Arroodissemsnts-Rechtbank
mmq emsnruren
te Alkmaar.
Erdal vermaard dpor z'n glans!
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
ZITTING VAN DINSDAG 16 APRIL.
u cl o r p.
KAFFERS VAN SUNTE REEP IN ACTIE.
LANDELIJK TRIO MET LOSSE HANDEN.
Een drietal pronkjuweelen van Koedijk, afdeeling
St. Pancras, de iongeheeren Adr. Joh. U, Pieter Z.
en Evcrardus Anth. B., maakten in de eerste plaats
hun entree de salon als gevolg van de tegen hen
ingebrachte beschuldiging, dat zij den stevig ge
bouwden heer Piet Nedervcen in een donkeren Fe-
bruari-nacht onder de gemeente Oudorp en corps
hadden aangevallen en hem, zooals de term luidt,
duchtig hadden afgedroogd. De heer Nederveen
kwam, niets kwaads vermoedend, onbezorgd aan-
peddelen met 2 fietsen en werd eensklaps door de 3
kannibalen aangevallen en zoodanig toegetakeld,
dat hij zich onder geneeskundige behandeling van
Dr. van Vucht te Akersloot moest stellen. Deze me
dicus had 'n rekening van fö plus f2 voor een ge
neeskundige verklaring ingeleverd. Bovendien was
Piet's pak besmeurd en had zijn regenjas zwaar ge
leden onder de onvriendelijke behandeling. Voorts
had hij 'n paar dagen niet kunnen werken, als gevolg
van zijn gekneusd aangezicht. Resumecrende recla
meerde hij onder voorlichting van den president 15
gulden schadevergoeding in totaal.
De president sprak zijn verontwaardiging uit over
het laffe optreden van dit trio. Zij hadden den man
voor zijn leven 'n invalide kunnen maken, want
onder meer was ook zijn trommelvlies gescheurd en
het neusbeen gekraakt.
Mej. Ilelcna Wester, 'n Heerhugowaardsche schoo-
ne, die een balavond in het café van Leering had
meegemaakt, had de aanranding gezien en opge
merkt dat no. 1 van de drie Koedijker Bravo's een
fiets uit de handen van den persoon, die werd ge
molesteerd, haalde en hem sloeg. Ook de anderen
hadden meegedaan. Juffrouw Wester vond het af
schuwelijk.
De verklaring van Lena was flink en pertinent.
Voorts verscheen nog als getuige a charge de 17-
iarige los-arbeider Arie van Twuijver, eveneens een
danseur in het danspaleis van Leering. Hij had mede
gezien, dat Nederveen werd aangevallen. De aan
gevallene. die hij niet kende, had twee fietsen bij
zich.
Eindelijk werd nog gehoord do 20-jarige winkel
bediende Nico Leering te Oudorp, de zoon van den
caféhouder uit het „Hengelaartje". Ook hij had de
mishandeling waargenomen.
Hooren jullie, hceren, zei de president sarcastisch,
met misprijzen drukkend op het woord heeren.
De officier vergeleek het gebeurde met het optre
den van een vijandelijke stam kannibalen of bloed
dorstige Indianen, die een lid van een vijandelijke
kraal te lijf ging. De aangevallene was zoo vriende
lijk geweest een fiets mee te nemen voor 'n ander
en als dank voor zijn menschlievendheid ontving hij
'n gebroken neusbeen, gescheurd trommelvlies en de
noodige ontvellingen. Het was een ernstig feit. dat
men niet te licht mocht aanslaan en bovendien 'n ge
heel ongemotiveerde mishandeling, door 3 tegen 1
gepleegd. In verband met een en ander vorderde de
Officier tegen no. 1 die maar tegen beter weten in,
bleef ontkennen, 2 maanden gev. en tegen Piet Z. en
Evert B. ieder 1 maand.
II oó rh.'
DE NALATIGE VADER.
De 44-jarige visscher Corn. M. te Hoorn was door
den Hoornschen kantonrechter veroordeeld, omdat
hij zijn zoontjes Hendrik en Cornelis in Nov. j.1. niet
geregeld naar school had gestuurd, van welk von
nis hij in hooger beroep kwam en thans, nu dit be
roep werd behandeld, beweerde dat z iin zoontjes
destijds in het ziekenhuis vertoefden.
Het hoofd der R.K. school, de heer P. J. v. d Knaap,
werd als getuige gehoord. De appellant beweerde
ook nog, dat zijn kinderen werden mishandeld, wat
getuige niet kon bevestigen.
De door appellant overlegde doktersverklaring
was in dit proces waardeloos.
Appellant had geen kennis gegeven van het ver
zuim en was dus strafbaar, bevestiging van het von
nis werd gevorderd.
Hierop werd nog een tweede zaak in dit genre to
gen visscher Kees behandeld. Het betrof hier een
schoolverzuim op 30 December. Het scheen dat hier
het kind werkelijk ziek was geweest, doch de vader
had hiervan geen kennis gegeven.
Ook hier vorderde de Officier bevestiging.
Kees gaat op rekest naar de Koningin, zei hij.
E n k h u i z e n.
PIEPERS IN HOOGER BEROEP.
De niet verschenen appellant Harm de B. had te
Enkhuizen 250 K.G. aardappelen vervoerd, die niet
gedekt waren door een geldig vervoerbiliek De pie
pers moesten dienst doen als betaling van een oude
schuld aan zekeren heer Jan Lub.
De aardappelen werden echter niet in beslag ge
nomen, zoodat die aflossing gelukkig niet is mis
lukt. aangezien bevestiging van het vonnis werd
gevraagd.
Beemster.
BRANDSTICHTER UIT BALOORIGHEID.
De Texelaar Gerrit B.. onlangs werkman te Beem
ster, tot dusver zonder justitioneel verleden, had in
een vlaag van onverschilligheid door werkloosheid
en slecht gezinsleven ontstaan, in den nacht van 14
Juni het door hem bewoonde perceel, 'n dubbel
woonhuis met riet gedekt, in den brand gestoken en
het hem toegeschatte bedrag van f1200 voor verze
kerden inboedel opgestreken. Huiselijke ruzie bracht
dit ernstige feit aan de groote klok en den brand
stichter in de gevangenis. Op 3 Februari requireerde
de Officier tegen den oogenschiinlijk geheel apathi-
schen jongeman 2 jaar gevangenisstraf.
De rechtbank wees na een hartelijk pleidooi van
Mr. v. d. Loos. die de clementie inriep voor den door
zijn eigen vrouw bedrogen en verraden verdachte,
een interlucotoïr vonnis en gelastte een psychiatrisch
onderzoek. Ook de heer Wiggers had een rapport op
gemaakt en gaf verslag. De informaties waren over
het algemeen genomen gunstig en stelde de Amb
tenaar een voorw. straf voor.
In aansluiting met deze 1 conclusie, en in verband
met de omstandigheid, dat een betere verstandhou
ding tusschen het echtpaar is te verwachten, re
quireerde de Officier thans 1 iaar gev., doch voor
waardelijk met 3 proefjaren.
Mr. v. d. Loos was dankbaar, voldaan en refereerde.
Den Helder.
EEN GEWELDIGE AANRIJDING.
De 31-jarige taxi-ondernemer Ary B. uit Den Hel
der had op 21 Dec. 1934 het ongeluk onder de ge
meente Heiloo den Jockey J. Prinsen uit Zaandam
een met een harddraver bespannen sulkey of buggy
zoo geweldig aan te r-ijden, dat de bestuurder op
den rijweg werd geslingerd, 'n zware beenbreuk be
kwam; 'de sulkey werd vernield en het paard dood
gereden. De heer Prinsen, die werd behandeld door
Dr. Emmer aldaar, is nog steeds niet hersteld van
zijn zware verwonding.
Het bleek, dat de heer Ary B., die heden.terecht
stond ter zake het toebrengen van zwaar lichamelijk
letsel door schuld, zijn slachtoffer niet in het zie
kenhuis te Zaandam had bezocht noch op eenige an
dere wijze belangstelling had betoond.
Hij beweerde voorts niet met grootere snelheid dan
45 K.M. te hebben gereden. Van het gebeurde zelf
wist hij niets, ook niet dat hij met zijn wagen over
den weg is geslingerd en tegen een boom is terecht
gekomen. Hij zelf bekwam een hersenschudding en
'n verwonding aan het hoofd en moest ook in het
ziekenhuis worden opgenomen.
Majoor Steen, brigade-commandant der Rijksveld-
wacht te Heiloo had na bericht-ontvangst de situatie
opgenomen en het politioneel onderzoek geleid. Hij
vond een buggy op den linkerkant van den weg lig
gen. Ook het paard lag daar ter plaatse. Vermoede
lijk is de verdachte door de ontvangen schok zijn
waarnemingsvermogen kwijt geraakt. Vast stond het
door de wielsporen, dat verdachte over de punaises
aan den linkerkant van den rijweg is terecht geko
men. Het weer was niet gunstig. Verdachte opperde
de veronderstelling dat het paard door de verlich
ting is geschrokken en voor den auto is gesprongen.
De 15-jarige Gerardus van Zaal, wonende te Hei
loo. had dien avond omtrent 7 uur langs den rijweg
gefietst en het aangespannen racekarretje geheel
rechts zien lijden. Links voerde de wagen een lan
taarnlicht. Bij een wegbocht had de aanrijding plaats
en hoorde Gerardus een geduchte klap. Hij vermeen
de dat ook de auto links van den weg reed. Verder
kon hij van de aanrijding zelf niet veel meer vertel
len.
Ten slotte werd nog gehoord de 15-jarige Cornelis
Wilbrink te Limmen, die vermeende dat de aanrij
ding. waarvan hij den slag hoorde, in het midden
van den weg plaats had. Hij zag een auto tegen een
boom botsen, aan den weg in het gras zat een man
en verderop lag een paard.
De Officier betoogde, dat Prinsen zoo scherp mo
gelijk rechts reed. Ter hoogte van de Kapellaan had
de hevige aanrijding met alle noodlottige gevolgen
van dien plaats. Het is een wonder dat Prinsen
aan den dood ontsnapt is, doch hij zal vermoedelijk
genoodzaakt zijn, zijn verdere leven met een stijf
been te loopen.
Voorts laakte de Officier de onhartelijke houding
van den verdachte. Een strenge straf werd in dit
ernstige geval 'n eisch van het recht en requireerde
de Officier 3 maanden hechtenis.
Mr. Mulder, advocaat te Den Helder en verdediger
van den verdachte nam aan. dat verdachte met een
niet grootere snelheid dan 40 K.M. had gereden. Zijn
cliënt was trouwens heelemaal geen snelle rijder.
Pleiter memoreerde voorts, dat de getuigen niet veel,
wat den verdachte bezwaarde, hadden verklaard.
Misschien was de oude heer Prinsen zelf ook niet
op het moment van de aanrijding geheel in orde. Na
nog het gebeurde volgens zijn opvatting te hebben
gereconstrueerd, kwam pleiter tot de conclusie, dat
vrijspraak, subsidiair uiterste clementie hier het
juiste vonnis zou zijn.
De Officier gevoelde zich gedrongen, een krachtige
repliek te leveren en bij zijn requisitoir te persistee-
ren, doch voegde er thans bij er prijs op te stellen,
dat de rijbevoegdheid werd ontzegd voor den tijd
van zes maanden.
Mr. Mulder dupliceerde op enkele punten en druk
te zijn spijt uit, dat de Officier zich genoopt zag, zijn
requisitoir te verzwaren.
Bergen.
DE TOT VERNIETIGING GEDOEMDE
VRACHTAUTO.
De handelaar KI. de B. te Bergen had met een
tractor met aanhangwagen gereden, die in zulk een
desolaten toestand verkeerde, dat vernietiging door
den kantonrechter was gelast Voorts was de B. tot
een tweetal geldboeten veroordeeld. De rijks verkeers
politie had procesverbaal opgemaakt, na gehouden
rijproef. De auto voldeed niet aan de eischcn van
een ingeschreven vrachtauto.
De heer de B. verdedigde thans in hooger beroep
de onbegrepen deugden van zijn ter dood veroor
deelden wagen en bracht als deskundige den mon
teur Jimmink naar voren. Deze heer bezag het ge
val zeer optimistisch en vermeende dat de kosten
van volledig herstel zouden bedragen 35 40 gulden.
Rijksveldwachter Brouwer en de heer Jimmink
stonden natuurlijk in de appreciatie van het vehikel
lijnrecht tegenover elkander.
De officier noemde het wrak van den appellant 'n
schandaal op den rijweg. Het was niets meer dan
'n hoop oudroest. Ook weigerde de officier den heer
Jimmink als deskundige te erkennen. Spr. verklaar
de voorts er vierkant legen te zijn, dat dit verwaar
loosde vehikel weer in het verkeer terug kwam. Het
publiek moet beveiligd worden, zei de officier en
requireerde bevestiging van het vonnis in alle op
zichten.
Appellant beriep zich op zijn onberispelijk verle
den als autobestuurder, en trachtte den verwaarloos
den toestand van zijn wagen zooveel mogelijk te ver
klaren.
Haringhuizen enWijdenes.
BOTER-, KAAS- EN BOEREKOOLDIEVEN.
De heeren Joh. de B. en Herm. Dr., hoewel het
Noordhollandsche platteland verwisseld hebbende
voor het méér confortabele Haarlem, konden hun
Heimat nog niet vergeten en brachten in een mis-
tigen Novembernacht een visite aan een zuivelfa
briek te Haringhuizen, alwaar zij zichzelve beloon
den voor de betoonde belangstelling met een Keul-
sche pot inmaakboter en een stuk of wat kazen. Ver
volgens bezochten zij het plaatsje Wijdencs en na
men als souvenir mede 'n collectie boerekoolstruiken.
De politie wist deze nachtelijke terroristen bij de
kladden te pakken. Zij werden ingerekend en ston
den terecht op 29 Januari. Gevorderd werd tegen
Joh. de B. 1 jaar en 4 maanden en tegen Herman
D. 1 jaar.
Ook hier volgde een tusschen vonnis en werd he
den deze zaak voortgezet.
De heer Wiggers adviseerde afwijzend voor beide
patiënten.
De officier persisteerde bij zijn requisitoir, echter
met 2 maanden voorarrest aftrek.
Mr. Prins, paladijn van Joh. de B. merkte nog het
een en ander op in 't voordeel van zijn cliënt en
achtte de gevorderde straf in elk geval te hoog.
Mr. Belonje, de juridische zwaardvechter van den
heer Marinus Dr., pleitte ook verzachting van straf
en noemde 2 maanden aftrek te kort.
Het was hier een kwestie van te hoog en te kort.
aangesteld? Waarmede bemoeide ze zich eigenlijk?
Ze had hem echter met geen mogelijkheid kalm
aan zijn lot kunnen overlaten: dat was uitgesloten-
geweest.
„Het heeft geenerlei nut met voorstellen van mijn
kant te komen", zei ze na eenig stilzwijgen. „Ik weet
zelfs niet wat u kunt doen. Ik heb echter een stuk
chocolade in mijn zak, als u daarin trek heeft. Mis
schien knapt u dan wat op."
De uitdrukking van zijn oogen werd eensklaps
zachter en de uitdagende blik verdween. „Buitenge
woon aardig van en ik wil het graag hebben als
u het kunt missen."
„Natuurlijk", zei Joan, dankbaar zijn gedachten
wat afgeleid te hebben. Ze haalde de chocolade voor
den dag, en met zichtbare krachtsinspanning kwam
hij langzaam overeind. „Dank u", zei hij. „Den een
of anderen dag zult u hiervoor beloond worden."
Ze nam hem met onderzoekende blikken op. „U
is zeker nog stijf? Den heelen nacht buiten geweest?
Hij had een stuk chocolade in zijn mond genomen.
Ze zag dat zijn handen goed gevormd en blank wa
ren: allerminst handen van een landlooper. Ook
merkte ze hoe hongerig hij was, hoewel hij door
zijn manier van eten dit feit niet vemed.
Na eenige stilte zei hij: „Het had niet zoo lang
geleken, wanneer ik geweten had u vanmorgen te
ontmoeten."
Dit was een vreemde zin, die geuit werd op een
warme, hartelijke manier, zonder iets van vleierij:
en een golf van medelijden sloeg over Joan heen.
Onverschillig wie hij ook was. hij had een vriend
hoognoodig.
„Luister eens", zei ze. „Denk u nu alsjeblieft niet
dat ik u wil bespionneeren. Maar... heeft u totaal
geen familieleden?"
„Geen enkele", antwoordde hij rustig. „Ik ben
precies zoo iemand als Rip van Winkle. Ik werd
een half menschenleven aan de vergetelheid prij3 ge
geven... en nu kent geen sterveling me."
„Een half menschenleven", herhaalde Joan, en
toen drong eensklaps de beteekenis van zijn woorden
tot haar door. „Oh, is dat het?"
„Ja, dat is het. Ik veronderstel dat u toen nog
niet eens geboren was." Even wachtte hij. „Ik bndoel
u zult nog wel heel jong zijn geweest toen ik in de
gevangenis terecht kwam."
Een eigenaardig vermoeden kwam over haar. Ze
verbeeldde zich dat er niet veel mannen waren, die
een dergelijken straftijd konden hebben doorgemaakt.
„Ik weet niet hoe lang geleden dit was" zei ze. „In
ieder geval ben ik ouder dan vijftien jaar."
Er kwam weer een eigenaardige uitdrukking in
zijn oogen.
„Waarom zegt u dit?" vroeg hij.
VROUWEN-VREDESGANG,
Zaterdag 18 Mei 1935, Den Haag.
De Vrouw, moeder der ionge generatie, is van na
ture bestemd tot bescherming van het leven.
Hieruit vloeit voort dat zii „van nature" moet zijn
tegen den oorlog, daar deze immers is vernietiging
•van het leven.
Het i6 dus mede haar taak te trachten den Vrede
te handhaven en den oorlog te voorkomen.
Nu is het 't oogenblik om de vredeseedachto veld te
doen winnen, nu moet getuigd en gewerkt worden,
zal het straks niet te laat ziin.
Het vorige iaar voor het eerst hebben de Vrouwen
van Nederland door een stille indrukwekkende be
tooging op IS Mei (Volkenbondsdag) getuigd van
haar wil om oorlogsgeweld bii conflicten' tusschen de
Staten te vervangen door rechtspraak. Haar voor
beeld vond reeds navolging in Frankrijk, Schotland
en Zuid- Afrika, terwijl men ook nu weer in het bui
tenland groote interesse toont voor de betooging die
de Nederlandsche vrouwen op 18 Mei a.s. in Den
Haag zullen houden. Wij hebben reeds de toezegging
dat Fransche vrouwen dien dag naar Den Haag zul
len komen om aan onze demonstratie voor den vrede
deel te nemen.
Deze beweging moet groeien, hier zoowel als over
de geheele wereld. Maar dat werken, dat getuigen
vraagt organisatie engeld. Dat geld is zéér noo-
dig en wordt vruchtbaar besteed in tegenstelling
met de groote sommen die worden uitgegeven voor
de organisatie van het geweld.
Het Centraal Comité tot organisatie van den Vrou
wen Vredesgang 1935 doet daarom een dringend be
roep op Uw aller medewerking, welke op drieërlei
wijze geschonken kan worden:
ten eerste door zélf mee te doen aan de betooging:
ten tweede door anderen op te wekken óók mee te
doen en
ten derde door het geven van een geldelijke bijdra
ge om in krot tijdsbestek, een groote propaganda
door geheel Nederland mogelijk te maken.
De betooging zal weer „stil" zijn. er wordt dus niet
gesproken in den stoet, alle deelneemsters dragen
een witte bloera, doeken met het opschrift „Vrede"
worden meegevoerd, adressen aan de Regeering en.
Volkenbond, waarvan de tekst later zal worden be
kend gemaakt, worden aangeboden. Het begin is
weer het Malieveld, het eindpunt „De Bataaf', de
route is gunstiger vastgesteld dan het vorige iaar bii
de reeds ontvangen vergunning.
Vrouwen van Nederland:
Toont Uw vasten vredeswil en betoogt mee in den
Vrouwen Vredesgang op Zaterdag 18 Mei a.s. in Den
Haag!
Namens het Plaatselijk Comité,
Mei. L. SCHELLEVIS,
Varnebroek 1. Alkmaar.
Schagea
NA DE BOERENKOOLSTRUIKEN VERSCHENEN
DE KONIJNEN OP HET MENU.
De heer Joh. de B. uit Haarlem, staatsvijand nr.
1 uit de vorige zaak had nog meer met de justitie
te vereffenen, behalve winterboter, kaas en boeren
kool. Hij had ook in een nachtelijken strooptocht op
eigen risico geopereerd en onder en in Schagen een
negental vette konijnen buit gemaakt, voor welke on
derneming de officier hem candidaat stelde voor 5
maanden gevangenisstraf.
Wederom deed de rechtbank geen uitspraak en
prijkte ook deze zaak heden op het repertoire.
De officier persisteerde bij zijn eisch, 5 maanden,
doch thans met 2 maanden aftrek voorarrest
Schellinkhout
DE VOLGENDE GANG VAN HET DINER BESTOND
UIT LEVENDE PALING.
Het wafe wel een culinarische zitting op 29 Janu
ari, want na de geserveerde delicatessen op zuivel,
groenten en carnifirisch gebied kwam ook nog le
vende paling ter tafel. Daarvoor hadden gezorgd de
heeren Jan de B. en zijn broeder, de veelbesproken
Joh. de B. uit de vorige zaken, welke heeren in den
nacht van 12 op 13 Nov. de palingkaar van den
visscher Willem de Hart te Schellinkhout hadden
ontlast en de levende opbrengst verkocht aan zeke
ren Theodorus B., die voor dit koopje ook nog als
verdacht van heling op het zondaarsbankje was ge
ïnviteerd. In deze zaak tegen de heeren de B. werd
evenmin uitspraak gedaan en het geval heden ven-
der uitgeknobbeld, met de heer Wiggers als solo-
getuige. In dit geval adviseerde deze machtige man
voor geen van beiden een voorw. veroordeeling.
De officier vorderde hier 8 maanden voor Jan en
voor Johan, die al meer dan zijn portie had, 4 maan
den en voor ieder 2 maanden aftrek.
Mr. v. Leeuwen sprak nog een hartig woordje voor
zijn cliënt Jan de B. en verzocht alsnog een voonv.
veroordeeling óf 4 maanden met aftrek van 4 maan
den.
Uitspraak in deze zaken Donderdag 25 April.
En weer antwoordde ze op haar ronde, eerlijke
manier. „Gisteren spraken we dat wil zeggen,
mijn stiefmoeder had het over een man, dien men
ongeveer vijftien jaar geleden twintig jaar gevange
nisstraf had gegeven. Ik breng het een met het an
der in verband: dat is alles."
„Hoe heette hij?" vroeg hij.
„Cheverell", antwoordde Joan.
Hij ging nu ineens rechtovereind zitten en zag
haar met een harde, bittere uitdrukking in de oogen
aan. „Zoo heet ik ook," klonk het antwoord.
Ze liet allerminst merken verbaasd te zijn. Intuï
tief had ze het al begrepen, ofschoon ze niet ver
wacht had dat hij het zou bekennen.
„Nu weet u het", zei hij langzaam en duidelijk.
En toen deed Joan iets heel eigenaardigs: een jon
gensachtige. eenvoudige daad. Ze stak hem haar
hand toe. „Ik dank u het mij gezegd te hebben"
zei ze kalm.
Hij nam haar hand niet aan, doch duwde die met
een bijna heftig gebaar weg. Ze liet zich echter niet
uit het veld slaan, en legde haar hand op zijn schou
der. „En nu kunt u een nieuw, beter leven beginnen"
zei ze.
Hij was thans overeind gekomen, en hield het ge
zicht afgewend. Doch na verloop van enkele secon
den en als volmaakt tegen zijn zin omvatte
zijn hand de hare. Er was een heesche klank in zijn
stem toen hij weer sprak. „U is... wonderbaarlijk."
„Volstrekt niet", zei Joan rustig, en tot haar eigen
verbazmg voelde ze een prop in haar keel. „Het is
heel gewoon. We doen allen op onzen beurt iets wat
niet goed is."
Hij trok haar hand zachtjes omlaag. „En dat zegt
u tegen mij... een vreemdeling", bracht hij fluiste
rend uit.
„Natuurlijk. Ik zou het tegen iedereen zeggen. Het
is onze plicht onze fouten zooveel mogelijk te her
stellen. Het zou niet eerlijk wezen dit niet te pro-
beeren."
„Eerlijk, eerlijk, ik ben werkelijk vergeten dat er
nog zooiets als eerliikehid bestaat," mompelde hij
Hij lachte op een manier die droeviger was dan tra
nen.
Joan keek naar het grauwe water. „Ik weet dat
dit gebeurde, maar het mag niet. Men moet altijd
eerlijk probeeren te wezen. Ik heb het land aan men-
schen die hiertoe niet eens de geringste poging war
gen, u niet?"
„Ik weet het niet", zei hij. „Hangt het niet ge
heel en al af van de manier waarop ze gevallen
zijn?"
Wordt vervolgd.
SCHOENCRÊME Groote doos 10 ets. Extra groote' doos 15 ets.
18.
„Ja, zoo idioot ben ik", zei hij. Weer viel haar
zijn beschaafde stem op. Dit was geen gewone land
looper, niettegenstaande hij er uiterlijk den indruk
van wekte. Het was haar heel wat waard geweest
indien ze geweten had wie en awt hii was. Het was
uiterst moeilijk aan iemand hulp te bieden, van
wiens omstandigheden men totaal niets afweet. In
tuïtief voelde ze dat ze niet te veel vragen moest
stellen.
„Luister eens", begon ze weer. „Als u een eindje
met me terug wilt loopen, dan kan ik een kop war
me koffie voor u krijgen. U ziet er wel naar uit iets
warms noodig te hebben."
Hij veranderde niet van houding. „Dat is buiten
gewoon vriendelijk van u", zei hij. „Ik geloof echter
dat vanmorgen koud water meer in mijn lijn ligt.
Niettemin dank ik li voor het aanbod."
Hij keek niet naar de rivier aan zijn voeten, ter
wijl hij dit zei, niettemin had Joan het gevoel alsof
ze het ijskoude water om zich heen voelde.
„Ik ben het niet met u eens", zei ze. „Ik veron
derstel dat u doornat is en zich verre van prettig
moet voelen. En indien u het voornemen mocht heb
ben zelfmoord te plegen, dan zult u het op een an
dere manier moeten doen, of die gedachte heelemaal
dienen te laten varen. Ik ben namelijk niet van
plan er kalm bij te blijven staan."
De man zag op en weer trof haar de eigenaardige
uitdrukking van zijn oogen. „Groote goedheid, u
heeft gevoel voor humor," zei hij. „Wie vertelde u
door ETHEL M. DELL
dat ik hierheen was gekomen om een einde aan
mijn leven te maken?"
„Niemand", zei Joan. „En dat zal ook niet gebeu
renals ik er bij bon."
Hij wierp een haastigen blik om zich heen als
om er zich van te vergewissen dat ze alleen waren.
Daarna staarde hij naar de rivier.
„U hoefde het heusch niet aan te geven" zei hij,
„want geen sterveling zou me missen."
„Het zou niet gebeuren als ik er bij was", hield
Joan koppig vol.
Weer keek hij haar aan. „En waarom niet?" vroeg
hij. „Het zou heusch niet zoo moeilijk wezen me in
het water te laten vallen."
„Ik zou u dadelijk naspringen", gaf Joan te ken
nen. „Ik denk dat u het niet zoo aangenaam zoudt
vinden er weer uitgetrokken te worden."
Er kwam een trek om zijn mond, die eenigszins
aan een glimlach deed denken. „Het zou zelfs een
groote eer wezen."
„Zoo", zei Joan ironisch. „Vertelt u me nu eens
wat u eerst wilde doen?"
Hij vouwde zijn handen ineen en zag haar strak
aan.
„Hoe vreemd het ook moge klinken", zei hij, „dit
is een punt wat me zelf alleen betreft"
„Allerminst", zei Joan op beslisten toon. „Daar ik
toevalligerwijze hier ben, heb ik er wel degelijk me
de te maken. U is door en door nat, en u zult in
beweging moeten komen, wilt u geen rheumatische
koortsen opdoen."
„Dat zou een prachtige oplossing wezen", zei hij
bedaard.
„Nee", zei Joan uitdagend. „Die koortsen zouden
u niet doen sterven, enkel maar stijf cn pijnlijk ma
ken. Ik vermoed niet dat dit vooruitzicht eenige be
koring voor u kan hebben."
„Kunt u zich voorstellen wit bekoring voor me
kan hebben?", vroeg hij.
Joan zweeg en keek peinzend voor zich uit. Ze
behandelde dezen man als een gelijke, bijna als een
kameraad, en eerst op dit oogenblik drong dit feit
tot haar door. Had ze zich niet schandelijk brutaal