Oe marmeren bergen der Tien-Sjan. Sven Hedin BEHALVE de Narga Parbat, de Kantsj en de Mount Everest heeft men I nog heel veel andere bergreuzen vergeten. I We herinneren ons nauwelijks meer de strijd die dikwijls gestreden is bij het be- i klimmen van de hoogste toppen der aar de. En dikwijls werd die strijd tevergeefs gestreden, omdat de bergreuzen zich niet lieten dwingen door menschelijke wils kracht en menschelijke techniek. Ten Noorden van de Himalaya, in het hart van Centraal-Azië ligt een dezer bergke tens, die tot nu iedere aanval die op hem gedaan werd, kon afslaan: de Tien-Sjan, het „Hemelsch gebergte", het gebergte dat uit'zuiver marmer bestaat. Wel twee keer zoo lang als de Alpen, meer dan 2600 KM. is' de Tien-Sjan. Temidden van steppen en woestijnen verheft zichde kolossale j steenen massa. In het Oosten wordt deze kéten begrensd door de Gobi, de verschrik- I DE BRUG OVER DE OCEAAN. Vliegbooten voor lange afstanisvluchten over zee. Na den oorlog, légde in onderscheidene landen, met name Engeland, de Vereenig- de Staten, Duitschland en ten deele ook Italië, de vliegtuigindustrie zich toe op de constructie van machtige vliegbooten. Sinds kort echter neemt ook Frankrijk aan de ontwikkeling der vliegbootindustrie deel en legt hieraan groote kapitalen ten koste. Wanneer wij deze tak der vliegtuigin dustrie wat nader beschouwen, dan dringt zich allereerst de vraag op: Wat prestee- ren de booten, die men tot nog toe ge bouwd heeft? Wanneer men de vliegbooten uitscha kelt, die nog niet op een staat van dienst kunnen wijzen en verder de maximum grens bij ongeveer 23 ton trekt, dan blijkt de beste vervoercapaciteit bij 15 tons vlieg- gewicht ca. 7.000 t. K.M. en bij 23 ton vlieg- gewicht 17.000 t. K.M. te zijn. De vervoers capaciteit stijgt, dus onevenredig sterk met het toenemen van het vlieggewicht. De grootste bereikte actie-radius, voor zoover men slechts van betrouwbare ge gevens gebruik maakt, bedroeg, ongeveer 5200 K.M. Een vergelijking met verschil lende nieuwe typen vliegbooten toont aan, dat de actie-radius zoowel door het gerin gere aandeel van het gewicht der brand stof in het totale vlieggewicht als door verbeteringen van aero-dynamischen aard kon worden opgevoerd. Dit feit wijst op een ontwikkelingstendens, die kenmerkend is voor de moderne vliegbootindustrie. Terwijl vroeger een belasting van minder dan 80 K.G. per M2. normaal was, vindt men tegenwoordig bij de nieuwste model len belastingen van meer dan 100 Kg., per M2., in één geval zelfs 140 Kg. per M2. Bij een aangenomen betalende nuttige belasting van 1000 Kg. en 50 K.M. h., te genwind, bedraagt momenteel de best be reikbare actie-radius ongeveer 3000 K.M. DE SLANG- OF ZWEEPCACTUS. Deze cactus treft men vaak aan, niet alleen bij de stedelingen, doch ook op het platteland. Hij behoort dan ook tot de meest voorkomende soorten. Reeds op het einde van de zeventiende eeuw werd hij in Europa als hangplant gekweekt. Oor spronkelijk is hij uit Mexico afkomstig, doch hij schijnt uit Peru het eerst in Europa ingevoerd te zijn. Ook in Amerika is deze sierplant in alle min of meer war me streken populair. Zij is dan ook ab soluut niet veeleischend en gedijt uitste kend in zandigen, voedzamen grond. In het voorjaar raken de lange, ronde, ongeveer vingerdikke takken van de slangcactus bedekt met een groot aantal karmijnroode bloesems. Een krachtige pot plant kan meer dan 200 bloemen per jaar leveren en vormt dus wekenlang het voor naamste sieraad van den bloemenstan- daard. De bloemen zijn ongeveer 10 c.M. lang en blijven verscheidene dagen goed. Men kan deze cactus gemakkelijk uit zaad opkweeken. Het gaat natuurlijk vlug ger met stekken. Op krachtige Cereus- soorten geënt, levert deze cactus mooie hangboompjes. SPLINTERTJES. Bekende citaten. „Geen rozen zonder doornen", zoo nam de cactus het voor zijn. stekelig uiterlijk op. „Wat is de grootheid van een mensch?" spotte de den. „Dat is dé manier om met heksen om te gaan", zei de hazelaar, toen een boer haar een twijg afsneed om èr zijn vrouw, die kwaad was, mee te slaan. „Verstand hebben slechts weinigen ooit gehad", zoo troostte zich het ganzebloem- pje. De sterkste motoren en 100 M. per uur! In de woestijn zakken de wielen der expeditiewagens zoo diep in het zand, dat men de auto's slechts met moeite verder krijgt. STRIJD, DIE TEVERGEEFS GESTREDEN WERD EN WORDT. omvattender. Deze man, die zulke ontzag gelijke reizen ondernam, kent geen ouder dom, geen vermoeienis, geen rust. De 68- jarige was, na een expeditie van 2 jaar in het binnenland van China in Peiping eri ordende en verwerkte het materiaal dat hij verzameld had. En wanneer men hem nu naar zijn plannen en wenschen vraagt, dan antwoordt hij op 'n toon van: wat zou je anders venvachten? „Ik zóu nog tientallen jaren langer willen leven om verder te werken..." ontdekkings- reiziger, viert 19 Februari zgn 70sten geboortedag door Prof. D. Swingdone. SVEN HEDIN, de groote Zweedsche ontdekkingsreiziger, viert 19 Fe bruari zijn zeventigsten verjaar dag. Ter gelegenheid daarvan volgen hier eenige episoden uit zijn veelbewogen le ven. Als jong student trok hij er op uit, de wijde wereld in, op zoek naar avontuur. Het was door een toevalligheid dat hij in Azië, dat het centrum van zijn onderzoe kingen zou worden, terecht kwam. Hij had altijd een groote bewondering gehad voor dit geheimzinnige werelddeel, en zoo kwam het, dat hij als twintigjarige de be trekking van gouverneur aannam in Ba koe aan de Kaspische zee. Hij bleef daar slechts zeven maanden, maar hij benutte dien korten tijd zoo goed, dat hij na het verstrijken van die termijn niet alleen de Tartarentaal machtig was, maar ook Rus sisch zóó vlot sprak, dat hij in een kleine kring van Russische geleerden een lezing hield. Inplaats van na die zeven maanden terug te keeren, naar zijn vaderland, tele grafeerde hij zijn ouders: „Reis naar Per- zië!" Met 360 roebels zijn salaris en met véél moed begaf Hedin zich op reis. Zijn weg; die 30000 K.M. lang was, voerde door sneeuwvelden en woestijnen, door moerassige streken en ongebaande terrei nen, door reservaten en gebieden, waar gevaarlijke volksstammen woonden. En het was tijdens deze eerste, geïmproviseer de reis dat Hedin's ontdekkingshartstocht opgewekt werd. Na deze reis keerde hij weliswaar terug naar Zweden, en vatte zijn onderbroken studie weer op. In 1889 echter kwam de vereerende opdracht om als tolk een mis sie van den Koning van Zweden naar de Shah van Perzië te begeleiden. Men wist reeds dat Hedin „ter plaats bekend" en de landstaal machtig was. Natuurlijk nam Hedin toen de gelegenheid waar om in een moeite zijn droom te verwezenlijken, en Centraal-Azië te bezoeken. En terwijl de andere leden van de missie alle ont vangsten over zich heen lieten gaan, bere kende Hedin de mogelijkheden en de kos ten om in het hart van Azië door te drin gen. En hij waagde het van Teheran naar Boekhara, naa.r Samarkand en Kash- gar. Hedin was aan het eind van deze reis even arm aan geldmiddelen, als hij rijk was aan ervaringen en kennis. Hij; keerde Eenzaam en kaal is het landschap van Centraal-Azië. Sven Hedin kijkt toe bij het opzetten van tenten op een van zijn expeditie's. De Tengri Khan onbestijgbaar. door Dr. John B. Speckau. kelijke woestijn; ten Zuiden ligt het Ta- rimbekken, dat dor en droog is. Ten Wes ten is er de Pamir, het „Dak der Wereld" en ten Noorden ligt Dzjoengarije. Het is een eigenaardig gebergte, de Tien-Sjan. De voornaamste bergen berei ken een hoogte van 2000 meter, dus hoo- ger dan de hoogste top der Alpen. De bergen worden doorsneden door diepe, langgerekte dalen, die soms wel 60 K.M. lang zijn. De bergtoppen zijn bedekt door eeuwige sneeuw. De hoogste top is de „Heer des Hemels",'de Tengri Khan, die 7200 M. hoog is. Deze berg is heel steil en kolossaal, en bestaat uit wit en grijs mar mer, evenals zijn buurmannen. De Niko- lai-Michailowitsch-top (6200 M.) en de Se- monon-top (5600 M.) volgen op de Tengri Khan. Het gebied ligt ver verwijderd van de be woonde wereld, ver ook van de Himalaya en hierdoor is het misschien te wijten dat slechts nog weinigen zich om de Tien- Sjan bekommerd hebben. Maar die weini gen hebben dan ook volop genoten van de prachtige, majestueuze natuur, hebben hun moeiten geheel en al beloond gezien, hoewel het hun niet mocht gelukken om de top te bereiken. Reeds in 1902 begon de strijd. Die eerste expeditie keerde weer terug voor een tweede reis in 1907—1908. De eerste maal ging het er om, de eerste te zijn die de Tien-Sjan beklom. Nu was het een wetenschappelijke expeditie, die vooral bestond uit geologen. De laatste jaren zijn er verschillende expedities naar dit gebied gereisd, en al len hebben bewonderend gestaan voor de heerlijke natuur en voor de reuzen pyra- mide: Tengri Khan. Maar allen zijn het er ook over eens, dat deze steenmassa niet te bestijgen is. Sommigen zijn 4600 M. hoog gekomen maar er viel dan nog altijd 2600 M. te bestijgen vóór de top bereikt zou zijn! Sommige expedities moesten terugkee- ren, 600 meter vóór de top, door fijne sneeuw, die het stijgen bemoeilijkte en het naar beneden storten vergemakke lijkte. Anderen kwamen 5000 M, hoog op de Nicolai-MichalowitschTtop. Ze bestegen de berg aan de Noordzijde, die makkelijker te bestijgen is dan de andere hellingen. Maar ook hier was het de fijne sneeuwpoeder, die hun belette verder te gaan. Ook ten Westen trachtten expeditie's hun weg te vinden, maar die helling is te steil, en allen zijn het er over eens, dat men daér wel nooit over zal komen. Niet mindèr imponeerend is de gladde berhelling van de in het Hemelser Ge bergte liggende Inyltshek gletscher, die van de Tengri Khan naar het Zuid-Wes ten loopt, en niet minder dan 70 K.M. lang is! De Inyltshekgletscher is anders niet de eenige groote gletscher in de Tien-Sjan. Er zijn er wel een dozijn, die de diepe da len volgen en in de woestijn uitloopen. De woestijn, waarvan de eentonigheid een groote tegenstelling vormt met deze we reld van sneeuw en ijs. De Russen zijn nu bezig iets te bereiken aan den Westkant, dat aan hen behoort. Zoo staan dus daar de marmeren reu zen onaangedaan en slaan alle aanvallen van menschen, die zich in het gebied van het groote „Hemels gebergte" wagen, en de toppen trachten te beklimmen, met een trotsch gebaar af. Sven Hedin ondernam, bijna direct na het uitbreken van den oorlog, een informatie reis lang de Duitsche fronten. De groote Zweedsche Sven Hedin (Handteekening). terug naar Stockholm, verwerkte hetgeen hij in Azië had ontdekt, beëindigde zijn studie en promoveerde zelfs tot doctor in de Philosophie, in het jaar 1892. Maar zijn doel stond hem vast voor oogen. Hij wilde Centraal-Azië Tibet we tenschappelijk doorvorschen en onderzoe ken. In 1893 begon hij zijn expeditiereis naar Centraal-Azië, welke hem wereldbe roemd zou maken. Deze reis duurde acht maanden, en aan het eind daarvan sprak hij reeds de Mongoolsche taal met al de dialecten. Acht maanden in de Woestijn, waar de expeditie ondragelijke hitte en din had verschillende natuurwetenschap pelijke cartografische en ethnografische ontdekkingen gedaan, en hij werkte het al les uit met de nauwgezetheid, die hem zoo eigen, is. Op deze reis ontdekte en door- vorschte Hedin Lhasa, de residentie van den grooten Dalai Lama, welke tot nu toe voor eiken Europeaan gesloten was geble ven. Hij reisde naar Indië over het ge bergte dat nu zijn naam draagt. Sven Hedin schildert ons de eerste in druk, welke hij kreeg toen hij Azië bin nentrok: Langzaam naderde de trein naar de Noordvoet van den Kaukasus en bracht ons tusschen de eerste bergen. Het was een prachtige reis, zooiets had ik nog nooit meegemaakt. Om ons heen waren de berg reuzen van den Kaukasus, en tusschen de berghellingen, die zeer stijl zijn, konden v-ij genieten van prachtige vergezichten, met besneeuwde toppen op den achter grond. Boven alle anderen steekt de Kas- bek uit. Deze berg is 5043 M. hoog. De zon stond hoog aan den hemel, en het was brandend heet. Wij reisden derde klasse. Dat is veel gezelliger, en het ge zelschap daar bestond uit Perzen, Tarta ren en Armeniërs, allemaal kooplui, die bepakt en gezakt waren. Ondanks de hitte droegen allen mutsen van schapevel ge maakt. Ik herinner me nog wat verbaasd ik was toen eenige pelgrims, die uit Mek ka terugkeerden, gedurende de reis "hun gebeden-tapijten op den grond uitspreid den, en, met het gelaat naar de Heilige Stad gericht, hun gebed deden, toen de zon onderging. Dat was Azië!" Acht maal is Sven Hedin over de Hima laya getrokken. Zijn studiën werden steeds veelomvattender, zijn medewerkerskring breidde zich uit, en het materiaal werd hoe langer hoe wonderbaarlijker en veel- verschrikkelijke koude had te doorstaan, waar zij honger en dorst leden en waar roovers het hem onveilig maakten maar elke dag bracht nieuwe verrassin- 'gen en ontdekkingen, en wonderen waar van de Europeesche wereld nooit het ver moeden had gehad! Van Peking reisde Hedin 3000 K.M. met sleeën naar het Noorden, tót hij de trans-Siberische spoor baan bereikte, die hem terugbracht naar Europa. Aan alle hoven in de Oude Wereld werd hij met onderscheiding ontvangen, de eerste man, die Tibet wist te dwingen! Maar Tibet is niet gedurende een expedi tie te doorvorschen! Reeds in 1899 reisde Hedin voor de tweede maal naar Centraal- Azië, en ditmaal keerde hij na drie jaar en drie dagen terug in zijn vaderland. He-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 8