Het Raadsel van Berghem. DE IN DE PIJP. Donderdag 21 Februari 1S35. SCHAGER COURANT. Tweede Blad. No. 9664 Wie vermoordde Gerrit de Bie. TWINTIG JAAR GEEISCHT. De inning van kleine vorderingen. Nederlanders te Kleef veroordeeld. f Boerderij afgebrand. Firma GEBR. ROTGANS D€ f/OND IN DE POT... ZIJN NEEF IN HOOGER BEROEP VOOR HET BOSSCHE GERECHTSHOF. Onder groote belangstelling van de zijde van het publiek, dat in groote menigte zich gistermorgen voor het Paleis van Justitie verzameld had, werd in hoo- ger beroep behandeld de bekende zaak tegen den 19- jarigen fabrieksarbeider P. W. de Bie, uit Oss, die door de Bossche Rechtbank wegens doodslag op zijn neef G. de Bie, gepleegd in den avond van 8 Augus tus 1933 te Berghem, veroordeeld was tot 15 jaar ge vangenisstraf. Van dit vonnis waren zoowel de Officier van Justi tie, die wegens moord levenslange gevangenisstraf had geëischt, als de verdachte in hooger beroep ge gaan. Den verdachte was moord. subs. doodslag en mis handeling met doodelijken afloop, ten laste gelegd. De beestachtige mishandeling was gepleegd met een mes en het lijk werd den volgenden dag in een greppel van het weiland te Gemert tusschen Berghem en Oss gevonden. De verdediging van den verdachte was thans in handen van Mr. H. Roobol uit Arnhem. Er zijn slechts een 20-tal personen op de publieke tribune toegelaten. Het blijkt, dat 21 getuigen charge zijn gedag vaard. De verdachte werd ondervraagd door den Presi dent.. „Waarom bent u in hooger beroep gekomen?" Verdachte: „Omdat ik onschuldig ben. Ik heb dien Jongen niet vermoord." Getuigenverhoor. Als eerste getuige werd gehoord de arbeider H. van IJden uit Oss. Deze verklaarde op het weiland te Ge- imert een lijk gevonden te hebben. Later heeft hij nog in de Meer het rijwiel van het slachtoffer ge vonden. Mr. Roobol vraagt of hij eens een jas mag zien, ■welke het slachtoffer heeft aangehad, toen hij ver moord gevonden werd. Deze jas wordt hem getoond. (Mr. Roobol vraagt dan, of het mogelijk is of men ie mand kan doodsteken, zonder dat de voering van de jas is doorgestoken. Getuige Cr. de Gier, wachtmeester der marechaus see te Oss, was na de vondst van het lijk onmiddel lijk naar de woning van Ceelen gegaan. Daar trof hij P. de Bie aan. Het gezicht van P. de Bie was vol schrammen en deze waren nog versch. P. de Bie had een pet op en deze is door hem in beslag geno men. Getuige wist niet te verklaren, welke kleeren aan het slachtoffer toebehoorden. Mr. Roobol vraagt aan den wachtmeester, wat er gebeurd is in den nacht van 3 November, toen „de Rut" wegens drankdiefstal werd gearresteerd. Dien zelfden nacht is Boeijen bij den wachtmeester geko men en heeft hem gezegd, dat de Rut G. de Bie heeft vermoord. PI. vraagt waar dit verbaal van deze aan klacht is gebleven. Wachtmeester de Gier verklaart, dat van deze klacht geen verbaal bestaat. Raadsheer Mr. van der Veen vraagt acte van deze Verklaring. Mr. van Borkel vraagt dan aan den verdachte, hoe hij aan de schrammen is gekomen. Verdachte zegt dat hij de schrammen heeft opgeloo- 1>en, toen hij in de braambessenstruiken was geval- en. Het bloedonderzoek. Als getuige-deskundige werd vervolgens gehoord Dr. W. F. Hesselink, scheikundige te Arnhem. Deze heeft op het hemd van het slachtoffer bloed aange troffen. Het bloed van G. de Bie behoort tot de bloed groep O.B. Op de pet van den verdachte waren ook spatjes bloed aangetroffen en deze spatjes behoorden ook tot de bloedgroep A.B Hij heeft ook het bloed onderzocht van den verdachte P. de Bie. Zijn bloed behoort tot de bloedgroep B. De verdachte gaf toe, dat de bloedspatjes, welke op zijn pet waren aangetroffen, afkomstig waren van G. de Bie. Hij had 14 dagen tevoren met G. de Bie gestoeid. Deze kreeg toen een bloedneus en enkele spatjes van het bloed zijn toen op verdachte's pet gevallen. Getuige-deskundige kan niet aannemen, dat de spatjes bloed, welke op de pet van verdachte zaten, veertien dagen oud konden zijn. Daarvoor waren eij te teer. Op de zaklantaarn van den verdachte is eveneens aldus getuige-deskundif^ bloed aangetroffen, dat behoorde tot de bloedgroep B. Hierna ontspon zich tusschen den deskundige en den verdediger een vinnig debat over het bloed onderzoek. Vervolgens wordt gehoord de kroongetuige in deze zaak, de opperman v. d. Putte, die zeer zenuw achtig doet en verscheidene van zijn vroeger af gelegde verklaringen herroept, welke hij, volgens zijn zeggen, onder dwang had afgelegd, daar dc wachtmeesters hem half dood hadden geslagen.' De laatsten beweren, dat daar echter niets van waar is, tengevolge waarvan de verdediger tegen wachtmeester Curfs een vervolging vraagt wegens meineed. Later heeft hij hetzelfde tegen wacht meester De Gier gevaagd. De procureur-generaal leest een verklaring van getuige v. d. Putte dd. 31 Januari voor, dat hij in staat is drie meineeden te doen om de jongens uit de gevangenis te houden. Er worden getuige v. d. Putte nog eenige vragen gesteld, maar hij blijkt zich vrijwel niets meer te herinneren. De vader van het slachtoffer wordt dan gehoord, die zijn verklaringen herhaalt over het vinden van de fiets. In de kazerne heeft getuige 's nachts v. d. Putte aangetroffen, die zijn hand had gegrepen en vergiffenis had gevraagd, dat hij zoo lang zijn mond had gehouden, Getuige kon heelemaal niet merken, dat v. d. Putte zou zijn geslagen. .Bij die gelegen heid had v. d. Putte dan eindelijk gezegd, dat Piet hem verteld had Gerrit te hebben vermoord en dat hij dingen verbrand had in de kachel. Er ontstaat later een heftige discussie tusschen getuige en v. d. Putte en later verdachte. Als v. d. Putte wordt weggeleid, roept hij getuige de Bie toe: Je bent een deugniet, een ellendeling. De Bie Sr. van zijn kant roept tot verdachte: Je bent niet waard, dat je nog een minuut leeft. Slachtoffer in beestachtige drift afge maakt. Twintig jaar gevangenisstraf geëischt. Na nog een uitgebreid getuigenverhoor, dat tot 's avonds laat duurde, doch waarbij niet veel meer bijzonderheden aan het licht kwamen, dan bij de behandeling voor de rechtbank, verkreeg de advo caat-generaal het woord voor het houden van zijn requisitoir. Spr. herinnert allereerst aan het bezoek van het Hof aan Oss en den onduldbaren toestand, die daar heerscht. De regeering heeft ingezien, dat daaraan een einde dient te komen. De marechaussee heeft de opdracht in samenwerking met de gemeente-po- litie en de rijksveldwacht de misdaden te doen ein digen. Terecht is aan de marechaussee lof gebracht. Vrouw Boeyen heeft een gil gehoord. Spr. hoopt, dat deze nog lang in de ooren van den dader zal na klinken en de straf, die het Hof zal opleggen moge bij de bevolking eveneens lang naklinken. Er zijn een macht van aanwijzingen, dat deze jonge man de dader is. Spr. herinnert eraan, hoe de politie verdachte bij Ceelen aantrof met het hoofd gebogen. Hii zat immers vol schrammen. Toen hij meegenomen werd, vroeg hij niet eens waarom. Verdachte had schrammen op het gezicht en roode plekken op 't lichaam. Hij durfde zijn oom niet aan kijken en toen hij aangehouden werd zei hij. zonder dat hem iets gevraagd werd: ,.ik weet van niets" Op de fabriek heeft hij de pet diep in het gelaat. Bij de huiszoeking zijn gewasschen kleeren en natte schoenen gevonden. Het wasschen van schoenen is iets heel ongewoons. Ook in de zaak tegen verdach te's broertje, den roofmoord te Oyen, komen gewas schen schoenen voor. Men schijnt dat dus in Oss te kennen. Op de plaats waar het lijk gevonden werd kan men niet komen zonder schrammen op te loo- pen. Die Gerrit afgemaakt heeft moet vol schram men zitten. Een ander dan verdachte heeft men niet kunnen vinden. Dat verdachte om half elf tihuis zou zijn ge weest schat men op verschillende mededeelingen. Er is tegenspraak in de verklaringen van Piet en zijn zuster. Men heeft gesproken over een licht. Heeft verdachte daarbij zijn kleeren en schoenen gewas schen? Verdachte heeft ontkend een mes gehad te heben, maar acht men het mogelijk een Ossenaar van deze postuur zonder mes? Dat er getuigenverklaringen zijn afgelegd onder pressie door mishandeling, daar moet men niet te veel geloof aan hechten. De verklaringen van ver dachte door de Rut zijn in volle vrijheid afgelegd. De mededeelingen van v. d. Putten zijn van buiten gewoon belang. De Rut zegt nu, dat hij het niet meer weet, maar overigens herinnert hij zich alles. De geloofwaardigheid van Boeyen heeft door den sterken aanval, die op hem gedaan is, volgens spr. niet geleden. Op grond van andere verklaringen acht spr. onwaar, dat verdachte om half elf thuis kwam. De mededeelingen van den deskundige dr. Hesse link doen de verklaringen van verdachte over de bloedspatjes op de pet teniet. Overigens is er verschil in bloedgroep tusschen het bloed van verdachte en dat van het slachtoffer. Niet gebleken is, dat zoo veel bloed aan de lantaarn kon komen door een verwonde hand. Omtrent de oorzaak der gruwelijke dood zoekt spr. deze in de rol, die vrouw Ceelen gespeeld heeft. Jalouzie was hier de drijfveer. De wijze, waarop het slachtoffer is afgemaakt 62 messteken wijst op een beestachtige drift. Alle aanwijzingen gaan naar verdachte. De verslagene is onverhoeds van achteren aan gevallen op een plaats, waarheen hij gelokt is en heeft geen gelegenheid gehad zich te wapenen. Dit wijst erop, dat de aanval be raamd is. Spr. is van oordeel, dat met voor bedachte rade is gehandeld en dat dus ver oordeeling moet volgen wegens moord. De rechtbank nam doodslag aan en dat vonnis zal dus vernietigd moeten worden. Reke ning houdend met het duivelsche milieu, waaruit verdachte voortkomt, en met zijn jeugd, eischt de advocaat-generaal ten slotte 20 jaar gevangenisstraf. De verdediger aan het woord. De verdediger, mr. Roobol, noemde het requisitoir van den advocaat-generaal wreed, omdat de aanwij zingen zoo zwak zijn. Vooral ook wees hij op het zoek raken van een proces-verbaal. Herhaalde aandrang van de drie Neder- landsehe Middenstandsbonden om een betere wettelijke regeling. Onder de behoeften van het bedrijfsleven op legis latief gebied, welker vervulling nu al jaren stag neert in een mate, die met hun beteekenis en ur gentie en met het in de huidige omstandigheden ver- eischte tempo van oplossing van vraagstukken van oeconomische beteekenis, in de meest schrille tegen spraak is, neemt niet de laatste plaats in: de behoef te aan een betere methode van gerechtelijke inning van kleine vorderingen. In verband met dit punt werd laatstelijk van de zijde van den minister van justitie de volgende ver klaring afgelegd in de vergadering van de Tweede Kamer der Staten Generaal op 6 December 1.1.: „Op een regeling van de inning van kleine vor deringen is even aangedrongen. Ook deze regeling verkeert in een vergevorderden staat van voorbe reiding. Alleen moet ik nog overleg plegen omtrent de finantieele consequenties, Indien Financiën daar tegen bezwaren zou maken, zou ik die naturlijk moei lijk voor mijn rekening kunnen nemen." De drie Nederlandsche Middenstandsbonden heb ben hierin aanleiding gevonden dezer dagen in een gezamenlijken brief aan den minister de vurige hoop uit te spreken, dat thans niet langer de behoefte aan een betere wettelijke regeling op dit gebied aan discussie en bedenkingen van financieelen aard zal worden opgeofferd. Daargelaten aldus de Middenstandsbonden dat het aan gerechten twijfel onderhevig mag wor den geacht, of van de invoering van een meer doel matige methode van gerechtelijk incasseeren van kleine vorderingen schade voor de schatkist zal zijn te duchten, meenen wij er op te mogen wijzen, dat deze overwegingen van financieelen aard slechts een zeer bescheiden rol vermogen te spelen tegen over de krenking van het rechtsbewustzijn en de verzwaring van den materieelen nood van tallooze handelaren en nijveren, welke worden veroorzaakt doordat het aan zoovelen wegens de veel te lang zame en dure procedure onmogelijk is en dat in dezen tijd van diepe depressie! ook hun best ge fundeerde en voor 100 pet. volwaardige kleine vor deringen geldend te maken. Met vertrouwen hebben de Middenstandsbonden nogmaals een beroep op den minister van justitie gedaan, zijn medewerking te verleenen om thans binnen den kortst mogelijken tijd, door een betere gerechtelijke inning der kleine vorderingen, de functioneering van het bedrijfsleven in deze ernsti- geen enz ware tijden niet onbelangrijk te verlichten. Pleiter tracht dan aan te toonen dat er geen wet telijk en overtuigend bewijs is geleverd. Hij is er eerlijk van overtuigd, dat verdachte de dader niet is en vraagt vrijspraak, tevens verzoekend nog dezen avond uitspraak te doen. Repliek. De advocaat-generaal, repliceerend, noemt het een schandelijke insinuatie, vol te houden dat een pro ces-verbaal is verdonkeremaand. Spr. wijst voorts op het schaamtelooze optreden van dezen raadsman, door zijn vertoon en door zijn rondbazuinen wat hij doet. Mr. Roobol zegt, dat als hij te ver is gegaan hij daarvoor excuus aanbiedt. Hij is gerechtigd om te handelen zooals hij deed. Als hij aan het licht brengt wat marechaussees misdrijven werkt hij mede aan de zuivering van dat wapen. Nadat verdachte nog eens verklaard had onschul dig te zijn, bepaalde de president de uitspraak op 6 Maart, waarna de zitting gesloten werd. De burgemeester van Oss, de heer J. F. Ploegmakers (met bontkraag) en links achter hem de gemeente-secretaris betreden het gerecht sgebonw te Den Bosch, waar Woensdag de be handeling in hooger beroep begon van de moordzaak De Bie uit Oss. Op den achtergrond de Ossenaren, die niet bij de zitting werden toegelaten. Verdacht van overtreding der deviezen- bepalingen. Voor de rechtbank te Kleef hebben gister terecht gestaan twee jonge Nederlanders, de heeren D. B. uit Nijmegen en A. V. uit Berg en Dal. Beiden wa ren op 14 Januari jl. gearresteerd onder beschuldi ging van overtreding der deviezen-bepalingen. Hun was ten laste gelegd, dat zij verscheidene malen met reischeques naar Duitschland waren gekomen, welke zij te Dusseldorp inwisselden, waarna zij met de ontvangen marken naar Nederland terug keerden. Toen zij gearresteerd werden, verklaarden zij, dat zij teruggingen naar Cranenburg, nabij de grens, om met relaties in Nederland te telefoneeren over het aankoopen van een radiotoestel, daar zij met dit doel naar Duitschland waren gegaan. Zij zouden toen te weinig geld bij zich hebben gehad en wilden hun De plaatsvervangende Duitsche Rijksleider Ru- dolf Hess bij de Zug- spitz-vlucht 1935. Hess in zijn machine ca de landing. opdrachtgever vragen, of deze met een minder kwa-. liteit radiotoestel genoegen wilde nemen. De rechtbank hechtte aan deze verklaring geen ge loof en veroordeelde de beide jongelieden gisteren tot ieder Vfó jaar gevangenisstraf met 4000 mark boete. Waarschijnlijk zullen beiden in hooger beroep gaan. Veel vee omgekomen. Een groote brand heeft gisternacht de boerderij van den heer Bemelmans te Hulsberg verwoest. De veestapel, bestaande uit vijftien varkens, tien koeien en 150 kippen is in het vuur omgekomen. Een groote hoeveelheid graan ging verloren. De paarden konden worden gered. De brand, waarvan de oorzaak onbekend is, sloeg spoedig over naar de belendende perceelen, be woond door de familie N. Door tijdig ingrijpen van de brandweer kon voorkomen worden, dat ook deze perceelen een prooi der vlammen werden. Persoonlijke ongelukken hadden niet plaats. Ver zekering dekt de schade. Barometerstand op Donderdagmorgen 8 u.: 745 m.M, Wind: Zuid-Zuidwest. Temperatuur: 10 gr. C. is 50 gr. F. Vooruitzichten: Stormachtig, buiig. Vuilpoeders 50 ct. Spcnenvascline, per groote bas 30 ct. Gedipl. Drogist. SCHAQEN. MAA& Douwt Eqberr, ïehte Triesche Metten-Baai en Baai-Tabak. Nederlands geurigste pijptabak.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 5