^choonheidszorg Voorjaarsdag. Zaterdag 6 April 1935. SCHAGER COURANT. Vierde blad. No. 9695 W ,Geen tijd en geen geld" Correspondentie De goudkoning van Zevenburgen* De man die koningskronen schonk. Vreemdsoortige visch gevangen. Dat belooft wat voor de toekomst. Ernstige ontploffing bij Bordeaux. Brandstichting te Zuidhorn. Verduistering bij den Raad van Arbeid. EEN VROUW BEHOORT IEDEREN DAG WEER DEN BEWONDERENDEN WAAR DEERENDEN GLIMLACH VAN HAAR MAN TE VERDIENEN, MAAR DAT KAN ZE ALLééN ALS ZIJ EEN KWARTIER TJE PER DAG AAN HAAR ZELF GEEFT. „Geloof niet, dat ik op een verzorgd uiterlijk geen prijs stel," zegt me een jonge vrouw, die het erg druk heeft of, althans, in de meening verkeert het erg druk te hebben, „denk niet dat ik me opzettelijk verwaarloos, maar ik heb wérkelijk geen tijd om uren voor m'n toilettafel door te brengen. Ik heb geen tijd voor veel schoonheidszorg en ik heb er óók geen geld voor." Het is niet voor het eerst dat ik dit refrejn hoor: geen tijd, geen geld. En evenmin voor het eerst, dat ik mijn best gedaan heb deze heide argumenten van een zich verwaarloozende vrouw te ontzenuwen. Een feit is het, een gelukkig feit, dat iedere vrouw, óók als zij het druk heeft, óók als haar beurs plat is, er frisch, gezond, jong en verzorgd uitzien kan. Is dat niet de moeite waard? Ts het niet van belang, een aaneenamen indruk te maken? Voor de werkende vrouw is het zelfs een levens kwestie. Een jongo dame, die naar een betrekking solliciteert, heeft minder kans die te kri'gen als zij een ietwat-verwaarloosden indruk maakt dan wan neer zij er op haar voordeeligst uitziet. Dat laatste geeft haar óók de zekerheid-van-ontreden die zij in onze dagen niet missen kan. En de zakenvrouw, die toch geen zeldzame verschijning in onze dagen is, bereikt geen resultaten met een langoureus gezJ bt. Zaken doet wie frissohe jeugd rad'eert; de gezond heid trekt hét succes aan. Vroeger was een vrouw wellicht „interessant" als ze bleek zag, als ze kwij nend in een cha'se-longue hing en aan migraine leed. Tegenwoordig? Tegenwoordig stelt niemand meer belang in vermoeide omkringdo oogen, in matte bewegingen, De elegantste „lassitude" maakt geen indruk meer. Tegenwoordig moet een vrouw sportief zijn, vol entrain. Iedere vrouw. Oók de getrouwde, die een man heeft, wiens inkomen haar in staat stelt „tÜuis te blijven". Er goed uit zien behoort trouwens tot haar echtelijke plichten. Een vrouw behoort lederen dag weer den bewonderenden waardeerenden glim lach van haar man te. verdienen, maar dat kan ze alléén als zij een kwartiertje per dag aan haar zelf geeft. Een kwartiertje! Is dat te veel? Heeft niet iedere vrouw een kwartiertje over, 's morgens, 's middags of 's avonds? Me dunkt van wel. En niemand zal kunnen volhouden dat dit kwartier niet goed besteed is. Het is toch waarlijk wel de moe'te waard er tot onbenaald-hoogen leeftijd toonbaar, jong en frisch, uit te zien. Het is met ons lichaam als met ons huis. Als wij het geregeld onderhouden heeft het slechts kleine re paraties noodig, die weinig kosten en niet veel tijd vragen. Maar als wij het verwaarloozen dreigt bin nen korten tijd verval. Een huis, dat niet onderhou den wordt, is een ruïne vóór men het weet en een vrouw, die het „laat maar waai en "-systeem huldigt, kan niet verwachten dat haar aantrekkelijkheden haar niettemin niet verlaten. Het overkomt mij vaak dat ik brieven krijg vol noodkreten. Mijn huid is verschrompeld! Wat moet ik doen? Mijn haar valt uit, het breekt, het splijt! Hoe kan ik daaraan een eind maken? Ik heb geen wimpers meer! Hoe krijg ik ze terug? Mijn rimpels worden dieper en dieper! Toe, bezorgd me asje blieft weer een glad velletje! Die brieven maken me altijd een beetje korzelig. Natuurlijk, ik geef in al die gevallen mijn hesten raad. Maar óók ben ik altijd geneigd te vragen: Maar waarom komt u nu pas bij me? Waarom hebt u er geen zorg voor gedragen geen rimpels te krijgen, waarom hebt u uw haar niet zorg vuldig onderhouden, waarom hebt u uw wimpers niet i n t ij d s de zorg gegeven, die ze verdiepen? Zoo op één gebied dan geldt wel hier, dat het beter, en vooral veel gemakkelijker is, te voorkomen dan te genezen. En daarom is het goed jong reeds zioh aan te wennen den Tempel onzer Ziel alle aandacht en zorg te wijden, die hij verdient. Ik zal geen éen jong meisje ooit aanraden haar frissche gezicht onder lagen crème en poeder te verbergen de tijd komt tóch wel waarop ze het zonder rouge en noir niet zal kunnen stellen! maar dat beteekent vol strekt niet dat ze niets behoeft te doen. Iedere vrouw, iedere jonge vrouw óók, moet dage lijks tien of vijftien minuten aan zichzelf wijden. Dat is ruimschoots voldoende als zij haar schoon- heidszorgen slechts intelligent over de dagen van de week verdeelt. De Maandag b.v. blijve voor de huid gereserveerd. Daaraan is altijd wel iets te doen. Er kan een minuscuul rimpeltje zijn, dat nog gemak kelijk verdwijnt, maar slechts dieper wordt als het niet den oorlog wordt verklaard. Er zijn misschien een paar zwarte puntjes, die ons gelaat niet sieren. Er groeit ergens een haartje, een onkruidje, dat geen recht van bestaan heeft. De huid vraagt allijd onderhoud. Dinsdags nemen wij het haar onderhanden. Wij borstelen het, masseeren de ^ïuid van den schedel, onderzoeken of het niet verkleurt, of het behoorlijk glanst, of er geen sprake is van breken of uitvallen, of het speciale zorgen noodig heeft. Woensdags komen de handen en de nagels aan de beurt. Zijn de handen door' huishoudelijke bezig heden wat ruiy geworden dan is het zaak ze op nieuw zacht en blank te maken. En nagels moeten in prima conditie worden gehouden, want niets is zoo leelijk als een aardig bandje met slecht-onder- houden nagels. Het is niet nóódig ze te lakken; ook zonder lak kunnen ze er heel goed uitzien. Donderdags volgen dan de voeten en de enkels. Nu over weinige weken het badseizoen een aan vang neemt is het zaak aan deze lichaamsdeelen wat extra-zorg te besteden. Vrijdags zijn het de wimners, de wenkbrauwen en de oogen, die alle aandacht eiscben. De mode, die wilde dat we in plaats van wenkbrauwen slechts verfstreepjes hadden, hoeft zijn tijd gehad. De na tuurlijke wenkbrauw is opnieuw in eere hersteld. Zij moet sierlijk zijn, niet breed, maar vol, en de wimpers zijn nog altijd op haar mooist als ze lang en zijdeachtig zijn. De Zaterdag zij gewijd aan organen, die tot dus ver stiefmoederlijk werden bedeeld en niettemin op minutieuze zorg ten volle aanspraak kunnen ma ken, èn op de wegneming van kleine gebreken, voor zoover wij die mochten hebben. En is dat nu zoo duur? Is het noodig over een dikke portemonnaie te beschikken om er in alle opzichten wei-verzorgd uit te zien? Volstrekt niet! Als ik mijn oog over mijn toilettafel laat dwalen ontdek ik wel een heel regiment potjes, fleschjes en. doosjes, maar bijna alles heb ik bij den drogist of den apotheker voor een paar een-ten, een paar dub beltjes misschien, gekocht. Wat heeft een vrouw noodig? Een crème, die voor haar huid speciaal ge schikt is en die zij in negen van de tien gevallen zelf maken kan! wat rouge, wat poeder en een verfje, dat alleen voor plechtge gelegenheden te hulp geroepen wordt. Dan: Eau de Cologne, een beetje vaseline, glycerine, lanoline, amandelolie, rozenwater, en als ze wil oranjebloesem of lavendel-water. Vervolgens een puimsteentje, een aluinsteen, een paar schaartjes, een paar vijltjes, een stukje zeemleer, een pakje watten. Desnoods wat zuivere alcohol, toiletazijn en cacaoboter. De rest van haar schoonheidsingrediënten vindt zij in de keuken: stijfsel, een aardappel, een citroen, een tomaat, een komkommer, een beetje borax, karne melk, een ei. Dat is ongeveer alles en het is voor een vrouw, die haar charme slechts te onderhouden heeft, meer dan genoeg. Er zijn een paar dingen, die ze moet koopen b.v. een epilatie-crême, die zij be zwaarlijk zelf kan maken maar voor het overige kan zij het zonder dure specialiteiten best stellen. He<t is noch tijdroovend, noch duur, frisch en aan trekkelijk en jong te zijn en te b 1 ij ven. En daar om kan het geen vrouw vergeven worden als ze oud en leelijk is vóór haar tijd! GERTRUDE. Mej. A. P. te R. Het bre ken en splijten der haren is een gevolg van haarzwakte. Laat uw haren zoo kort knippen als u aandurft en horstel ze daarna iede- ren morgen flink met een niet te zachten borstel. Mas seer de huid van uw sche del twee maal per week met en mengse' van sterken zui veren alcohol en kininepoe- der, een halve koffielepel poeder op een halven liter alcohol. Als u dan in den herfst uw haar weer groeien laat zal het vermoede lijk niet meer breken noch splijten. Mej. C. te S. Wat u doet is heel verkeerd. I) moet de crème 's avonds niet met water van uw gezicht wasschen. Dat kan uw huid slechts bena- deelen. Gebruik in plaats van water zuivere vaseli ne of lanoline en wrijf vervolgens met Eau de Co logne of toiletazijn. Mej. G. J. te B. Om uw springende haren in toom te houden moet u ze aan den ketting leggen. Die ketting bestaat in dit geval uit 10 gram gesmol ten Arabische gom. 20 gram glycerine, 10 gram ge smolten suiker en 15 gram lavendelwater. U moet de bestanddeelen in zoo weinig mogelijk warm wa ter smelten laten en het mengsel schudden voor u er zich van bedient. Mej. G. C. te A. Om uw haar den koperglans te doen krijgen, waarmee u zoo dweept, moet u tot henné uw toevlucht nemen. Maak de volgende oplos sing: rozenwater 100 gram, hennéno°der 60 gram, alcohol 90 90 gram, een liter water. Wasch u haar om te beginnen en borstel het, als het nog half nat is, met een borstel, dien u in de oplossing hebt gedoopt. Als de gewenschtp kleur niet ineens bereikt wordt kunt u, nadat u het haar hebt laten drogen, opnieuw beginnen tot y over de nuance vol maakt tevreden bent. Mej. A. B. te C. Tot mijn spijt kan ik u over deze huishoudelijke kwestie niet inlichten. Dat valt werkelijk buiten mijn bevoegdheid. Alle andere dames heb ik per brief geantwoord. GERTRUDE. Brussel. F.ENS DE RIJKSTE MAN VAN HONGARIJE. THANS EEN DROEVIG EINDE GEVONDEN IN KF.N GOEDKOOP HOTEL TE BOE- Weenen. In een goedkoop hotel te Boe dapest is in volkomen armoede een 71-Ja rige grijsaard gestorven, die eens de rijkste man van Zuid-Oost-Europa was en met recht „Goudkoning van Zevenburgen" werd genoemd. Deze grijsaard heette Alexander Pokol, en zijn levensgeschiedenis is interes santer dan menige roman. Vijf en veertig jaar geleden was Pokol een een voudige onderwijzer in het kleine Zevenburgsche plaatsje Borpatck. De omgeving was vroeger een goudmijn-district geweest, en sindsdien was de goud koorts nooit geheel gelescht. Nog altijd zwierven ver scheidene grijsgebaarde goudzoekers.niet ontmoedigd door honderd ontgoochelingen, in de bergen rond en hoopten op den grooten slag, het vinden van een rijken ader van het kostbare metaal, die hen eens voor alle moeiten en ontberingen zou schadeloos stellen. De jonge schoolmeester bleef immuun tegen den goudbacil, totdat hij trouwde met een arme boeren dochter, wier eenige bruidschat uit een klein, reeds lang als waardeloos beschouwd goudbergwerk be stond. Toen viel ook hij ten offer aan de goudkoorts, hij begon naar goud te zoeken, stelde twee mijnwer kers aan en stak niet alleen iedere cent die hij kon sparen, in zijn groeve, maar leende ook belangrijke sommen van een rijke handelsman, om zijn klein bedrijf te kunnen doorzetten. Toen zijn schuld tot verscheidene honderden gul dens was gestegen en er zich nog steeds géén spoor van het gele metaal vertoonde, verloor zijn geldschie ter het vertrouwen en verklaarde Pokol, toen hij op nieuw om geld vroeg: „Dit is de laatste gulden, die ge van mij krijgt; in de toekomst behoeft ge geen roode cent meer van me te verwachten!" Met dezen laatsten gulden bereikte Pokol zijn doel; het ging bijna als in een sensatie-roman. Op den avond van den dag, waarop hij eindelijk besloten had, het blijkbaar nuttelooze werken op te geven, stiet ten zijn beide arbeiders op een twee vingers dikke goud ader en Pokol was in één slag millionair. Dat was in het jaar 1894. Hij verliet onmiddellijk de school, bouwde in de buurt van zijn vaderstad een prachtig slot, kocht te Boedapest een paleis en richt te een renstal in. En spoedig was hij de bekendste en populairste man van Hongarije. Wanneer hij in een restaurant of bar kwam, mocht geen der gasten eraan denken, zelf zijn rekening t9 betalen. Onmiddellijk werden zigeuners gehaald en de duurste wijnen, de kostfaarste spijzen werden op Pokols kosten aan alle aanwezigen voorgezet. Den armen wierp de „Goudkoning" ducaten en zilveren guldens bij rollen tegelijk toe en als zijn zakken ge ledigd waren, trok hij de gouden knoopen van zijn jas, om ze aan de bedelaars te geven. Als dank voor zijn groote geschenken voor vader landslievende en liefdadige doeleinden werd de goud koning destijds door Keizer Frans Joseph met den titel Baron Pokol van Nagylozr.a in den adelstand verheven, en zijn geluk verliet hem zelfs niet, toen de productie van zijn groeve begon te dalen want hij zag kans, die in 1916 aan een Zwitsersch consor tium te verkoopen voor de ronde som van 1.200.000 Zwi'sersche francs. Toen echter begon het met den ..Goudkoning" berg afwaarts te gaan. De nieuwe groeven, die hij met dit geld verwierf, brachten niets op, en het geld, dat on afgebroken uit zijn zakken rolde, begon langzamer hand te slinken. Toch kon hij zijn nobele manieren niet opgeven en schonk toen zijn vaderland aan Roe menië was overgegaan, den koning Ferdinand en Koningin Marie twee prachtig bewerkte van zes pond zware gouden kronen. Toen kwam snel het einde. Pokol had nooit de kunst verstaan, verstandig om te gaan met zijn ver mogen; de bedrijfskosten der niets opleverende groe ven, inflatie en speculaties verslonden zijn vermogen; spoedig was de eens zoo rijk gevulde brandkast le dig en een zware slag: de dood van zijn geliefden zoon, die gezantschapsraad bij het Roemeensche ge zantschap te Berlijn was, deed de rest. Zonder middelen, ziek en gebroken, kwam Pokol naar Boedapest, om genezing van een zwaar lijden te zoeken, en daar vond de goudkoning zijn droevig einde. Aan het Stads-Bureau voor Visscherijen te Boston fCanada) is een visch toegezonden van een soort, dat tot op heden nog niet bekend was. Het beest heeft geen oogen maar een hard uitsteek sel op den schedel, waarvandaan verscheidene armen loopen, zooals b.v. bij een paraplu. Aan het eind van iedere arm bevindt zich een klein wit puntje, hetgeen vermoedelijk gezichtsorganen zijn. De visch is pl.m. 50 c.M. lang, geheel zwart van kleur en heeft een bek als van een zoogvisch met lange scherpe tanden. Hij heeft geen schubben, doch stekels zooals een zeeëgel. Het beest werd gevangen in de netten van een trawler nabij Sable Island. De lente komt! De lente komt! De zon schijnt door de ruiten, De knoppen zwellen aan den boom, De crocusjes staan buiten. Een uitgelaten vogel fluit De eerste voorjaarszangen, We kennen dat in dit seizoen Het liedje van verlangen! Er trilt al warmte door de lucht, Nu alles gaat ontwaken, Het voorjaarslicht straalt wijd en zijd, En schittert van de daken, Het glinstert langs den wijden plas, Het ritselt door de boomen, Jong leven dartelt in de wei, Het voorjaar is gekomen! Er is zooveel, dat blijder stemt' Op menig held'ren morgen, De hemel is zoo wijd en blauw, En lichter zijn de zorgen! Al waait 6oms nog de Noordenwind, Hij kan ons weinig deren, Het zonnetje is wijs en goed. Dat zal het doen vefkeeren! We weiten, dat in het verschiet Weer vele dagen wachten Vol kleur en gloed en levenslust, En zonnige gedachten. Maar tóch, zoo'n eerste lentedag, Dit allereerst ontwaken, Dat kan ons innerlijk zoo warm, Zoo echt gelukkig maken! Zeg niet: Dit alles duurt te kort, Om ons bestaan te vullen, Straks komt toch 't grijze wolkenfloers Weer 't zonnetje omhullen, Maar zoek nü't tint'lend voorjaarslicht', Dat leven doet en hopen, Geniet het uur! Geniet den dag! EN WIJD DE RAMEN OPEN!! Voorjaar 1935. (Nadruk verboden)* KROES. Ben fenomeen van tien Jaar, Moskou: Uit het dorp Rissoeswo in het Iwa- nowo-gebied in Centraal Rusland, wordt gemeld, dat de zoon van een boer uit een collectief bedrijf, Wo- robjew, reeds anderhalve meter lang is en 88 K.G. weegt, hoewel de jongen pas tien jaar is. De jongen; groeit elke maand ongeveer tien centimeter en be zit groote physieke kracht. Met twee handen kan hij een gewicht van 72 K.G. omhoog drukken. Sedert drie jaar bezoekt de jongen de school, waar hij een. goede leerling is. Hij wordt voortdurend gecontro leerd door medici uit Moskou. Zeven zwaar gewonden. Parijs: Donderdag heeft zich in een kolonïehuia bij Bordeaux een ernstige ontploffing voorgedaan, waarbij drie vrouwen en vier kinderen zeer zwaar gewond werden. De ontploffing was op de volgende, merkwaardige wijze ontstaan. In een der beide woningen van het koloniehuis waren twee vrouwen en vier kinderen in de keuken bijeen, toen plotseling een muis over den vloer liep en verdween -in het kastje onder de goot* steen. De vrouw, die bij het fornuis bezig was, nam den nog heeten pook en trachtte daarmede de muis te dooden, zonder er een oogenblik aan te denken, dat haar man, die veel aan jagen doet juist op die plaats verscheidene bussen kruit bewaarde. Toen rid vrouw met den heeten pook een der bussen aanraak te, ontplofte deze, waarop de geheele aanwezige kruit* voorraad de lucht in vloog. Twee kamers van het huis werden volkomen vernield, de muur van het huis werd gespleten en een deel van de zoldering stortte in. Daarbij werd ook een 71-jarige vrouw, die op straat voorbijging, zwaar gewond. Verdachten aangehouden, Groingen: In verband met den brand, die Maandag j.1. heeft gewoed in het huis van den melk boer De H. te Zuidhorn, zijn de bewoner en zijn vrouw, als verdacht van brandstichting, gearresteerd. Beiden hebben een bekentenis afgelegd. Ambtenaar te Winschoten gearresteerd, Winschoten: Verdacht van verduistering van een bedrag van f2800.— ten nadeele van den Raad van Arbeid, is hier aangehouden de ambte naar J. W. D., die een volledige bekentenis heeft af gelegd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 13