 boete of 15 dagen en 3 m.
gev. voorwaardelijk met 3 proefjaren.
Texel.
NIET MET HANDSCHOENTJES
AANGEPAKT.
De 2S-jarige slager Geert T. te Texel is blijkbaar
een patroon, die niet gewend is zoete broodjes te
bakken, althans had hij op 22 Oct. zijn knecht W.
Wegers, die zijn ontevredenheid had opgewekt en
wien hij bereids den dienst had opgezegd, aange
pakt, tegen den grond gekwakt en gestompt.
De heer T. beweerde dat het optreden van dien
knecht, van wien zijn vrouw doodsbang was, krach
tige maatregelen noodig maakten. De knecht, thans
gehoord als getuige nummer 1, diende nog een vor
dering in tegen zijn voormaligcn baas ten bedrage
van f 42, doch hij maakte echter bij den pol.rechter
geen kans. Gevorderd werd f 10 boete of 10 dagen.
Uitspraak conform.
Schagen.
'N ZWIJNEMERKJAGER ONDER HET MES.
De 18-jarige Theodorus Gcr. v. d. H., een landbe-
werkcr te Schagen, van wien met recht het spreek
woord van toepassing is: nog zóó jong en reeds zóó
slecht", had op 5 Aug. j.1. de brutaliteit het rijwiel
plaatje van een- jonge dame, die zich ter kerke had
begeven en haar rijwiel aan de eerlijkheid van Jan
Publiek had toevertrouwd, gestolen, stond terecht
en requireerde de officier in begrijpelijke veront
waardiging over deze laagheid, niet minder dan 4
maanden den petoet separatie. De politierechter kon
echter niet direct besluiten dit jonge leven al direct
achter gevangenismuren te verstikken en gelastte
een reclasseeringsonderzoek. De heer Wiggers bracht
thans zijn rapport uit en adviseerde aanhouding dei-
zaak voor twee maanden. De snaak had nu werk,
maar is ondertusschen weer te Bovenkerk aan het
knokken geweest, waarvoor hij te Haarlem nog te
recht moet staan. Uitstel alzoo tot 6 Mei.
Westwoud.
VARIATIO DELECTAT.
Jongeheer Jan Timon B., vroeger te Westwoud,
bracht wat variatie door te moeten verschijnen in
een zaak, die op grond van het zedekwetsende met
gesloten deuren moest behandeld worden. Dit on
smakelijke ventje werd veroordeeld tot 4 maanden
gev. voorw. met 3 proefjaren.
Onder psychiatrisch toezicht gesteld.
L i m m e n.
HIJ HAD ER GEEN TABAK VAN.
Een 25-jarige opperman uit Limmen, Adriaan Wil-
lebrordes Kr. had op 26 September niet voldaan aan
de vordering van twee belastingambtenaren, Ver
voort en Buys, die zich bezig hielden met rijwiel-
belastingcontrole enz., om van zijn rijwiel af te stap
pen, welk feit was gepleegd op den Vischweg te
Limmen. Dientengevolge stond de belastingambte
dat u, Mr. Haven, het land verlaten heeft met ge
stolen bezittingen tot een zeer hoog bedrag. Men
eischt verder uw uitlevering aan een militair escorte
dat op weg is hier heen."
„U weet heel goed, dat u schuldig zult zijn aan
moord als u me uitlevert", zei Haven.
Kolonel Madriwill glimlachte beleefd.
„We zijn gelukkig in staat uw uitlevering te wei
geren, daar we geen nieuwe regeering van Rusland
erkend hebben," zei hij. „Maar tegelijkertijd hebben
onze geheime agenten in Rusland ons te verstaan
gegeven, dat een groote troepenmacht de monarchis
tische begrippen trouw is gebleven en na oproep van
Groothertog Michael zich tot aparte troepen vereeni
gen. Er komt ongetwijfeld burgeroorlog. Ik zal u
nu in vertrouwen nemen, mr. Haven. U kunt wel
begrijpen, dat dit land uitgeput is. We zouden liever
tegen de Russische revolutionnairen vechten, als we
dan vechten moeten, nddat de groothertog zijn troe
pen opgeroepen heeft en het Witte Leger gereed is."
„Wat heeft dat allemaal met mij te maken?" vroeg
Haven verwonderd.
„Dit", legde de chef der politie uit. „We wenschen
niet onhoffelijk te zijn tegen den vertegenwoordiger
van een bevriende natie, doch het zou ons aange
naam zijn als u ons de verwikkelingen van uw te
genwoordigheid hier wilde besparen."
„Dat wil zeggen," zei Nakoli, „dat de regeering blij
zal zijn als u dit land wilde verlaten voor het es
corte hier aankomt."
Haven boog zich voorover. Hij werd rood van
drift.
„Denkt u dat ik niet verlang om uw uw ver
vloekte land te verlaten?" vroeg hij heftig. „Denkt
u, dat ik hier als toerist ben, die rondloopt met een
Baedeker om uw museums en uw gebouwen te bekij
ken? Ik ben hier heen achtervolgd, in voortdurend
levensgevaar. Ik hunker er naar om weg te komen.
Zeg me hoe ik in een beschaafd en bevriend land
kan komen en ik zal even blij zijn om weg te gaan
als u om mij kwijt te raken."
„Dan zijn we het eens", zei de hoteleigenaar. „Mr.
Haven is bereid om vanavond nog te vertrekken
Dat is toch volgens uw wensch, nietwaar, kolonel?"
„Absoluut," was het kalme antwoord.
„Als dat zoo is." zei Haven, „zult u misschien ook
wel zoo vriendelijk willen zijn me te zeggen, hoe
ik de stad uit kan komen en waar ik heen kan
gaan."
De hotelier stak zijn handen met een wanhopig
gebaar uit..
„Dat is helaas de moeilijkheid," zuchtte hij. „On
ze connecties met de buitenwereld zijn tijdelijk ver
broken."
„Dus dan vraagt u me dus", zei Haven, „om van
hier te vertrekken naar Duitschland, Oostenrijk of
naren schuwen heer Kr. heden terecht. Volgens Arïe
had Vervoort alleen geroepen: Hoores everi, en niet|
Halt, rijksambtenaar!
De officier zou het van het rijk verstandig noe
men, deze controleurs in een volledige of gedeelte*
lijke uniform te steken, om van dit gezeur af te ko
men. Eisch en vonnis f 25 boete of 15 dagen.
St. Maartensbrug.
ONBARMHARTIGE EN ONSPORTIEVE JOCKEYfi
Een vrachtrijder uit Nieuwer Amstel met name
Leendert C., die gedurende een harddraverij met
sulky's te St. Maartensbrug op 9 Oct. dienst deed als
jockey, zou volgens twee ooggetuigen het door hem
gereden paard zonder noodzaak of redelijk doel(
wreedaardig met een zweep twee slagen op den kop
hebben gegeven. Hij stond nu terecht ter zake dieren
mishandeling, doch beweerde het paard, dat kwaad
aardig was en naar hem beet, een slag op den nek
te hebben toegebracht en had hij 4 getuigen uit
Nieuwer Amstel opgeklopt om dat te bevestigen»
Het paard is verkocht en later gestorven.
Gerequireerd werd uit bewijsgebrek vrijspraak.
Vonnis conform, dus de 4 getuigen a decharge kon»
den ook afzwaaien.
Oude Niedorp.
HET „OORLOGSHUWELIJK".
De 49-jarige heer Piet de B. uit O. Niedorp, did
op 7 Januari werd veroordeeld tot 10 gulden boete,
omdat hij zijn zwaarlijvige echtgenoote Johanna
Maria Roerink met een kopje had gegooid, stond nij
alweer terecht wegens mishandeling van zijn voor*
malige 50 procent op 6 November j.1., welke damd
door hem was geslagen en met pakjes boter en
brood naar het hoofd was geworpen. Haar zoons,
die jam wilden hebben, hadden vader zoo'n beetje
opgehitst, moeder op bovenomschreven minzame
manier te maltraiteeren. De keurige echtgenoot werdl
veroordeeld tot f 5 boete of 5 dagen.
Moeder woont nu te Utrecht en dus hebben wa
dergelijke onverkwikkelijke echtelijke tooneeleii
niet voor de rechtbank meer te verwachten.
Egmond Binnen.
EEN VUISTVECHTER.
De niet verschenen Corn. Sch. had op 1 Septem
ber den 18-jarige J. Pepping te Egfnond-Binnen 'ni
vuistslag in het gelaat toegebracht .Kees zou boos
geweest zijn, omdat Pepping de politie eenige in
lichtingen had gegeven, omtrent eenden. Vonnis f 13
boete of 10 dagen.
Schermerhor n.
SCHOPPENBOER IN ACTIE.
Een agrarisch arbeider uit Z.- en N.-Schermer,
Gerrit J., stond terecht ter zake het feit, dat hij op
19 November Klaas Koopman, 'n arbeider uit dei
Beemster, die zijn meisje thuis bracht, eenige schop
pen had toegebracht. Deze strafoefening had plaats
op de Noordervaart. Vergissen we ons niet, dan be
geerde Schoppenboer ook het meisje, waarmee Klaas
op stap was. Klaas reed voorop met zijrf hittepetiti
en 'n stuk of 6 adorateurs reden als eerewacht ach
ter het paartje aan. Koopman reed eensklaps hardi
vooruit en werd door Gerrit J. achterna geraced. Do
getuige A. v. Zwol leek wel wat „draaierig" in zijnj
verklaring en de heer Brak, die opgaf te zijn „bank
werker", waaruit de Politierechter verstond „bank
directeur", (wat precies hetzelfde is, alleen bestaat!
er verschil in salaris), beweerde, dat Gerrit niet had
geschopt. Vonnis f10 boete of 5 dagen.
Heerhugowaard.
ONWILLIGE BEZOEKER.
De 24-jarige arbeider Pieter M. te Heerhugowaard
vertoefde op 19 Nov. tegen den wil van den eigenaafl
of rechthebbende in de woning van den thans zie
ken heer Korver aldaar en had zich op Heggelaars
eerste vordering niet verwijderd, voor welk feit hij
nu terecht stond. Het scheen dat er „bonje" was
tusschen de respectieve families, wat overi
gens op het platteland zelden of nooit voorkomt.
De Officier kon het bewijs niet voor elkaar bok
sen en werd Pietje M. vrijgesproken.
Egmond aan Zee.
DAMESHEIBEL TE EGMOND SUR MER.
Volgens dagvaarding zou op 3 Nov. mej. Antho
nia Hendrika Alida G., huisvrouw van den heer
Thijs Zw. haar dorpsgenoote mej. E. Wijker, huis
vrouw Jan Half, een scheldwoord hebben toege
voegd, dat we voor geen 100 gulden in de kolom
men van dit eerwaardige blad zouden willen lan-
ceeren. Door de dame in kwestie werd het feit ont-i
kend en beschuldigde zij mej. Wijker onomwonn
den van een valschcn eed te hebben afgelegd.
Desondanks was zij de pisang en werd veroor
deeld tot f 8 boete of 4 dagen.
Roemenië dat nu, meen ik, in handen der Duik
schers is om beroofd te worden van mijn bezit
tingen en voor de.rest van den oorlog geinterneerd
te worden."
De chef der politie streek langs zijn baard.
„U schijnt hier uit eigen vrijen wil te zijn geko
men, mr. Haven, dus u kunt niet verwachten, dat
wij de verantwoordelijkheid voor uw verdere daden
op ons nemen."
„Welke grenzen zijn open?" vroeg Haven.
„De grens terug naar Rusland," zei hij, strak naar
de tasch kijkend, „dezelfde grens die u schijnt over
gestoken te zijn met gestolen goed van groote waar
de."
Haven stond op.
„Zoo dus dat is de zaak," zei hij bitter. „U stuurt
eerst mijn lijfwacht weg, u laat die... Rooden een
zoogenaamd escorte zenden om met mij af te reke
nen en u zet me het hotel uit, opdat u geen verant
woordelijkheid omtrent mij zult hebben."
„Maar dat is onbillijk," protesteerde de hotelier.
„Als er treinen liepen en de grenzen open waren,
zoudt u zonder eenig protest van onzen kant uw
reis kunnen voortzetten. Het is onze schuld niet,
dat de heele wereld in oorlog is. Ik vraag u, als man
met gezond verstand, wat kunnen we doen?"
„U kunt me een vliegmachine en een piloot bezor
gen", stelde Haven voor.
De hotelier schudde van het lachen. De chef der
politie nam het ernstiger op.
„Zooiets is helaas uitgesloten," zei hij. „De enkele
militaire vliegtuigen die we bezitten zijn dag en
nacht in gebruik. Hoe gaarne we een vertegenwoor
diger van een bevrienden staat, die in moeilijkheden
schijnt geraakt te zijn, zouden willen helpen, toch
kunnen we helaas niets doen tenzij..."
„Tenzij, wat?" vroeg Haven.
„Er is een alternatief", zei de chef der politie, „en
ik heb gehoopt, dat u dit zelf zoudt voorstellen."
„Ik dacht al, dat er iets achter stak," zei Haven
prikkelbaar. „Kom er mee voor den dag en zeg
me, hoe ik mezelf in veiligheid kan brengen."
Madriwill keek hem met zijn lichtblauwen oogen
aan.
„Als u alles wat u aan waarde bij u heeft, zoudt
willen toevertrouwen aan een van onze vooraan
staande banken de Nationale Bank van War
schau hij voorbeeld zou de zaak nader overwogen
kunnen worden."
Haven wendde zich naar de deur.
„Wat heeft u een hoop tijd verknoeid," hoonde hij.
„Ik zal vannacht nog dit hotel verlaten."
Wordt vervolgd.
MREK°ïrEELtH