oordeeld en met uitschakeling van elke persoonlijke sympathie en antiphatie, want het raakt de ontwikke lingsmogelijkheden van deze geheele streek en is te belangrijk, ook voor de gemeente Zij pc, om geen onderwerp van ernstige en diepgaande gedachen- wisseling uit te maken. Het is thans niet het oogenblik om reeds de be schouwingen te openen. Laat mij volstaan met u slechts er op te wijzen, dat het mij voorkomt, dat men in deze gemeente nog niet genoeg doordrongen is van de voordeden, welke er verbonden zijn aan de nabijheid van de Noordzee en welke perspectieven he* strand- en hadwezen voor de geheele gemeente kan bieden. Wanneer dit kan worden uitgebreid niet alleen ter hoogte van Zuid-Zijpe, maar ook van N'oord-Zijpe en wanneer gij in aanmerking neemt, hoezeer de badplaats Callantsoog in beteekenis is toegenomen gaat u er maar eens kijken dan zult gij tot de overtuiging komen, dat deze niet zal worden een blok aan het been, maar een parel aan de kroon van de te vormen nieuwe gemeente. Laat dit de inwoners van Petten niet verontrusten, want ik sta op het standpunt, dat alle deelcn van de gemeente aanspraak hebben op dezelfde toevvii- ding. Meent u ook niet, mijneheeren, dat het zwaarte punt uitsluitend zou worden gelegd op het kustge bied. Neen, deze gemeente met haar welvarende en bloeiende dorpen, heeft van oudsher haar hoofdbe- staan gevonden in landbouw en veeteelt en het is daarom noodzakelijk, dat een goede harmonie wordt gevonden in de behartiging van aller belangen, dat gestreefd zal worden naar een goed begrip van elkan ders nooden en wenschen, dat gestreefd zal worden vooral naar eenheid. Niet bet isolement der verschil lende dorpen, maar de saamhoorigheid zal de kracht der gemeente vormen. Ik spreek de hoop uit, dat ik, bijgestaan door mijne echtgenootc, die zich altijd voor het vereenigingsle- ven en andere openbare belangen heeft geïnteres seerd, hieraan een steentje zal mogen bijdragen. Gij zult misschien tot nu toe in mijn rede tever- geefsch op het woord „crisis" hebben gewacht. Houdt u er dan van overtuigd, mijneheeren, dat ik in de jaren van mijn burgemeestersambt de werkelijk heid van het leven toch wel heb leeren kennen, maar evenzeer, dat wij zonder optimisme en met jammeren en klagen en bij de pakken neer gaan zitten, niet ver der komen, dal wij onder oogen moeten zien, op welke wijze wij liet beste de toestand voor allen zoo dra gelijk mogelijk kunnen maken, maar ook, dat er on danks alle ellende en alle tegenslagen gewerkt moet worden met het oog gericht op de toekomst, dat het parool moet zijn „vooruit". Hiermede, mijneheeren, aanvaard ik het voorzitter schap van Uwen Raad. (Applaus.) De heer Nannis zegt, ook met zeer gemengde ge voelens het. woord te voeren en wijst er op, dat toen een paar jaar geleden bekend was, dat Burgemees- Ier De Moor zou heengaan, bij ons allen voorzat dat onze secretaris onzen burgemeester zou worden. Dat beeft niet zoo mogen zijn. Nu echter hopen en ver houwen wij en spr. heeft daartoe de volle overtui ging, na het inleidend woord van den Burgemees- ier, dat deze met volle sympathie de gemeente zal iden. Op U, zegt spr., zoomede op ons allen rust iie plicht, de grooto belangen der gemeente voor te slaan. Persoonlijk heeft spr. meerdere malen in ver- ccnigingsleven kennis met den Burgemeester ge maakt en heeft spr. den indruk gekregen, dat deze zich boven de partijen wil stellen. Spr. heeft de volle overtuiging, dat de heer Breebaart een goed recht schapen burgemeester zal zijn. Spr. wendt zich daarna tot mevrouw Breebaart en zegt dat wijlen mevrouw De Moor zich als een moe der der burgerij heeft doen kennen en het dus een moeilijke taak zal zijn haar voetsporen te drukken. Spr. hoopt, dat mevr. Breebaart de kracht zal heb ben om naast haar echtgenoot te trachten te berei- reiken wat Mevrouw De Moor voor de gemeentena- ren is geweest en dat zij beiden zich het vertrou wen der geheele burgerij zullen weten te verwerven. Spr. hoopt op algemeene samenwerking in het be lang van onze mooio gemeente. De heer Doorn heeft aan de reeds gesproken woor den weinig toe te voegen en biedt zijn hartelijke ge- lukwenschen aan. Wij menschen berekenen iets wel eens, maar dikwijls komt het dan anders uit Dat sluit echter niet in dat het dan slechter of beter zal zijn. Spr. heeft den Burgemeester nooit eerder ont moet, maar heeft hem een rechtvaardig man hoo ien noemen. Ook bij U evenals bij ons zullen de fouten wel niet ontbreken en van goede en min der goede eigenschappen sprake zijn. Critiek blijft ook U wel niet bespaard. Spr. hoopt met den heer Breebaart te zullen samenwerken en zegt dat hij ten allen tijde op spr.'s steun zal kunnen rekenen. De heer Bruin wenscht den heer Breebaart na mens de katholieke raadsfractie geluk met zijn benoeming. Spr. deelt mede een groot voorstander tc zijn geweest om den heer De Boer tot burgemees ter benoemd te krijgen, maar nu dat niet zoo heeft mogen zijn, nu wil spr. den heer en mevrouw Bree baart van harte begroeten. Immers het zijn hoogere machten, die ook hier hebben beslist, en daarin moe ten we berusten. Nu U voor de gemeente als onze burgemeester is aangewezen, nu is het onze plicht om met U samen to werken en U bij te staan. Spr. hoopt op de bereidwilligheid en onpartijdigheid van den Burgemeester en dat hij zal meeleven met de burgerij zooals de heer Do Moor dat deed. Op den steun der katholieke raadsfractie, ja, op dien van de geheele burgerij zal de burgemeester dan kunnen rekenen. De Secrotaris, de heer J. A. de Boer, verklaart zich gaarne bereid zijn steun te verleenen en vertrouwt dat de samenwerking van aancrenamen aard en in 't belang der gemeente moge zijn. Namens de burgerij. Door den Burgemeester wordt nu aan de overige personen gelegenheid gegeven het woord te voeren. Van die gelegenheid maakt in de eerste plaats de heer Dr. öterdoom gebruik, die het woord voert na mens de commissie van ontvangst en die het vol gende zegt: Hooggeacht© Burgemeester, Namens het Comité dat zich uit do diverse vereeni- gingen in onze gemeente heeft geconstitueerd en dat (lus mag verondersteld worden te vertegenwoordigen do geheele burgerij van Zijpe, en dat zich als zoo danig heeft ten doel gesteld u bij uw entrée binnen onze gemeente te verwelkomen, is het mij een groot voorrecht u namens de bevolking van de gemeente te mogen begroeten ter gelegenheid van uw zoo juist geschiede plechtige installatie als onze Burge meester. Dit woord van welkom is daarom door ons Comité des te meer gemeend, omdat het ziet in uwe benoe ming tot burgemeester van Zijpe een eervolle promo tie, zoodat wij u niet alleen met uw benoeming, maar ook met uw promotie van ganscher harte geluk wenschen. U vindt hier in de Zijpe een werkkring die geheel de' uwe is wat betreft uw opgedane ervaring in Cal lantsoog: een gewone, maar welvarende N.-Holl plattelandsgemeente, die, evenals haar zuster-ge meenten, gebukt gaat onder het leed van de econo mische dissociatie. Maar waar wij u hebben leeren kennen als een man van kennen en kunnen en willen, daar vertrou wen wij de verzorging van onze gemeentebelangen met een gerust geweten en in volle vertrouwen aan u toe. Wij weten dat gij In arbeiden voor de publieke zaak uw werk vindt, wij weten ook dat u niet gauw iels te veel is. Welaan dan, burgemeester, kom hier dan met die voorbereiding, met die lust tot werken en ook met wat tegemoetkomendheid voor en naar cn tot de in woners. Als dan eenmaal, en hopelijk dure dat niet te lang, blijkt dat gij de man zijt, in wien de Kroon meende dat Zij het beste de belangen van Zijpe dien de door uw benoeming te bekrachtigen, dan zal er zijn een hartelijke verstandhouding tusschen u en de Zijpenaren, evenals gij die gekend hebt in Cal lantsoog. Gij hebt gisteren in Callantsoog gezegd: „de beste jaren van ons leven liggen hier in deze prettige, kleine, harmonisch gevormde samenleving, ik zal in de toekomst met m'n werk in de Zijpe zijn, maar mijn hart blijft hier", eischt eenige correctie. Zie, Burgemeester, al hebt U toen gezegd, dat het wel eenigen tijd zou duren voor Uw hart hier wortel kon schieten, toch zou ik U namens de lovaal-gezin- den in Uw gemeente, jegens het gemeentebestuur, jegens het Gezag in het algemeen, en dit aantal is zeer belangrijk. Burgemeester, willen verzoeken, dringend willen verzoeken, dit: breng ook onmiddel lijk Uw hart hier. er is voldoende zaad om de wor tels te doen schieten. Het is slechts een kwestie van kweeken en verzor gen van deze delicate plant, Burgemeester. Er zijn hier tuinlieden meer don genoeg die U zullen helpen. Zoo bezien, Burgemeester, heb ik vrijwel gezegd wat de burgerij u heeft te zeggen,. Wij komen niet met luide fanfares en geschal, maar u kunt er op rekenen dat er in een heel groot deel van de bevol king van Zijpe goede gevoelens jegens u en de uwen heerschen. Wanneer ik dit als eerste deel van mijn begroeting mag beschouwen, dan is het mij, cn ik spreek weer namens het geheele comité, Burgemeester, een be hoefte des harten om te verklaren, dat wij ons al len diep, diep gegriefd hebben gevoeld door de fei ten, die er zijn gepasseerd tusschen uw benoemings dag en den dag van lieden. Wij zouden ons allen moeten schamen, Zijpenaren te zijn, als we deden als onze onpersoonlijke mede-gemeentenaar dezer dagen. Hoe is het mogelijk dat men zulke insinuaties kin neerschrijven alvorens met de kwaliteiten van den nieuwen Burgemeester te hebben kennis gemaakt. En, waar u zeer terealit de Pers in uw openings rede de lof hebt toegezwaaid, die haar inderdaad over het algemeen toekomt, daar vragen wij ons toch af hoe het mogelijk is, dat dergelijke penne- vruchten aan de publiciteit worden prijsgegeven. (Applaus). De taak van de pers is: leiding en voor lichting en toelichting te geven, maar hier is ze in haar taak ver en ver, te kort geschoten, nog liever: „haar taak voorbij geschoten. Er bestaat toch zooals in ieder beroep een zekere ethiek. En zoo is er, moen ik, ook een journalistieke ethiek, journalistieke gedragsleer. En hier nu, dames en heeren, is volgens ons getoond een groot gebrek aan „Redactioneel savoir vivre" of „fatsoen". Een redactie is niet verantwoordelijk voor den in houd van ingezonden stukken, maar ze kan beslis sen over al of niet plaatsing. Dat van dit laatsle en uiterste recht geen tacti- scher gebruik is gemaakt, valt slechts te betreuren. Mijnheer de Burgemeester, thans genoeg hierover. Mogen allen thans genist en tevreden kunnen zijn. Plet Comité wenscht U en de Uwen van 'harte welkom hier en het hoopt dat de familie Breebaart binnenkort even gezien zal zijn in Zijpe als 'lat in Callantsoog steeds het geval is geweest en thans. Burgemeester, wensch ik U, met een kleine correctie en aanvulling op een hekend gezegde, dat ik dezer dagen in de krant las; „Burgemeester, „goeden Dag!" „Niet Welterusten, maar aan den Slag!" Applaus. Zie hiernaast De heer H. J. van Veen, notaris, zegt dat hij gis ter in een persoonlijk woord tot den lieer De Moor heeft gesproken, en thans hier wil verklaren dat hij van ganscher harte heeft meegewerkt om-den heer Do Boer tot burgemeester dezer gemeente benoemd to krijgen. Spr. heeft dat gedaan tot hij wist, dat een ander benoemd was en hem is dan ook niets te verwijten. Maar vanaf het oogenblik dat de heer Mr. Breebaart is benoemd geworden zegt spr. hem de loyale medewerking als burger van Zijpe gaarne toe. De heer Pluister, burgemeester van Nieuwe Nie- dorp wenscht den hoer en mevrouw Breebaart, maar ook de gemeente Zijpe geluk met deze benoeming, cn doet uitkomen dat. de heer Breebaart alle kwali teiten van een goed burgemeester heeft. Hij heeft altijd op do bres gestaan voor dc belangen van Cal lantsoog, zoo zelfs, dat hij don Callantsoogers heeft ingeprent dat Callantsoog een hadplaats van betee kenis is. Spr. is overtuigd dat de benoeming van den heer Breebaart een groote zege voor deze gemeente zal zijn. De heer Jippes, hoofd der school te Oudesluis, voert namens de hoofden en andere leerkrachten van alle scholen het woord en hoopt cn vertrouwt, mede gelet op de verklaring van het onderwijzend perso neel van Callantsoog, dat do heer Breebaart op de bres zal staan voor het, onderwijs. Spr. hoopt dat den heer en mevrouw Breebaart een even hartelij ke bejegening zal te beurt vallen als de familie De Moor en hoopt dat het onderwijs veilig zal zijn in handen van den nieu#en burgemeester. Hartelijk en met vertrouwen begroet spr. den nieuwbenoem de en zijn echtgenoot© en beveelt de belangen van het onderwijs in de veilige handen van den heer Breebaart aan. De heer De Moor, de ambtsvoorganger van den heer Breebaart, verkrijgt nu het woord en zegt on geveer het volgende: Burgemeester. Ik heet U welkom bij Uw entrée in de gemeente Zijpe. U doet heden uw entrée. ik heb gister en eer gister mijn afscheid als Burgemeester genomen. Het afscheid van Maandag was U bii tegenwoordig, dat van gisteren hebt U misschien wel een en ander van vernomen. Dat afscheid als Burgemeester, U zal dat metimij eens zijn. is voor mii een bewijs dat de ge heele bevolking met mijn werk als Burgemeester te vreden is geweest. Mij is alle eer aangedaan van al le zijden. Burgemeester. U zal ook weer na langer of korter tijd voor een afscheid komen te staan, even als U gister afscheid hebt genomen van dc gemeente Callantsoog. Ik hoop dan voor U en voor do bevolking van Zijpe. dat het afscheid even hartelijk mag ziin als wat ik heb ondervonden, dat is toch zeker in Uw belang en in het belang der gemeente, dat is een bewijs, dat do verstandhouding en samenwerking tusschen het Hoofd der gemeente en de ingezetenen uitstekend is geweest. Dc gemeente Ziine is een mooie gemeente en zijn bevolking een rustige, gemoedelijke en eenvoudige bvolking. maar ook tevens een bevolking die wars is van wat hun wordt opgedrongen, en die ook graag in allen eenvoud wil behandeld worden. Tk heh die ruim jaren, altijd met het grootste genoegen onder de Zijnenaren geleefd en zal dat ook blijven doen. Ik hoon dat U zirh zal weten aan te nn«sen en hun svm- pathie zal weten te verwerven, 't Spijt mij en ik vind het daarom zoo jammer, dat Uw eerste daad als Bur gemeester is, pogingen in het werk te stollen tot de vereeniging van ZiineCallantsoog. Dat U dat hebt gedaan zonder eenige bespreking of overleg met be langhebbenden. zoodat het was een donderslag uit helderen hemel. Over het wcnscheliike of niet wen- scheliike van een dergelijke vereeniging wil ik buiten bespreking laten. Trouwens om een oordeel daarover fe vellen, is dunkt mij wel nood'er om dat eerst eors danig onder de loun 'e nemen. De gemeenteraad van Callantsoog heeft daarovpr bliikbaar niet lang behoe ven te denken, ik kan dat niet zoo snoedig bezien. Tk wist niet dat in Callantsoog zulken knanpe konnen waren. Tk kan U evenwel wel zeggen. Burgemeester, dat het hij de bevolking van Ziine slecht is ontvan- en en daarom vind ik 't zoo jammer dat u dit hebt gedaan, omdat U daarmede do sympathie der bevol- In antwoord De philippica die mijnheer Öterdoom (zie hierbo ven) aan ons adres meende te moeten richten, viel ons niet onverwachts op 't lijf. Wij toch hadden 's morgens in Schagerbrug reeds vernomen, dat dokter bij de installatie een toespraak zou houden en het een en ander op 't hart had, over wat er in de Schager was geschreven en 't ook onze beste beurt niet zou worden over 't opnemen van die ingezonden stukken. v Dan wordt 't hoog tijd, zoo zeiden wij, dat wij dok ter direct opzoeken, want dan stellen wij ei prijs op de speech woordelijk in de krant te hebben. Wij Woensdagmorgen persoonlijk dus op dokter af en beleefd verzocht of de feestrede ter onzer be schikking was. Neen, de rede was nog niet klaar, heette het, en dokter liep er blijkbaar om tegen 12 uur nog over te broeden. Wat hij dus gezegd heeft, is warm van de naald geweest. Trouwens dat was goed te merken en wij hadden ons daarop dan ook al voorbereid, we kennen onze mannetjes wel zoo lang zamerhand. Met opzet hebben wij ons aan de perstafel neerge zet naast onzen verslaggever, die het verslag zou maken. Wij wilden in geen enkel opzicht de mise en-scène verstoren en voelden, dat het effect met dezen aanval beoogd, er veel onder zou lijden als Trapman er zelf niet zou zijn en daarom zaten wij dan ook voorop. En het was duidelijk te merken, dat wij het vol komen juist hadden aangevoeld, want do demonstra tieve wijze waarop dokter ons thans het afschrift van zijn rede, die nu wel klaar was en op papier bleek te staan, overhandigde en do wel wat al te uitdagende wijze waarop hij zich in zijn opge schroefde pathos tot ons wendde, bewees maar ai te goed, dat onze tegenwoordigheid geheel paste in het van te voren opgemaakte en wel overlegde pro gram van ontvangst, 't Was een dramatisch effect en 't is alleen jammer dat op den persoon in kwestie 't niet den gewenschten indruk kon maken. Werkelijk dokter, we zijn te oud geworden om on der den indruk te komen van zulk dikdoenerij. We hebben wel leeren taxeeren hoeveel zoo- iets waard is. En bovendien voelen wij ons te veel gentleman om u mee te helpen om een raadszaal, waar een burgemeester wordt geïnstalleerd, tc verlagen tot een plaats waar een feestredenaar en een redacteur zou den pniemiseeren over de vraag wat deze wel en wat hij niet in zijn krant als ingezonden behoort op te nemen. Want stel u eens voor, doktor, dat we even onwelle vend en onbehoorlijk zouden zijn geweest als u en had den willen antwoorden op uwe aantijgingen, wat toch volkomen ons goed recht zou zijn geweest, Het had een pracht-vertooning kunnen worden, eenig in de annalen der geschiedenis en alleen te wijten aan het onverstand van een man die sprak in zijn aanval op onze redactie nota bene over ethiek, over een ge dragsleer ja zelfs over fatsoen. Man, kijk in den spiegel. En bedenk dat aan een officieelen feestredenaar, die zegt te spreken namens een comité dat de ge heele burgerij vertegenwoordigd, juist die zelfde cischen zijn te stellen. En om uw eigen woorden tor de onze te maken, moet 't zeer, zeer worden betreurd dat de heer Öterdoom zijn doel zoo volkomen is voorbij geschoten en van de gelegenheid hem gebo den om als feestredenaar op te treden, geen tactischer geen waardiger gebruik heeft gemaakt. Savoir-vivre zei u o a. dokter, wellevend heidskunst ze wordt den heer Öterdoom bij deze ter naarstige beoefening aanbevolen. Over het al of niet gepaste van het opnemen van de bewuste ingezonden stukken waren wij steeds en gaarne bereid geweest te praten of te polemiseeren als men op behoorlijke wijze daartoe de wensch had te kennen gegeven. Onze lezers zullen begrijpen dat wij ons door de manier die de heer Öterdoom meende te moeten kie zen, ontslagen achten hem in dat opzicht zelfs ook maar eenig antwoord te geven. king hebt verbeurd. Werkelijk het wordt U kwalijk genomen en het zou juist zoo gewenseht zijn. dat do verstandhouding tusschen II en de bevolking van Uw nieuwe gemeente goed mocht genoemd worden. Ik zou U wel willen toeroepen: Ga daar vooreerst niet verder mee. Weest tevreden met hetgeen IJ hebt, en stel meer prijs on een goede verstandhouding en on misbare samenwerking. Burgemeester, het spijt mii wel dat ik U hierover heb toegesproken, misschien is U dat wel niet aange naam. maar ik meende het te moeten doen. zoowel in Uw helang als in het belang van mijn mooie gemeen te Zijpe. Burgemeester, verder wensch ik U alle goeds toe, en doet wat U kunt doen in het belang van Uw ge meente en haar ingezetenen. De heer G. J. Lovink, Burgemeester van Anna Paulowna, roemt de goede en prettige buurschap en wenscht den nieuwen burgemeester van Zijpe har telijk geluk met zijn mooie en welverdiende promo tie. Spr. is overtuigd, dat wanneer in de Zijpe niet de wensch had tusschengezeten dat men don heer De Boer als burgemeester wilde benoemd zien, de burgerij van Zijpe de benoeming van den heer Bree baart tot burgemeester van Zijpe zou hebben toege juicht. Doch hier hebben andere machten beslist en is gelet op den meerderen aanspraak van den heer Breebaart, die met succes zooveel jaren het ambt van burgemeester heeft vervuld. Spr. wijst er op hoe ondubbelzinnig gisteren te Callantsoog tot uitdruk king is gekomen, de lof en dank dien men don heer Breebaart bracht en de spijt die men er gevoelde omdat de heer Breebaart als burgemeester heenging. Spr. heeft na hetgeen hier is gesproken het vertrou wen, dat voor vruchtbare samenwerking de weg is gebaand en spr. raadt den Raad van Zijpe aan, neem een afwachtende houding aan. Spr. is er zeker van dat het ook hier zal komen tot een elkaar begrijpen en waardeeren en dat het zal worden tot een zegen voor de gemeente Zijpe. Als niemand meer het woord verlangt, is het bur gemeester Breehaart die ziin dank uitspreekt voor de vele hartelijke woorden die tot hem gericht ziin en die hii ziin beantwoording van de sprekers ver klaart, dat hii niet met angst in deze gemeente is gekomen, een burgemeester kent geen angst. Hoe de heiegening ook zou ziin geweest, immers men heeft kunn lezen, hoe men snr. wel weer kon wegkijken, spr zou als men hem de handschoeen had toegeworpen die hebben opgenomen. Nu dat echter niet het geval is. is spr. daar heel blii om. Als men spr. de vrien denhand toesteekt, dan bedenkt snr. zich geen oogenblik. maar steekt de wederhand toe. Snr beef' het niet prettig gevonden, dat de heer Van der Sluiis heeft gesproken over den burgemeester die de ge meentenaren was toegeschoven (De heer Van der Sluiis Interrumpeert: toegewezen), maar voor de wiize waarop de wethouders hem tegemoet ziin ge treden, dankt hii heiden Ook den raad cn den Se cretaris dankt snr.. overtuigd als hii is. dat de sa menwerking goed zal ziin. Snr. richt zich dan to* de overige sprekers en verklaart o.m. dat hii niet alleen ziin volle werkkracht aan de gemeente wil geven, doch als er wederziidsch vertrouwen is. ook ziin hart. Wat er t.a.v. de vereeeniging van Zijne en Callants oog in de courant geschreven is. snr. verklaart, dat het van a tot z volkomen leugen is. Den heer De Moor antwoordt snr. dat hii het belang van heide gemeenten on het oogen heeft, dat de vlugge behan deling der zaak alleen hedoplde om den Commissa ris werk te onthouden en dat men nu rustig het voor °n tegen ?al kunnen overwegen. In het algemeen dankt spr. voor de sympathie, die hij heeft ondervonden en tenslotte wendt hij zich nogmaals tot den raad, zeggende, daf hij zich kan voorstellen dat men na het bekend worden zijner benoeming in de eerste opwelling teleurgesteld was en wrevelig werd. Doch duidrfclat mij niet cpvel, zegt spr., laten wij trachten goede vrienden tc worclen.cn tezamen arbeiden in het belang en tot welzijn van dc gemeente Zijpe. Na deze woorden werd de bijeenkomst gesloten ver klaard en was de plechtigheid ten einde. De internationale politieke toestand in Europa. EEN HOOFDARTIKEL IN DE „TIMES". Londen. In een hoofdartikel over d^n interna tionalen poli Reken toestand schrijft de ..Times" o.a., dat het uitblijven van tijdige concessies in hnoge mate heeft medegewerkt tot de beslaande tragische verwarring. Bij eenig vooruitzien zou het mogelijk geweest ziin een grens voor de. bewapeningen vast te stellen, die thans reeds overschreden is. De over weging van maatregelen tegen een evontueelen aan valler heeft een veel grootere rol gespeeld dan de werkelijke taak vrede met de overwonnen landen uit den wereldoorlog te sluiten, aan welke de rege lingen van na den oorlog op een sinds een eeuw niet gekende wiize ongedwongen werden. De werkelïike taak van de politiek blijft vrede met een sterk Duitschland te sluiten, welke den het ineengestorte Duïtsch'and opgeleg'den vrede vervangen zal. De ..Times" zet verder uiteen, dat de fouten van het verleden weliswaar lessen inhouden voor de toe komst, doch dat alle vredesvrienden er z'ch nipt over zullen verwonderen, dat het op het oogenblik abso luut noodzakelijk is voor alle vredelievende landen sterk genoeg te ziin om pon onwettige toepassing van het Kelloeg-naet te verhinderen. De werkelijke rol van Groot-Brittannië zal tegelijkertijd objectief en machtig ziin. Het blad spreekt de hoop uit. dat de debatten, welke in het Lagerhuis zullen plaats vinden, opheldering zullen geven over de verpüch'in- gen, die Engeland op zich genomen heeft. De in En geland vertoevende ministers uit de Dominions moe ten deze verplichtingen kennen "n weten in hoever re Groot Brittannië in verwikkeling nn het vaste land kan .worden betrokken. Waarschijnlijk zullen zij het eens ziin met Baldwin. dat de grens van Engeland éan den Rijn ligt. Dit befeekent. dat de veiligheid van Frankrijk en Nederland een werke lijk Britsch helang is en Locarno of wellicht een her zien Locarno de verplichtingen inzake de grenzen *al vaststellen. De dominions ziin weliswaar door Locarno niet verbonden, maar in bel algemeen kan aangenomen worden, dat zij het doel, dat op vrede gericht is, zullen steunen. In elf uur dwars over hst Amsrikaansche continsnt Mat een automatisch bestuurd vliegtuig. New York. Een Douglas-tocstel met giroscopi- sche stuurinrichting heeft de vlucht, over het. Ame- rikaansche continent gemaakt in een nieuwen re cordtijd van 11 uur, 5 min. en 45 sec. Gezagvoerder van het toestel was de vlieger Tomlinson. De geheele bemanning bestond uit drie koppen. ITet vliegtuig vertrok gisteren te 8.55 uur des morgens van Los An- geles. Eenige minuten na dc start word de automa tische stuurinrichting in werking gesteld cn naar Tomlinson mededeelde heeft dc bemanning niets behoeven te doen totdat het toestel New York nader de. Eerst toen werd do automatische stuurinrichting weer buiten werking gesteld cn deed Tomlinson het vliegtuig vlot op het Floyd Bennet-vliegveld landen. Deze vlucht beteekent een verbetering van het re cord met 28 minuten. De Vlcotcommissie op Schellingwoiide. Bezoek aan het marine-vliegkamp. Amsterdam, 1 Mei. Het marine vliegkamp te Schellingwoude. dat sinds kurt tijdelijk bezet is door een vliegbrigade van het vliegkamp De Mok op Texel, heeft gistermorgen bezoek gehad van de Vlootcommissie. Deze Commissie bestaat uit een aantal leden van de Tweede Kamer, die tezamen vrijwel alle politieke richtingen vertegenwoordigen en toezicht uitoefe nen op de bêsteding van lands-gclden voor zoover betreft uitgaven voor de vloot en die daaromtrent advies uitbrengen aan den Minister van Defensie. De Commissie werd in het vliegkamp, waar het thans, dank zij de bezetting d ior De Mok, bedrijvig toeging, rondgeleid door den onder-commandant der Marine, kapitein ter Zee J. E. Meyer Ranneft. Omtrent het doel van het onderzoek kon men ons geen inlichtingen geven. Niet onmogelijk is echter, dat het verband heeft gehouden me! de plannen tot onderbrenging van dit vliegkamp bij het Departe ment van Waterstaat, terwijl aan den anderen kant door dit bezoek de al of niet wenscheïijkheid van opheffing van het vliegkamp uit bezuinigings oogpunt onder het oog kan zijn gezien. Hitlsr spreekt toch. Rijkskanselier Hitier heeft gistermorgen, ondanks zijn aangedane keel, toch de opening van ae 1-Mci feesten bijgewoond en bij deze gelegenheid een korte rede gehouden. In deze rede heelt hij verklaard, dat deze tijd de wedergeboorte beteekent van het Duit- sche volk, welk een voorwaarde is voor de consolida tie van het rijk tusschen dn andere mogendheden. Duitschland zal een moeilijke toekomst tegemoet gaan, doch Hitier verklaarde er zeker van ie zijn, dat het Duitsche volk de waarborgen zal willen ge ven voor de toekomst en de veiligheid van Duitsch land. Hitier besloot met het brengen van een groet aan het Duitschland van den arbeid cn den vrede, doch ook aan het Duitschland van den moed. 4S8e STAATSLOTERIJ (Niet officieel) 4de klasse, 3de lijst Trekking van Woensdag 1 Mei 1C"5 Hcoge Prijzen 1000— 19949 100._ 7316 16012 Pryzen van 65 94 151 936 1336 1427 1834 19S4 2194 2280 2288 2348 2458 3095 3100 3403 3620 4465 5101 5285 5531 5766 5824 5392 6397 6482 6509 6825 6855 6911 7251 7697 8171 8297 8317 8387 8445 8471 8852 8863 9035 9071 9174 9263 9339 9365 9391 9G24 9733 9818 9947 9967 9969 10203 10754 11168 11341 11471 11505 11812 11919 11935 12463 12746 13276 13382 13413 14458 14519 14598 14700 14709 15049 J5300 15320 15402 15689 16113 16139 16=»21 17375 17997 18075 18201 18344 18499 18781 18811 18383 19414 19704 19865 19907 20077 20270 20395 20564 20636

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 6