Uit het veelbewogen leven van Juffrouw Pieterse. Kruiswoordraadsel. DE AVONTUREN VAN PROFJE EN STRUISJE iw-jl Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 2 Maart 1935. No. 9670. ZATERDAGAVONDSCHETS Uit haar eigen mond opgeteekcnd, door SIROLF. (Nadruk verboden alle rechten voorbehouden). BEN U het werkelijk, meheer? Wel heb ik van me leven! Dacht ik het niet? Een on geluk komt nooit allenig! Daarnet laat ik de koffiepot uit me handen vallen. En nu komt U! Nou ja, U mot me goed begrijpen, hoor. Ik wil allenig maar zeggen, dat ik nou geen bakkie troost voor U heb. Voor de rest mag ik U wel lijje. Omdat U nog wellis aardig klesse kan en omdat U weet, dat ik een echte dame bin. Tja, nou, en van de week heb ik toch ook weer een gcluklcie gehad. Ik heb weer een baantje gekregen, een echt fijn werkhuissie. Nou, as me eerste man zaliger dat nog 's kon zien, hij zou ze ooge uit ze hoofd scha- me, dat zeg ik meneer! Weet U wat hij altijd placht te zeggen, meheer? Mensch, zei hij altijd, jij bent zóó stom en zóo leelijk, dat je nooit van je leven een baantje zal krijgen! Nou, meneer, en in de afgeloopen twee weken heb ik al zes baantjes gehad! O, zoo! Ja, een mensch maakt zoo wat mee. Ver- leje week dat was in dat vijfde baantje was ik voor proef een dag uit wei-ken geweest, en toen 's avonds zegt die mevrouw tegen me: Juffrouw Pieterse, ik wil toch wellis Uws getuigschriften zien. Best, mevrouw, zeg ik, dat ken! Nou, ze kijkt er een paar in en toen zeit ze (want dat mensch is van erg strenge beginselen): Juffrouw Pieterse, hoe kan dat? Hier staat een hel andere naam in?! Ja. me vrouw, zeg ik. Daar hoeft U niks niet slecht van te denken, want dat is heelemaal in orde. U hoeft niet te denken, dat ik een gescheiden vrouw ben. D'r is niet zóóveel op me an te merken, want ik heb het groote geluk gehad, dat mijn eer ste man eerlijk van sjaggrijn is gestorven! Nou, affijn, wat dat mensch er nou verder nog op tegen had, weet ik niet, maar dat baan tje was ik meteen kwijt. Ach meneer, ik heb wat meege maakt met die eerste man van me. Op een keer waren we uit naar de Zaansche kermis en daar betrap ik hem, dat hij stiekum een kaartje trekt voor 'n dubbeltje uit de waar zegautomaat. En over zijn schou der heen lees ik, dat hij een schoo- ne en beminnelijke vrouw zal krij gen! Nou, toen had ik al genoeg, dat begrijpt U wel, niet? En ik heb hem meteen eens goed de waarheid gezeid. Zóó, zei ik, Dus jij krijgt een schoone en beminne lijke vrouw, niet Tinus? Zóó! Maar laat ik je dan zeggen, Tinus, n i et zoolang ik leef Tinus! Niet zoo lang ik leef! Nou, en ik heb woord gehouwe ook! Ja, ik laat geen loo- pie met me nemen! Als zwakke vrouw moet je wel bij de pinken zijn, anders nemen ze je er geregeld tusschen. Ze den ken altijd maar, dat ik zoo'n doet je, zoo'n sufferdje ben, die niks heeft meegemaakt en nergens ver stand van heeft. Van de week had ik nog een woordje met mijn buur vrouw van driehoog-achter. Dat mensch veegt nooit d'r voeten en ze maakt m ij n trappie altijd vuil! Toen zei ik d'r wat van, natuur lijk in het nette. Ach juffrouw, zee ik, zou U niet ozo goed wille zijn, Uws voete op het matje te vegen, want daar is het voor; ik begrijp natuurlijk wel, dat het bij U niet hindert, of d'r modder op de vloer leit, want bij U kan toch geen blind paard schade doen, maar mijn trappie is altijd zoo brandhelder en dan vin ik het sneu, als de eerste de beste slob ber, die d'r klaviere niet veegt, het weer vuil maakt. Nou, dat mensch van driehoog- achter zei niet veel, want ik stond boven aan de trap en zij beneden en ik had toevallig net een emmer vuil water in me hand. Ach juf frouw Pieterse, zei ze daarom poes lief, waarom koopt U dan ook geon stofzuiger op gemakkelijke beta lingscondities? Ach mensch, zei ik, hou daarover op, die gemakkelijke betalingscondities, die ken ik! Ik heb een radio op afbetaling en ik heb iedere week de grootste ruzie en de verschrikkelijkste last en moeite om die man van het afbe talingsmagazijn de deur uit te krij" gen, want hij wil elke week op nieuw dat kassie weer meenemen! Nee, dat is niks voor mij. Ik weet er alles van ,van die termijnbeta ling. Ik heb toch zeker ook een kinderwagen op afbetaling gehad! Verleje maand heb ik juist de laat ste termijn betaald. Zoo, zei de win kelbediende van de zaak waar ik die kinderwagen gekocht had, zoo zoo, dus nu is het de laatste beta ling. wel, en hoe maakt de kleine het? Nou, zeg ik, best hoor, de vol gende maand gaat hij trouwen! Tja, sommige menschen kunnen ook van die rare, onbescheiden vra gen stellen. Laatst had ik een vrij kaart je voor de schouwburg en ik was erheen gegaan met een vrien din van me. Ze speelden een reuze- mooi stuk, maar ik vond alleen, dat ze d'r wel een beetje veel bij spraken op het tooneel. Je kon ge woonweg je eigen woorden haast niet verstaan. Ik zat mijn vriendin juist een geschiedenis te vertellen, die ik in een van mijn betrekkin gen had meegemaakt, toen een meneer achter me mij op me schou der tikt en zeit: Purdon, dame, neemt U me niet kwalijk, maar ik kan geen woord verstaan! Zoo, zei ik want ik wier woest op die vent zóó! Wat U zegt! U ken d'r niks van verstaan, hè? Nou, dat zal uitkome! Het gaat U toch zekers ook geen snars aan, wat ik an me vriendin hier zit te vertellen! Tja, en nou was dit nog een me neer, die zoo'n rare vraag stelde. Maar een poosje terug loop ik op straat, en toen zie ik een jongetje van een jaar of dertien, die met zóó'n groote sigaret in zijn hoofd loopt te dampen. Ik ga naar dat jochie toe en ik zeg zoo tegen hem: Zeg, ventje, weet je vader wel, dat je rookt? Nou, dat jongetje kijkt me eens aan, met open mond, en toen doet ie nog een paar haaltjes en kijkt me van onder tot boven aan en toen ziet ie me gladde ring aan mijn vinger en toen zeit ie: U is getrouwd, is 't niet? Ja, zeg ik. Nou, zeit hij weer, en weet Uw man dan wel, dat U tegen vreem- Horizontaal: Republiek in Centraal-Amerika Streelen Zeearm in Groningen Planeet Omslag Rijst Plaatsje in Noord-Brabant Zenuwbladen (purgeermiddel) Beraadslaging, dispuut Galziekte Verticaal: Fransche marinehaven Jongensnaam Hoop, stapel Remtoestel Meisjesnaam 6. Matig onthoudend 9. Soort hert 11. Aanleiding 15. Plaats in Gelderland 1G. Meisjesnaam (afk.) 17. Zijrivier v. d. Donau 18. Enz. Oplossing van de vorige week. Horizontaal: 1. Edelsteen; 7. Towa; 8. Ergo; 9. Aal; 10. Eerst; 12. Goed; 14. Balk; 17. Taal; 19. Oma; 20. Cleo; 22. Tocantins. Verticaal: 1. Eigenbaat; 2. Dole; 3. Laat; 4. Telg; 5. Egge; 6. Noo- deloos; 11. Sol; 13. Ora; 15. Auto; 10. Kola; 17. Tact; 18. Amen. de mannen op straat spreekt?! Jaja, meneer, een mensch kan wat hooren, als ie niet doof is. Van 't najaar had ik wat vruchten in gemaakt, pruimen en zoo, voor jam, dat vin ik altijd wel frisch, wat zeit-U? Nou, ik had feitelijk een potje te veel, en toen zag ik de kleine meid van de buurvrouw van éénhoog op de trap en toen geef ik dat kind dat potje mee. Een paar dagen later spreek ik die buur vrouw en toen zeg ik zoo: Hoe vond U dat potje pruimenjam, dat ik de kleine meid mee heb gege ven? Ik heb ze zelf ingemaakt! O, was dat pruimenjam?!, zeit dat loeder-van-één-hoog, O, ik dacht ook al! Me man gebruikt het aldoor om ze bruine schoenen te poetsen, maar het is snert-smeer, zeit ie, want het wil maar niet glimmen, en het stinkt toch zoo merakel, zeit ie! KLEINE ECONOMISCHE CRISOLOGIE. Wanneer landen gelooven, dat zij hun economischen noodtoestand kunnen opheffen, althans verbete ren, door van den gouden stan daard af te gaan, dan is dat het zelfde als wanneer koortslijders hun thermometer stukbreken. Het aantal werkloozen in de lan den met een arbeidsloozenstatistiek is grooter dan het totaal aantal soldaten, dat gedurende den laat- sten oorlog actief en non-actief on der de wapens was. De ontvangsten van het speel casino te Le Touquet bedroegen in 1933 14.330.000 francs tegen 9.082.000 francs in het jaar 1932. Gedurende de laatste zes jaren is Frankrijks export van 59 tot 19 mil- liard francs teruggeloopen. In China woont het eenvijfde ge deelte van het menschdom. Konden de Chineezen er toe gebracht wor den zakdoeken te gebruiken, dan zou spoedig de overproductie van katoen verdwenen zijn. Trots alle economisten weten wij thans nog even weinig van de cir culatie van het geld, als men ten tijde van Karei V van de circulatie van het bloed afwist. In het jaar 1929 bedroeg in Ame rika de kostprijs van een automo biel 829 dollar; in 1933 slechts 630 dollar. Wanneer een landbouwer tien paardeploegen vervangt door één motorploeg, dan vervangt hij te vens tien verbruikers van haver en roggebrood door één consument van benzine. Definitie van een Amerikaansche farm: een uitgestrekt vruchtbaar bouwland, van alle kanten door schuldeischers omringd, bedekt met hypotheken, waarop een gezin van zeven personen te vergeefs tracht het onderhoud voor zichzelf en hun automobiel (waarvan de benzinetank leeg is) te verdienen. Brazilië nam in het jaar 1933 24.000 Japansche immigranten oo en in 1934 zelfs 27.000. Blijkbaar waren daar de arbeidsloonen te hoog. De prijsindex der kosten van het levensonderhoud is gebaseerd op een klein aantal levensmiddelen. Neemt men een groot aantal le vensmiddelen tot basis der bere kening, dan komt men feitelijk tot geen andere resultaten. HUMOR. 1 De onderwijzer vertelde over Chi na. Het land is zoo groot, zei hij, dat de menschen uit het Noorden die uit het Zuiden niet eens kun nen verstaan. Om jullie een denk beeld te geven van het groote aan tal Chineezen dat er woont, zeg ik ie. dat iedere keer als je adem haalt, er een Chinees sterft Een oogenblik later zag de on derwijzer een jongetje met 'n rood hoofd zitten hijgen, net of hij hard geloopen had. Wat doe je?, vroeg de onderwij- zes. Chineezen dood maken!, was het antwoord, Hij: Wil je met een man met één oog trouwen? Zij: Natuurlijk niet! Hij: Laat mij dan die paraplu dragen. Stoffel had juist bij den rijken pipa om de hand van zijn dochter gevraagd. Zou je net zooveel van mijn dochter houden, als ze geen geld had? vroeg de pipa. —Natuurlijk! riep Stoffel vurig uit. Dan is het genoeg! zei pipa. Ruk uit, asjeblief! Ik moet geen idioot in m'n familie hebben! Lastige klant: Ik wil een zacht gekookt eitje, niet te hard en niet. te zacht, een broodje, niet te klef maar ook niet te hard, niet te veel boter, een groot glas melk, niet te waterig! Kellner: Uitstekend, meneer! Wil meneer soms nog een speciaal patroontje op de borden? 216. De keus werd bepaald op een reis naar Argentinië, want daarvan had Prof je veel gelezen, en daar zou hij erg graag eens een kijkje nemen. Het schip zou koers zetten naar La Plata en daar de rivier opvaren om andere gebieden te bezoeken.Allereerst kwamen ze weer aan een groote stad, maar Profje had geen lust om aan wal te gaan. Daarom maak te hij het zich op de boot gezellig en deed allerlei spelletjes met den kapitein en de stuurlui, in den tijd dat alles voor de nieuwe reis werd klaargemaakt. Er was ook een bal met hamertjes en dal was net iets voor Profjes zin. Urenlang 217. Maar voor zoo'n vindingrijk dier als Struisje was dat natuurlijk geen be zwaar. Zelf hield hij er niet van telkens in het water te duiken. Maar toen hij de eerste keer een bad nam, ving hij twee visschen, die hij, omdat hij geen lust had ze op te eten, de vrijheid weer gaf, maar op een voorwaarde. had hij er pleizier mee en ook Struisje was van de partij. Die gebruikte alleen zijn pooten en niet de hamertjes en daardoor ging er nog al eens een bal over boord. 218. Hij liet hen beloven, dat als ze aan boord weer balspeelden, zij in de buurt zouden blijven en alle ballen die in het water kwamen op zouden happen en dan aan Struisje zouden teruggeven. Hij zou ze door een of ander venstertje van hen aannemen. En zoo hoefde Profje niet boos te worden, als Struisje een bal in het water 6loeg. 219. Als het winderig of regenachtig was en ze geen zin hadden om aan dek te zitten, dan werd in de gezellige ka juit ganzebord gespeeld. Maar daarmee mocht Struisje niet meedoen omdat hij telkens alle kaakjes opat en de dobbel steen bij het schudden in zijn bek per vergissing ook doorslikte. Het duurde echter niet lang of alles was in orde voor de nieuwe reis en nu werd weer het anker gelicht en de tocht begonnen. 220. Het duurde vele dagen eer de plek bereikt was waar de boot verlaten zou worden. Intusschen kon Profje uitkijken en er was veel te zien. Afwisselend vlakten en bosschen zag hij vanuit de kajuit en in het water af en toe nijlpaar den, krokodillen en kaaimannen. Profje rilde ervan, maar hij zat veilig en er kon hem niets gebeuren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 19