Phillips Oppenheim
UWEELEN
door
te Alkmaar.
Overwerk geweigerd.
Bloedige onlusten met negers te Chicago.
Stormschade op New Foundland.
Merkwaardige speling van de natuur.
De moord op Gerrit de Bie.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
ZITTING VAN DINSDAG 5 MAART.
Uitspraken vorige zitting.
Nic. Petr. Jac.'E.. koopman, Eenlhoorn, Beemster,
thans gedetineerd, diefstal van tamme koniinen, 6
maanden gev. voorwaardelijk met 3 proefjaren.
Willem K., arbeider, Rhode. toebrengen van ern
stig lichamelijk letsel door schuld, 1 maand hecht.
Corn. Gr., vrachtrijder, Schagen, hooger beroep
vonnis verboden aardappelenvorvoer, vonnis beves
tigd.
Jac. B., chauffeur, Wervershoof. hooger beroep
vonnis kantonger. ter zake overtreding M.- en R.-
wet. vonnis bevestigd.
Mr. R. H. D., advocaat te Amsterdam, hooger be
roep vonnis kantongerecht t, z, overtreding politie
verordening te Schoorl. Vonnis kantonrechter be
vestigd.
Alb. Jan N.. vischventer. Alkmaar, thans gedeti
neerd. ter zake zedendelict art. 247 strafrecht. Aan
gehouden.
't Zand.
GAAT OM 'N BRUTNE LEEREN-DAMESJAS.
De 38-jarige pikeur Klaas B. uit Amsterdam was
reeds vroeger op de zondaarsbank genoodigd naar
aanleiding van het hem ten laste gelegde feit. dat
hij op 22 Januari te 't Zand. gem. Zijpe, 'n bruin-
lederen damesjas, eigendom van Mevrouw E. Nuv-
ens, geboren van Straten achterover zou hebben
gedrukt. Bedoelde jas was op 15 Octoher in het
café van de Wit, alwaar een bal werd gegeven,
vermist uit de keuken. Bij het naar huis gaan,
bleek de jas verdwenen, doch werd later opgespoord
in de paardenbox-auto van den verdachte. .De jas
was toen in minder goede conditie dan voor de
vermissing. De rijksveldwachter de Wijze van
Dirkshorn, die op de harddraverij surveilleerde, had
'n op 'n pikeur gelijkend persoon uit de Wit's keu
ken zien komen met een dergelijke jas over den
arm. Na de aangifte van de vermoedelijke diefstal
stelde de Wijze zich in telefonische verbinding met
de Alkmaarsche politie met verzoek een onderzoek
<n te stellen naar dergelijke auto's en werd door
hoofdagent Marbus 'n auto aangehouden, die door
een melkauto werd getrokken. In de cabine van
dezen wagen bevonden zich eenige dames en hee-
ren én op het stroo in de box werd door Marbus
gevonden bedoelde jas. Verdachte was onder den
invloed, wist echter heel goed wat hij deed. wat
ook door Rijksveldwachter de Wijze was verklaard.
Wat de pikeur Klaas B. betrof, deze ontkende
thans niet de ias te hebben medegenomen, doch hij
beweerde zoodanig van Bacchus' gaven te hebben
genoten, dat hij niet meer wist wat hij deed. Hij had
overigens veel spijt van het gebeurde.
De Officier, de geschiedenis nog eens ïn finêsses
nagaande, besprak uiteraard de voornaamste vraag
en wel de wederrechtelijke toeëigening. waarop de
verdachte zich beriep. De omstandigheden wezen er
echter op, dat verdachte wel dit oogmerk had en er
niet in was geslaagd, het tegendeel aan te toonen.
De Officier achtte het benoodigde bewijs dan ook
voldoende geleverd om 2 maanden gev. te requi-
reeren.
Alk'maa r.
EEN AMSTERDAMSCHE KRAAKJESMAKER OP
STAP NAAR DE VICTORIESTAD.
Voorzien van een praohfc.ollectie moderne inbre
kersinstrumenten was de 21-iarige los werkman Jo-
liannes Kr. uit Amsterdam, op 20 Januari naar
Alkmaar gereisd met het nobele doel daar eens een
mooi krakia te maken. Uitverkoren had hij het
kantoor van den heer Geels aan de Baangracht en
toen de nacht voldoende was ingetreden, ging hij
met ijver aan den arbeid, verschafte zich tpegang
door middel van valsche sleutels en richtte toen
zijn aanval op de in het kantoor aanwezige brand
kast. Reeds had hij volgens de regelen der kunst
in die brandkast een gat geboord, toen hij tot zijn
grooten schrik eensklaps op het terrein der misdaad
werd overvallen door den agent van Heusden, ver
gezeld van den heer C. J. Geels. Er viel niet veel
over te praten, de inbreker had zelfs den tijd niet
meer zijn voor vingerafdrukken beschermende hand
schoenen uit te trekken, in één woord, hij was ge
knipt! En dat nog wel in dit boere-stadje! Natuur
lijk was er een gelukje bij, de politie had die mooie
tip gekregen .van een vrijend paartje, dat aan de
overzijde van het grachtje bezig was een teder af
scheid te nemen, doch behalve oor en oog alleen
voor elkaar, toch nog in de gelegenheid was. te
zien, dat er aan den overkant iemand bezig was op
verdachte wijze aan den kantoordeur te morrelen.
De jongeling was zoo vaderlandslievend, de politie
onmiddellijk te waarschuwen. De inbreker erkende
heden het hem ten laste gelegde feit. Volgens zijn
mededeelingen was hij te voren met eenige vrienden
op 'n excursie naar Alkmaar geweest, ten einde eens
poolshoogte te nemen.
De Officier bracht hulde aan dit fongmensch, dat
de politie waarschuwde en bij de rechtbank ook
niet onbekend was. De activiteit van dezen jonge
ling viel den Officier reusachtig mede.
Wat den verdachte betrof, hij stond in Amsterdam
zeer ongunstig bekend en behoorde tot de zooge
naamde zware jongens. De recherche was trouwens
al op de hoogte, dat deze „zware iongen" met zijn
vriendjes naar Alkmaar op stap was geweest. In
verband met den ernst van het misdrijf en de repu
tatie van den verdachte, requireerde de Officier een
gevangenisstraf voor den tijd van 1 iaar en 8 mnd.
Mr. Mulder, uit Den Helder, toegevoegd verdedi
ger van verdachte, bracht in de eerste plaats hulde
aan de Alkmaarsche politie; was voorts van mee
ning dat hier juridisch niet veel was in te bren
gen, doch bepaalde zich in den lijn van het leven
de strafrecht van dezen tijd. in hoofdzaak tot den
persoon van verdachte, in verband met de ongun
stige levensomstandigheden, waaronder verdachte
gedrukt ging, de verleiding waaraan hij blootstond,
en het slechte gezelschap waarin hij verkeerde, bij
een en ander gevoegd het geestmoordende gebrek
aan arbeid, dat zoo verderfelijk op de mentaliteit
van dergelijke jongelieden werkte.
Met betrekking tot een en ander verzocht pleite»
clementie en refereerde zich dienaangaande aan het
oordeel van het college.
EEN IN MINEUR GESTEMD EGMONDSCH
STROOPERSKWARTET.
Vier Egmonder stroopers, die nogal gevoelig door
de straffende hand van den Alkmaarschen kanton
rechter waren geraakt, hadden troost gezocht bij
het meerv. strafcollege in hooger beroep en versche
nen heden in nette volgorde voor de Rechtbank.
De rij werd geopend door een lid van de gerenom
meerde kneutjesfamilie Cornelis D., die door jacht
opziener Rozing op een afstand van 6 meter was
betrapt op konijnendelven in de Berger Cordelleras.
De kantonrechter had hem voor deze graverij milde-
lijk bedacht met f 25 boete of 25 dagen, doch Cornelis,
die stijf en sterk volhield, dat hij op gerelateerden
dag en uur veilig thuis in bed had doorgebracht,
beproefde zijn geluk nog eens in appèl. Of hij daar
mede werkelijk hoopte nog iets te bereiken, is ons
niet bekend, maar de officier toonde niet de minste
neiging tot tegemoetkoming en requireerde bevesti
ging-
Nu kwam de beurt aan Jan D., die was genoteerd
op 10 dagen principale hechtenis, ook al wegens
konijnendelven, 'n sport, waarmede de konijnen
evenmin dwepen als de jagers en in het gegeven
geval ook Jan slechts 10 dagen brommen opbracht.
Deze appellant had geen bezwaren tegen de veroor
deeling, maar wel tegen de 10 dagen hechtenis.
Ook in dit geval gaf de officier hem geen uitzicht
op clementie, doch misschien houdt de rechtbank
nog rekening met de omstandigheid, dat Jan het
hoofd is van een gezin.
De heer Piet Gr., die zich in de Castricummer dui
nen had bevonden met een carbidlantaarn, ontkende
die aanwezigheid niet, doch loochende perse eenig
bezitrecht op de carbidlantaarn. De officier hechtte
echter meer geloof aan den jachtopziener en requi
reerde bevestigend in het gewezen vonnis, f 15 boete
of 15 dagen.
Ten slotte verscheen de oude heer Klaas Sch., als
kampioen van waarheid en récht. Volgens den jonge
Jan Diesmeer had hij zich in het jachtveld_^met
strikken bevonden. Het waren geen strikken, pro
testeerde Klaas, maar aute penne!
Hij werd onrechtvaardig behandeld, maar kon den
officier niet overtuigen, ergo: bevestiging van het
vonnis, f 20 boete of 20 dagen.
IN HET HOL VAN DE LEEUW GESTAPT.
De manufacturenhandelaar Jos. van G. uit Utrecht
die met een verzameling monsters ook de platte
landsstadjes van Noord-Holland schijnt te bezoeken,
had met zijn koffers ook een visite gebracht aan
Enkhuizon en zich op hoop van zegen aan een
woonhuis in de Korte Tuinstraat vervoegd, doch
bleek daar bij den duivel te biecht te zijn gekomen.
Hij toch was aangeland bij den politieagent H. Ba-
relde, die den koopman direct herkende als den man,
dien hij vroeger al eens had gewaarschuwd. Toen
hij alsnu tot de wetenschap kwam, dat deze koop
man niet in het bezit was van een vergunning van
B. en W., die trouwens kosteloos in Enkhuizen, waar
het geld blijkbaar op den rug groeit, was te verkrij
gen, maakte hij na bespreking met den inspecteur,
procesverbaal op en werd de heer van G. door den
kantonrechter te Hoorn veroordeeld tot f 6 boete of
6 dagen. Waar evenwel de veroordeelde vermeende
niet te behooren tot de categorie straatventers als
in de verordening bedoeld, kwam hij niet uit finan-
cieele, doch om principieeele motieven in hooger be
roep en had als nu heden, toen dit appèl werd be
handeld, zijn juridische belangen opgedragen aan
Mr. Winkel advocaat te Hoorn.
De appellant ontkende natuurlijk niet het telaste
gelegde feit, maar wel dat zijn methode van ver-
koopen eenige overeenkomst zou vertoonen met de in
de verordening bedoelde straatventerij.
Hij schelde bij de door hem uitgekozen perceelen
aan, vroeg de dame des huizes te spreken, vertoon
de zijn monsters en leverde eventueele bestellingen
op termijnbetaling per giro of op gepresenteerde kwi
tantie. Waar hij zich niet gelijk stelde met straat
venters of bedelaars, had hij gemeend zich niet te
moeten voorzien van bedoelde vergunning.
De officier ging echter met die opvatting niet ac-
coord. Volgens zijn meening was hier geen uitzonde
ringsgeval aanwezig en werd derhalve bevestiging
van het gewezen vonnis gerequireerd.
Mr. Winkel hield daarop een keurig en behoorlijk
gedocumenteerd betoog. Hij trachtte aan te toonen
dat hier van venten in den zin der verordening in
casu geen enkel symptoon aanwezig was. Uit een
arrest van den Hoogen Raad van recenten datum
definieerde pleiter, wat onder straatventen moet
worden verstaan om ten slotte tot de conclusie te ko
men, dat zijn cliënt niet op de door den Hoogen
Raad gepreciceerde wijze zijn handel had uitge
oefend, zoodat hij behoorde te worden vrijgesproken.
Waar geen repliek volgde, werd de behandeling
der zaak gesloten en de uitspraak bepaald op 12
Mei e.k.
ZEDENMISDRIJF ART. 250 BIS STRAFRECHT.
In de middagzitting werd behandeld een zeden
zaak contra den caféhouder Frits L. uit den Helder,
thans in voorarrest, die zich had schuldig gemaakt
aan misdr. Art. 250 Bis wetb. v. strafrecht c.q. het
gelegenheid geven als beroep of uit gewoonte De
behandeling geschiedde met gesloten deuren en werd
gerequireerd 6 maanden gevangenisstraf. Het maxi
mum op dit misdrijf gesteld is 1 jaar gev. of 10C)
gulden boete.
Arbeidsgeschil bil voltooiinq van de
„Normandië".
P a r ij s. De scheepswerf te St. Nazaire, waar
het 79.000 ton metende nieuwe Fransche schip
„Normandië" zijn voltooiing nadert, heeft een civiele
vordering ingesteld tegen den Vakbond van metaal
arbeiders in de scheepvaart, aangezien deze wei
gert zijn leden toe te staan overwerk te verrichten.
De directie der scheepswerf is van meening, dat dit
verbod onwettig is en eischt intrekking ervan. Zij
verklaarde, dat de voltooiing en het vertrek van de
„Normandië" door deze tegenwerking ernstig ge
vaar liep vertraagd te worden, doch voegde eraan
toe, dat met of zonder de medewerking van den
Vakbond de „Normandië" op den vastgestelden da
tum, 20 April, St. Nazaire zal verlaten. De arbeiders
te St. Nazaire zouden echter ongeveer drie millioen
francs aan loongelden derven indien de „Norman
dië" in een andere haven voltooid moest worden.
Politie-beambten door do negers aanae-
vallen.
Voor de vrouwenrechtbank te Chicago. waar zich
negen negerinnen te verantwoorden hadden wegens
deelneming aan een staking, kwam het gisteren tot
opgewonden tooneelen, die een kwartier duurden en
veroorzaakt werden door leden van een tweetal ne
gerbonden. De politie-beambten en het personeel uit
de rechtszaal werden toen zij de orde wilden herstel
len, door de negers aangevallen, zoodat de beamb
ten van hun knuppels en tenslotte ook van hun
vuurwapens gebruik moesten maken. Een politie
beambte kreeg tengevolge van de opwinding een
hartverlamming. Een bode en twee negers werden
door de schoten zwaar gewond. Ongeveer veertig
negers werden door de slagen met de gummiknup
pels gewond. In totaal werden 48 negers en nege
rinnen gearresteerd. In verband met den dood van
de politie-beambte zal men waarschijnlijk een aan
klacht wegens moord tegen hen indienen.
nig moeite gevonden hebben." begon hij.
„Dat we zoo gauw hier zijn is te danken aan de
slimheid van uw agent in Parijs", zei madame be
leefd. „We woonden in de grootste teruggetrokken
heid, doch hij heeft ons naar het schijnt zonder eeni
ge moeite gevonden. We namen onze biljetten voor
Engeland binnen het uur nadat hij met ons ge
sproken had."
„Zoo, dus u woonde in Parijs?" merkte Drayton
op.
„We hadden onzen intrek genomen in een klein
pension in de buurt van Versailles", legde de kolo
nel haastig uit. „Elisaveta's toelage had geheel op
gehouden en onze eigen inkomsten waren zeer on
geregeld. We maakten ons dus zeer ongerust en
we zouden graag dadelijk van u weten, mr. Dray
ton, wat deze jonge mijnheer Haven voor ons van
de Ostrekoff-familie heeft meegebracht. Als het ju-
weelen zijn, waar zijn ze dan? Als het geld is, hoe
veel is het?
„De origineele zending was een partij juweelen",
zei Drayton.
„Juweelen?" herhaalde de kolonel. „Van welke
waarde, mr. Drayton? Neem ons onze opgewonden
heid niet kwalijk, de zaak is van het grootste belang
voor ons."
„U kunst gerust zijn", verzekerde Drayton. „De
waarde van die juweelen zal voldoende zijn om u
drieën voor goed van alle finantieele zorgen te be
vrijden."
„Welke waarde?" vroeg madame nu ook.
Drayton plukte aan zijn klein snorretje.
„U moet zich op een schok voorbereiden,' zei hij.
„De juweelen zouden twee, misschien zelfs drie mil
lioen pond kunnen opbrengen...'
„Ze zijn op drie millioen geschat," viel Haven kop
pig in de rede.
Er volgde een verbijsterende stilte. Het meisje
vlocht haar zachte vingers in die van Haven, zelfs
zij kon geen woorden vinden doch haar oogen waren
vol aanbidding. Haven was ten slotte ook maar een
mensch en zijn zinnen kwamen in oproer. Zij was
de eerste die sprak.
„Wanneer kan ik ze zien?" vroeg ze. „Wanneer
kunnen we kunnen we er wat van verkoopen?"
De kolonel kuchte.
„U moet mijn pupil niet al te hebzuchtig vinden"
verontschuldigde hij haar. „De kwestie is, dat we,
evenals zooveel van mijn landgenooten die in Euro
pa gestrand zijn, al een poos heel slecht in het geld
hebben gezeten."
„Dat is, best te begrijpen," zei Felix Drayton, „doch
die toestand zal nu een eind nemen. Wat het over
handigen der juweelen betreft dat zal misschien
nog even moeten worden uitgesteld."
Hun gezichten verrieden ontsteltenis. Het meisje
St. Johns. Boven St. Johns en andere plaatsen
op New Foundland heeft een hevige onweersstorm
gewoed. Tengevolge van den storm werden zeer
vele ruiten vernield, terwijl van een huis een ka
mer, waar drie kinderen sliepen, vernield werd. De
kinderen bleven echter ongedeerd. Het onweer was
zoo hevig, dat bij sommige donderslagen de bevol
king geloofde, dat een explosie in de stad had plaats
gevonden.
Doodelijk lawine-ongeval.
Te Cornerbrook West op New Foundland kwam
een lawine op een huis terecht, dat zoo goed als ge
heel vernield werd. Van de bewoners werd de vrouw
en een der kinderen gedood, terwijl twee andere
kinderen gewond werden.
Een kind zonder slokdarm.
New York. Te Newburgh (staat New York) is
een jongetje geboren, dat geen slokdarm heeft. Ove
rigens is het kind geheel normaal, alleen de ver
binding mond en maag ontbreekt echter. De dokto
ren' hopen het kind echter in leven te houden. Door
een operatie kunnen zij het vloeibaar voedsel door
een insnijding in de maagwand toebrengen.
Het jongetje heeft hier niet de minste last van,
het kraait even lustig als andere kinderen en is zich
het gemis van een van zijn belangrijke organen nog
niet bewust.
P. de Bie door het Hof tot vijftien jaar
gevangenisstraf veroordeeld.
Den Bosch. Het Gerechtshof hier ter stede heeft
gister arrest gewezen in de zaak tegen P. de Bie,
die door de rechtbank te Den Bosch wegens doodslag
op Gerrit de Bie, gepleegd op 8 Augustus 1933 te
Berghem, tot vijftien jaar gevangenisstraf was ver
oordeeld.
Het Hof veroordeelde P. de Bie tot dezelfde straf.
De advocaat-generaal had twintig jaar gevan
genisstraf geëischt.
De uitspraakwerd bijgewoond door Mr. Rooboï,
verdediger van verdachte en enkele leden van de
balie. Een tiental personen was toegelaten op de
publieke tribune. Nadat de zitting was geopend,
ving de president Jhr. Mr. E. van Meeuwen aan met
de voorlezing van het volledig arrest, dat ongeveer
drie kwartier duurde. Het uitvoerig arrest behelsde
de beslissing, dat het vonnis der rechtbank wegens
een formeel gebrek werd vernietigd. Twee getuigen,
Dr. Boele en van Uden waren n.1. niet door de recht
bank gehoord, zonder dat in het vonnis was ver
meld, dat van hun verhoor was afgezien.
De verdachte werd vrijgesproken van den pri
mair ten laste gelegden moord en schuldig ver
klaard aan doodslag. Deswege werd hij tot vijftien
jaar gevangenisstraf veroordeeld.
SPOORWEGVERKEER IN KOERSK DOOR
SNEEUWSTORMEN GESTREMD.
Moskou: Uit Koersk wordt gemeld, dat hevige
sneeuwstormen in dit gebied het geheele spoorweg'
verkeer hebben gestremd. Zes en dertig treinen zijn
midden op den weg tengevolge van sneeuwverstui-
vingen blijven steken. De passagiers beschikken
slechts over zeer weinig levensmiddelen.
Op verzoek der regeering zijn troepen gemobili
seerd om het spoorwegverkeer althans ten deele to
kunnen handhaven en de reizigers van levensmidde
len en brandstof te kunnen voorzien.
EEN TACHTIGJARIGE ROBBENVAARDER.
St. Johns; De robbenvloot van New Foundland be
staande uit negen robbenvangers, is gister uitgeva
ren onder leiding van Abraham Kean, den kapitein
van de „Beothic". Kean is tachtig jaar oud en ver
trekt thans voor zijn 47ste reis. Hij heeft op zijn
naam een record van 1.007.019 robbenhuiden, die hij
in totaal aan de markt heeft gebracht.
trok haar vingers uit die van Haven terug en ging
opeens rechtop zitten. Er was een fonkeling in haar
mooie oogen, half van angst, half van boosheid. Ze
scheen opeens jaren ouder.
„Uitstel?" herhaalde ze en zelfs haar stem was
anders geworden. „Waarom uitstel? De juweelen
zijn mijn eigendom. Mr. Haven aan wien ze waren
toevertrouwd, is aangekomen. Waar zijn ze?" besloot
ze bijna scherp, hem strak aanziende.
„Uitstel van het afleveren der juweelen zelf be
treft', herhaalde Drayton, „wat het geld betreft, be
hoeft er hoegenaamd geen uitstel te zijn. Mr. Haven
is bereid elke redelijke som voor te schieten vóór de
Banken vanmiddag sluiten", voegde hij er met een
blik op de klok bij.
De strakke uitdrukking, die hem opeens een ouden
man had gemaakt, verdween van het gezicht van
den kolonel. Madame sloot haar oogen van opluch
ting, toen ze die gezegende woorden hoorde. De vin
gers van het meisje zochten opnieuw die van Ha
ven, hoewel er iets van de katachtige overgave uit
verdwenen was. Het verleidelijke licht was echter
weer terug in haar oogen.
„Wat is u toch goed", mompelde ze. „Maar waarom
maakte u ons eerst zoo aan het schrikken?"
„Mr. Haven", ging Felix Drayton voort, „als u
misschien zoo goed zoudt willen zijn om een chèque
uit te schrijven laten we zeggen voor duizend pond,
zou dat onze vrienden hier bewijzen, dat er geen
ernstige kink in den kabel gekomen is."
„Duizend pond", hijgde de kolonel. „Zeker, zeker,
mr. Drayton, ik ben overtuigd dat Elisaveta het op
prijs zou stellen, het zou voor ons allen een groote
opluchting zijn."
Het meisje had haar oogen met een verbaasde uit
drukking op haar metgezel gevestigd. Zij scheen
de eenige van het trio te zijn die verder scheen te
denken dan het verbazingwekkende feit, dat er zoo
maar duizend pond in hun schoot vielen.
„Het zal heerlijk zijn", gaf ze toe, toen ze hem een
chèqueboek en zijn vulpen te voorschijn zag halen.
„Maar misschien ben ik erg dom, maar ik begrijp
niet waarom ik die prachtige juweelen niet mag
zien."
Haven schreef de chèque uit en Felix Drayton
overhandigde hem aan zijn secretaris, die op zijn
bellen was binnen gekomen.
„Veel klein bankpapier, Robbins", zei hij. „Zorg
dat je aan de Bank bent voor die sluit en kom dade
lijk terug."
De jonge man verdween. Felix Drayton wendde
zich tot het jonge meisje, alsof hij begreep, dat zij de
eenige was van wie moeilijkheden te verwachten
waren.
Wordt vervolgd.
40.
„Die mijnheer daarginds, kolonel Oliastransky
heet hij geloof ik die mijnheer die met de prin
ses is heeft verzocht of u deze rekening voor
hem zoudt willen voldoen. Men vertelde hem. dal
u hier lunchte en hij volgde, denkende dat het hier
een restaurant was. We ontdekten pas te laat dat
hij geen lid was."
„Best, best." zei Drayton. „Ik zal beide nota's tee
kenen en betalen. Henry. Aardige lui, maar ze ko
men niet dikwijls in Londen."
De beide mannen gingen heen. Drayton raakte den
arm van zijn vriend aan toen ze naar buiten liepen.
„Het is best mogelijk, Haven", waarschuwde hij,
„dat je bij gebrek aan de juweelen een chequé zult
moeten schrijven voor onze nieuwe kennissen.
„Dat zal niet moeilijk zijn," zuchtte Haven, „maar
waar ik zoo het land over heb is het feit, dat ik nu,
na al wat ik heb doorgemaakt, nog mijn excuses zal
moeten aanbieden in plaats van de juweelen te over
handigen."
„Alles zal misschien nog goed afloopen", zei Dray
ton bemoedigend.
Wil f red Haven vond iets pathetisch in de ver
schijning van de beide oudere bezoekers in den
vriendelijken middagzonneschijn die Felix Dray-
tons bibliotheek overstroomde. Kolonel Oliastransky
had nog een kaarsrechte militaire houding, doch
zijn zwarte jas droeg de sporen van vaak geperst
te zijn, zijn broek was versleten en verschoten en
de zorgvuldig gerepareerde schoenen en slobkousen
hadden hun besten tijd gehad. Zijn linnen was gera
feld, zijn groote zwarte das was met zorg gestrikt,
om zooveel mogelijk te lijken. De lijnen van zijn
aristocratisch gezicht waren diep gegroefd en zijn
neerhangende mondhoeken bijna tragisch. Het toilet
van zijn vrouw liet ook veel te wenschen over aan
stijl en snit, hoewel ze zich met gemak bewoog, als
of haar kleeren er hoegenaamd niets toe deden. Eli
saveta alleen vertegenwoordigde de luxe. Afgeschei
den van haar schoonheid was haar zwart georgette
toilet door een artiste gemaakt en waren haar zij
den kousen en haar schoentjes naar de laatste mode.
Ze droeg geen juweelen en een zeer eenvoudig
hoedje. Ze bood een betooverenden aanblik zooals
ze daar in den diepen, gemakkelijken stoel zat.
„Mr. Haven", riep ze hem zachtjes.
Hij kwam direct naar haar toe.
„Vertel me eens wat u nu eigenlijk mee heeft ge
bracht, zijn het juweelen?"
„Het is me verboden mijn mond open te doen,"
zei hij. „Het was een heele toer om uit Petrograd te
komen en hierheen te reizen en ik heb een vergis
sing begaan. Mijn zaakwaarnemer heeft me verbo
den er over te praten,"
Ze lachte hem toe.
„Dan ben ik blij om die bepaling," mompelde ze.
„Is dat het goede woord? Mijn Engelsch is niet al te
best."
„Het gaat er mee door", verzekerde Haven.
Felix Drayton was achter zijn schrijftafel gaan
zitten. Hij begon te praten in zorgvuldig gekozen
woorden.
„Mijn jonge vriend Haven en ik zijn heel gelukkig
dat we u en de prinses zoo spoedig en met zoo wei