Johann Sebastian Bach Wat Frederik de Groote van hem zei„. Ter gelegenheid van de 250ste geboortedag op 21 Maart 1935 door Dr. J. VAN LEER. „B-A-C-H" dit is het thema dat Fre derik de Groote Johann Sebastiaan Bach opgaf, toen deze bij den koning te gast was, en het is wel een bewijs'hoe zeer Bach's kunst door Frederik werd bewon derd. Zeven jaar lang sedert Bach's zoon als „Akkompagnist" in dienst des konings was werd Johan Sebastiaan telkens uit- genoodigd aan het Hof, maar Vader Bach kon pas op 7 Mei 1747 hieraan gehoor ge ven. „Mijne Heeren, de oude Bach is aange komen," zei de koning, die juist een fluit concert wilde beginnen toen men hem de lijst van de pas-aangekomen vreemdelin gen voorlegde. Men liet Bach niet den tijd om zijn reispak te verwisselen voor zijn staatsiekleed. Zóó stapte hij uit de reis koets, en zóó bracht men hem naar het slot, waar de koning hem zeer hartelijk ontving en hem direct, liet plaats nemen Do Thomaskirche te Leipzig met het ge zicht op het beroemde Bach-orgeL voor het nieuwe klavier van Silbermann, waarop hij improvisatie's moest spelen op het thema dat de koning hem aange geven had. Na dit gedenkwaardige bezoek moet de. koning verklaard hebben: „Dieser Mann sollte nicht Bach Beek) er sollte Meer zee) heiszen!" Voor Frederik de Groote bestond geen grootere componist dan Bach, voor wiens werken zelfs zijn geniale tijdgenooten de grootste bewondering hadden. Voor zijn phenomenale scheppingskracht schieten woorden te kort. „Reeds op elfjarigen leeftijd toonde onze kleine Johann Sebastiaan veel van mu ziek te houden. Zijn broer gaf hem aller lei stukjes op, welke hij onmiddellijk ken de. Om een of andere onverklaarbare re- Johann Sebastian Bach. den mocht de kleine Johann een boek vol pianostukjes, dat van zijn broer was, niet hebben, hoe zeer hij ook bad en smeekte. Hij verzon nu het volgende om tóch het boek te krijgen: Het lag achter de tralie-deurtjes van een kast. Hij kon daar met zijn kleine handjes makkelijk tusschen, en zoo kon hij het boek oprollen, en door de tralie's steken. Op deze manier kwam Johann aan het zoo zeer begeerde boek. 's Nachts, als iedereen in bed lag, stond hij op, haalde het boek, en schreef de stukjes, die er in stonden, over. Omdat hij geen kaars had, moest hij met het maanlicht genoegen nemen!" Dit wordt ons verteld door een kroniek uit die dagen. Bach groeide op in Eisenach als zoon van de» musicus Ambrosius Bach. Reeds op tienjarigen leeftijd verloor hij zijn ou ders, en kwam hij in het huis van zijn ouderen broer, die in Ohrdruf organist was, en die ook zijn -leermeester werd. Dank zij een schoolbeurs kon hij naar het gymnasium te Lüneberg, en vandaar reis de hij dikwijls naar Hamburg en Lübeck om daar de groote organisten op te zoeken, en de kamerconcert-musici te hooren spe len. In het jaar 1703 kreeg hij een aanstel ling als violist in de Hof-kapel te Weimar. Daarna werd hij organist in Arnstadt, en vroeg daar vier weken vacantie, waarin hij te voet naar Lübeck reisde om de be roemde Buxtehude orgel te hooren. Maar die vier weken werden maanden, en Bach Verloor zoodoende zijn baantje in Arnstadt Vervolgens werd hij organist in Mühlhau- sen. In 1708 volgde zijn benoeming als hof organist te Weimar; van 1714 tot 1717 was hij hof-concertmeester te Weimar, en eind 1717 ging hij als hof-kapelmeester naar Köthen. Daarop ging hij in het jaar 1723 naar Leipzig als THOMAS-kantor en mu ziekdirecteur van de universiteit. Deze betrekking hield hij tot het 'einde van zijn leven, ondanks de moeilijkheden, waar mee hij te kampen had. Hoewel men het tegendeel beweerde, was Bach onbeschrij felijk goed en vredelievend, en dat verwon dert ons ook niet, omdat we weten dat hij de kunst geheel wijdde aan zijn geloof. Het bovenstaande geeft in groote trek ken zijn leven weer. Wij kunnen ons nau welijks een voorstelling geven van de scheppende kracht van den Meester, want de compositie's die ons gebleven zijn, en Hier werd de groote Bach geboren. Het huis van Ambrosius Bach te Eisenach. die 60 groote banden beslaan, vormen nog maar een gedeelte van hetgeen hij gecom poneerd, heeft. Wat ons gespaard gebleven is, zijn onvergankelijke werken! De H-Moll- Messe, de 200 kerkcantaten, de „Weih- nachts- en het Himmelfahrtoratoria", de Mattheus- en de twee Johannes-passionen, de Motetten en de geestelijke liederen, de werken voor orgel, voor piano daaron der het beroemde „wohltemperierte Kla vier" en,zoo ltjunnen wij doorgaan! Bach's scheppen kroont de periode der contra-puntische meerstemmigheid en door de zoo rijk aan uitdrukking zijnde harmo nieën. Bach staat op het keerpunt tus schen twee stijlperioden; maar hij steekt er verre bovenuit, want zijn scheppen heeft eeuwige waarde. „Herr Gott, dich loben alle wir." Het notenschrift van den grooten Johann Se bastiaan Bach, die niet alleen de partitu ren, maar ook dikwijls de aparte orkest- stemmen uitschreef. Doordat hij onvermoeid bezig was, tot diep in den nacht, werd zijn gestel onder mijnd en zijn oogen bedorven. Hij moest tot twee keer toe een oogoperatie onder gaan, die beiden mislukten. Maar terwijl hij reeds in de schaduw des Doods stond, werkte hij nog ingespannen. Op 28 Juli 1750 dicteerde hij 's middags zijn schoon zoon een orgelkoraal: „Wenn wir in hög- sten Noten sind". Deze titel liet hij nog veranderen in „Vor Deinen Thron tref ich hiemit." Dat was het laatste gebed van zijn geloovige ziel. Om negen uur 's avonds sloot hij voor immer de oogën „HEKSENBEZEMS." Houtwoekeringen in boomkruinen. Tot de winterwerkzaamheden, die ook in het vroege voorjaar nog verricht kun nen worden, maar waarmee men dan ook nu niet langer wachten mag, behoort het wegsnoeien van de z.g. heksenbezems in de boomkruinen, die men in sommige stre ken veelvuldig aantreft. Deze heksenbe zems zijn op vogelnesten gelijkende hout woekeringen aan loof- en vruchtboomen die zoolang de boomen nog kaal zijn, dui I aelijk in het oog vallen en thans nog go makkelijk verwijderd kunnen worden. Wanneer men zoo'n „nest" eens van meer nabij beschouwt, dan blijkt het een war winkel van takjes te zijn, die door een be paalde zwamsoort veroorzaakt worden. Het hout van de heksenbezems blijft dikwijls jaren achtereen zonder bloesem en vruch ten. Vooral bij kersenboomen kan men ze daaraan in het voorjaar gemakkelijk her kennen. In den met bloesem overdekten kruin vertoonen zich overal ka.le plekken. In den herfst verliest dit hout het blad eerder dan het gezonde deel van den boom. Het ontstaan van deze merkwaardige woekeringen -vindt waarschijnlijk hierin zijn verklaring, dat de voedingssappen van den boom overvloediger toegevoerd worden aan de plaatsen, die door de zwam zijn aangetast. Een deel ervan wordt door de zwam zelf gebruikt, doch de meerdere voedseltoevoer prikkelt tevens slapende oogen tot uitloopen, zoodat er een opeen- hooping van takjes en twijgjes ontstaat, die echter als ze grooter worden, gaan kwijnen door gebrek aan voedsel. Bij ker sen is de tak, waarop de heksenbezem ont staat, dikwijls vier a vijf maal zoo dik als de gezonde tak, die deze draagt. Ook aan eiken, iepen, berken, en zelfs aan vlier komen heksenbezems voor. Een apart geval is het met de heksenbe zem van de zilverspar, die veroorzaakt wordt door een roestzwam. Dit is dezelfde zwam, die op sommige kruidachtige, in het wild groeiende planten, zooals sterre- muur, een roestziekte in de bladeren ver oorzaakt. „MUZIKALE TAXI'S." De automobiel-tentoonstellingen in de verschillende wereldsteden zijn dit jaar niet alleen zeer belangrijk voor de automo bilisten, maar ook voor de radioliefhebbers. De vèrschillende merken zijn namelijk haast allen voorzien van een ingebouwd radio-toestel. Tot nu toe was dit nog maar buitengewone luxe, een excentriciteit, maar langzamerhand wordt het vanzelfsprekend en over eenige jaren zal men er niet meer buiten kunnen. Sedert drie jaar bestaan deze auto-radio's en de „kinderjaren" zijn wonderlijk snel verloopen! In Amerika verlaat tegenwoordig geen auto meer de fabriek of hij is voorzien van een ingebouwd radiotoestel en anders ten minste van een antenne. In het laatste ge val is er nog een nauwkeurige beschrijving bij voor het eventueele inbouwen van een toestel. Eenige bekende automobielfabrie ken vervaardigen zelfs eigen auto-radio-ont vangers! Dat door deze nieuwe soort mede reizigers het aantal luisteraars in Amerika aanzienlijk is toegenomen, is dus niets bij zonders. Reeds P/> millioen auto's in de Vereenigde Staten zijn met een ontvanger toegerust. De New Yorkenaars zijn zelfs al zóó ge wend aan een radio in. een auto, dat zij slechts die. taxi's nemen, die een inge bouwd toestel hebben. Het is te begrijpen dat het lawaai der „muzikale taxi's" in de New orksche straten nu- niet bepaald een attractie vormt van deze wereldstad. Om de menschen op de ingebouwde radio's op merkzaam te maken, was het een tijdlang de gewoonte der chauffeurs om bij de stand plaatsen hun loudspeakers op zijn hardst te zetten daardoor, zelfs 's nachts, veel spek takel te maken. Dat was naturulijk niet uit te houden en daarom werd dat ook ver boden. Tegenwoordig mogen de ontvangers in de taxi's alleen voor de passagiers hoor baar zijn, en moeten de raampjes gesloten worden. SPLINTERTJES... Dezelfde knie, die zich buigt voor den meerdere in stand, drukt soms zwaar op de borst van den mindere. Er is een oogenblikkelijke voldoening en een lang verwijt'in élk hard woord, dat wij bezigen, vergeet dat nooit. Booze woorden zijn als distelzaad: waar het valt, staan straks doornige planten, die U verwonden en U den weg moeilijk ma ken! EEN WARE GESCHIEDENIS. In het kleine, Hongaarsche stadje Y, komt de schoolopziener op bezoek. In hoogsteigen persoon zal hij de derde klas een bezoek brengen. Knipmessend staat de lange leeraar voor hem. Of de heer school opziener misschien vragen wil stellen. Ja, dat wil de heer schoolopziener. Hij legt de hand op de globe en vraagt: „Nu, beste kinderen, dit is een afbeelding van de aardbol. Wie kan mij wel verkla ren, waarom die globe van boven en van onderen zoo ingedrukt, zoo afgeplat is?" Algemeen, pijnlijk zwijgen! De schoolop ziener wendt zich tot een opgewekt uit ziend jongetje, dat op de voorste bank zit, „Heusch meneer de schoolopziener, ik ik ik was 't niet!" Opgewonden instem ming bij de andere leerlingen, De school opziener gaat naar een ander thema over. En neemt later den leeraar even apart, „Het is me zeer onaangenaam, meneer de schoolopziener, maar ik moet in dit geval mijn leerling verdedigen: hij was werkelijk de dader niet, wij hebben den globe reeds zoo ontvangen!" De schoolopziener gaat naar den presl dent van de administratieve commissie voor schoolbenoodigdheden en vertelt hem de zaak. Wat zegt deze? „Tja, het is helaas niet te vermijden, dat ondanks alle voorzichtigheid bij de leve ring van onderwijsrequisieten nalatighe den voorkomen. Men zal echter nog be ter De schoolopziener wendt zich tot een hem bekenden afgevaardigde. „Is dat een schandaal of is het er niet een?" „Natuurlijk is dat een schandaal," zegt deze, „maar de minister van onderwijs is de schuld van alles! Ik heb hem zoo dik wijls gezegd, dat hij geen minderwaardige rommel bij buitenlandsche firma's bestel len moet. Bij een solieden, binnenlandschen fabrikant zou zooiets niet voor kunnen ko men." EEN RADIO-GRETA GARBO. Onlangs heeft men in Frankrijk een charmante Frangaise tot Radiokoningin uitgeroepen en in Amerika doopte men een radio-ster de „Radio Greta Garbo". Deze „Greta Garbo" heet eigenlijk Anca Lundh, zij is blond en mooi en sfinxachtig en Zweedsch. Evenals de Film-Greta Garbo, begon zij haar loopbaan als winkeljuffrouw Van haar gespaarde geld liet zij haar stem scholen, eiï ging eenige jaren geleden naar Canada. Doordat zij zoo zeer geleek op de echte Greta Garbo, baarde zij aan gene zij de van den Haringvijver groot opzien, en men raadde haar aan naar Hollywood te gaan. Maar Anca Lundh wilde niet in de schaduw van haar beroemde dubbelgang ster leven. Zij ging naar New York en trad daar met zooveel succes voor de radio op, dat zij een contract kon teekenen voor vijf jaar. Zij werd hoe langer, hoe populairder, en officieel zijn nu de Greta Garbo van de film en de Greta Garbo van de radio aan elkaar gelijk gesteld. en hoeveel millioenen woorden worden er dagelijks uitgezonden? Het aantal stations voor de draadlooze telegrafie is nu bekend. Maar hoeveel woorden worden er dage lijks van deze zenders de aether ingezon den? Daarvan ontbreken statistische gegevens maar men krijgt reeds eenigszins een be grip van het aantal, wanneer men weet, dat bijvoorbeeld in Duitschland in het laatste jaar 26 millioen woorden uitgezon den werden. De Zweedsche zender voor Commercieele dienst in Grimiton geeft aan, dat hij jaarlijks ongeveer 3.5 millioen woor den uitzendt, en in den loop van zijn'tien jarig bestaan meer dan anderhalf millioen telegrammen heeft doorgezonden. Deze ge tallen toonen zeer duidelijk hoe sterk de radiotelegrafie zich ontwikkeld heeft. Hij componeerde, terwijl zijn vrouw spon. Bach's werkkamer-museum te Eisenach

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 4