Raad Callantsoog BLACK-BOy Woensdag 1 Mei 1935. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9712 NeV Piet peinst: PRUIM TABAK Afscheid Burgemeester Breebaart Het afscheid. Wordt vervolgd Stoere stuurman stuurt door stormen;' Stuurboord, bakboord, keer op keer;"' In zijn mond doet BLACK BOY nèt zoo; Bakboord, stuurboord, heen en weer. GESAUSDE ZWARE Tegen Dinsdagmorgen half elf uur was een ver gadering uitgeschreven van den Raad der ge meente Callantsoog, waar behalve enkele agenda punten het afscheid van Burgemeester Breebaart stond aangegeven. Mr. D. BREEBAART. Toen het uur van openen daar was, was de kléine raadzaal staande vol met wethouders, leden van den Raad, leden van verschillende corporaties en hunne dames, te veel om hier allen op te noemen. Verder merkten wij nog op oud-burgemeester Lo- vink en eenige Heldersche heeren, als vertegenwoor digers van de Mij. van Nijverheid afd. Helder en Helders Belang en de Federatie van V.V.V. ver- eenigingen. Tegenwoordig was eveneens het Hoofd der School de heer Van Meerten, de gemeente-opzichter, de heer Dr. Oterdoom en mevrouw en nog vele anderen die blijk gaven van hun medeleven met het heen gaan van Burgemeester Breebaart. Toen allen gezeten waren, heette de heer Mr. D. Breebaart allen welkom en begon met het treurig ongeluk te gedenken, dat zijn veldwachter en echt- genoote had getroffen door het noodlottig ongeluk van hun kindje. Juist op den dag der voorbereidin gen voor deze vergadering werden zij door dat ver lies getroffen. Spr. heeft het ook aan het graf van liet kindje gezegd en wil het hier herhalen, nl. dat de ouders de kracht mogen hebben om hun leven moedig te vervolgen. Spr. vraagt een enkel oogen- blik van stilte als blijk van meegevoel in dit zoo droevig verlies. Daarna wordt een aanvang gemaakt met de agenda der vergadering. Mededeeling wordt gedaan van het ontslag van Mr. D. Breebaart als burgemeester van Callantsoog en zijn benoeming te Zijpe. De heer Mr. D. Breebaart had verzocht om hem eervol ontslag te verleerien als: Voorzitter van de Commissie van Toezicht op het agentschap der arbeidsbemiddeling, enz. Lid van de Commissie van Uitvoering van den Vleeschkeuringsdienst, kring Barsingerhorn vóór deze gemeente. Lid van de Commissie van Beheer van den School- artsendienst, district Den Helder. Vertegenwoordiger der gemeente in Waterschaps aangelegenheden. Voorstel van B. en W. om de onder b en c ge noemde functies onvervuld te laten en over te gaan tot vervulling van de onder a en d bedoelde vaca tures in afwachting van den verderen loop van zaken inzake de burgemeestersvacature. Aanbeveling van B. en W.: Voorzitter Commissie van Toezicht arbeidsbemid deling, enz.: S. Kooger. Vertegenwoordiger Watersehapsaangelegenheden: S. Kooger. De heer S. Kooger wordt tot beide functies benoemd en neemt deze benoemingen aan. Als eerste spreker voert het woord de heer Kruis- veld, oudste wethouder. Deze zegt het volgende: Toen u negen jaar geleden tot burgemeester van deze gemeente werd benoemd, heb ik met u gespro ken over uw verhouding als jonge man tegenover de zoo kleine arme gemeente Callantsoog. U heeft toen gezegd te zullen zoeken naar bronnen om deze te kunnen aanboren teneinde de gemeente weer omhoog te brengen. Ik trok deze pogingen in twijfel, want ik voorzag geen resultaten. Toch is hot u gelukt en wel goed gelukt ook. Om een voorbeeld te noemen: de exploitatie van de terreinen voor zomerwoningen aan beide zijden van het dorp. Eerlijk moet ik u beken nen, dat u deze plannen uiteenzette en er gesproken werd over het aanleggen van wegen door deze ter reinen, ik heb er voor gestemd, maar wel heel schoor voetend. En zie nu dc resultaten. Straks wordt deze exploitatie voor de gemeente een prachtige jaarlijk- sche bijdrage in de kosten der huishouding. Dat is wel in hoofdzaak aan u als burgemeester te danken. Ook was dit een mooi object voor de werk verschaf fing, waardoor de werkloozen, nu nog zonder steun regeling geholpen kunnen worden, of anders naar de andere werkverschaffingen buiten de gemeente ge zonden zouden moeten worden. Burgemeester, dit was slechts een van nog meer dere voorbeelden, waaruit kan blijken wat u voor de gemeente gedaan heeft. Het spijt mij als wethou der ontzettend dat u ons nu in deze nog zoo moeilijke tijden gaat verlaten. Evenwel u moet hooger de maat schappelijke ladder op. De samenwerking was hier mooi, we hopen dat dit ook in uw nieuwe gemeente goed en prettig zal mogen zijn. De heer S- Kooger, 2e wethouder, verkrijgt daarna het woord en zegt: Namens de fractie der S.D.A.P. wensch ik u het volgende voor te lezen: Geachte Burgemeester! Het is nu ongeveer 9 jaar geleden dat u benoemd werd als burgemeester van Callantsoog. Toen u hier werd geïnstalleerd, was de tevredenheid niet alge meen; men was zelfs bang dat Callantsoog voor een doorgangshuis zou worden gebruikt. Nu, dat is nogal goed afgeloopen; want over het algemeen heeft u zich goed gekweten van uw taak; u gaat dus te gauw weg; had u niets voor de gemeente willen of kunnen doen, dan hadden we u veel eerder kwijt moeten zijn. Burgemeester, 9 jaar geleden heeft u een belofte gedaan; ook toen was de toestand van de gemeente slecht, maar u wilde probeeren nieuwe bronnen aan te boren. Wat is daarvan terecht gekomen? Laten we nog eens even alles de revue laten passeeren. Er is al het een en ander door mijn collega, wet houder Kruisveld gezegd, maar er blijft voor mij toch nog wel wat over. Toen ik ongeveer 7 jaar geleden 2e wethouder werd van deze gemeente, hebben we alles samen besproken wat voor onze gemeente gedaan kon worden. Ie. Allereerst was daar het belastingvraag- stuk. Er waren nog verschillende personen, die aan geslagen konden worden in de woonforensenbelas- ting. Het waren in hoofdzaak de meest gegoeden uit de gemeente, met de hoogste inkomens. Ook de werk- forensen brachten nog heel wat op. De bedragen wa ren van 40 tot 750 gulden per persoon per jaar. Dat verlichtte voor de lage inkomens; we zijn er u dank baar voor en zijn blij dat we ja hebben geknikt. 2e. Dan hebben we ons mooie bouwplan, met aan weerszijden van het dorp een complex houten zo merwoningen; met aan de duinen rond een rij van kleine villa's. Alles bij elkander, een mooie aanwinst voor het dorp. Aan de oostzijde van het dorp nog een groot terrein, waar nog vele zomerwoningen kunnen worden gebouwd. Onze nieuwe bouwplan heeft veel moeite en bestudeering gevraagd, maar het is werke lijkheid geworden. De gemeente heeft er jaarlijks zijn voordeel van, wat ook de opzet is geweest. Het bouwplan is van u afkomstig en omdat wij eenparig ja hebben gezegd, hebben de werkloozen werk bij huis gehad en plukt de gemeente de vruchten. 3e. De mooie nieuwe verbouwde school. Nooit kon daar geld voor gevonden worden. Sinds jaren was er door het schoolbestuur om verbetering gevraagd en ook van hoogerhand op den onhoudbaren toestand gewezen, maar het is u gelukt om ook daar afdoende verbetering te brengen. 4e. Het nieuwe Armenhuis. Hier wilde het minder vlotten tusschen den burgemeester en de wet houders en het Armbestuur. Hier had de burge meester de pionnen van het politieke schaakbord op oen handige manier verzet, hier kwam het tot een treffen tusschen den burgemeester en het armbestuur eenerzijds en de wethouders anderzijds. Hoe vlug u ook bent, burgemeester, in het verzetten van uw pionnen, toch is het niet mogen gelukken om door de gesloten pionnen van de wethouders heen te ko men, wij hielden de gelederen gesloten. We danken dus wel het mooie nieuwe armenhuis aan den Bur gemeester en aan het Armbestuur, maar niet de plaats waar het staat, daarvoor hebben we geen ja geknikt. 5e. De nieuwe weg. Het is een reusachtig mooi werk, een groote verbetering, waar vele werkloozen dezen winter werk hebben gevonden. We hebben het met algemeene stemmen aangenomen en zijn blij dat het nog onder uw werk gerekend kan worden. Nog een kleine deklaag en het werlc is voltooid. Ge. Ik heb nu gesproken over wat u heeft gedaan in het algemeen. Nu wil ik het nog even hebben over de arbeiders in het bijzonder. Heeft u daarvoor ook nog wat gedaan? In de eerste plaats wil ik een woord van dank tot u richten, dat u zooveel mogelijk werk in eigen ge meente hebt gezocht, waarmee de arbeiders groote reizen werden bespaard en waar ze niet minder om verdienden. U moet altijd wel uw best hebben gedaan hij de Fam. Jonkh. v. d. Poll, om de arbeiders ook daar te plaatsen. Het is altijd naar tevredenheid gelukt. Met de goedgekeurde werkverschaffing van het Rijk die wii nu hebben, gaat het waf beter. Maar toen we onze eigen kleine gemeentelijke werkver schaffing nog hadden, is het voorgekomen, dat in Maart het geld al op was. Ik heb toen het voorstel gedaan om f2000.te leenen, om zoodoende de ar beiders weer werk te verschaffen. Het maakt dus niet uit in onzen Raad van wie dc voorstellen komen, want hier gold het de arbeiders-wethouder die een voorstel deed. Het werd met algemeene stemmen aan genomen en uitgevoerd. Het is wel in den breede be sproken of er ook een anderen weg was, maar het is in geen enkel opzicht door u tegengewerkt. Dit was dus een zuiver arbeidersbelang en we hebber, allen ja gezegd. Toch zijn er nog wel arbeiders die u niet goed ge zind zijn; dat komt ten eerste dat de menschen niet met het verdiende geld van de werkverschaffing rond kunnen komen. Nauwte zoekt grauwte, zegt hei spreekwoord. En daar is veel van waar, maar dat zal in iedere gemeente wel zoo zijn. Naar mijne meening heeft u, redelijker wijs gesproken en voor zoover de wet het toeliet, voor de menschen gedaan wat u kon doen. 7e. De zaak die de laatste dagen zoo druk bespro ken wordt: Callantsoog bij de Zijpe! Mag de Raad niet over samenvoeging spreken0 Moet de Raad van Callantsoog eerst personen uit Schagen, of iemand die een niet onderteekend inge zonden stuk in de Schager Courant plaatst, verzoeken of dat wel mag? Ik meen van niet. Wij moeten de belangen van de gemeente Callantsoog voorstaan. In dien de gemeente een belangrijk financieel voordeel kan doen, dan hen ik daar voor. We zullen dan ter gelegener tijd de menschen uit Callantsoog moeten hooren. Mocht er geen financieel voordeel zijn te be halen, dan zal ik een heftige tegenstander zijn. We nemen dus een afwachtende houding aan. En nu, burgemeester, gaat u morgen naar uw nieu we gemeente, ik hoop namens de heeren Kruijt en Weij en namens mijn vrouw, dat gij u met uw heele persoon aan uwe nieuwe gemeente zult geven. Ik heb gezegd. De heer Van Diepen, raadslid, wil zich gaarne aansluiten bij het reeds gesprokene, maar toch als cenig kath. raadslid de prettige samenwerking con- stateeren die in hoofdzaak was te danken aan de aangename leiding van den Burgemeester, Spr. hoopt dat diezelfde leiding de gemeente Zijpe mag ten goede komen. De heer Jimmink, raadslid, is het in alle opzichten rnet de vorige sprekers eens, ook hij roemt de pretti ge samenwerking en voorzitters eminente leiding. De heer M. Vries, lid van den Raad, spreekt Burgemeester als volgt toe: Hooggeachte Burgemeester, Als oudste lid van den Raad dezer gemeente is het mij een even vereerende als moeilijke taak U in deze laatste door U geleide vergadering te zeggen wat in den Raad omgaat. Wanneer men op de prettigste wijze gedurende een reeks van jaren heeft samengewerkt, tot bevorde ring van de gemeentebelangen en, al was zulks te verwachten, de leider van die samenwerking wordt op een kwaden dag in gelijke functie bevorderd naar een grootere gemeente, dan voelt men zich wel wat vleugellam. Zoo is het thans met ons, Raadsleden uwer gemeente, Burgemeester. Want we wisten en voelden steeds dat onder uw leiding alles ging, zoo als men dat van de leiding mag verwachten. Steeds waren er ,ter bevordering van het afdoen van het werk: le. Goede voorbereiding; 2e. goede voorstel len; 3e. degelijke besprekingen met volledige in lichtingen; 4e. uiteindelijke besluiten, alleen geno men langs de lijnen der wettelijke en openlijke ge leidelijkheid. Wij, leden van den Raad, zijn u daarvoor zeer erkentelijk niet alleen, maar het is ons steeds een groot genoegen geweest onder uwe leiding met u te hebben mogen samenwerken. En daarom past ons thans een woord van dank, van hartelijken dank, waarbij ik gaarne voeg 's Raads oprechte gelukwenschen met uw zoo eer volle benoeming tot burgemeester van Zijpe. Moge het u gegeven zijn, daar evenveel vrucht baar werk te verrichten als hier door u is gepres teerd en moge zulks geschieden in een even goede verstandhouding als hier. Dat wensch ik, zoowel de Gemeenteraad van Zijpe als ook u zelf innig toe. Het ga u wel! In aansluiting aan deze woorden zij het mij ver gund, u, mevrouw Breebaart, ook even te mogen toespreken. Al moogt gij met den Raad der gemeen te niets te maken hebben, toch bekleedt u als vroüw van den Burgemeester een plaats, die mij thans wel even toelaat iets tot u te zeggen. Ik stel het op hoogen prijs u hier in 't openbaar hartelijk te danken voor de wijze waarop wij allen steeds door u werden tegemoet getreden en per soonlijk moge ik daaraan toevoegen een woord van 1 groote erkentelijkheid voor de wijze waarop ik steeds met u de zaken voor het welzijn van -onze kerk heb mogen behartigen. Steeds werd ik door u, onze pre- sidente-kerkvoogd.es, hoogst gastvrij ontvangen en de wijze, waarop ik dan mocht profiteeren van uwe voorlichting en medewerking, was een zeer aange name. Ik meende goed te doen, zulks hier even aan te halen. Gaarne wensch ik dan, zeer geachte familie Bree baart, te besluiten met den heilwensch, dat uw pro motie u ten zegen moge zijn, zoowel als uw nieuwe gemeente en dat gij lange jaren in volle gezondheid tot heil van allen wèrkzaam moogt zijn. Ik heb ge zegd. De heer Dr. Oterdoom voert namens de gemeen te-ambtenaren het woord en herinnert in dit verband aan het treurig verlies dat het gezin Koelemeij heeft getroffen, waardoor het in diepe rouw is ge vallen. Spr. feliciteert Burgemeester met zijn promotie, maar zegt, dat het de ambtenaren spijt dat hij heen gaat. Burgemeester Breebaart was een onpartijdige chef, een kundige chef, een chef die met alle ambte naren meeleefde en die hen alle gaarne ten dienste stond. Als gemeentegeneesheer had spr. ook alle medewerking, wat hij uitvoerig illustreerde. Daarom speet het spr. dat Burgemeester heenging. Blij was hij om de eervolle promotie en hoopte dat Burge meester Breebaart in Zijpe er van zou maken wat er van te maken was. Een stoffelijk blijk van be langstelling hadden de ambtenaren gaarne gegeven, maar daarvoor zou zich, .gezien de ramp in het ge zin Koelemeij, nog wel eens later een gelegenheid voordoen. Spr. wcnscht den Burgemeester morgen een goede aankomst in Zijpe en hoopt dat hij daar in een goede gezondheid nog veel en nuttig werk zal kunnen doen. De heer Lovink, burgemeester van Anna Pau- lowna, spreekt als collega, maar vooral als oud-Bur gemeester, zeer hartelijke woorden van waardeering en vergelijkt het komen van den jongen Burgemees ter Breebaart voor 9 jaar terug en den dag van he den. En dan constateert spr., dat was het 9 jaar ge leden een afwachten wat het worden zou, dat het nu is ëeri en al waardeering en hulde. Spr. laat de fi- nantieele toestand der gemeente de revue passee ren en constateert met genoegen hoe Callantsoog het arme Callantsoog, zooals het toenmaals heette, tot de weinige gemeenten behoort die zichzelf nog redden. Spr. wijst er op, hoe Burgemeester Bree baart en zijn vrouw ook als ingezetenen met Cal lantsoog meeleefden en ook in het verenigingsle ven vooral, zoo zelfs, dat mevr. Breebaart als direc trice der zangvereeniging met lauweren uit hei strijdperk trad. Spr. eindigt zijn speech met den heer Kruisveld in zijn woorden van waardeering te betrekken en hem hulde te brengen voor het vele dat hij voor de ge meente heeft gedaan. De heer Daalder, als voorzitter der Commissie van Toezicht, op de Arbeidsbemiddeling, brengt eveneens hulde en dank voor de prettige samenwerking en is overtuigd dat Burgemeester steeds de belangen dei- gemeente en der arbeiders op het oog heeft gehad Er zijn wel arbeiders, die dit niet erkennen, maar zij willen dat niet weten, in de commissie is dat steeds naar voren gekomen. Spr. twijfelt niet, of de heer Breebaart's bekende handigheid zal hem het ge makkelijk maken ook in Zijpe zich in de zaken in te werken en daar ook de samenwerking te krijgen die zoo noodig is. Toen stond de heer Vos, voorzitter van V.V.V. te Callantsoog, op en zeide: Geachte Burgemeester! Met gemengde gevoelens heb ik aan do uitnoodi- ging om bij Uw afscheid' als Burgemeesler van Cal lantsoog aanwezig te zijn. gevolg gegeven. Ik zal niet in herhaling treden over wat U als Burgemeester voor onze gemeente is geweest, doch wil me in hoofdzaak bepalen bij m'n eigen afdeeling, de V.V.V. Er is mij veel gevraagd, van buitenmenschen: wat hebben jullie voor Burgemeester, mijn antwoord was altijd: dat gaat best, voor ons een goeie kerel, hij doet z'n best voor de plaats, om Callantsoog voor uit te krijgen, 't Ging precies de richting uit, als ik het zoo graag zie. Geen enkele Callantsooger zal dit kunnen tegenspreken. Burgemeester, ik heb het genoegen gehad 9 iaar met U samen te werken in deze richting. U was geen Callantsooger zooals ik. maar evengoed heeft U ge tracht van onze Badplaats te maken wat er van te maken was. Als er voor de V.V.V. problemen waren op te lossen, was U steeds onze advocaat, en zou U voor onze vereeeniging wel zien te bereiken, wat er ie bereiken was. U heeft als Burgemeester. Callants oog overal, waar dit mogelijk was, naar voren 'ge schoven. Daarvoor betuig ik U. hij Uw afscheid als Burge meester van Callantsoog dan ook namens de V.V.V. onzen hartelijken dank. Zooals ik in 't begin reeds zeide, heb ik met ge mengde gevoelens aan de uitnoodiging gehoor ge geven. Die eerste gevoelens heb ik' reeds kenbaar ge maakt, doch de tweede zijn van minder aangename' aard. Het bulletin van 17 April bracht ons de onaange name tijding van Uw benoeming als Burgemeester van Zijpe, en de Schager Courant van 23 April de nog onaangenamer mededeeling van ..Zijpe en Callants oog één". Volgens het bericht in genoemd blad, had U in één dag tijd de Raad er van overtuigd, dat Callantsoog een onderdeel van Zijpe behoort te zijn. Burgemeester, over deze overrompeling ziin wij, Callantsoogers, niets te spreken. Wii laten ons niet graag levend verkoopen. Ik vind ook dat de Raad geen blijk heeft gegevpn, om de gevoelens van hun ingezetenen naar voren te brengen, daar tegen die 16 aangevoerde punten die in deze vergadering ziin be sproken. wel heUeen en amler is aan te voeren. Moerderen van U hobben toch in 1913 helpen vech- ten, om zelf .een eigen Burgemeester te hebben, en zouden we nu. nu onze Burgemeester naar de Bu ren gaat. er maar achteraan loonen en vragen of ze ons op den koop toe willen hebben? Wii willen gaarne met onze buur Zijpe op goeden voet leven, op alle moge.liike wijze samenwerken, doch laat ons zelfstandig blijven. In genoemd verslag sprak U over minder oordeel kundige wijze van samenwerken van de twee had plaatsen van Uw nieuwe Gemeente met de onze, doch ik heb daar nooit iets van gemerkt. Ik zou zeggen, de leiding is nu in goede handen, dus wan neer dit dan 't geval was, zal dit in de toekomst zeker in orde komen. Burgemeester, ik wensch TJ en de Uwen, namens de V.V.V. te Callantsoog en namens mij en m'n ge zin in Uw nieuwe gemeente veel goeds toe. en hoop in lengte van dagen met U en de Zijper buren in vriendschap samen te werken, doch, los van el kaar. De heer Biersteker, Den Helder, huldigde de heer Breebaart namens de fed. Noordholland van V.V.V., uitte ziin blijdschap dat hier erkend was, dat het Vreemdelingenverkeer een uitkomst was voor de gemeentekas. Hij hoopte dat deze woorden ook ver der zouden doorklinken in andere gemeenten en eindigde met den wensch dat al ging de heer Bree baart dan .een stapje verder van Den Helder, de sa menwerking er zou blijven. De heer Van Meerten. als laatste spreker, zeide dat de teerling gewornen was en Burgemeester heen ging. dat bericht had velen als een donderslag bij helderen hemel getroffen. Spr. memoreerde dat Bur gemeester niet heenging omdat het hier in Callants oog niet beviel of liever wegwilde. maar alleen met deze gezonde aandrang, om ziin positie te verbeteren. Met recht had Burgemeester gedongen naar de functie van Burgemeester van Zijne en spr. brengt zijn hartelijke gelukwenschen met deze benoeming. Spr. brengt vervolgens dank voor alles wat de heer Breebaart voor het onderwijs heeft gedaan, wijst op het vernieuwde schoolgebouw, de uitstekende leer middelen. kortom uit heel het bestuur van Burge meester Breebaart bleek, dat hij het onderwijs een goed hart toedroeg. Ook de aansluiting hij de districts schoolartsendienst. was ziin werk. Verder was hij de vraagbaak der onderwijzers en voor dit alles wordt hartelijk dank gezegd Er is hier. zegt spr., veel ge schermd met de handigheid van Burgemeester. Spr. meent dat het op de intonatie van het woord en dat dit de beteekenis aangeeft er, dan is handigheid niet slecht, integendeel. Flair moet iemand voor ziin amht hebben, anders slaagt hii niet en in die hetee kenis wil spr. handigheid aanvaarden. Snr. wenscht Burgemeester en ziin vrouw veel geluk in Zijpe en hoopt ze vele molen in Callantsoog terug te zien. Al deze toespraken verwierven een hartelijk en van instemming getuigend applaus. Antwoord van Burgemeester Breebaart, Spr. begint met te zeggen, dat hij geen redevoering op schrift heeft, maar liever op wat hier gesproken werd zou antwoorden, niet aan hem als 't was zelf te beoordeelen wat hij gedaan had. Het afsluiten van het tijdperk van zijn leven in Callantsoog had spr. sterk aangegrepen. Het leven was niet altijd even kalm, liep niet steeds op rolletjes, er gebeuren soms dingen, die diep in het leven van een mensch in grijpen. Spr. wijst op wat met het kindje van Koeie- meij is gebeurd, hoe gister zijn collega De Moor af- schoid moest nemen van een ambt dat hem lief was, hoe dezen dag door hem nog een paar jonge men schen in den echt zijn verbonden, die blij hun toe komst tegemoet gingen, allemaal dingen, die zooals gezegd, diep in het leven ingrijpen. En zoo gaat spr. vandaag heen, om morgen in een andere gemeente een nieuwe periode te beginnen. Spr. herinnert er aan hoe men 9 jaar geleden in Callantsoog, waar men hem niet kende, een vrien delijk afwachten in acht nam, in mijn a.s. gemeente

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 5