Eervolle nederlaag tegen Engeland
Medailles
evanq entsmurett
Van Geelen's Medaille-Magazijn
Kantongerecht te Alkmaar.
Maandag 20 Mei 1935.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9725
V o et b al.
Oranjeploeg verliest slechts
met 1—0.
EEN GEESTDRIFTIGE WEDSTRIJD, WAARAAN
DE VOORTDURENDE REGEN ECHTER
GROOTE AFBREUK DEER
AMSTERDAM: Zoo is dan de groote strijd, die
maanden lang met de uiterste spanning is tegemoet
gezien, gestreden.
Maar laat ons daaraan direct toevoegen, dat het
niet het voetbal festijn geworden is, dat men verwacht
had. Daarvoor heeft Koning Voetbal Zaterdagavond
te veel last ondervonden van god Pluvius. De voort
durende neerstroomende regen deed zooveel afbreuk
aan het spel, dat er voor buitengewoon goed voet
bal eigenlijk geen plaats is geweest. Niettemin kan
voetballievend Nederland tevreden zijn met de klei
ne nederlaag, die het Oranje-team heeft geleden.
Deze 10 nederlaag tegen de voetbalgrootmeesters
van Europa mag ongetwijfeld buitengewoon eervol
worden genoemd. En zeker zullen deze cijfers op de
andere Europeesche landen diepen indruk maken,
want buiten Holland stond voor een elkeen vast, dat
het kleine Holland met zijn amateurvoetballers een
flinken nederlaag zou lijden tegen het machtige Al-
bion met zijn profvoetbal van wereldklasse. En ook
in eigen land werd algemeen een nederlaag met drie;
vier doelpunten verschil verwacht. Dat dit niet zoo
is geworden, danken wij in de eerste plaats aan de
geestdrift der Oranjehemden, die tot de laatste mi
nuut streden om een zoo goed mogelijk resultaat te
behalen, en dit tegen een ploeg, waarvan men bij
voorbaat wist, dat zij in tactisch en technisch opzicht
veel sterker was.
Een „grootsclie" ontmoeting is het o.i. niet gewor
den. De belangrijkste reden is wel gelegen in het feit.
dat de weers- en dus ook de terreinsomstandigheden
abnormaal kunnen worden genoemd. Den geheel en
dag had het geregend, waardoor het veld uitermate
glad was geworden. Ook tijdens de ontmoeting bleef
het regenen, af en toe zelfs met stortbuien, zoodat het
veld in steeds slechter conditie kwam te verkeeren.
De bal werd verradelijk glad en menigmaal schoot het
leder onverwacht door, waardoor aan beide kanten
onverwachte situaties ontstonden, die in andere om
standigheden zeker niet waren voorgekomen. Er
stond bovendien een flinken wind, over de lengte van
liet veld. Voor de rust hadden de Engelschen, die den
toss hadden gewonnen, wind mee en de Oranjehem
den moesten tegen den striemenden regen op spelen.
Dat deze factoren van grooten invloed waren behoefi
niet nader te worden verklaard. In de tweede helft
hadden de Engelschen het groote nadeel van den
win en regen tegen te hebben en duidelijk was dit
aan hun spel merkbaar.
Wij zouden over deze weers- en terreinsomstandig
heden niet zoo zeer uitweiden, als wij er niet van
overtuigd waren, dat de Oranjehemden veel en veel
meer daardoor gehandicapt waren dan onze tegen
standers. De Engelsche profs zijn toch gewend aan de
zwaarste terreinen en de slechtste weersomstandighe
den. Hun prachtige techniek helpt hen volkomen over
deze nadeelige invloeden heen. De techniek van het
Oranjeteam staat echter niet op dat superieure peil
en onze landgenooten stuitten vaak op de grootste
moeilijkheden om den bal onder controle te krijgen
en te houden. En ook uit dit oogpunt bezien mag het
resultaat voor de Oranjehemden hoogst verdienstelijk
worden genoemd.
Laat men niet te vroeg Juichen over het Neder-
landsche voetbal, ondanks de prestaties en het re
sultaat van Zaterdag, Want in meer normale omstan
digheden hadden we ongetwijfeld duidelijker kunnen
constateeren hoe de werkelijke krachtsverhouding
tusschen beide landen is.
In de eerste helft waren de Engelschen onbetwist
meester op het veld. Gesteund door wind en regen
werd aanval op aanval ondernomen, waarbij de mid
denlinie prachtig werk verrichtte en de beide backs
soms over de helft van het veld stonden. Ondanks
den druk, die op het Nederlandsche doel werd uit
geoefend, was het aantal malen, dat Halle's heilig
dom in groot gevaar verkeerde, toch niet zoo talrijk
als men zou mogen verwacht hebben. Zeker, de De-
ventenaar heeft er eenige iOnverwachte schoten en
kopballen op magnifieke wijze uitgehouden, maar
deze doelman heeft wel eens voor heetere vuren ge
staan. De druk op het Hollandsche doel teekende
zich ook af in het groot aantal corners, dat door de
Engelschen genomen werd.
Maar onze verdediging heeft in de eerste drie
kwartier uitstekend gespeeld. Halle maakte geen
fout, voortreffelijk deed hij zijn werk. Caldenhoven
speelde zoo rustig, alsof het een gewonen competitie
wedstrijd betrof. Evenals te Brussel was de DWS-er
schitterend in vorm. Ook van Run deed goed werk
en geassisteerd door een voornamelijk defensief in
gestelde middenlinie werd telkens en telkens de En
gelsche aanval gebroken. Een zwak punt kwam toen
in het Engelsche team naar voren: het schieten. Dit
onderdeel van het spel was inderdaad heel matig
verzorgd en typeerend mag het feit worden genoemd,
dat van de moeilijke ballen, die Halle te verwerken
kreeg, er verscheidene „kop"ballen waren.
Dat de score bij de rust blank was, mocht alleen
reeds een prachtig resultaat van het werk der Oran
jehemden worden genoemd.
Toch konden wij den indruk niet van of afzetten,
dat onze spelers onder een bepaalden druk in het
veld waren gekomen. Men was terughoudend bij het
aanvallen van de tegenstanders, aarzelde vaak en
onnoodig, blijkbaar met de gedachte, dat men tegen
deze sterke tegenstanders niets mocht riskeeren. O.i.
heeft het Nederlandsch elftal zich op een enkele uit
zondering na niet geheel van den moreelen druk
kunnen vrijmaken, dat men hier uitkwam tegen een
in alle opzichten beter spelend team, waartegenover
men in technisch en tactisch opzicht bij voorbaat
tekort schoot. Zoo was het ook mogelijk, dat lang
niet elke speler zijn „gewone" spel kon laten zien en
vooral de vijf voorspelers bereikten individueel lang
niet dat peil, waarop wij ze meermalen zagen spe
len. Enkele uitzonderingen waren er zeer zeker, Hal
le, Caldenhoven, Anderiessen, van Heel trokken zich
van de reputaties der tegenstanders weinig of niets
aan en speelden op voortreffelijke wijze hun wed
strijd.
In de tweede helft was cr van een overwicht der
Engelschen geen sprake meer. Gesteund door wind
en regen hebben de Oranjehemden vrijwel steeds 'n
kleine veldmeerderheid gehad, zonder dat men er
in slaagde om talrijke gevaarlijke situaties voor het
Engelsche doel te scheppen. Integendeel, die waren
te tellen en de misschien minder in getal zijnde En
gelsche aanvallen waren zeker gevaarlijker. Het En
gelsche doelpunt direct na rust was voortreffelijk
van opzet en uitvoering, een voorbeeld van snel be
grijpen. Toch stond ook bij de Engelschen het spel in
de tweede helft niet op die hoogte als daarvoor en
ook zij ondervonden toen sterk de nadeelige factor
van wind, regen en veld. v-
In de tweede helft kwam echter duidelijk naar vo
ren, dat onze voorhoede als geheel en de spelers in
dividueel niet opgewassen waren tegen het machtige
achtertrio der Engelschen Hibbs, Hapgood en Male.
De beide backs en ook spil Barker hadden niet de
minste moeite met de Hollandsche aanvallen, dank
zij hun techniek, dank zij hun ongeëvenaard positie-
kiezen. En dat Balchuys, ziende dat men tegen deze
achterhoede niet zou kunnen optornen, het vaak te
vaak zelfs probeerde met schoten van verren af
stand, is begrijpelijk, doch zeker niet geheel goed te
keuren.
Shortpassing op een dergelijk terrein is gemak
kelijker uit te voeren dan open spel, waar Nederland
het toch nog altijd van moet hebben. En van dit open
spel is dan ook dezen avond maar heel weinig te
recht gekomen. De meeste aanvallen werden in de
kiem gesmoord en kwam men verder, dan bleken
de Hollanders den verradelijk doorschietenden bal
in volle rush niet onder controle te kunnen krijgen.
De voorzetten van Wels waren zeldzaam, van Myn-
ders zag men op dit punt heel weinig goeds. Inder
daad is het achtertrio van Engeland het sterkste deel
van de ploeg gebleken. De middenlinie was voor
treffelijk met spil Barker als uitblinker. De voorhoede
viel wat tegen en zooals reeds gezegd, het schieten
was slecht.
Het Nederlandsche elftal heeft niet met een be
paald vooropgezet systeem gespeeld. Door den druk
op het Nederlandsche doel voor de rust speelde men
sterk verdedigend, daarna ging het beter en kwam
vooral de middenlinie er meer toe om de voorhoede
aan het werk te zetten.
Dat het Nederlandsche spel in enkele jaren tijds
met flinke sprongen omhoog is gegaan, zal wel nie
mand meer durven ontkennen. De resultaten der
laatste jaren spreken duidelijke taal genoeg en de
kleine eervolle nederlaag tegen Engeland zet de
kroon op het werk.
PROGRAMMA N.H.V.B.
26 Mei.
3 D: UrsemAlkm. Boys.
4 E: Ursem 2Oudorp 2; Mevo 2—Koedijk 3.
Kampioenschap: StrandvogelsPurmersteijn 2;
H.R.C. 3—K.V.V. 2. (Alg. Sportblad).
PROGRAMMA K.N.V.B.
26 Mei.
Kampioenschap van Nederland: P.S.V.AJax;
D.W.S.—Go Ahead.
Het verdere programma van deze competitie luidt:
Donderdag 30 Mei: VelocitasD.W.S.; AjaxP.S.V.
2 Juni: Go Ahead—Ajax; P.S.V.Velocitas;
10 Juni: (Tweede Pinksterdag): Go AheadP.S.V.
16 Juni: VelocitasGo Ahead; D.W.S.P.S.V.
23 Juni: AjaxVelocitas.
Promotie 4e klasse, 26 Mei: BeverwijkAmstel.
(Sportkr.)
DIVERSEN.
Overschrijving.
Bestuursbesluit. Het N.H.V.B.-bestuur besloot al
dus het Alg. Sportblad, in verband met het onge
rechtigd uitkomen van W. Schaap bij M.F.C. in den
wedstrijd M.F.C. 3Flevo 1, dezen wedstrijd ongeldig
te verklaren en opnieuw vast te stellen op het terrein
van Flevo.
Niet Erkend Voetbal.
De N.H.V.B. waarschuwt er nog eens uitdrukkelijk
voor dat men z'n medewerking niet mag verleenen
aan het georganiseerde niet erkend voetbal. Leden
van den N.H.V.B. of K.N.V.B. mogen onder geen
voorwaarde spelen met of tegen vereenigingen, aan
gesloten bij den N.A.S.B., R.K. Federatie of Bedrijfs
voetbal bond. Ook mag men zijn terrein of materiaal
er niet aan afstaan.
Het zuivere genoegelijkheidsvoetbal is wel toege
staan. Hiertoe vragen men slechts de formeel nood
zakelijke toestemming.
Hemelvaartsdag.
De N.H.V.B. laat weten dat er voor Donderdag 30
Mei een volledig programma zal worden vastgesteld.
BEKERS
TAKKEN
KRANSEN
EEREKRUIZEN.
PLAQUETTEN
voor iedere sport in een groote keuze, uitsluitend
prima kwaliteit, tegen scherp concurreerende prijzen,
direct leverbaar. Op graveeren kan desverlangd wor
den gewacht
Lagezijde Telefoon 26 Schagen
blik uit mijn leven verdwenen. Ik zal het je nooit
vergeven, zoolang ik nog leef. Jijjijzoon
van een misdadiger."
Hij hield op, naar adem snakkend. Zijn gezicht
zag grijsgrauw en zijn oogen waren met bloed
doorloopen.
Beresfard, die nog steeds rechtovereind stand,
keek hpm eerst kil, doch daarna vol medelijden aan.
En door dit gevoel gedreven liep hij op hem toe en
strekte met een smeekend gebaar de hand naar
hem uit.
„U begrijpt het niet. oombegon hij, doch de
Admiraal legde hem het stilzwijgen op.
Hij hief eveneens een hand op, doch dit geschied
de om een gebaar van afweren te makenen
walging uit te drukken.
„Uit miin oogen," brulde hij. „Ga weg en laat
ik je ncoit meer zien."
Beresford wendde zich om zonder meer een woord
te zeggen. Hij keek niet om toen hij op de deur
toeliep, doch dit geschiedde uit ridderlijkheid en
allerminst uit een gevoel vanverachting.
HOOFDSTUK II.
De aanwijzing.
Het was al heel laat toen Beresford op „Harbrid-
ge Court" kwam en Joan te spreken vroeg. Ze ver
scheen dadelijk in de hall. In haar donkere oogen
lag een blik van medelijden en angst tegelijk. Ze
had bericht van hem verwacht, doch niet op deze
manier.
„Wat is er Berrv?" vroeg ze terwijl ze hem de
hand gaf „Kan ik iets voor je doen?"
Hij glimlachte op een eigenaardige wijze. „Nee,
dank je< Joan, niets. Ik ben hierheen gekomen om
afscheid van ie te nemen. Dat is alles."
„Ga zitten, beste iongen," verzocht het ionge meis
je. „Je gaat toch vanavond zeker niet weg?"
„Oh. ja," zei hij. „De oude heer heeft me wegge-
iaagd. Het kon niet uitblijven, en ik kan me leven
dig indenken, wat eri n hem omgaat."
Joan liep op het haardvuur toe. „Ga toch zitten.
Ze zijn allemaal uit dineeren bij de Dessimers. En
ze zullen niet voor half twaalf terug zijn."
Hij viel met een zucht van verlichting neer. „Ge
lukkig. En Sally is weer naar school?"
„Ja, gisteren vertrokken," antwoordde Joan hem
een cigarettendoos voorhoudende.
„Dank je." Hij nam een cigaret. „Ik heb al af
scheid van haar genomen. Joan, heeft ze Je iets
verteld?"
„Er viel niet veel te vertellen, is het wel?" vroeg
het jonge meisje.
Hij keek haar aan. „Je drukt het zoo vriendel-
Seriewedstrijden.
Aan V.C.L. te Langereis heeft den N.H.V.B. toe
stemming verleend om op 16 en 23 Juni a.s. serie
wedstrijden te houden.
(Alg. Sp,bl.)
Duitschland verliest,
Duitschland heeft Zondag te Keulen met 2—1 van
Spanje verloren. A.s. Zondag komt Duitschland in
het veld tegen Tsjecho Slowakije te Dresden in Z.O.
Duitschland.
Toelating K.N.V.B,
De Sp.kr bevat de bepalingen voor toelating tot
den K.N.V.B. Waar geen der clubs uit ons rayon
overgaat, laten we deze onvermeld. H.R.C. 3 gaat
zoo over naar de Res. 3 A., omdat het eerste en
tweede elftal reeds in den K.N.V.B. spelen.
Scheidsrechters.
De Sp.kr. meldt dat bestuursleden van voetbalclubs
niet meer als scheidsrechter zullen worden aange
steld tenzij zij ook beschikbaar zijn als hun eigen
vereeniging speelt.
Noord-Nederland.
Op Zondag 26 Mei a.s. speelt Noord Nederland te
Groningen tegen Noord-Duitschland.
Voorzitter K.N.G.V. treedt af.
De heer Dr. J. H. O. Reys, de voorzitter van het
Koninklijk Ned. Gymn. Verbond is afgetreden. Da
reden zit hier in dat het bestuur besloten heeft nocli
een heerenploeg noch een damesploeg naar de 01.
Spelen van Berlijn af te vaardigen. De Nederland
sche dames hadden nag wel een titel te verdedigen!!
Chris Berger.
Vorige week, 12 Mei was Chris Berger aanwezig
bij de athletiekwedstrijden op de Sintelbaan in Am
sterdam. In athletiekkringen hoopt men ook in
Berger's belang dat hij weer bij draaien zal en
de racefiets vaarwel zal zeggen.
BelgiëNederland.
Op 10 Juni a.s. wordt op de wielerbaan te Bergen
op Zoom de landenwedstrijd BelgiëNederland ge*
houden. Van beide zijden zijn 4 amateurs aangewen
zen om de nationale eer hoog te houden.
Voor Nederland komen uit: Van Vliet, Van der Vij
ver, Ooms en Peperkamp.
De wedstrijd omvat sprint, achtervolging en tan
dem.
Wegkampïoenschap.
Het Ned. kampioenschap op den weg vindt 24 Juni
a.s. plaats. Renners moeten voor 24 Mei licentie aan
vragen.
Strafzitting van Vrijdag 17 Mei.
Egmond aan Zee.
DE MAN MET DE ZWARTE WENKBRAUWEN.
De heer Albert Zw. uit Egmond aan Zee, die als
strooper al aardig reclame begint te maken, was te
Bergen aan Zee door den jachtopziener Schotten ge
snapt, toen hij in de duinen met assistentie van een.
paar respectabele honden bezig was konijnen te del
ven. Op de nadering van Schotten nam Appie op de
fiets in gezelschap van zijn twee viervoetige assisten
ten de vlucht en werd nagezet door rijksveldw. v,
d. Leeghte, terwijl twee jachtopzieners en een rijks
veldwachter verdekt lagen opgesteld, om Albert op
zijn doortocht naar Egmond op te kunnen vangen.
Het werd een sensationeele achtervolging, waarbij
Albert toch nog wist te ontkomen. Hij werd echter
aan zijn bijzonder sterk uitkomende zwarte wenk
brauwen herkend en doomden rijksveldwachter Breet-
veld te Egmond aan Zee aangehouden.
De zaak was al eens 'n keer ter tafel gebracht, docli
uitgesteld, omdat Schotten ziek was, ofschoon deze
ambtenaar nog steeds niet hersteld bleek, werd de
zaak thans voortgezet en gaf v. d. Lêeghte, die een
goed verteller zou zijn op spookachtige winteravon
den, 'n boeiend verhaal van zijn avonturen ten beste,
doch helaas kon de ambtenaar betreffende de konij-
nendelverij en wat daaraan vast zat, niet het ver-
eischte bewijs construeeren en werd de thans niet
verschenen strooper daarvan vrijgesproken.
Men wist hem echter nog op 2 andere manieren te
pakken en wel wegens het niet voldoen aan een amb
telijke vordering tot afstappen en los laten loopen van
honden met meer schofthoogte dan 70 c.M., wat in
Bergen niet toegestaan is, voor welke feiten de Egmon
der werd veroordeeld tot 2 X f4.boete of 2 X 4 da
gen.
We wachten nu maar weer op zijn verzet tegen
deze vonnissen.
lijk uit. Vind je me een groote ellendeling?"
„Nee," zei Joan, „dat niet. Dan zou ik het fo
ronduit zeggen, als ik je zoo beschouwde." Ze keek!
even peinzend voor zich uit en vroeg toen ineen»,
of hij gegeten had.
„Oh, ja, ik geloof van wel. De oude Crawley heeft
me een paar sandwiches boven gebracht Ik weet
werkelijk niet of ik ze at of niet." Weer verscheen
er een vermoeide glimlach om zijn lippen. „Het
komt er ook niet op aan. Ik wilde met ie over Sal
ly praten als je er niets op tegen hebt."
„Steek maar van wal", stelde Joan voor.
„Welnu, ik zou graag van ie willen hooren of Je
me een kinderdief vindt door goed te vinden dat
ze verliefd op me blijft."
Joan lacht even. „Beste jongen, Je kent Sally
niet", zei ze raadselachtig.
„Ken ik haar niet? Jij wel?"
Ze knikte een paar maal met een ernstige uitdruk
king in haar oogen. „Ja zelfs héél goed. Ik ben als
het ware de bewaakster van haar gewetenbe
halve andere dingen. En ik zal ie dit vertellen, ze
vond het verre van aangenaam verliefd op ie te
worden, en ze was er woedend om, dat het gebeur
de. Ik was echter degene die haar te kennen gaf
dat het een natuurlijk, behoorlijk iets was."
„Hoe buitengewoon goed van je." zei hij.
Joan haalde den rook van haar cigaret in. „Tic
zou niet weten waarom," zei ze na den rookwolk
uitgeblazen te hebben. „Verder was het me een
raadsel waarom ze woedend op zichzelf zou wezen.
Bovendien wist ik toen nog niet dat je zulk een
idioot zoudt wezen om op Pcrsis verliefd te wor
den. Het spreekt vanzelf dat ik waarschuwde na
dat, ik dat bemerkt had."
Beresford mompelde. „Je trachtte haar voor me
te waarschuwen, 'zei je?"
„Ja erg dom van me. want het heeft geenerlei nut
met menschen te argumenteeren die verliefd zijn.
Ze schijnen te zien noch te hooren, en evenmin re
delijk te kunnen deniken."
Er kwam voor een kort oogenblik een ondeugende
uitdrukking in zijn oogen. „Wat hen je cynisch,
Joan. Ik geef fe evenwel de plechtige verzekering
m werkelijkheid nooit ernstig van Persis gehouden
te kunnen hebben. Zoo ver was het nog niet ge
komen. Ik was enkel maar verliefd on haar
uiterlijk."
„En daarbij was het gebleven," zei Joan met over
tuiging. „Hoe dichter je bij haar kwam, des te ver
der weg was ie geweest, Dat heb ik altijd begrepen-.
Nietemin kon ik ie niet verhinderen haar na te
loopen. Je moest zelf maar de waarheid ont
dekken."
(Wordt vervolgd.)'
Hij sloeg den Jongen man onafgebroken gade om
de uitwerking van zijn woorden waar te nemen, maar
weer stond hij voor een verrassing. Beresford's ge
laat bleef onbewogen.
„Ik veronderstel dat ik het u had moeten zeggen,
oom. Doch dat... dat is verbroken.'
„Wat is er verbroken? Ik wist niet dat er iets
aan de hand was tusschen jullie."
Beresford glimlachte vaag. „Er bestond inderdaad
ook niets ernstigs, en dat zal ook nimmer het geval
wezen. Ik wasik heb me als een groote dwaas
gedragen, maar dat kan nu niet meer gebeuren."
„Je bedoelt zeker dat ze ie een blauwtje heeft,
laten loopen?" vroeg de oude man. „Heb ie baar
soms niettegenstaande mijn bevel alles verteld?"
Er lag een sombere gloed in Beresford's oogen, ter
wijl hij antwoordde. „Natuurlijk vertelde ik het
haar, oom. Het blauwtje kwam evenwel van twee
kanben. Ik heb niet het minste verlangen haar ooit
weer te zien."
„Je bent stapelgek," barstte de Admiraal los. „Je
bent idioot. En ie hadt van dit alles nooit iets ge
weten als je moeder bet op het laatste nippertje niet
verteld had. Het lag nimmer in haar voornemen
je er van op de hoogte te brengen. Ze had liever
haar tong afgebeten dan het, ie te zeggen. Je han
delt zoowel tegen haar als mijn wenschen Het was
haar lvenstaak alles voor je verborgen te houden, en
je vernielt nu opzettelijk alles, waarvoor zij gewaakt
had. Je bent gek, stapelgek, zeg ik ie."
Hij sprak de laatste woorden met een sterke stem
door ETHEL M. DELL
verheffing en de aderen van zijn voorhoofd zwollen
dik op. Hij was overeind gekomen en stond vlak
voor Beresford, een dreigende uitdrukking in de
oogen.
Er lag echter iets in de houding van den jongen
man wat hem ineens tot kalmte bracht: een rust
en waardigheid waaraan hij niet gewend was go
weest, en die hij ook niet van hem kende. Hij kreeg
daardoor zelf een zeker gevoel van minderwaardig
heid en onmacht. Hij had het witte gelaat, dicht
bij het zijne, kunnen slaan, doch hiermede zou hij
niets bereikt hebben, behalve zich zelf volmaakt in
het ongelijk te stellen. Hij zou geen weerstand
hebben uitgelokt, en evenmin indruk hebben ge
maakt. Op de een of andere wijze was Beresford
na zijn moeder's dood gestegen'op den levensladder,
en het bittere verdriet dat aan zijn hart knaagde
ieek hem ongevoelig te maken voor gewone dingen.
Beresford bleef hem recht aanzien en zei lang
zaam: „Ik begrijp volkomen uw gezichtspunt, en het
spijt me ontzettend dat dit niet het mijne is. Het
heeft echter geenerlei nut er nog langer over te
nraten, want we bekijken de feiten van verschil
lende gezichtspunten. Maar dit eene kan ik u nog
wel zeggen: Zelfs wanneer ik dacht dat het tegen
haar wensch wa», dan zou ik nog gaan en doen
wat ik me heb voorgenomen. Het is mijn taak. Er
:s al teveel tenville van mii opgeofferd."
„Danvervloekt nog aan toekun ie dan
van jou kant ook geen opoffering doen?" brulde de
Admiraal, zijn kalmte nu hcelemaal verliezend.
..Je staat me daar kalm te vertellen dat ie zelfs
tegen de wenschen van ie moeder in zoudt hande
lendus alle opofferingen welke ze voor je deed
met de voeten wilt treden. Om nog niet eens over
mezelf te spreken. Je vindt jezelf natuurlijk ver
duiveld edel en hoogstaand, maar laat mij je dan
maar zeggen dat ie een koppig, egoistisch exemplaar
bent. Ga er maar mee door als ie durft. Gooi alles
maar in de goot: opvoeding, stand enz. En dan kom
je zelf ook in de modder terechtof in de ge
vangenis. Dat ligt misschien meer in ie lijn. Waag
het echter nooit bij mij om hulp te konrm, want
ik heb met je afgedaan. Je bent van af dit oogen-