oordeeld en met uitschakeling van elke persoonlijke
sympathie en antiphatie, want het raakt de ontwikke
lingsmogelijkheden van deze geheele streek en is te
belangrijk, ook voor de gemeente Zij pc, om geen
onderwerp van ernstige en diepgaande gedachen-
wisseling uit te maken.
Het is thans niet het oogenblik om reeds de be
schouwingen te openen. Laat mij volstaan met u
slechts er op te wijzen, dat het mij voorkomt, dat men
in deze gemeente nog niet genoeg doordrongen is
van de voordeden, welke er verbonden zijn aan de
nabijheid van de Noordzee en welke perspectieven he*
strand- en hadwezen voor de geheele gemeente
kan bieden. Wanneer dit kan worden uitgebreid niet
alleen ter hoogte van Zuid-Zijpe, maar ook van
N'oord-Zijpe en wanneer gij in aanmerking neemt,
hoezeer de badplaats Callantsoog in beteekenis is
toegenomen gaat u er maar eens kijken dan
zult gij tot de overtuiging komen, dat deze niet zal
worden een blok aan het been, maar een parel aan
de kroon van de te vormen nieuwe gemeente.
Laat dit de inwoners van Petten niet verontrusten,
want ik sta op het standpunt, dat alle deelcn van
de gemeente aanspraak hebben op dezelfde toevvii-
ding. Meent u ook niet, mijneheeren, dat het zwaarte
punt uitsluitend zou worden gelegd op het kustge
bied. Neen, deze gemeente met haar welvarende en
bloeiende dorpen, heeft van oudsher haar hoofdbe-
staan gevonden in landbouw en veeteelt en het is
daarom noodzakelijk, dat een goede harmonie wordt
gevonden in de behartiging van aller belangen, dat
gestreefd zal worden naar een goed begrip van elkan
ders nooden en wenschen, dat gestreefd zal worden
vooral naar eenheid. Niet bet isolement der verschil
lende dorpen, maar de saamhoorigheid zal de kracht
der gemeente vormen.
Ik spreek de hoop uit, dat ik, bijgestaan door mijne
echtgenootc, die zich altijd voor het vereenigingsle-
ven en andere openbare belangen heeft geïnteres
seerd, hieraan een steentje zal mogen bijdragen.
Gij zult misschien tot nu toe in mijn rede tever-
geefsch op het woord „crisis" hebben gewacht. Houdt
u er dan van overtuigd, mijneheeren, dat ik in de
jaren van mijn burgemeestersambt de werkelijk
heid van het leven toch wel heb leeren kennen, maar
evenzeer, dat wij zonder optimisme en met jammeren
en klagen en bij de pakken neer gaan zitten, niet ver
der komen, dal wij onder oogen moeten zien, op welke
wijze wij liet beste de toestand voor allen zoo dra
gelijk mogelijk kunnen maken, maar ook, dat er on
danks alle ellende en alle tegenslagen gewerkt moet
worden met het oog gericht op de toekomst, dat het
parool moet zijn „vooruit".
Hiermede, mijneheeren, aanvaard ik het voorzitter
schap van Uwen Raad.
(Applaus.)
De heer Nannis zegt, ook met zeer gemengde ge
voelens het. woord te voeren en wijst er op, dat toen
een paar jaar geleden bekend was, dat Burgemees-
Ier De Moor zou heengaan, bij ons allen voorzat dat
onze secretaris onzen burgemeester zou worden. Dat
beeft niet zoo mogen zijn. Nu echter hopen en ver
houwen wij en spr. heeft daartoe de volle overtui
ging, na het inleidend woord van den Burgemees-
ier, dat deze met volle sympathie de gemeente zal
iden. Op U, zegt spr., zoomede op ons allen rust
iie plicht, de grooto belangen der gemeente voor te
slaan. Persoonlijk heeft spr. meerdere malen in ver-
ccnigingsleven kennis met den Burgemeester ge
maakt en heeft spr. den indruk gekregen, dat deze
zich boven de partijen wil stellen. Spr. heeft de volle
overtuiging, dat de heer Breebaart een goed recht
schapen burgemeester zal zijn.
Spr. wendt zich daarna tot mevrouw Breebaart en
zegt dat wijlen mevrouw De Moor zich als een moe
der der burgerij heeft doen kennen en het dus een
moeilijke taak zal zijn haar voetsporen te drukken.
Spr. hoopt, dat mevr. Breebaart de kracht zal heb
ben om naast haar echtgenoot te trachten te berei-
reiken wat Mevrouw De Moor voor de gemeentena-
ren is geweest en dat zij beiden zich het vertrou
wen der geheele burgerij zullen weten te verwerven.
Spr. hoopt op algemeene samenwerking in het be
lang van onze mooio gemeente.
De heer Doorn heeft aan de reeds gesproken woor
den weinig toe te voegen en biedt zijn hartelijke ge-
lukwenschen aan. Wij menschen berekenen iets wel
eens, maar dikwijls komt het dan anders uit Dat
sluit echter niet in dat het dan slechter of beter zal
zijn. Spr. heeft den Burgemeester nooit eerder ont
moet, maar heeft hem een rechtvaardig man hoo
ien noemen. Ook bij U evenals bij ons zullen
de fouten wel niet ontbreken en van goede en min
der goede eigenschappen sprake zijn. Critiek blijft
ook U wel niet bespaard. Spr. hoopt met den heer
Breebaart te zullen samenwerken en zegt dat hij
ten allen tijde op spr.'s steun zal kunnen rekenen.
De heer Bruin wenscht den heer Breebaart na
mens de katholieke raadsfractie geluk met zijn
benoeming. Spr. deelt mede een groot voorstander
tc zijn geweest om den heer De Boer tot burgemees
ter benoemd te krijgen, maar nu dat niet zoo heeft
mogen zijn, nu wil spr. den heer en mevrouw Bree
baart van harte begroeten. Immers het zijn hoogere
machten, die ook hier hebben beslist, en daarin moe
ten we berusten. Nu U voor de gemeente als onze
burgemeester is aangewezen, nu is het onze plicht
om met U samen to werken en U bij te staan. Spr.
hoopt op de bereidwilligheid en onpartijdigheid van
den Burgemeester en dat hij zal meeleven met de
burgerij zooals de heer Do Moor dat deed. Op den
steun der katholieke raadsfractie, ja, op dien van de
geheele burgerij zal de burgemeester dan kunnen
rekenen.
De Secrotaris, de heer J. A. de Boer, verklaart zich
gaarne bereid zijn steun te verleenen en vertrouwt
dat de samenwerking van aancrenamen aard en in
't belang der gemeente moge zijn.
Namens de burgerij.
Door den Burgemeester wordt nu aan de overige
personen gelegenheid gegeven het woord te voeren.
Van die gelegenheid maakt in de eerste plaats de
heer Dr. öterdoom gebruik, die het woord voert na
mens de commissie van ontvangst en die het vol
gende zegt:
Hooggeacht© Burgemeester,
Namens het Comité dat zich uit do diverse vereeni-
gingen in onze gemeente heeft geconstitueerd en dat
(lus mag verondersteld worden te vertegenwoordigen
do geheele burgerij van Zijpe, en dat zich als zoo
danig heeft ten doel gesteld u bij uw entrée binnen
onze gemeente te verwelkomen, is het mij een groot
voorrecht u namens de bevolking van de gemeente
te mogen begroeten ter gelegenheid van uw zoo juist
geschiede plechtige installatie als onze Burge
meester.
Dit woord van welkom is daarom door ons Comité
des te meer gemeend, omdat het ziet in uwe benoe
ming tot burgemeester van Zijpe een eervolle promo
tie, zoodat wij u niet alleen met uw benoeming, maar
ook met uw promotie van ganscher harte geluk
wenschen.
U vindt hier in de Zijpe een werkkring die geheel
de' uwe is wat betreft uw opgedane ervaring in Cal
lantsoog: een gewone, maar welvarende N.-Holl
plattelandsgemeente, die, evenals haar zuster-ge
meenten, gebukt gaat onder het leed van de econo
mische dissociatie.
Maar waar wij u hebben leeren kennen als een
man van kennen en kunnen en willen, daar vertrou
wen wij de verzorging van onze gemeentebelangen
met een gerust geweten en in volle vertrouwen aan
u toe.
Wij weten dat gij In arbeiden voor de publieke
zaak uw werk vindt, wij weten ook dat u niet gauw
iels te veel is.
Welaan dan, burgemeester, kom hier dan met die
voorbereiding, met die lust tot werken en ook met
wat tegemoetkomendheid voor en naar cn tot de in
woners.
Als dan eenmaal, en hopelijk dure dat niet te
lang, blijkt dat gij de man zijt, in wien de Kroon
meende dat Zij het beste de belangen van Zijpe dien
de door uw benoeming te bekrachtigen, dan zal er
zijn een hartelijke verstandhouding tusschen u en
de Zijpenaren, evenals gij die gekend hebt in Cal
lantsoog.
Gij hebt gisteren in Callantsoog gezegd: „de beste
jaren van ons leven liggen hier in deze prettige,
kleine, harmonisch gevormde samenleving, ik zal in
de toekomst met m'n werk in de Zijpe zijn, maar
mijn hart blijft hier", eischt eenige correctie.
Zie, Burgemeester, al hebt U toen gezegd, dat het
wel eenigen tijd zou duren voor Uw hart hier wortel
kon schieten, toch zou ik U namens de lovaal-gezin-
den in Uw gemeente, jegens het gemeentebestuur,
jegens het Gezag in het algemeen, en dit aantal is
zeer belangrijk. Burgemeester, willen verzoeken,
dringend willen verzoeken, dit: breng ook onmiddel
lijk Uw hart hier. er is voldoende zaad om de wor
tels te doen schieten.
Het is slechts een kwestie van kweeken en verzor
gen van deze delicate plant, Burgemeester. Er zijn
hier tuinlieden meer don genoeg die U zullen helpen.
Zoo bezien, Burgemeester, heb ik vrijwel gezegd
wat de burgerij u heeft te zeggen,. Wij komen niet
met luide fanfares en geschal, maar u kunt er op
rekenen dat er in een heel groot deel van de bevol
king van Zijpe goede gevoelens jegens u en de uwen
heerschen.
Wanneer ik dit als eerste deel van mijn begroeting
mag beschouwen, dan is het mij, cn ik spreek weer
namens het geheele comité, Burgemeester, een be
hoefte des harten om te verklaren, dat wij ons al
len diep, diep gegriefd hebben gevoeld door de fei
ten, die er zijn gepasseerd tusschen uw benoemings
dag en den dag van lieden. Wij zouden ons allen
moeten schamen, Zijpenaren te zijn, als we deden
als onze onpersoonlijke mede-gemeentenaar dezer
dagen.
Hoe is het mogelijk dat men zulke insinuaties kin
neerschrijven alvorens met de kwaliteiten van den
nieuwen Burgemeester te hebben kennis gemaakt.
En, waar u zeer terealit de Pers in uw openings
rede de lof hebt toegezwaaid, die haar inderdaad
over het algemeen toekomt, daar vragen wij ons
toch af hoe het mogelijk is, dat dergelijke penne-
vruchten aan de publiciteit worden prijsgegeven.
(Applaus). De taak van de pers is: leiding en voor
lichting en toelichting te geven, maar hier is ze in
haar taak ver en ver, te kort geschoten, nog liever:
„haar taak voorbij geschoten.
Er bestaat toch zooals in ieder beroep een zekere
ethiek. En zoo is er, moen ik, ook een journalistieke
ethiek, journalistieke gedragsleer. En hier nu, dames
en heeren, is volgens ons getoond een groot gebrek
aan „Redactioneel savoir vivre" of „fatsoen".
Een redactie is niet verantwoordelijk voor den in
houd van ingezonden stukken, maar ze kan beslis
sen over al of niet plaatsing.
Dat van dit laatsle en uiterste recht geen tacti-
scher gebruik is gemaakt, valt slechts te betreuren.
Mijnheer de Burgemeester, thans genoeg hierover.
Mogen allen thans genist en tevreden kunnen zijn.
Plet Comité wenscht U en de Uwen van 'harte
welkom hier en het hoopt dat de familie Breebaart
binnenkort even gezien zal zijn in Zijpe als 'lat in
Callantsoog steeds het geval is geweest en thans.
Burgemeester, wensch ik U, met een kleine correctie
en aanvulling op een hekend gezegde, dat ik dezer
dagen in de krant las;
„Burgemeester, „goeden Dag!"
„Niet Welterusten, maar aan den Slag!"
Applaus.
Zie hiernaast
De heer H. J. van Veen, notaris, zegt dat hij gis
ter in een persoonlijk woord tot den lieer De Moor
heeft gesproken, en thans hier wil verklaren dat hij
van ganscher harte heeft meegewerkt om-den heer
Do Boer tot burgemeester dezer gemeente benoemd
to krijgen. Spr. heeft dat gedaan tot hij wist, dat
een ander benoemd was en hem is dan ook niets
te verwijten. Maar vanaf het oogenblik dat de heer
Mr. Breebaart is benoemd geworden zegt spr. hem
de loyale medewerking als burger van Zijpe gaarne
toe.
De heer Pluister, burgemeester van Nieuwe Nie-
dorp wenscht den hoer en mevrouw Breebaart, maar
ook de gemeente Zijpe geluk met deze benoeming,
cn doet uitkomen dat. de heer Breebaart alle kwali
teiten van een goed burgemeester heeft. Hij heeft
altijd op do bres gestaan voor dc belangen van Cal
lantsoog, zoo zelfs, dat hij don Callantsoogers heeft
ingeprent dat Callantsoog een hadplaats van betee
kenis is. Spr. is overtuigd dat de benoeming van den
heer Breebaart een groote zege voor deze gemeente
zal zijn.
De heer Jippes, hoofd der school te Oudesluis,
voert namens de hoofden en andere leerkrachten van
alle scholen het woord en hoopt cn vertrouwt, mede
gelet op de verklaring van het onderwijzend perso
neel van Callantsoog, dat do heer Breebaart op de
bres zal staan voor het, onderwijs. Spr. hoopt dat
den heer en mevrouw Breebaart een even hartelij
ke bejegening zal te beurt vallen als de familie De
Moor en hoopt dat het onderwijs veilig zal zijn in
handen van den nieu#en burgemeester. Hartelijk
en met vertrouwen begroet spr. den nieuwbenoem
de en zijn echtgenoot© en beveelt de belangen van
het onderwijs in de veilige handen van den heer
Breebaart aan.
De heer De Moor, de ambtsvoorganger van den
heer Breebaart, verkrijgt nu het woord en zegt on
geveer het volgende:
Burgemeester.
Ik heet U welkom bij Uw entrée in de gemeente
Zijpe. U doet heden uw entrée. ik heb gister en eer
gister mijn afscheid als Burgemeester genomen. Het
afscheid van Maandag was U bii tegenwoordig, dat
van gisteren hebt U misschien wel een en ander van
vernomen. Dat afscheid als Burgemeester, U zal dat
metimij eens zijn. is voor mii een bewijs dat de ge
heele bevolking met mijn werk als Burgemeester te
vreden is geweest. Mij is alle eer aangedaan van al
le zijden. Burgemeester. U zal ook weer na langer of
korter tijd voor een afscheid komen te staan, even
als U gister afscheid hebt genomen van dc gemeente
Callantsoog. Ik hoop dan voor U en voor do bevolking
van Zijpe. dat het afscheid even hartelijk mag ziin
als wat ik heb ondervonden, dat is toch zeker in Uw
belang en in het belang der gemeente, dat is een
bewijs, dat do verstandhouding en samenwerking
tusschen het Hoofd der gemeente en de ingezetenen
uitstekend is geweest.
Dc gemeente Ziine is een mooie gemeente en zijn
bevolking een rustige, gemoedelijke en eenvoudige
bvolking. maar ook tevens een bevolking die wars is
van wat hun wordt opgedrongen, en die ook graag in
allen eenvoud wil behandeld worden. Tk heh die ruim
jaren, altijd met het grootste genoegen onder de
Zijnenaren geleefd en zal dat ook blijven doen. Ik
hoon dat U zirh zal weten aan te nn«sen en hun svm-
pathie zal weten te verwerven, 't Spijt mij en ik vind
het daarom zoo jammer, dat Uw eerste daad als Bur
gemeester is, pogingen in het werk te stollen tot de
vereeniging van ZiineCallantsoog. Dat U dat hebt
gedaan zonder eenige bespreking of overleg met be
langhebbenden. zoodat het was een donderslag uit
helderen hemel. Over het wcnscheliike of niet wen-
scheliike van een dergelijke vereeniging wil ik buiten
bespreking laten. Trouwens om een oordeel daarover
fe vellen, is dunkt mij wel nood'er om dat eerst eors
danig onder de loun 'e nemen. De gemeenteraad van
Callantsoog heeft daarovpr bliikbaar niet lang behoe
ven te denken, ik kan dat niet zoo snoedig bezien. Tk
wist niet dat in Callantsoog zulken knanpe konnen
waren. Tk kan U evenwel wel zeggen. Burgemeester,
dat het hij de bevolking van Ziine slecht is ontvan-
en en daarom vind ik 't zoo jammer dat u dit hebt
gedaan, omdat U daarmede do sympathie der bevol-
In antwoord
De philippica die mijnheer Öterdoom (zie hierbo
ven) aan ons adres meende te moeten richten, viel
ons niet onverwachts op 't lijf.
Wij toch hadden 's morgens in Schagerbrug reeds
vernomen, dat dokter bij de installatie een toespraak
zou houden en het een en ander op 't hart had, over
wat er in de Schager was geschreven en 't ook onze
beste beurt niet zou worden over 't opnemen van die
ingezonden stukken. v
Dan wordt 't hoog tijd, zoo zeiden wij, dat wij dok
ter direct opzoeken, want dan stellen wij ei prijs op
de speech woordelijk in de krant te hebben.
Wij Woensdagmorgen persoonlijk dus op dokter
af en beleefd verzocht of de feestrede ter onzer be
schikking was. Neen, de rede was nog niet klaar,
heette het, en dokter liep er blijkbaar om tegen 12
uur nog over te broeden. Wat hij dus gezegd heeft, is
warm van de naald geweest. Trouwens dat was goed
te merken en wij hadden ons daarop dan ook al
voorbereid, we kennen onze mannetjes wel zoo lang
zamerhand.
Met opzet hebben wij ons aan de perstafel neerge
zet naast onzen verslaggever, die het verslag zou
maken. Wij wilden in geen enkel opzicht de mise
en-scène verstoren en voelden, dat het effect met
dezen aanval beoogd, er veel onder zou lijden als
Trapman er zelf niet zou zijn en daarom zaten
wij dan ook voorop.
En het was duidelijk te merken, dat wij het vol
komen juist hadden aangevoeld, want do demonstra
tieve wijze waarop dokter ons thans het afschrift
van zijn rede, die nu wel klaar was en op papier
bleek te staan, overhandigde en do wel wat al
te uitdagende wijze waarop hij zich in zijn opge
schroefde pathos tot ons wendde, bewees maar ai te
goed, dat onze tegenwoordigheid geheel paste in het
van te voren opgemaakte en wel overlegde pro
gram van ontvangst, 't Was een dramatisch effect en
't is alleen jammer dat op den persoon in kwestie
't niet den gewenschten indruk kon maken.
Werkelijk dokter, we zijn te oud geworden om on
der den indruk te komen van zulk dikdoenerij.
We hebben wel leeren taxeeren hoeveel zoo-
iets waard is.
En bovendien voelen wij ons te veel gentleman
om u mee te helpen om een raadszaal, waar een
burgemeester wordt geïnstalleerd, tc verlagen tot een
plaats waar een feestredenaar en een redacteur zou
den pniemiseeren over de vraag wat deze wel en wat
hij niet in zijn krant als ingezonden behoort op te
nemen.
Want stel u eens voor, doktor, dat we even onwelle
vend en onbehoorlijk zouden zijn geweest als u en had
den willen antwoorden op uwe aantijgingen, wat toch
volkomen ons goed recht zou zijn geweest, Het had
een pracht-vertooning kunnen worden, eenig in de
annalen der geschiedenis en alleen te wijten aan het
onverstand van een man die sprak in zijn aanval
op onze redactie nota bene over ethiek, over een ge
dragsleer ja zelfs over fatsoen. Man, kijk in den
spiegel.
En bedenk dat aan een officieelen feestredenaar,
die zegt te spreken namens een comité dat de ge
heele burgerij vertegenwoordigd, juist die zelfde
cischen zijn te stellen. En om uw eigen woorden tor
de onze te maken, moet 't zeer, zeer worden betreurd
dat de heer Öterdoom zijn doel zoo volkomen is
voorbij geschoten en van de gelegenheid hem gebo
den om als feestredenaar op te treden, geen tactischer
geen waardiger gebruik heeft gemaakt.
Savoir-vivre zei u o a. dokter, wellevend
heidskunst ze wordt den heer Öterdoom bij deze
ter naarstige beoefening aanbevolen.
Over het al of niet gepaste van het opnemen van
de bewuste ingezonden stukken waren wij steeds en
gaarne bereid geweest te praten of te polemiseeren
als men op behoorlijke wijze daartoe de wensch had
te kennen gegeven.
Onze lezers zullen begrijpen dat wij ons door de
manier die de heer Öterdoom meende te moeten kie
zen, ontslagen achten hem in dat opzicht zelfs ook
maar eenig antwoord te geven.
king hebt verbeurd. Werkelijk het wordt U kwalijk
genomen en het zou juist zoo gewenseht zijn. dat do
verstandhouding tusschen II en de bevolking van Uw
nieuwe gemeente goed mocht genoemd worden. Ik
zou U wel willen toeroepen: Ga daar vooreerst niet
verder mee. Weest tevreden met hetgeen IJ hebt, en
stel meer prijs on een goede verstandhouding en on
misbare samenwerking.
Burgemeester, het spijt mii wel dat ik U hierover
heb toegesproken, misschien is U dat wel niet aange
naam. maar ik meende het te moeten doen. zoowel in
Uw helang als in het belang van mijn mooie gemeen
te Zijpe.
Burgemeester, verder wensch ik U alle goeds toe,
en doet wat U kunt doen in het belang van Uw ge
meente en haar ingezetenen.
De heer G. J. Lovink, Burgemeester van Anna
Paulowna, roemt de goede en prettige buurschap en
wenscht den nieuwen burgemeester van Zijpe har
telijk geluk met zijn mooie en welverdiende promo
tie. Spr. is overtuigd, dat wanneer in de Zijpe niet
de wensch had tusschengezeten dat men don heer
De Boer als burgemeester wilde benoemd zien, de
burgerij van Zijpe de benoeming van den heer Bree
baart tot burgemeester van Zijpe zou hebben toege
juicht. Doch hier hebben andere machten beslist en
is gelet op den meerderen aanspraak van den heer
Breebaart, die met succes zooveel jaren het ambt
van burgemeester heeft vervuld. Spr. wijst er op hoe
ondubbelzinnig gisteren te Callantsoog tot uitdruk
king is gekomen, de lof en dank dien men don heer
Breebaart bracht en de spijt die men er gevoelde
omdat de heer Breebaart als burgemeester heenging.
Spr. heeft na hetgeen hier is gesproken het vertrou
wen, dat voor vruchtbare samenwerking de weg is
gebaand en spr. raadt den Raad van Zijpe aan, neem
een afwachtende houding aan. Spr. is er zeker van
dat het ook hier zal komen tot een elkaar begrijpen
en waardeeren en dat het zal worden tot een zegen
voor de gemeente Zijpe.
Als niemand meer het woord verlangt, is het bur
gemeester Breehaart die ziin dank uitspreekt voor de
vele hartelijke woorden die tot hem gericht ziin en
die hii ziin beantwoording van de sprekers ver
klaart, dat hii niet met angst in deze gemeente is
gekomen, een burgemeester kent geen angst. Hoe de
heiegening ook zou ziin geweest, immers men heeft
kunn lezen, hoe men snr. wel weer kon wegkijken,
spr zou als men hem de handschoeen had toegeworpen
die hebben opgenomen. Nu dat echter niet het geval
is. is spr. daar heel blii om. Als men spr. de vrien
denhand toesteekt, dan bedenkt snr. zich geen
oogenblik. maar steekt de wederhand toe. Snr beef'
het niet prettig gevonden, dat de heer Van der Sluiis
heeft gesproken over den burgemeester die de ge
meentenaren was toegeschoven (De heer Van der
Sluiis Interrumpeert: toegewezen), maar voor de
wiize waarop de wethouders hem tegemoet ziin ge
treden, dankt hii heiden Ook den raad cn den Se
cretaris dankt snr.. overtuigd als hii is. dat de sa
menwerking goed zal ziin. Snr. richt zich dan to* de
overige sprekers en verklaart o.m. dat hii niet alleen
ziin volle werkkracht aan de gemeente wil geven,
doch als er wederziidsch vertrouwen is. ook ziin hart.
Wat er t.a.v. de vereeeniging van Zijne en Callants
oog in de courant geschreven is. snr. verklaart, dat
het van a tot z volkomen leugen is. Den heer De
Moor antwoordt snr. dat hii het belang van heide
gemeenten on het oogen heeft, dat de vlugge behan
deling der zaak alleen hedoplde om den Commissa
ris werk te onthouden en dat men nu rustig het voor
°n tegen ?al kunnen overwegen.
In het algemeen dankt spr. voor de sympathie, die
hij heeft ondervonden en tenslotte wendt hij zich
nogmaals tot den raad, zeggende, daf hij zich kan
voorstellen dat men na het bekend worden zijner
benoeming in de eerste opwelling teleurgesteld was
en wrevelig werd. Doch duidrfclat mij niet cpvel, zegt
spr., laten wij trachten goede vrienden tc worclen.cn
tezamen arbeiden in het belang en tot welzijn van dc
gemeente Zijpe.
Na deze woorden werd de bijeenkomst gesloten ver
klaard en was de plechtigheid ten einde.
De internationale politieke toestand
in Europa.
EEN HOOFDARTIKEL IN DE „TIMES".
Londen. In een hoofdartikel over d^n interna
tionalen poli Reken toestand schrijft de ..Times" o.a.,
dat het uitblijven van tijdige concessies in hnoge
mate heeft medegewerkt tot de beslaande tragische
verwarring. Bij eenig vooruitzien zou het mogelijk
geweest ziin een grens voor de. bewapeningen vast
te stellen, die thans reeds overschreden is. De over
weging van maatregelen tegen een evontueelen aan
valler heeft een veel grootere rol gespeeld dan de
werkelijke taak vrede met de overwonnen landen
uit den wereldoorlog te sluiten, aan welke de rege
lingen van na den oorlog op een sinds een eeuw niet
gekende wiize ongedwongen werden. De werkelïike
taak van de politiek blijft vrede met een sterk
Duitschland te sluiten, welke den het ineengestorte
Duïtsch'and opgeleg'den vrede vervangen zal.
De ..Times" zet verder uiteen, dat de fouten van
het verleden weliswaar lessen inhouden voor de toe
komst, doch dat alle vredesvrienden er z'ch nipt over
zullen verwonderen, dat het op het oogenblik abso
luut noodzakelijk is voor alle vredelievende landen
sterk genoeg te ziin om pon onwettige toepassing van
het Kelloeg-naet te verhinderen. De werkelijke rol
van Groot-Brittannië zal tegelijkertijd objectief en
machtig ziin.
Het blad spreekt de hoop uit. dat de debatten,
welke in het Lagerhuis zullen plaats vinden,
opheldering zullen geven over de verpüch'in-
gen, die Engeland op zich genomen heeft. De in En
geland vertoevende ministers uit de Dominions moe
ten deze verplichtingen kennen "n weten in hoever
re Groot Brittannië in verwikkeling nn het vaste
land kan .worden betrokken. Waarschijnlijk zullen
zij het eens ziin met Baldwin. dat de grens van
Engeland éan den Rijn ligt. Dit befeekent. dat de
veiligheid van Frankrijk en Nederland een werke
lijk Britsch helang is en Locarno of wellicht een her
zien Locarno de verplichtingen inzake de grenzen
*al vaststellen. De dominions ziin weliswaar door
Locarno niet verbonden, maar in bel algemeen kan
aangenomen worden, dat zij het doel, dat op vrede
gericht is, zullen steunen.
In elf uur dwars over hst
Amsrikaansche continsnt
Mat een automatisch bestuurd vliegtuig.
New York. Een Douglas-tocstel met giroscopi-
sche stuurinrichting heeft de vlucht, over het. Ame-
rikaansche continent gemaakt in een nieuwen re
cordtijd van 11 uur, 5 min. en 45 sec. Gezagvoerder
van het toestel was de vlieger Tomlinson. De geheele
bemanning bestond uit drie koppen. ITet vliegtuig
vertrok gisteren te 8.55 uur des morgens van Los An-
geles. Eenige minuten na dc start word de automa
tische stuurinrichting in werking gesteld cn naar
Tomlinson mededeelde heeft dc bemanning niets
behoeven te doen totdat het toestel New York nader
de. Eerst toen werd do automatische stuurinrichting
weer buiten werking gesteld cn deed Tomlinson het
vliegtuig vlot op het Floyd Bennet-vliegveld landen.
Deze vlucht beteekent een verbetering van het re
cord met 28 minuten.
De Vlcotcommissie op Schellingwoiide.
Bezoek aan het marine-vliegkamp.
Amsterdam, 1 Mei. Het marine vliegkamp te
Schellingwoude. dat sinds kurt tijdelijk bezet is
door een vliegbrigade van het vliegkamp De Mok
op Texel, heeft gistermorgen bezoek gehad van de
Vlootcommissie.
Deze Commissie bestaat uit een aantal leden van de
Tweede Kamer, die tezamen vrijwel alle politieke
richtingen vertegenwoordigen en toezicht uitoefe
nen op de bêsteding van lands-gclden voor zoover
betreft uitgaven voor de vloot en die daaromtrent
advies uitbrengen aan den Minister van Defensie.
De Commissie werd in het vliegkamp, waar het
thans, dank zij de bezetting d ior De Mok, bedrijvig
toeging, rondgeleid door den onder-commandant der
Marine, kapitein ter Zee J. E. Meyer Ranneft.
Omtrent het doel van het onderzoek kon men ons
geen inlichtingen geven. Niet onmogelijk is echter,
dat het verband heeft gehouden me! de plannen tot
onderbrenging van dit vliegkamp bij het Departe
ment van Waterstaat, terwijl aan den anderen
kant door dit bezoek de al of niet wenscheïijkheid
van opheffing van het vliegkamp uit bezuinigings
oogpunt onder het oog kan zijn gezien.
Hitlsr spreekt toch.
Rijkskanselier Hitier heeft gistermorgen, ondanks
zijn aangedane keel, toch de opening van ae 1-Mci
feesten bijgewoond en bij deze gelegenheid een korte
rede gehouden. In deze rede heelt hij verklaard, dat
deze tijd de wedergeboorte beteekent van het Duit-
sche volk, welk een voorwaarde is voor de consolida
tie van het rijk tusschen dn andere mogendheden.
Duitschland zal een moeilijke toekomst tegemoet
gaan, doch Hitier verklaarde er zeker van ie zijn,
dat het Duitsche volk de waarborgen zal willen ge
ven voor de toekomst en de veiligheid van Duitsch
land. Hitier besloot met het brengen van een groet
aan het Duitschland van den arbeid cn den vrede,
doch ook aan het Duitschland van den moed.
4S8e STAATSLOTERIJ
(Niet officieel)
4de klasse, 3de lijst
Trekking van Woensdag 1 Mei 1C"5
Hcoge Prijzen
1000— 19949
100._
7316 16012
Pryzen van 65
94
151
936
1336
1427
1834
19S4
2194
2280
2288
2348
2458
3095
3100
3403
3620
4465
5101
5285
5531
5766
5824
5392
6397
6482
6509
6825
6855
6911
7251
7697
8171
8297
8317
8387
8445
8471
8852
8863
9035
9071
9174
9263
9339
9365
9391
9G24
9733
9818
9947
9967
9969
10203
10754
11168
11341
11471
11505
11812
11919
11935
12463
12746
13276
13382
13413
14458
14519
14598
14700
14709
15049
J5300
15320
15402
15689
16113
16139
16=»21
17375
17997
18075
18201
18344
18499
18781
18811
18383
19414
19704
19865
19907
20077
20270
20395
20564
20636