Aethergolven voor oor endoog! Achter de coulissen van de Televisie* Uitzendingen over grooteren afstand* De Parijsche Wereld- Tentoonstelling. Een bezoek aan een der bekendste zendstations ter wereld. grafieën, eerst omgezet in lichtimpulscn, veranderd in electrische stroomstooten van verschillende sterkte en zoodoende uitge zonden door den, tot den beeldzender be hoorenden klankzender. 1931, wordt al meer en meer beschouwd als een vanzelfsprekend deel van de stad. Weer staat zoo'n gi'oote tentoonstelling voor de deur. Ditmaal leven wij in een tijd van ontwikkelde en verantwoordingsbe- wuste stedenbouwers. Daarom legt men er sterk den nadruk op, dat er een artistiek gebouwencomplex zal ontstaan. Waar schijnlijk zal veel van hetgeen er voor de tentoonstelling gebouwd is, in het latere stadsbeeld worden opgenomen. Voor de derde maal is het Westen van de stad 't toonbeeld van de nieuwe tentoonstelling, zoodat Eifcltoren en Trocadero in het nieuwe plan opgenomen kunnen worden. Het Trocadero als middelpunt. Het Trocadero vormt zelfs het middel punt van de tentoonstelling en neemt de eereplaats in. Dat volgt reeds uit de ver hoogde ligging op den Seine-oever. Men is weliswaar met de orientalisch-electische stijl van het gebouw niet tevreden, maar voor afbraak ontbreekt tijd zoowel als geld. Ook het verhuizen van de museumcollec ties naar andere gebouwen zou te veel tijd vergen. Nadat men gelukkig het denkbeeld van een maskeering van den gevel had la ten varen, zal men zich tevreden stellen met het aanleggen van fraaie parken er omheen en verder door provisorische por talen eraan te bouwen deze suikergoed-ar chitectuur trachten te moderniseeren. Hier worden de hoofdafdeelingen „Soci ale vragen", „Tijdskwesties", en „Kunst en techniek" ondergebracht. De verbouwde, groote zaal zal dienst doen als eerehal! De hoofdingang wordt op het plein voor het gebouw gemaakt. Aan den Seinekant zullen de parken en waterwerken behouden blijven. Menige oude decoratie verdwijnt echter. Er zal een heel systeem van terras sen en paviljoens worden aangelegd. Een hal, zoo lang als de Eifeltoren. De Pont d'Jena vormt de as van de hcele tentoonstelling. Men wil de brug 35 M. breed maken! Dat zal ook voor later .'n groote vergemakkelijIcing voor het verkeer beteekenen. De Eifeltoren ziet aan zijn voet het geweldige paleis verrijzen, dat de afdeelingen voor fotografie, cinematogra fie, televisie, phonografie, radiophonie, pers, propaganda en reclame, zal herber gen. Het is een uiterst gelukkige inval, om een zeker tegenwicht te scheppen voor de stijle, verticale, 350 M. lange en 120 M. bree- de lijnen van den toren, in de breedtewer king van dit gebouw! Hier zal de tweede hoofdingang van de tentoonstelling ge maakt worden. In totaal krijgt de tentoonstelling twaalf ingangen. Op die manier zal men van de verschillende wijken uit er gemakkelijk kunnen binnenkomen. De lengte-as zal 1.5 K.M. lang zijn en parallel aan de Seine loopen. Havenwerken en miniaturen. De Seine zélf wordt eveneens in het ten toonstellingsplan opgenomen. Tusschen de Pont de 1'Alma en de Pont de Passy zal haar groote bocht omzoomd worden door de paleizen en paviljoens van de tentoon stelling. Van de prachtige boomen langs den over wordt er dus geen enkele omge hakt. In tegendeel, men heeft de boomen overal in het plan opgenomen! Op den linkerover zullen, aan beide zij den van de Pont d'Jena, de afdeelingen der vreemde naties worden ondergebracht. Op de Quai d'Orsay zal men een aantal boomen planten, zoodat er een beschaduw de promenade langs de geheele tentoon stelling ontstaat. Op den rechteroever is de passage veel nauwer. De afdeelingen voor verkeersmid delen, tourisme, watersport, enz. zullen ge deeltelijk op het water zélf en op pontons gebouwde loodsen plaats vinden. Zij moe ten eenigszins den indruk verwekken van een zeehaven. De groote lichtfeesten, die men hier van den zomer 's avonds wil ge ven, zullen dan prachtig uitkomen... Men heeft echter niet aUeen aan het avondlijke kleurenbeeld van de tentoon stelling gedacht. Ook overdag zou men zoo veel mogelijk weg willen nemen van de gips- en carton-indruk van zulk een ten toonstellingsarchitectuur. Daarom heeft men een bijzonder plan opgesteld voor de kleurrijke uitvoering der gebouwen. De Quai d'Orsay.... een provin ciaal straatje! De landprovincies zullen in een zooge naamd „centre regional" samengevat wor den dat centrum zal zich uitstrekken langs de Quai d'Orsay, in de buurt van de Pont de Passy. Hier zullen de groepen „ar chitectuur en stedenbouw", „bouwbedrij ven en binnenhuisdecoratie" ook worden geplaatst. Men zal een aardige indruk krijgen van de verschillen in architectuur der onder scheidene provincies. Langs den oever zul len visschersdorpen verrijzen, die b.v. ont wikkeling weergeven van het huis van den visschersman onder de verschillende kli matologische omstandigheden. Zoo zal het publiek op een aangename wijze een les in ethnographie krijgen. Karakteristiieke feesten, dansen, optochten enz., vroolijken het geheel op. m DE KOUS, DIE HET BEEN SLANK MAAKT. Natuurlijk zijn alle damesbeenen slank, en geen enkele dame heeft een kous noo- dig, die het been nog slanker en welge- vormder maakt, dan het zonder dat al is. Dit moet vooropgesteld worden. Nu zou 't echter toch kunnen... men begrijpt het reeds, niet waar, evenals de uitvinder van de kous, die het been slank maakt, het be grepen heeft. De kous veroorzaakt, welis waar slechts een optisch bedrog, maar is niet alles bedrog! Aldus: de uitvinder, die in Amerika woont, maakt gebruik van 't feit, dat een lichte kleur, die heel langzaam in een donkere overgaat, een voorwerp smaller doet schijnen. Deze werking van kleurennuances bracht hij op kousen over en vond, dat de oude wijsheid juist was. Otto Gebühr, in de zender-cel te Berlijn schijnt te Potsdam in d Televisie... Nog steeds een onwezenlijk be grip voor Nederlandsjche ooren. Veel wordt er geëxperimenteerd, en ook in Holland heeft men zich reeds ernstig aan dit the ma gewijd, met het vèr-zien! Maar de re sultaten zijn nog steeds niet bijzonder groot. Wel zijn er inmiddels tal van prach tige uitvindingen gedaan, die ons veel en veel dichter bij het doel:brachten, wel heb ben de lampentechniek, de Nipkow-schijf cn het „electrische oog" een basis gescha pen, waarop met verwachting voortge bouwd kan worden, maar zoo gauw als met de radio zélf gaat het toch niet met de televisie! Engeland en Duitschland zenden reeds vrij geregeld televisieprogramma's uit. En daar het Duitschc systeem belangwekken der is, dan het Engelsche, de Baird-me- thode is waarschijnlijk wel eenigszins op een dood spoor hebben we gevolg ge geven aan het voornemen eens een televi sie-zender te gaan bezichtigen en ons op reis begeven naar Berlijn, waar in het Berlijnschc „Funkhaus" de uitzendingen geregeld plaats vinden. Berlijn.heeft boven dien nog het voordeel, dat de televisie-uit zending hier reeds volmaakt geregeld is en volgens een evenals bij de radio van te voren opgesteld en bekend gemaakt te levisieprogramma het Berlijnsche publiek wordt voorgezet. Den lezer wordt dus verzocht ons te vol gen naar het „Berliner Funkhaus", waar we onze expeditie naar de binnenlanden der televisie zullen aanvangen. „Televisie: 3e étage, kamer 335!" Lift draaideuren, duistere gangen... Een deur gaat open, ge- ruischloos... cn men staat temidden van de geheimen, waarmede de Reichsrund- funkgescllschaft sinds enkele weken het .eerste televisiebedrijf ter wereld volgens 'n bepaald, uitgegeven programma heeft ge organiseerd. Een kijkje in liet eigenlijke laboratori um. Daar snort een klankfilmprojectie-ap paraat, zooals men ze kent uit de duizen den cabinc's van alle bioscopen ter wereld. Daar staan versterkers, flitsen controle lampjes aan en uit, maar nergens is de installatie nog volkomen vast ingebouwd, overal staan nog onvoltooide apparaten, is er nog ruimte over... Alles getuigt van het begin tot het ein de van de drang tot verdere ontwikkeling, van het cxperimentcele, proefondervinde lijke stadium! De technici in witte dok- tersjassen, al de voorloopige kabels en snoeren, de talrijke verbindingen, zij ge ven een bewijs ervoor, dat dit het jongste kindje van de radio is, dat nog héél veel zorgen en heel veel aandacht noodig heeft. Er wordt dan ook rusteloos aan de televisie-ontwikkeling voortgewerkt. Terwijl in het controle-apparaat op de gele oppervlakte van de Braun'schc lam pen de uitgezonden films voor mijn oog af rollen, filmjournalen met de actueelste ge beurtenissen, cultuurfilms, een opname van een tocht door Griekenland, twee vröo- lijke filmpjes met Adèle Sandrock, enz., komen mij plotseling weer al die uren in de herinnering, waarin ik het grootste wonder van ons levenstijdperk voor het eerst mocht aanschouwen. Dat. was in dat kleine torenkamertje in een Haagsche straat, waar ik voor het eerst in 1923 was het, geloof ik wér kelijk muziek uit den aether hoorde. Het was een proefontvanger van de Posterijen en op een Zondagmiddag, waarop we vrij van dienst hadden, mochten wij, ingewij den, het wonder komen aanhooren. Door een gewirwar van draden, via lange ta fels met batterijen en accumulatoren, drong een zachte muziek door de koptelefoons, tot ons oor door: het was de muziek van de Beukstraat, een der eerste oxperimenteele zenders, die toen geregeld uitzond. Dan rijst het beeld voor me op van die nachtelijke uren in mijn kamertje... toen ik met een zelfgeknutseld toestel de zach te, verre klanken voor het eerst zélf op ving; toen voor de eerste keer door mij zelf afgestemd, het matte licht van de lampen begon te stralen en afstanden werden over brugd, die mij toen al geweldig toesche nen, maar thans in het niet verzinken, bij wat later bereikt en gepresteerd is. Ik dacht ook aan de aangrijpende oogen- blikken, waarop door middel van de eer ste klankfilm, de beelden op het Witte Doek begonnen te spreken, en het wel leek, afgetast" door het „electrische oog", ver en televisie-ontvanger! of al die grootheden, politici, musici, litte ratoren, acteurs enz., wérkelijk leefden en onsterfelijk geworden waren. Tenslotte ook dacht ik aan het kleine wonder, dat ik eens had mogen aanschou wen in een sigarettenfabriek: de kleine Selenium-cel. Dat merkwaardige „electri sche oog" waakte betrouwbaarder dan een mensch erover, dat de sigaretten steeds op dezelfde wijze in hun verpakking kwamen te liggen. Dadelijk stopte de groo te machine, als er één klein foutje bij ge maakt was. Wie zijn tijdperk bewust doorleeft-, móet door zulke momenten ontroerd worden. Niet door in aanbidding neer te zinken voor hetgeen de menschelijke geest door middel van de Goddelijke inspiratie schiep, maar door zich rekenschap te geven van het enorme aantal nieuwe mogelijkheden, Twee ringantenne's, boven elkaar staand op het hoogste punt van den „Berliner Funkturm", zijn de laatste deelen van de ze zend-installatie: één antenne voor de beeld-uitzending en één voor den klank- omroep. Weliswaar staat in het „Funk haus" eigenlijk slechts het zend-apparaat voor het uitzenden der klankfilms naar de vcrsterkersinstallatie. De eigenlijke televi siezender ligt een paar honderd meter ver der en wordt door een zeer speciale pas-uit gevonden televisie-zendkabel met het Funkhaus verbonden. Over een dergelijke kabel geleidt de televisie-zender zijn zend- energieën dan weer naar de zend-antennes op den Funkturm! Dat is de televisie! En die werd pas mo gelijk, toen al die andere wonderen de radio, de klankfilm, het „electrische oog", en nog vele andere uitvindingen waren verwerkelijkt en na een langen, moeiza- men arbeid en tal van proefnemingen, hun tegenwoordige staat van ontwikkeling be reikt hadden. Dat zagen wij in het Funkhaus. En een paar dagen later zat ik ergens in een par ticuliere woning en volgde zoo'n uitzen ding over circa 6 kilometer, gezeten bij den televisieontvanger. Ik mocht zélf aan mij nog onbekende knoppen draaien. Toen schalfte het door den luidspreker: „Ach- t.ung! Achtung! Hier is de televisie-zen der Berlin-Witzleben!" En op het gele scherm van de Braun'sche kathodestraal- lampen flikkerde iets, ontstonden lijnen en verschijnen; en dat móet ons wel ontroe ren... Zoo „onderging" ik in deze uren de tele visie! Daar zoemt in het laboratorium van de Reichsrundfunkgesellschaft het projectie-apparaat, waarop een gewone, be kende klankfilm draait. Maar waar uit het objectief in de bioscoop de beeldende lichtstraal te voorschijn komt om het beeld die opnieuw binnen onzen gezichtskring strepen, schokten vertrokken deelen van een beeld voorbij, doch voegde zich weldra alles te zamen tot een buigzaam filmbeeld, ik zag, hoe enkele bekende politici een ten toonstelling openden, kortom: ik zag mijn eerste televisie-week journaal. Intusschen zijn er reeds enkele weken verloopen. De Reichsrundfunkgesellschaft zendt regelmatig haar televisie-program ma's uit, het Reichspostzentralamt, waar de geleerden tele- visieproeven nemen en waar de grootste uit vindingen vandaan ko men, werkt verder aan het probleem, dat thans nog zooveel, zoo ont zaglijk veel mogelijk heden in zich bergt! Thans wordt de televi siezender reeds over 'n afstand van 25 K.M. goed ontvangen en is men reeds 'n goed eind op weg om de eigenlijke televisie, namelijk het „aftasten" door het „electrisch oog" te ver volmaken. Wie zou en kele jaren geleden al daaraan gedacht heb ben? En hoelang zal 't nog duren totdat zelfs de ultra-kortegolf-zen- ders 't televisieprogram ma uitzenden? Dan zal pas een ontwikkelings hoogte bereikt zijn, waarop de geleerden even halt mogen hou den om adem te halen. Dan zullen in alle hui zen televisie-ontvangers staan en zal men alles, wat tegenwoordig slechts klank is, in beeld kunnen volgen... Een leidelijk aan de I verwerkelijking waar- van nog geen geloof kunnen De lichtstraalaftaster, een der voornaamste appara- hechten, ten van een televisiezender. reusachtig groot op het Witte Doek te pro- jectecren, daar suist hier de Nipkowschijf met haar ontelbare, kleine openingen, voor bij, die de verschillende voorbijgaande beeldjes van de film (25 per seconde) in ontelbare, kleine beeldpuntjes van verschil lende lichtsterkte verdeelt. En achter de Nipkowschijf bevindt zich in een glan- zend-aluminium kastje het geheim van de Seleniumcel. De stralen van verschil lende lichtsterkte, die de Nipkowschijf door de openingen laat vallen, bewerkstel ligen hier stroomschommèlingen, die daar op versterkt, zooals dat ook geschiedt bij den acoustischen omroep, naar een zen der worden doorgezonden, die deze impul sen als draadlooze golven de wereld in stuurt... De hier voortdraaiende filmbeeld jes zweven door den aether, om zich elders weer te manifesteeren! En nog een twééde weg gaat van de filmstrook uit: er is immers naast de film strook nog de smalle strook, waarop men na veel moeite de geluiden, die bij de beelden behooren, de gesprekken, de mu ziek, enz., heeft vastgelegd. Wederom via een Seleniumcel worden deze klankfoto- Paleizen aan den Seine-oever, door Pierre Michelet. Parijs zonder Trocadero, zonder Eifclto ren en zonder de groote museum-paleizen aan den Champs-Elysées is vrijwel on denkbaar! Zij hebben alle hun ontstaan te danken aan wereldtentoonstellingen. Het Trocadero ontstond bij de tentoonstelling van 1S7S, de Eifeltoren, die uit technisch en artistiek oogpunt hevig aangevallen werd, vormde de sensatie van de wereld tentoonstelling van 1889. Ook het koloni ale museum in het Bois de Vincennes, no bel restant van de tentoonstelling van VAN OVERAL ELDERS ...dat het Amerikaan- sche publiek elke week ongeveer 2 millioen dollar aan astrologen, kristalzeiners en ande re toekomst voorspel lende kunstenaars be taalt? ...dat in Warschau onlangs een pak van een gestorven bankier werd geveild, dat uit een mantel van Napo leon I, een Russisch vlaggedoek van 1812, een sjerp van Lord Pal- merston en een deken van den generaal-veld maarschalk von Molt- ke was vervaardigd? ...dat de temperatuur in het binnenste der aarde volgens bereke ningen van Professor Spitaler „slechts" 4000 graden Celsius moet bedragen, tegenover de andere theorieën 200.000 graden Celcius verdedi gen? ...dat de snelheid van korte radiogolven onge veer 268.850 kilometer per seconde bedraagt, die van lange golven nog iets „geringer" is? Boven; Otto Gebühr (als Frederik de Groote) in de aftastcel. Onder: Modulatietafel en controle-ontvanger van den televisiezender.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 8