Kilometers vliegen voorbije
m^r-m
Achter het dashboard
van een renwagen
Voorbeschouwing voor de aan
staande Avus-rennen
Caracciola favoriet
Op 26 Mei vinden weer de voor de inter
nationale autosport zoo gewichtige Avus-
rennen plaats. Na de verrassende overwin
ningen van de Duitsche renners, zooals die
van Monaco en Tunis, en niet te verge
ten de groote zege van Caracciola, die
de Groote Prijs van Tripolis wist te beha
len, ziet men deze Avusrennen met bijzon
dere spanning tegemoet, daar de nieuwe
Duitsche wagens voor het eerst op de Avus-
baan tegenover een keur van buitenland-
sche concurrenten gesteld zullen worden,
die stuk voor stuk het vaste voornemen
hebben de eerepalm voor hun eigen land
te veroveren...
Vanzelfsprekend is het, dat Caracciola
bij deze rennen sterk favoriet is en het is
daarom wel interressant de historie der
Duitsche autorensuccessen eens na te gaan
die eigenlijk begint met het eerste optre
den van de auto op een renbaan, name
lijk in 1894 op den weg Parijs-Rouen. Een
,van de benzinewagens van den construc
teur Gottlieb Daimler wist de overwinning
te behalen. Dq gemiddelde snelheid bedroeg
20.5 kilometer per uur!...
Dat was een prestatie, die in dien tijd
even sensationeel gevonden werd, als te
genwoordig een 320 kilometer-snelheid!
De auto begon nu uit de „kinderschoe
nen" te groeien. Van jaar tot jaar steeg
de snelheid ervan en reeds in 1903, waar
in Jenatzki de Gordon-Bennett-wedstrijden
de klassieke straatrit, over een afstand
van 593 kilometer met een Duitsche wa-
gen wist te winnen, was er een gemiddel
de snelheid bereikt van. 89.2 kilometer per
uur. De wereld was sprakeloos! Maar zij
bekwam niet meer van haar verbazing,
toen in 1906 de auto een uursnelheid van
120 kilometer bereikte! Om te demonstree-
Caracciola, de Duitsche renner, die favo
riet is voor de aanstaande Avus-wed-
st rij den.
ren hoe deze snelheid op de tijdgenooten
ervan inwerkte, het volgende-
Een krant stelde op de eerste pagina met
groote letters de vraag: „Waarom die snel
heidswaanzin?" Dgt was een vj:aag, die
iedereen op de lippen zweefde, maar die
i
-
-- *-•>- - -
Hans Stuck op een reco rdwagen der Auto-Union.
schlager wist op een Mercedes-Benz-wagen
wederom den Grooten Prijs van Frankrijk
te incasseeren. Een heel onverwachte over
winning
In de geschiedenis van de auto beteekent
de Groote Prijs van Frankrijk (1914) het
afsluiten van e<*i ontwikkelingstrap, maar
tevens een hoogtepunt voor de Duitsche
autorensport! Met de overwinning van den
Daimlerwagen in den wedstrijd Parijs-
Rouen, begon de serie 'autorecords; 1914
was een zege, die tegenwoordig nóg klinkt
als een klok, hoewel de resultaten daarvan
thans reeds lang voorbijgestreefd zijn! De
oorlog onderbrak de renliefhebberij. Na den
oorlog bleven de Duitsche wagens eerst van
de renbaan weg, totdat in 1924 een Duit
sche wagen, na een zéér spannenden strijd
de moeilijke Targa- en Coppa-Florio tegen
sterke buitenlandsche concurrentie won.
De Duitsche renwagens stonden weer in de
voorste rijen en bleven hun positie behou
den tot 1926, in welk jaar Caracciola, de
favoriet van de aanstaande Avusrennen,
met een Mercedes-Benz-wagen den „Groo
ten Prijs van Duitschland" wist te winnen.
Deze wedstrijd werd gehouden op de Avus-
baan (Automobiel-Verkehrs-und-Uebungs-
strasse) te Berlijn, die in dat jaar, na een
bouwtijd van tien jaar, geopend was. De
•Avusbaan en de Nürnburgring zijn de twee
groote renbanen van Duitschland; de laat
ste werd in 1927 geopend.
Daarna trad een periode in, waarin wei
nig groote successen te boeken waren, tot
dat in 1932 Manfred von Brauchitsch met
een zwaren sportwagen de Alfa-Romeo-ren-
wagen versloeg en een daverende overwin
ning behaalde!
In het voorjaar 1934 zou de Avus weder
om een overwinning der Duitschers mogen
beleven. Hans Stuck verbeterde met een
wagen van de Auto-Union het wereldre
cord en bracht dit op 217 kilometer per
uur.
Het is thans nog geen jaar geleden dat
de nieuwe Mercedes-Benzwagens in de in
ternationale Eifelrennen startten. Het leek
veel op' een strijd met zeer ongelijke wa
pens, want de Italianen en Franschen had
den een tienjarige renervaring achter den
voor de aanstaande rennen op de Avusbaan.
Caracciola behaalde op de rennen te Tri
polis, waar hij den Grooten Prijs van Tri
polis piee won, een uursnelheid van ge
middeld 220 kilometer.
Nederlands oudste bron
De Sinte Geertruydtsbronne en hare
geschiedenis.
De oudste en meest bekende bron, waar
uit we allen sinds menschenheugenis drin
ken is ongetwijfeld de „Levensbron". Maar
tafelwater werd gebruikt. Vooral Prins
Maurits schatte het water hoog en liet naar
's-Gravenhage groote vaten brengen, wel
ke gewoonte ook door Prins Frederik Hen
drik werd gehandhaafd, wat blijkt uit een
oude rekening, waarin het heet „ter cause
als voren mitsgaders 't halen van Fonteyn-
water voor Zijn Hoogheyt."
Volgen wij in dë geschiedenis van Ber
gen op Zoom de lotgevallen van de bron,
dan blijkt het volgende:
In 1631 besloot de Raad, daar zij in deze
bron een rijk en niet te versmaden inko
men bezat dat men haar „ten dienste der
stadt zou opmaken". In 1645 gaf een
Haagsch architect Nicolaas Muller aan de
bron een passend omhulsel. Tot 1747 was
het bronwater in de Nederlanden zeer ge
liefd. Maar in dit jaar kwam het beleg
door de Franschen. Met de grootheid van
de bron was het gedaan. Door de projec
tielen der vijanden werd het gebouw tot 'n
ruïne geschoten, een ruïne die niet weer
opgebouwd is.
Sic Transit gloria
mundï, maar de roem
van de Geertruydsbron-
ne zou niet voorgoed
verdwenen zijn. Voor
de beroemde „Fontey-
ne" is eindelijk in 1929
het licht doorgebroken.
Dit jaar werd de bron
opnieuw in exploitatie
gebracht.
Weer is de bron in
staat en bereid een
ieder, die zich aan haar
laven wil, te voldoen.
Over de geheele ge
schiedenis van deze
bron ligt een zekere
weemoed. De weemoed
van een verleden, dat
een zwaren strijd ge
streden heeft voor zijn
behoud. Maar bij dezen
weemoed blijven wij
niet staan. Bergen op
Zoom heeft sinds 6 ja
ren zijn eigen bron
weer terug, en deze
bron zal het behouden,
wanneer wij allen den
alouden raad opvolgen:
Nu rade ic allen heren
en cnechten
Syn si arm of syn
si ryc
Si drincken Santé
'Gheertruiden Minne
Waar dat si gaen
of waer si zyn.
HANDELSSCHEPEN EN HUN AARTS».]
VIJANDEN
Steeds grooter worden de onderzees cïïoj.
monsters, steeds dreigender en monstrue^
zer!... Jules Verne zal met zijn „20.000 Mij*
len onder zee" nooit gedroomd hebben, dat'
zijn denkbeeld nog eens zóó ontwikkeld en
zóó... misbruikt zou worden! Zijn kapitein
Nemo is werkelijkheid geworden in de ge
daante van Engelsche, Fransche, Duitsche»
en andere duikbootkapiteins.
Frankrijk bezit het allergrootste onder-
zeesche schip. De „Surcouf" is bewapend
met twee 20.3 c.M.-stulcken en maar liefst
veertien 55 c.M.-torpedolanceerbuizen! Het
is de grootste onderzee-kruiser ter wereld.
Doch ook de Engelschen doen niet on
der voor de vasteland-Europeanen. Zij heb
ben een moderne onderzeevloot, die groo-
tendeels uit 1800-ton-onderzeekruisers be
staat, van het type van de hieronder afge
beelde „Severn". Deze schepen hebben een
De Britsche onderzee-kruiser „Severn".
enorme actie-radius en zijn in staat, lan
gen tijd volkomen onafhankelijk van eenige
vlootbasis of bunkerplaats, de handelsoor
log te voeren. Een prettig vooruitzicht...!
Frankrijk staat op het oogenblik weï
aan de', spits van den schepenbouw. De
„Normandie", het grootste passagiersschip
ter wereld... de „Surcouf", de grootste pas
sagiersschepen-vijand ter wereld... twee po
len, die bestemd zijn elkaar te vernietigenj
geschapen door één-en-hetzelfde land....
Op den glibberigen Avusbaan tijdens de rennen om den Grooten Prijs van Duitsch
land in 1926.
de ontwikkeling toch niet vermocht tegen
te houden!
In 1908 wist Lautenschlager weer op een
Duitsche wagen de Groote Prijs van Frank
rijk te bemachtigen. Toen kwamen de be-
trouwbaarheidsritten in de mode... Zij wa
ren tot 1914 de groote attractie. In dat jaar
verschenen de Duitsche kleuren weer op
de renbanen. En... zij .wonnen! Lautcn-
rug, doch ondanks deze voorsprong der te
genstanders zegevierden de Duitsche ren
ners. Achtereenvolgens wisten zij in
Duitschland, Italië, Spanje, Tsjecho-Slowa-
kijè en Afrika de zegepalm weg te halen
en hot eene record na het andere te vesti
gen. De laatste overwinning van Carac
ciola met zijn Mercedes-Benzwagen, was
een waardig besluit en geeft goeden moed
Start bij den wedstrijd om den Groot en Prijs van Duitschland in het jaar
1932 op den Nürnburgring.
hierover valt weinig te zeggen. Haar oor
sprong ligt in het duister. Zij laaft ons on
vermoeid, zonder dat wij weten, vanwaar
haar stroom komt, noch waar zij heen
gaat.
Met de bronnen van minder geheimzin
nige aard als bovenvermelde bron is het
al niet anders gesteld. Ook ten opzichte
van de bronnen onzer „Moeder Aarde", de
bronnen waardoor het kostbare water naar
de oppervlakte welt, staan wij voor het on
bekende.' Ook hier kan men dezelfde vraag
stellen: Vanwaar komen de stroomen en
waar gaan zij heen? Hier ook een dank
bare grond, waarop allerlei mythen en le
genden, welig kunnen tieren. Dit is ook 't
geval met Nederlandsch oudste en meest
bekende bron, „De Geertruydtsbronne".
Wel veertien eeuwen moeten we terug gaan
om tot degeschiedenis van deze bron te
komen. In dien tijd leefde in het land van
Bergen de vrome Sinte Gertrudes, die om
haar macht te toonen tegenover de die
streken bewonende, heidenen een bron liet
ontspringen. Dit zou dan de nu nog steeds
ons lavende Geertruydtsbronne zijn.
Tot zoover de legende.
Wij willen dit verhaal zijn volle legen
darische waarde laten, maar kunnen ons
niet weerhouden de vraag ,te stellen, wat
grooter wonder is: de geschiedenis van 't
ontstaan der bron of het feit, dat de bron
na zooveel eeuwen ons nog steeds haar
verfrisschend water liet toevloeien, onbe
roerd door het zout van het Scheldewater,
waardoor het toch. gedurende zulk e'en
langen tijd zich een weg heeft moeten ba
nen.
Volgen wij wat de geschiedenis ons ver
der aangaande deze bron leert, dan blijkt,
dat het water aan he't Prinselijke Hof als
Hieronder:
De Deensche koning feliciteert „Frau
Linde" met haar 150sten verjaardag.
Een grappige felicitatievisite maakte de
Deensche koning Gustaaf. Hij bracht een
bezoek aan een lindeboom, die op de bin
nenplaats van het Kopenhaagsche studen
ten-tehuis staat en die thans 150 jaar oud
is! De studenten hadden een arm aan den
boom bevestigd en de koning had zoo'n ple
zier in hun grap, dat hij er niet van af te
VAN OVERAL ELDERS,
Het Paasclieiland, dat tot de Chileeschö
republiek behoort, heeft den naam te
danken aan het feit, dat het op Paasch-
zondag van het jaar 1722 door den Hol-
landschen zeevaarder Roggeveen werd
ontdekt! Thans leven nog slechts 15Q
Polynesiërs op het eiland, maar geen;
blanken meer!
Niet alleen de bijen hebben een koningin,
maar ook de mieren! In een mierenkolonie
is er zelfs niet één, maar 5 tot 10 koningin
nen; in groote mierenkoloniën heeft men'
zelfs ruim 50 koninginnen gevonden!
houden was of hij moest persoonlijk de
hand geschud hebben van „Frau Linde",,
zooals men den boom noemde. Achter den
koning ziet men den minister van onder
wijs Borgbjerg en den historicus Professor
Fabricius.