VARIA ZAL MADAGASKAR VERKOCHT WORDEN? MIDDENSTANDSBELANGEN. DEN HELDER De jaarlijksche tentoonstelling der Speeltuinvereniging. De gezamenlijke Speeltuinverenigingen (die van de Vischmarkt, de Oude Helder, en Tuindorp) heb ben gisteren weer hun jaarlijksche tentoonstelling geopend. Ten einde alles goed tot hun recht te laten komen, had men de groote en de kleine zaal van Musis Sacrum samengevoegd en het mag gezegd worden, met succes. Om ruim twee uur nam de voorzitter der Vereni ging, de heer H. J. A. Lucker, het woord en riep de aanwezigen een hartelijk woord van welkom toe. In het bijzonder was het hem een genoegen te mogen bogroeten de Loco-Burgemeester, Wethouder W. de Boer, die zich terstond bereid had verklaard, 1111 de Burgemeester door ziekte verhinderd was, dit zelf te doen, in diens plaats de tentoonstcling te wil len openen. Verder heette spr. welkom de leden van den Baad van Toezicht, het Bestuur van Veilig Ver keer, de Inspecteur van Politie K. Heldir, alsmede de Pers. liet was spreker aangenaam te kunnen memo- reeren, dat dit de 4e tentoonstelling was, die door de Vereeniging was georganiseerd en deze had wel een bijzondere beteekenis door het iubileumsjaar, want kort geloden werd het eerste lustrum gevierd. Spr. verzocht thans den heer De Boer het woord te wil len nemen. Wethouder De Boer drukte er zijn spijt over uit, dat hij genoodzaakt was thans de plaats van den Burgemeester te moeten innemen door de reden, die ae aanleiding daarvoor was. Toch deed het spr. veel genoegen op deze plaats uiting te kunnen geven aan de gevoelens van erkentelijkheid jegens het werk der vereeniging. Uit deze tentoonstelling blijkt immers, dat haar doel niet alleen is de kinderen van do straat te houden, door hen in de speeltuinen to vcreenigen, maar ook begreep zij de beteekenis van het spreekwoord „Ledigheid is des Duivels kus sen", en het thans tentoongestelde gaf een over zicht van de door de kinderen in hun vrijen tijd vervaardigde voorwerpen. Spreker uitte den wcnsch, dat de vereeniging alom waardering mocht vinden en dat dit voor haar aanleiding te meer zou zijn om op den ingeslagen weg voort te gaan. Hiermede verklaarde de heer De Boer de tentoonstelling voor geopend. Nadat de heer Lucker den loco-Burgemeester dank had gezegd voor diens woorden, werd de thee ge serveerd. De tentoonstelling zelf geeft een alleraardigst beeld van de werkwijze der vereeniging. Niet alleen zijn er mooie gebruiksvoorwerpen, gemaakt. borduur sels, thecklceden, kussens, enz., doch ook speelgoed en snuisterijen. Zoo is er een heel vak met zeiljach ten, voor de vervaardiging waarvan men bewonde ring moet hebben. En dat niet altijd de duurste ma terialen behoeven te worden gebruikt om leuke din gen te maken wordt u getoond door de kinder ameublementjes, die van leege lucifersdoosjes zijn gemaakt. In het midden der zaal is een tafel met materiaal der Vereeniging voor Veilig Verkeer.. Men vindt er uitgestald oen Verkeersmaquette van den A.N.W.B. Ook hiermede bewijst de speeltuinverecniging den geest des tijds te begrijpen, want zij geeft haar klei ne leden ook verkeersonderwijs. Heldersche lezers, verzuimt u niet vandaag of mor gen eens even naar Musis Sacrum te gaan kijken. U zult er geen spijt van hebben, want ook kunt IJ voor weinig geld de tentoongestelde voorwerpen be komen. En als u een 2oe bczoeker(ster) bent, wacht nog een verrassing ook. WIERJNGEN De Middenstandsvereeniging „Wieringen" toegetreden als afdeeling van den Koninklijken Nederlandschen Middenstandsbond. De Middenstandsvereeniging vergaderde gister avond in „Concordia" van den heer S. Halfwecg te Hippol ylushoef. De Voorzitter de heer C. J. Bosker, opent met wel kom en sprak zijn genoegen uit over de groote op komst. In het hijzonder werden welkom goheeten de heer F. L. v.d. Leeuw, directeur van het Bureau van den Kon. Ncd. Middenstandsbond, Burgemeester Kol ff en de besturen van de zusterverenigingen uit Anna Paulowna en Wieringermeer. Spr. hoopt dat deze avond een hoogtij-avond zal worden voor de vereeni ging en dat ze er door in betere banen wordt geleid. Spr. zet. uitvoerig den toestand van den middenstand en de bedoelingen uiteen, memoreert uitvoerig over de tijden van voorheen en thans, en geeft daarna het woord aan den spreker van dezen avond, den heer v. d. Leeuw. Deze vond bij de aanwezigen een zeer aandachtig gehoor. I11 het bijzonder wordt aangehaald dat op ad ministratief gebied onder de middenstanders nog veel verbetering gewenscht is. Ook is vermeldingswaardig de groote daling der netto-winst onder de middenstanders. Het verloop der bedrijfsonkosten staat daar wel schriel tegenover. De ooi-zaken laten zich duidelijk zien. De winsten lager en de lasten hooger. Spr. noemt de hooge electrici- teits-, gas-, water- en telefoontarieven. Spr. geeft op al deze zaken nadere toelichting. Het ongerief der omzetbelasting. Spr. meent dat 50 der opbrengst van de omzetbelasting gedragen wordt door den middenstand, en zoo gaat het in me nig opzicht. Breedvoerig wordt gesproken over het Werktuigen- bureau, en het doordringen van de grootbedrijven op het platteland. Spr. vraagt zich af, of het redelijk is, dat door bemiddeling van het Werktuigenbureau goederen aan landbouwers worden geleverd en daar bij den middenstand uitschakelen. Alleen door sa menwerking is wat te bereiken, in samenwerking moeten we onze kracht zoeken. Na zijn rede heeft spr. een warm applaus te oogsten. De Voorzitter zet dan uiteen hoe de mogelijkheid bestaat een krachtige samenwerking te verkrijgen. De contributie zal bij toetreding bij den hond f 5 per jaar moeten zijn. Bij gedane opgaven blijken 42 aanwezigen voor aansluiting bij den Kon. Ned. Mid denstandsbond te zijn, zoodat de middenstandsver eeniging thans een afdeeling van dien hond vormt. Dc heer P. Jongkind stelt een vraag over wel of niet toetreden waarop de voorzitter een bevredigend antwoord geeft. Voorts vraagt de heer S. Veerdig Sz. aan den spr. welk percentage del andbouwer nu minder verdient dan in 192S. Spr moet deze vraag ontkennend beant woorden, maar is van meening dat menig boer een nog grooter percentage minder winst maakt als een middenstander. Dc heer O. J. Bosker zegt dat spr. in 't algemeen gesproken heeft, doch dat de boerenbevolking hier ter plaatse zich wel verstaat met den middenstand. En dat zij niet elders zullen koopen. wat hier is te verkrijgen, al zou dat met een financieel offer gepaard gaan. De heer O. J. Bosker bespreekt ook de druk der omz.etbelasting en de brug, die getracht wordt te leggen tuschen groothandel en gebruiker. Even eens wordt door spr. naar voren gebracht, dat sinds lange jaren hier een coöperatieve aankoopvcreeni- ging bestaat, doch dat deze geenszins den midden stand benadeelt. De heer de Leeuw heeft in het algemeen gespro ken, doch dat gezegde is niet gelijk aan de werke lijkheid hier. De heer van Kalsbeek zegt met genoegen naar spr. geluisterd te hebben, doch had verwacht dat spr. dieper zou ingaan op het kwaad dat de groote wa renhuizen stichten op het platteland. Spr. wijst ook nog op het tegenwoordige verschijn sel dat de grootindustrieelen en groothandelaren zich vercenigen. Spr. pleit dan ook voor een krachtiger middenstandsbond, waarbij alle middenstanders zich aansluiten. Verder zegt deze spreker dat vroeger op den mid denstand is neergezien, zoowel door de groote als. de kleine, en dat zij die vroeger de middenstandei's verafschuwden, nu zeggen: sluit U bii ons aan. Spr. ontraadt dit ten zeerste, want zij hebben de Coöperaties op 't oog. Laat vooral de middenstand op zich zelf staan, en bepleit het gezamenlijk inkoo- pen. Al deze heeren worden door den heer v. d. Leeuw naar genoegen beantwoord. Spr. constateert met genoegen, dat de verhouding tusschen de boe renbevolking en de middenstanders hier goed is. Na een uitvoerige toelichting van den spreker wordt deze door den Voorzitter hartelijk dank ge zegd. Dc heer v. d. Leeuw verlaat de vergadering om zijn terugreis naar Den Haag te aanvaarden. Het hengelverbod. Dan komt aan de orde het reeds veel beschreven hengelverbod in het Amstelmecr. De Voorzitter geeft een zeer uitvoerig overzicht van de besprekin gen, welke zijn gevoerd tusschen de besturen en af gevaardigden d"r middenstandsvereeniging en de vi ssch ers vereen igi ng. Na deze uiteenzetting wordt besloten over dit tcc- re punt schriftelijk te stemmen, welk standpunt de vereeniging zal innemen. Alvorens hiertoe over te gaan, wordt het woord hierover gevoerd door de heeren v. Kalsbeek, Iv. Keuris en W. Waibcer, de laatste van v. Ewijcksluis. De een pro en de ander contra. Het zou werkelijk te veel ruimte vragen als we al het gesprokene zouden moeten weergeven. Er werd echter zeer verstandig en zakelijk ge sproken. Er was echter geen bestuursvoorstel, zoo dat ten slotte werd gestemd over de zaak, of de middenstandsvereeniging wel of niet een request zou indienen bij den Minister om het hengelverbod in hot Amstelmeer weer op te heffen. Van de 42 uitgebrachte stemmen was de meerderheid er voor wel een request in te dienen, verzoekende het hen gelverbod in te trekken. Hierna sluiting. LANGEND IJ K DE R.K. TUINDERS GETUIGEN. De R.K. tuinders, hehoorende tot den Kring Lan- gendijk van den L.T.B hebben, naar ons ter oore is gekomen, een vergadering gehouden, waarin door hen ook is „getuigd" van den groot en nood, waarin zij verkeeren. Een drietal sprekers hebben in schril Ie kleuren de nooden der tuinbouwers geschilderd, de heeren Blokdijk, Weel en De Boer. De heer Weel komt uit Zuidscharwoude, het hart van Langen- dijk, dat weer het hart is van de geheele tuinbouw streek. iemand dus, 'die het kan weten, hoe het er in de gezinnen van hem en zijn collega's toegaat in dezen tijd van crisis, ondergang en malaise. Vóór hem had de heer Blokdijk daarover reeds een dik boek opengedaan, had in bijzonder sombere kleuren den nood der tuindersgezinnen uitgeteekend, de zwarte armoede, die cr geleden werd. met zwar te houtskool uitgestippeld, verontwaardigd er op ge wezen, hoe tal van huismoeder geen cent meer in huis hebben en alleen nog leven van hun schuld- oischers, wien ze niet betalen. Vooral werd een lans gebroken voor de groote gezinnen, die het dub bel zwaar hebben in dezen tijd. De heer Weel bad daar, voor wat Langendijk be treft. niet veel meer aan toe te voegen, kon de ge geven schets nog wat zwarter arceeren en toonde met cijfers aan de omzetten der veilingen ontleend, aan hoe bitter slecht het wel in deze streek is. Bij zondér jammer was het van dezen spreker, die zoo diep den harren nood besefte, dat hij zijn neutrale collega's, verccnigd in den Ned. Tuindersbond, een ezelstrop moest geven door het demonstreeren te be titelen als demogagie en volksmisleiding. De heer De Boer. burgemeester van Obdam, le vende te midden van een zeer verarmde bevolking, samengesteld uit veelal groote gezinnen, kon meepra ten van de crisis in den tuinbouw en bewijzen, hoe de stetin veel en veel te laag is, en de noodzakelijk heid schreit om onmiddellijke uitbetaling van de richtprijzen. Als burgemeester bekend met den toestand der ge meenten in het geteisterde West-Friesland, waar Armbestuur en Instellingen van Maatschappelijk Hulpbetoon zooveel van de financiën vergen, dat de gemeenten er door aan den grond raken en zich niet meer kunnen bewegen, zelf verarmen en de hulp moeten inroepen van de regeering, die ze moe ten steunen met bijdragen in de kosten van de ge meentehuishouding. Het kan zoo niet langer blij ven, meende deze hij uitstek deskundige en van goeden wille zijn den spreker; als niet spoedig wordt geholpen, is het weldra met den tuinbouw gedaan. De heer Groen van Zuidscharwoude, lid van de Tweede Kamer, op wien de R.K. tuinders, toen hij in 1933 werd gekozen, alle hoop hadden, gevestigd, kon niet anders doen dan beamen, wat de sprekers hadden gezegd. Een steun van 9 millioen, aanvan kelijk zelfs maar 5 millioen, is veel en veel te laag. Er zal over 1934 een verlies van 16 millioen naar schatting door de tuinders worden geleden. Hij meen de te mogen verwachten, dat de einduitkeering over 1934 wel spoedig zal worden gedaan, doch moest he laas meedeelen, dat er niet veel kans was, dat het steunbedrag zou worden verhoogd. Misschien zou er nog wel iets extra's worden gedaan voor de meest gedupeerde tuinbouwstreken, waaronder dan Lan gendijk zeker in de eerste plaats in aanmerking komt. Overigens werden weinig moedgevende woor den gesproken en kon weinig hoopvol perspectief worden aangewezen. Alle sprekers drukten de honderden aanwezigen op het hart, de eenheid te bewaren, vertrouwen te stellen in de regeering en op God. Een motie werd aangenomen, waarin van de re geering maatregelen werden gevraagd, die kunnen dienen om den toestand in den tuinbouw te verbe teren. Moge zij meer succes hebben, naar 's heeren Weels oordeel, dan een demonstratie. KOE GR AS JULIANADORP. Concert van „Kunstzin". Dinsdagavond gaf de Harmonievereeniging „Kunst zin" een uitvoering in de zaal van den heer A. Kos- sen, voor donateurs en andere belangstellenden. Om ruim 8 uur kon de voorzitter, de heer C. W. de Graaf, het welkom toeroepen aan een flinkaantal bezoekers. In het bijzonder gold dit welkom de heeren G. Schut en H. Dekker uit Den Helder, twee van de oprichters van „Kunstzin". Hierna voerde de Harmonie een vijf tal nummers uit, welke getuigden van een flinken vooruitgang. In de pauze trad de heer G. Schut naar voren om op humoristische wijze de oprichting van de vereeni ging te releveeren, en zelfs werden we nog vergast op een voordracht van hem. Hierna had de opvoering plaats van de klucht in twee bedrijven: De truc van Tienus. Dit is een dolle klucht en de heer T. Speur, die hierin de rol van Tie nus vervulde, had volop gelegenheid zijn gave op dit gebied ten tooneele te brengen. Hij deed dit .dan ook op de hem eigen wijze, zoodat het publiek volop genoot. Na afloop hield de dansmuziek van de Kunstzin Boys de aanwezigen nog een paar uurtjes gezellig bijeen. Zrllen drie millioen menschen van „eigenaar" verwisselen? De „Sunday Express" bevatte dezer da gen het bericht, dat Frankrijk bereid zou zijn het eiland Madagaskar voor 75.000.000 p.st. aan Italië te verkoopen. Een blik op de kaart doet ons leeren, dat Mada gaskar, naar grootte het vierde eiland der aarde, ge legen is in den Grooten Oceaan, ten Oosten van Afrika en daarvan gescheiden is door het Kanaal van Mozambique. Het Zuidelijkste punt van het eiland is Kaap St. Mar ie $3° 35 Z.Br.), het Noorde lijkste punt Kaap Amber (11° 58' Z.Br.) De lengte van het eiland is 1615 kilometer, de gemiddelde breedte 500 kilometer. Het eiland levert een aparte aanblik. Het onder scheidt zich zoowel van Afrika als van Azië. De diepte der zeeën, die het eiland omringen, zijn zoo groot, dat de hypothese, als zou Madagaskar een on derdeel van deze contingenten uitgemaakt hebben, verworpen moet worden. Volgens sommigen zou het eiland het overblijfsel zijn van een groot wereld deel, dat men den naam Lemoerië gegeven heeft. De inwoners van het eiland, die zichzelf Mala- gassi noemen, welke naam door de Europeanen ver basterd is tot Madagassen, Malagasjen of Malga- ches, kunnen in twee hoofdvolksstammen ingedeeld worden. Aan den Oostkant van Madagaskar woont een olijfkleurig, gedeeltelijk vrij blank en welge bouwd ras, dat ecnige gelijkenis met de Maleiërs vertoont, terwijl aan den Westkant van het eiland een donkergekleurd volk woont, de Sakalawa's ge naamd, dat eenige overeenstemming vertoont met de Kaffers. Op Madagaskar wordt het Malagassi ge sproken, dat tot de Maleische taalstam behoort. Sinds 1896 is het eiland een Fransche kolonie en wordt bestuurd door 'n gouverneur.Tijdens de laatste groote opstand der inboorlingen werd hun koningin Ranavalona III afgezet en naar Algiërs verbannen. Doch het Fransche bestuur maakte toenmaals een groote fout. Het eiland werd in twee deelen geschei den. Het eene was de provincie Imerina, waar zich de zetel van den gouverneur bevond en waar de Europeesche beschaving voet kreeg. Het andere, ver reweg het grootste, werd „de wildernis" genoemd. Tijdens een expeditie naar de binnenlanden kwamen de inboorlingen in opstand; deze rebellie duurde eenige weken, eischte vele slachtoffers en werd ten slotte door de Fransche regeeringstroepen bedwongen. Wat de geschiedenis van het eiland betreft, hier omtrent het volgende: Madagaskar, dat de inboorlingen Nassi-Ndambo (eiland der wilde zwijnen), de Arabieren Dsiesiret- al-Komr (maaneiland) en de bewoners der omrin gende eilanden Tani-be (groot-eiland) noemen, werd in 1506 door don Portugees Fernando Suarez op St. Laurentius ontdekt en bleef derhalve langen tijd onder den naam van St. Laurents-eiland bekend. De Nederlanders en Engelschen wendden vruchtelooze pogingen aan, om zich aldaar te vestigen. De Fran- EEN VIERBEENIGE GEDACH- TENLEZER. De belangwekkende verrichtin gen van geleerde dieren, zooals 't beroemde paard van Elberfeld of den eveneens vermaarden hond van de Parijsche Charita Borde- rieux, die in staat is letters tot woorden samen te voegen, of van „Don, the talking dog", die in Amerika zulk een bewondering afdwong omdat hij spreken kon, al waren het dan ook maar een do zijn woordjes, hebben steeds het wetenschappelijk onderzoek bezig gehouden. Nog verbazingwekkender zijn de prestaties van dieren, die door hun instinct in staat zijn dingen te doen, die onze bewondering op wekken. Het is een bekend feit, dat bijv. bijen een naderende aard- heving vooraf voelen en reeds uren te voren hun korven in groote zwer men verlaten. De beroemde natuuronderzoeker Bozzano was in staat uitvoerig de ons bovenzinnelijk lijkende talen ten van dieren, onder wie zich meer gedachtenlezers en helder zienden bevinden dan men over 't algemeen aanneemt, in een groot boek te beschrijven. Het navolgende gebeuren, waar van de held een kleine foxterrier is, die naar den naam van Pedro luisterde, mag als een record wor den beschouwd. De bezitter van het hondje, de in Venetië wonende koopman Robert Barzini, vertelt hiervan het vol gende: „In de afgeloopen maand kwam ik op een dag, tegen den middag, na mislukte pogingen om een zaak in orde te brengen, naar huis. Na het middagmaal zette ik me voor mijn lessenaar, opende de laden, om daarin een brief te zoeken, wel ken ik voor een onderhoud met den vertegenwoordiger van een buitenlandsche firma, dien ik om 4 uur zou antwoorden, noodig had Ik doorzocht alle laden, maar ik kon het papier niet vinden. Ik doorzocht ook een kast, waarin een groot aantal akten en doctimenten lagen. Ik vermoedde, dat de brief daaronder lag en hoopte hem des te eerder te kunnen vinden, daar ik me wist te herinneren, dat ik den brief in een roode enveloppe had gedaan. Maar ook ditmaal zocht ik tevergeefs. Nu besloot ik, .vermoeid en uit mijn humeur, een De Emmabloem-collecte welke Woensdag te Amster dam gehouden werd, kon zich in een groote belang stelling verheugen, een chauffeur die niet vergat en niet vergeten werd. schen stichtten in 1642 een kolonie te St. Luce en plaatsten stations te Teneriva en Manahar, alsmede op het schiereiland Tholangar, een sterkte, later fort Dauphin geheeten. De voornaamste hinderpaal voor de vestiging der Europeanen was het in 1810 door koning Radama I gegrondveste rijk der Howas. 27 Juni 1865 sloot Engeland een verdrag, waarin de koningin Basoherina de afschaffing van de giftproef bij rechtzaken en van den slavenhandel beloofde. De weigering om de beschermheerschappij van Frankrijk over de Oostkust te erkennen, gaf in 1S83 aanleiding tot vijandelijkheden, die met de verovering van Tamatowe door de Franschcn en de blokkade der Oostkust een aanvang namen, docih zonder veel succes voor de Franschen tot Februari 1886 duurde. Bij het vredesverdrag werd het Fran sche protectoraat over Madagaskar erkend. Het tijd perk van rust, dat nu volgde, veroorloofde verschil lende ontdekkingen in het binnenland te maken. In 1S98 werd het protectoraat opgegeven en werd Ma dagaskar, zooals reeds gezegd, tot een Fransche ko lonie verklaard. Voor het oogenblik zal men dienen af te wachten of de door het Engelsche blad gemelde transactie inderdaad zal plaats hebben. Niet ontkend kan wor den, dat Madagaskar met zijn rijke koper-, man gaan-, lood-, zwavel-, grafiet-, bruinkool- en mar- mermijnen, met zijn groote mais- en rubberplanta ges een begeerenswaardig bezit is voor een land» dat niet al te rijk van grondstoffen voorzien is. uur te gaan slapen en begaf mij in de kamer naast het kantoor. Pedro, mijn foxterrier, lag reeds op een kussen naast de sofa, in het gewone middagslaapje verzonken. Toen het dier mij hoorde, werd 't een moment wakker, maar sloot de oogen weer. Ik had een onrustigen slaap, steeds weer moest ik aan de onderhandelingen met den verte genwoordiger van de buitenland sche firma en aan den vermisten brief denken. In mijn droom zocht ik koortsachtig naar de roode en veloppe en ik werd gekweld, om dat ik haar niet vond. Tenslotte, toen ik reeds alles in mijn droom had ondersteboven gehaald, droom de ik, dat ik naar het nachtkastje ging, waarop mijn portefeuille, welke ik eenige dagen geleden daar had gedeponeerd, lag. De portefeuille was geopend en ik greep er naar en had in deze se conde de zekerheid, dat zich daar in de roode enveloppe moest be vinden. Op hetzelfde oogenblik werd ik plotseling wakker door het blaffen van Pedro. Ik kon nauwelijks mijn oogen gelooven. De foxterrier was op het lage nachtkastje gespron gen en trok mijn portefeuille naar beneden. Uit de tasch vielen vele papieren op den grond en daaron der ook de roode enveloppe. De foxterrier nam deze couvert tus schen zijn tanden en legde ze op zijn kussen, waarop hij gewoon was te slapen. Toen keek hij mij aan, alsof hij wilde zeggen: „Zie daar." ETIKETTE OOK BIJ AARD BEVINGEN. Wanneer de aarde beeft, zijn de menschen gewoon mede te beven... van angst. Dat zich hierbij ook amusante momenten kunnen voor doen, leert ons de volgende ge schiedenis, welke, volgens de New York Times, zich i.d.t. bij een aard beving in Mexico heeft afgespeeld. De zeer eerwaardige wijlen Mr. Morrow, de schoonvader van den beroemden vlieger kolonel Lind- bergh, was buitengewoon gezant van de Vereenigde Staten van Ame-- rika, om de verwikkelingen tus schen de V. S. en Mexico tot een goede oplossing te brengen. Mr. Morrow bevond zich juist op het moment, toen de eerste aardschok werd gevoeld, in het Amerikaan- sche gezantschap in een kamer, parterre, in gesprek met den Mexicaanschen onderhandelaar. Toen de eerste schok plaats had, stokte het gesprek eenige oogen- blikken. De heeren dachten waar* schijnlijk, dat het verstandiger zou! zijn, zich naar huiten te begeven) en het gesprek op een meer gunsti ge gelegenheid voort te zetten, maar daar beide heeren hun na> ties vertegenwoordigden, wildej geen van heiden daartoe het voor* stel doen. En daar geen van bei den wilde- opstaan, begonnen dö heeren opnieuw hun gesprek. Daaü kwam een tweede schok, welke de vensterglazen in splinters sloeg, terwijl stof van de muren en de zoldering viel. Nu werd het toch werkelijk tijd» Mr. Morrow verhief zich daarom langzaam en vol waardigheid vait zijn zetel en ging met zijn bezoe ker rustig in den tuin van het ge zantschap zonder het gesprek te onderbreken. En verhaastte ook' niet zijn stap, toen hij van de da ken met kalkbrokken en stof werd! bedekt, want hij wist precies, dat hij op het kritieke oogenblik zijn land vertegenwoordigde. Aan de huisdeur liet hij zijn gast hoffelijk den voorrang. En als was ook de wereld vergaan, de waardigheid van de Vereenigde Staten was in elk geval door hun vertegenwoor diger bewaard. MUZIEK-ANECDOTEN. B e 11 i n i had, evenals Gounocfy het verhaal van Romeo en Julia' tot opera gemaakt, en eens zou hij: een opvoering in het hoftheater tq Dresden leiden. In de hoofdrollenl traden twee bekende zangeressen! op, die elkaar een hevige jaloezië toedroegen en iedere gelegenheid aangrepen, om elkaar dwars te zit ten. De voorstelling verliep inmid dels tot groote tevredenheid van allen en met groot succes tot aan de dramatische scène in de zesde acte, waar de schijndoode Julia in de kist ligt en Romeo zich schreiend, buigt over het lijk van zijn ge liefde. Tot dat oogenblik had de zangeres, die Romeo speelde, ge wacht om haar haat lucht te ge ven. Midden onder een hartver scheurende klacht gaf ze haar me dedingster een venijnigen steek! met een speld. Julia sprong op uit de kist, gaf Romeo een oorvijg, die klonk en riep: „Kan je niet uit je oogen kijken!" Daarna viel ze weer dood in de kist neer. Bellini heeft na dien tijd nooit! meer opgewekt over Romeo en Ju lia kunnen spreken. 'V

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 8