BIACK-BOy Commentaar op Hitler's rede. Donderdag 23 Mei 1935. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9728 Een praatje met Janus Kuiper, BEERTA NIET MEER ONDER CURATEELE. PRUIMTABAK Landbouw en middenstand. De oproerige beweging m Portugal. BEN HEIDER OUD-SCHIPPER VAN DE REDDINGBOOT. Op 3 Juni a.s. heeft hij zijn huwelijks bootje 60 jaar bestuurcU [(Van onzen correspondent.^ In 'de week van tot en met 10 Junï kom! onze Stad wel in het teeken van het Reddingwezen tc staan. In de eerste plaats wordt een groot gedeelte van de tentoonstelling hieraan gewijd; een zeer voornaam iets is de onthulling van het Reddingmo nument op 4 Juni door Hare Majesteit de Koningin en als een toeval is het den 3en Juni juist 60 jaar geleden, dat A. Y. Kuiper, meer bekend als Janus Kuiper, in het huwelijk trad. De Heldersche redder, Janus Kuiper en zijn vrouw, die den 3den Juni 60 jaar getrouwd zijn. Dït was voor ons aanleiding om eens een praatje met hem te gaan maken. Wij belden dan bij Kanaal- weg 17 aan en werden door het aanstaande Bruids paar heel vriendelijk ontvangen en al heel gauw za ten we met ons vieren, want de dochter kwam ook nog eens naar de verhalen, van vader luisteren, ach ter een kopje thee en de mannelijke helft deed het vrouwelijke gedeelte van het gezelschap de „dampen aan", door stevig aan een sigaar te trekken. En toen wachtten we maar kalm de verhalen van 'Janus, zoo zullen we hem nu maar even noemen, af. Maar dat duurde nog al wat, lezer, voor we wat los kregen! Direct kwam aï die typisch mooie eigenschap van onzen redder, aan het licht, hij praat graag, maar liefst niet over zichzelf. Eindelijk kregen we dan toch" eens antwoord op een vraag, hoeveel menschen of hij dan toch wel had gered. Maar dat wist Janus niet zoo precies, dat aantal moest liggen tusschen de 400 en 500, maar het zou wel dichter bij de 500 zijn. Hiermee bedoel de hij dan enkel de drenkelingen, die hij en zijn kor nuiten, want hij vestigde steeds maar onze aandacht op zijn makkers, zonder wier hulp hij niets had kun nen verrichten, in dienst van de Noord- en Zuid-Hol- landsche Reddingmaatschappij behouden en veilig han den wal had gebracht. De overigen waarvan 't aantal hem in het geheel niet beend is, heeft hij ivóór dien al gered. Ofschoon zijn vader, toen Janus 4 jaar was, al bij teen redding in de buurt van Petten verdronk, weer hield dit afschrikwekkende voorbeeld hem niet, om reeds op 17-jarigen leeftijd zijn leven voor zijn mede- menschen te gaan wagen als hij dacht dat het hunne jn gevaar verkeerden. De eerste zware redding heeft Janus meegemaakt hij Callantsoog. Het jaar weet hij niet meer, maar de feiten staan hem nog helder voor den geest: 't was om nooit te vergeten. Naar het schip, dat in nood [verkeerde, was al een boot met vrijwilligers heen ge weest, doch zij konden geen verbinding krijgen en 'de moedige visschers hadden in zoo'n gevaar ver keerd, dat zij het niet meer aandurfden. Maar Janus die in gezelschap was van den ouden Kenninck (de vader van den Oud-Katholieken Bisschop), kon het niet aanzien, dat er niets meer zou worden gedaan ten samen met Kenninck wist hij nog wat mannen bij elkaar te krijgen en wéér gingen zij er op uit. Oude Boekei uit Callantsoog was er ook bij. En hun moeite was niet tevergeefs, want inderdaad gelukte het de brave lieden de opvarenden van boord te ha len. Wederom moest weer den strijd tegen de woe- idende elementen worden aangebonden om veilig den [wal te bereiken, maar nu was het lot minder gun- fctig gezind. Mèt de geredden sloeg de boot om en [aanvankelijk gelukte het alleen Janus op de kiel van het gekantelde vaartuig te klauteren. Hij zag om zien heen en eerst „doken er petten en toen gezichten op !üit het water", aldus Janus. Van de 16 inzittenden !zag hij kans er 8 bij zich op de boot te halen. De meeste moeite had hij met Kenninck. Deze was uit geput en riep Janus toe: ,,'t Is gedaan met me hoor, groet m'n vrouw en kinderen!" „Zoo lang er leven is, is er nog hoop!", bulderde Janus terug en met een laatste krachtsinspanning gelukte het hem zoo waar ook Kenninck nog aan den greep der woeden de elementen te ontrukken. Twee uur lang heeft hij met den bewusteloozen Kenninck op de kiel van de boot gezeten, voor zij behouden aan wal kwamen. „Kenninck heeft maandenlang op het randje yan den flood ziek gelegen, mijnheer". „Maar u, hebt u nooit eens aan het gevaar van Uw eigen leven gedacht?", is onze vraag. „Och, ik dacht altijd zoo: „als wij er op uit zijn pm de levens van anderen te redden, zal God het pnze wel behoeden", luidde het sobere antwoord. In 1887 heeft Janus ook nog aan een zware redding meegedaan. Drie etmalen duurde het alvorens de be manning van een Duitsch schip van boord was ge haald! Hiervoor schonk Koning Willem III hem de Bronzen Medaille voor Menschlievend Hulpbetoon en de keizer van Duitschland een gratificatie. De laatste redding deed Janus in 1922 met Jan Bijl, Öeze als onderschipper. Hiervoor heeft hij van Ko ningin Wilhelmina de Zilveren Medaille gekregen. Tevreden trekt Janus aan zijn sigaar, als geniet Jiij van zijn rust. „Ja, mijnheer", zegt hij, „wij deden 'dat alles zon der salaris; later als schipper kreeg ik f 100.per jaar en daarvoor moest ik dan ook nog de boot schoon houden; dat deden m'n vrouw en m'n doch ter dan. Ja, m'n vrouw heeft ook heel wat meege maakt, want als ik uit moest, dan moest zij de tele foon bedienen, want steeds maar werd er dan op gebeld of ik nog niet terug was. Ook is het eens ge beurd, dat er een schip in nood was en ik ziek lag. De Gorrel, lees Willem Bakker, kwam bij me om te zeggen, dat ik mee moest, want dat ze zonder me niet uit wilden. Toen hebben ze me mijn oliegoed aangetrokken en naar de reddingboot gedragen." „Over dat oliegoed gesproken, vroeger was 'dat 'duur en de maatschappij had toen niet veel geld en moest je daar zelf voor zorgen. En als je dat dan niet had, dan leende je het van een kameraad. Maar in den storm kreeg je zoo te veel water bij je en de éenigste manier om je te redden, was dan het .olie goed zien uit te trekken. Maar dan was je kameraad het kwijt en als je het aanhield, maar dan verdronk je, dan kon je maat het weer terug krijgen als je aangespoeld was en dan koos je vaak het laatste. Zoo is mijn vader ook verdronken." „Toch vind ik het aardig", zoo gaat Janus ver der, „dat er nu zooveel aandacht aan het redding wezen wordt besteed. In Indië is dat ook al het ge val, want ik heb eens met Levy Grunwald voor de radio over Kootwijk gesproken. En ik was niks ze nuwachtig, het ging net zoo als wij nu samen." Vol trots laat Janus ons dan nog wat van zijn me dailles zien, waaronder de Gouden Medaille van de Oranje-Nassau Orde is, die hem geschonken werd bij het 100-jarig bestaan van de Noord- en Zuid-Hoi- landsöhe Reddingmaatschappij. Janus zegt nog dankbaar te zijn, dat hem en zijn vrouw het leven tot nu toe is gespaard gebleven, maar vooral vraagt hij de aandacht er op te vesti gen, dat hij alles nooit had kunnen doen zonder den grooten steun van zijn maats, die hem op zijn toch ten vergezelden. Vol eerbied nemen we afscheid van Janus, zijn vrouw en zijn dochter. We hadden wel veel van hun daden gehoord, maar zelden met woorden de geva ren er van uit hun eigen mond vernomen. Het zijn ruwe bolsters met een blanke pit. Aan dit sobere verhaal van deze glorieuze daden willen wij vol eerbied onze welgemeende gelukwen- schen voor het echtpaar A. Y. KuiperDeus voegen. Winkelweek tijdens de tentoonstelling. Naar wij vernemen zullen de Middenstandsver- eenigingen tijdens de tentoonstellingsdagen een ver- koopweek organiseeren, waaraan als attractie het populaire Ballero-spel zal zijn verbonden. Évenals het vorige jaar zullen weder prachtvolle en kostbare publieksprijzen worden beschikbaar ge steld, zoodat gr.oote deelname mag worden verwacht. Reeds vanaf midden volgende week zullen in de winkels voor elke bestede 50 cent bons worden uit gereikt. Twintig bons geven reeds recht op mede dinging. De Fransche bladen niet enthousiast De Parijsche ochtendbladen van gister gaven de met„ spanning verwachte Rijksdagrede van Hitier uitvoerig en met groote opmaaik weer. De commen taren waren nog vrij kort, wat in verband stond met het late uur, waarop de rede te Parijs gepu bliceerd kon worden, doch naar men in sommige kringen aanneemt ook met de afwezigheid van den Franschen minister van buitenlandsche zaken, wiens standpunt sommige bladen naar men aanneemt als richtsnoer voor hun commentaar hadden willen ne men. Sommige bladen zijn van meening dat Hit- Ier slechts weinig nieuws heeft gezegd, terwijl an deren verklaren dat zijn critiek op de houding van Litauen en op het communisme en zijn mededee- lingen omtrent de vlootpolitiek niets aan duidelijk heid te wenschcn overlaten. Pertinax schrijft in de „Echo de Paris", dat Hit- Ier probeert door voorstellen verwarring te brengen in de rijen der volken, die den vrede trouw zijn. Het interessantste gedeelte in de verklaringen van den Rijkskanselier heeft betrekking op de vlootpo litiek, omdat Hitier daardoor den twijfel heeft weg genomen, die bestond over de te verwachten Duit sche vlootsterkte. Het Duitsche probleem blijft be staan en dit probleem rechtvaardigt de onderteeke- ning van het Fransch-Russische pact. De Berlijnsche correspondent van het „Journal" constateert slechts dat de Rijksdagrede, waarvan Europa algemeen een geruststelling verwachtte, niets nieuws bevatte. De „Oeuvre" onthoudt zich nog van diepgaand commentaar en verklaart dat slechts Hitier welis waar zijn vredelievende uitlatingen heeft herhaald doch tevens aan de deelneming van Duitschland aan een internationale samenwerking nieuwe voor waarden heeft vastgeknoopt en een veiligheidssy steem, gebaseerd op wederzijdsche bijstandsverle ning afwijst. De Berlijnsche correspondent van de „Jour" con stateert naar aanleiding van Hitler's uitlatingen te gen Sovjet Rusland, dat Hiler met groote felheid het Bolsjewisme heeft veroordeeld. In het „Petit Journal" wijst de Berlijnsche corres pondent eveneens op Hitler's critiek op het commu nisme, doch constateert tevens dat zijn rede talrijke van Duitsch standpunt bezien nuttige voorstellen be vat. Bijzondere aandacht verdient zijn concreet voor stel inzake de ontwapening en de plechtige verzeke ring ten aanzien van het Locarnopact en de demilita- risatie van de Rijnland-zone. De verzekering dat Duitschland er niet aan denkt de territoriale clausu les van het Verdrag van Versailles te schenden, moet met voldoening worden ontvangen. De dertien pun ten van Hitier kunnen echter tot ingewikkelde si tuaties leiden. Een desbetreffend wetsontwerp inge diend; het nieuw te kiezen gemeentebe stuur mag toonen, dat het uit den gang van zaken leering heeft getrokken. Ingediend is een wetsontwerp tot intrekking van de wet van 29 December 1933 tot voorziening in het bestuur der gemeente Beerta. De minister van binnenlandsche zaken merkt in de toelichting o.a. op, dat de regeering zich over den gang van zaken beraadt in verband met het optreden van den nieuwen gemeenteraad in 1935. Voorts wordt gezegd: Het is redelijk, dat een nieuw gevormd college, op welke totstandkoming de correc tieve maatregel van invloed kan zijn geweest, in de gelegenheid wordt gesteld, te toonen, dat het uit den loop van zaken leering heeft geput. Voorts in aan merking nemende, dat het bezigen van uitzonder lijke middelen met groote spaarzaamheid dient te geschieden, meent de minister te mogen voorstellen, met ingang van de bestuursperiode van den nieu wen raad, aan den abnormalen toestand ten opzichte van het bestuur van Beerta een einde te maken. DE ONTVANGSTEN DER NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN In de vier eerste maanden van dit jaar 5 millioen minder opbrengsten dan in dezelfde vier maanden van het vorige jaar. Utrecht, 22 Mei. Over de maand April 1935 bedroegen de geschatte ontvangsten der Nederlancl- sche Spoorwegen voor het vervoer van reizigens f 4.565.000, voor het vervoer van bagage f74.100, voor het vervoer van brief- en pakketpost f230.000. voor het vervoer van goederen f 3.10S.70Ó, voor het vervoer van levende dieren en lijken f 50.400 en voor diversen f 226.500, in totaal dus f 8.254.700. De totale ontvangst van 1 Januari af tot 30 April bedraagt f 31.839.933,17 (in de overeenkomstige peri ode van het jaar 1934= f 36.812.612,80). De Engelsche „Daily Mail" over de rede van Hitier. Aan Duitsche aanspraak op koloniën moet worden voldaan. Londen. De „Daily Mail" noemt de rede, die Adolf Hitier in den Rijksdag heeft gehouden een hartstoch telijk pleidooi voor den vrede en verklaart, dat men Duitschland halverwege tegemoet moet komen. Het blad voegt er aan toe, dat de Britsche regeering alles wat in haar macht is moet doen, om aan de gerecht vaardigde aanspraken van Duitschland te voldoen, inbegrepen de teruggave van de koloniën, die Duitschland tijdens den wereldoorlog zijn ontnomen. Amerikaansch oordeel over de rede van Hitier. WasIöngtönUVolgens den officieelen Amerikaan- schep Radiodienst, zou de rede van Adolf Hitier in den Rijksdag door hooge Amerikaansche regeerings- ambtcnaren beschouwd worden als een mogelijke grondslag voor een nieuwe stabiliteit in Europa. „Openhartig, redelijk en begrijpelijk", meent de „Times". De „Times" noemt de rede van Hitier „openhartig, redelijk en begrijpelijk." Niemand die deze rede in een onpartijdigen geest leest, kan er aan twijfelen, dat de politiek, die Hit- Ier heeft uitgestippeld, zeer wel de basis voor alge- heele overeenstemming met Duitschland kan vor men een vrij, gelijkgerechtigd, en sterk Duitsch land inplaats van 'n geknecht Duitschland, hetwelk zestien jaar geleden de vrede werd opgelegd. Het blad is het eens met de verklaringen van Hit- Ier, dat het noodzakelijk is, een vreedzame herzie ning van de verdragen tot stand te brengen, en be treurt de houding van hen, die ieder Duitsch aanbod als een val beschouwen. De rede mag echter geen verandering brengen in Engeland's besluit, 'n lucht macht tot stand te brengen, die even sterk is, als die van iederen buurstaat. Niettemin legt het blad er den nadruk op dat de vrede en de veiligheid slechts gehandhaafd kunnen worden door een collectief systeem, dat het gevaar van luchtaanvallen „hetwelk een waar gevaar voor de geheele beschaving beteekent" uitsluit, doch tegen over den aanvaller een overweldigende krachtsont plooiing stellen. De „Times" dringt dan aan op het heropenen van de ontwapeningsbesprekingen en besluit: „voor allen, die van goeden wil zijn, is dit de beste gelegenheid om tot een practische beperking der bewapening te komen",, De Duitsche rijksleider Adolf Hitier tijdens zijn rede in den Rijksdag te Berlijn. Achter Hitier de Rijksdagpresident Hermann Göring. Wordt vervolgd Man! Het is zoo taai, zoo sappig! 1 Duurt zoo lang en 't smaakt zoo fijnj Toe probeer óók eens zoo'n pruimpje, Maar bedenk: 't moet BLACK-BOY zijn. GESAUSDE ZWARE Comité van overleg gevormd tusschen de centrale landbouw- en middenstands organisaties. In Tcbruari 1.1. werd onder leiding van den voorzitter van den Middenstand ten departemente van Economische Zaken een bespreking gehouden tusschen afgevaardigden der drie centrale landbouw organisaties en der drie landelijke middenstands bonden. Doel der bespreking was eenig overleg tot stand te brengen betreffende het complex der vraagstukken, welke de verhouding tusschen landbouw en mid denstand beheerschen. De bespreking werd Donderdag 16 Mei j.1. voortge zet, met het resultaat, dat zich een comité heeft ge vormd uit de bovengenoemde 6 landelijke organisa ties. Het comité heeft zich bereid verklaard aange legenheden, als boven aangeduid, mits ter kennis van het comité gebracht door een der hoofdbesturen van bovengenoemde organisaties te onderzoeken en langs minnelijken weg tot een bevredigende op lossing trachten te brengen. NA PILSOEDSKI'S DOOD. Geen wijziging in de Poolsche politiek. Warschau. Hot Poolsche „Telegraaf"- Agentschap deelt mede: „Allen, die met aandacht de gebeurtenissen in Polen gedurende den harden 'tijd van de laatste tien dagen hebben waargenomen, en dat was de geheele wereld, moeten het onloochenbare feit constateeren, dat het geheele volk zich ondanks den diepen rouw over het onherstelbaar verlies, volkomen rustig, heeft gedragen. Dit feit bewijst overtuigend de waarde van het groote opvoedende werk van den maarschalk, dat in het Poolsche volkskarakter alle teekenen van zwakheid en nervositeit heeft doen verdwijnen. Wanneer men in de laatste dagen naast de uitdrukking van deelneming bij de publieke opi nie der wereld stemmen hoorde, die zich afvroegen welke politiek Polen zonder Pilsoedski zou voeren, dan werd het antwoord hierop door de houding van het volk op het oogenblik van rouw gegeven. Het zij ons echter veroorloofd dit antwoord door de vol gende eenvoudige opmerkingen aan te vullen: „De politiek van Polen zal niet de minste wijziging on dergaan. Polen zal evenals tot nog toe voor een duurzamen vrede werken, overeenkomstig de richt lijnen. die worden aangegeven door de noodzakelijk heid voor den eigen staat, en die hierin bestaan, dat het zich voornamelijk op zijn eigen krachten baseert. Evenals tot nog toe biedt Polen allen sta ten en in de eerste plaats zijn buurstaten vrede tegen vrede, veiligheid tegen veiligheid en vriend schap tegen vriendschap aan. Dit hebben wij de wereld te zeggen. Wie zich hierop verlaat, zal niet teleurgesteld worden." Revolutie-poging in den kiem gesmoord. Officieren, en marinepersoneel gearres teerd. Volgens berichten die te Madrid ontvangen wor den ondanks de scherpe Portugeesche censuur, zat een wijdvertakte samenzwering om de Portugeesche regeering omver te werpen achter de massa-arresta ties in Lissabon en elders. Van officieele zijde te Lissabon verklaart men dat een ernstig complot in de kiem is gesmoord. De militaire voorzorgsmaatre gelen worden echter gehandhaafd om te voorkomen dat een nieuwe poging tot revolutie wordt onderno men. Gearresteerd zijn o.a. vijf officieren en 500 man vlootpersoneel, die beschuldigd worden van maken van communistische propaganda. Het zijn meest dienstplichtigen, die eerst onlangs onder de wapenen zijn geroepen. De Portugeesche geheime politie heeft eenige brieven onderschept,, welke gericht waren aan bekende Portugeesche poli tici die in ballingschap in Spanje vertoeven en die de zen ernstig schijnen te compromitteeren. Kalmte in het heele land. Opstandige beweging verijdeld. Reuter meldt nader uit Lissabon: De dag van gister is in het geheele land in volko men rust voorbij gegaan. Te Oporto werden de troe pen tot den ochtend in de kazerne's geconsigneerd. De minister van binnenlandsche zaken verklaarde tegenover de pers dat de beweging, door beroeps- muiters en extremisten voorbereid, Dinsdag om 10 uur s avonds moest uitbreken, maar kon 'worden .verijdeld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 5