Arrondissements-Rechtbank
evauq entsmuren
te Alkmaar.
Meervoudige Strafkamer.
Zitting van Dinsdag 4 Juni 1935.
UITSPRAKEN VORIGE ZITTING.
Lodewijk B., werkman, Alkmaar, in voorarrest,
'diefstal van een rijvviel'belastingmerk, en 'n heeren
rijwiel, 10 maanden gev. voorvv. met 3 proefjaren en
onmiddellijk in vrijheid gesteld.
Mathijs Petr. v. d. II., slagersknecht, Alkmaar,
god., heling medeplichtigheid, 10 maanden gev.
.voorw. met 3 proefj. en ontslag uit de hechtenis.
Lodewijk B., Alkmaar, diefstal van een damesrij-
■wiel, 2 maanden gev. voorwaardelijk, als in vorige
zaak.
Maarten S., landbouwer, Alkmaar, bedriegelijke
bankbreuk,6 maanden gev.
Jan v. d. E., rijwielhersteller, Limmen, zedemisdr.
artikel 248 Bis Strafr., 4 maanden gev.
Willem Ger. Fr., handelsreiziger, Helder, bedriege
lijke bankbreuk, 6 maanden gev.
Dina Hendr. Gez, B., huisvr. C. Smit, Helder, ze-
dcmisdr. art. 250Bis, 6 maanden gev., doch voorw.
met 3 proefjaren.
Jan Nic. L., schilder, Helder, gedetineerd, valsch-
heid in geschrifte en oplichting, 10 maanden gev.
voorw. met 3 proefjaren.
Willem Fred. II., landarbeider en Gerrit Pieter
K., sigarenmaker, beiden Hoorn, ged., diefstal on
der verzwarende omstandigheden, aangehouden en
nader onderzoek gelast voor rapport.
Wieringen.
DE EERSTE VERDACHTE BAKKER OVERLEDEN.
Op 30 April jl. moesten terecht staan de heeren
Jan B. en Adolf St., beiden bewoners van Wierin
gen, die zich hadden vergalloppeerd aan diefstal
van hotnetten, eigendom van den visscher A.
Poepjes. De zaak werd toen aangehouden, omdat
Jan B. ziek was, maar Jan bleef ziek en zal ook
nooit meer door de aardsche gerechtigheid worden
getroffen, aangezien hij inmiddels is overleden.
Zijn collega Dolf draaide er nu alleen voor op
en kreeg 'n dubbele portie te verwerken. De mort
nis nil nisi bene, van de dooden slechts goeds,
maar volgens rijksveldwachter De Jong stond de
oveiS^dene, bijgenaamd de Zuienaar, minder gun
stig hekend dan zijn knecht Dolf.
De Officier achtte thans het bewijs tegen dezen
verdachte niet geleverd en requireerde vrijspraak.
EEN PROMOLOGISCHE FLESSCIIENTREKKER.
De heer Corn. de IL, niet verschenen, maar in
Iqualiteit van gefailleerde groenteboer in folio, wo
nende te Broek op Langendijk, had zich tot taak ge
steld in zijn levensonderhoud te voorzien door het
irnet een royaal gebaar koopen van verschillende par
it ij en voerbieten op crediet, deze partijen weer zoo
vlug mogelijk van de hand te doen en dan de leve
ranciers naar hun geld te laten fluiten, iets wat de
landbouwers in dezen welvarenden tijd al bijzon
der goed te pas komt, niet waar?
Maar de hand van Nemesis greep hem bij den
kraag en was thans het uur der afrekening aange
broken. Zoo gezegd, had deze gewoonte kooper
zonder te betalen heden zeker de kat eens uit den
boom willen kijken en was niet aanwezig. Wel 'n
0-tal bedrogen bietentelers uit diverse dorpen van
.Westfriesland, alsmede de curator in het faillisse
ment, Mr. Dr. Buiskool van Schagen. De verdachte
had deze annonce geplaatst in de Schager Courant,
doch de redactie zou deze advertentie, die zooveel
nadeel en absoluut ge'eii voordeel bracht, voorzeker
verontwaardigd naar de prullenmand hebben verwe
zen, als ze op de hoogte van mijnheer de H. zijn
intenties was geweest. De 6 geplunderde groente
boertjes legden successievelijk getuigenis af tegen
den snaak, die indertijd ook 'n meer mooie rol
heeft gespeeld bij de aanhouding van den Amster-
.damschen inbreker op de Baangracht te Alkmaar.
Volgens den heer Officier waren er nóg meer
Slachtoffers en bedroeg de algeheele benadeeling
omstreeks 1000 gulden. Hij zelf zorgde wel dat hij
direct betaald werd. Als curirositeit verhaalde de
Officier, dat een der benadeelde hoertjes zich naai
de zitting had willen begeven om te zien of hij ook
„vangen" kon. Maar de Officier maakte hem dui
delijk, dat van „vangen" wel geen sprake was.
De Officier, die allerminst van bewondering ver
vuld is over de brutaliteit en handigheid van der
gelijke flesschentrekkers, vorderde 1 jaar gev., doch
•wij zijn nog lang niet overtuigd of na veroordeeling
<lit heerschap, dat niet souffreert aan verlegenheid,
niet in verzet zal komen.
Z lj p e.
WEER EENS 'N DOODELIJKE AANRIJDING OP
DEN HELDERSCHEN WEG VOOR DE GROENE
TAFEL.
Wanneer Dr. Hulst, de bekende gerechtelijke
lijkschouwer, zich onder de getuigen bevindt, kun
nen wij verzekerd zijn, een doodelijke aanrijdings
zaak te moeten meemaken.
Ook thans was zulks het geval naar aanleiding
van het ernstige feit, dat in den nacht van 3 op 4
Maart jl. op den Helderschen weg onder de ge
meente Zijpe een wielrijder zekere Tobias Koor
des, uit de Stroet, 'n muzikant uit een dans-band, op
zoodanige wijze werd aangereden, door een door den
21-jarigen kruidenier Klaas Homan uit St. Maar-
tensvlotbrug bestuurde auto, dat hij ten gevolge van
een schedelbasisfractuur en nog vele andere ernsti
ge wonden al heel spoedig overleed. Dr. Hulst had
op last van de justitie op het lijk de sectie verricht
en gaf thans verslag van zijn bevindingen, waar
door de doodsoorzaak zou kunnen worden vastge
steld.
De verdachte werd verdedigd door Mr. C. A. de
Groot, die zijnerzijds bij de 7 gedagvaarde getuigen
a charge, 6 getuigen a décharge had opgeroepen.
Het was een donkere nacht, met slecht uitzicht
en de overledene reed in gezelschap van zekeren
heer A. Kos, eveneens 'n muzikant, op den rijweg
onder de gemeente Zijpe en werden heide heeren
plotseling door een tegemoet komende auto, die ver
moedelijk geen signaal gaf, aangereden met het
voor Koordes zoo noodlottige gevolg. Toen de heer
Kos hem op den weg vond liggen, gaf de ongeluk
kige geen teeken van leven meer. Volgens Kos zou
hij geraakt zijn tegen den schouder.
De chauffeur Joh. v. Es uit Amsterdam, die de
plek des noodlots ook voorbij reed, had kalm gere
den in verband met de weersgesteldheid. Hij reed
met gedempte lichten een andere auto voorbij en
hoorde, na gepasseerd te zijn, een klap en zag dat
die auto de wielrijders, eveneens door hem opge
merkt, greep. Deze getuige had geconstateerd, dat
de verdachte naar alcohol rook. Zelfs het interieur
van den auto stonk er naar, toen echter de veldwach
ters er geen aanmerking op maakten, had de ge
tuige er óók niet over gerept, maar later toch over die
aangelegenheid een brief geschreven, die zich bij de
stukken bevond. Ook een paar andere inzittenden
van den Amsterdamschen auto hadden de alcohol-
lucht opgemerkt. De getuige H. Klos, een der inzit
tenden, kon verklaren, dat de auto's gedempt hadden
gereden. Het weer was slecht. Getuige kon niet con-
stateeren dat Klaas H. alcohol had gebruikt. Hij zelf
had ook bier gebruikt.
Ten slotte werd gehoord le Luitenant van Hulst
van de militaire motorbrigade, die de auto van ver
dachte had onderzocht. De remmen en stuurinrichting
waren in orde, maar de koplampen verbogen en be
schadigd. Positief verklaarde deze get. echter, dat de
rijwielreflectoren niet werkten; dit was wel een ver
lichtende, doch niet een van schuld-ontheffende om
standigheid, daar verd. toch de fietsers had moeten
zien, zei luitenant v. d. Hulst.
Van de 6 getuigen décharge werd allereerst ge
hoord de vader van verdachte, de heer Aris Homan,
caféhouder te St. Maartcnsvlotbrug, die verklaarde
dat zijn zoon geen drankmisbruiker is, wel was hij
al eens wegens ordeverstoring in staat van dronken
schap bekeurd. Dien avond had Klaas niet veel ge
dronken, welke veronderstelling echter den president
reden gaf tot gerechtigde twijfel.
Volgens de moeder van verdachte, Grietje Leeg
water, had Klaas weinig gedronken. De reusachtige
wagenmaker Corn. Brouwer, verklaarde voorts, dat
Klaas zich dien avond tijdens de aanwezigheid van
getuige in qualiteit van controleur, van 8 tot 12 uur
slechts 'n glas cider had gedronken. Om half 1 was
verdachte vertrokken. Deze verklaarde trouwens zelf,
1 cognacje te hebben geconsumeerd. De inzittende
Piet Molenaar, in den auto van verdachte, verklaarde
dat verdachte in behoorlijken toestand verkeerde. De
laatste getuige décharge, Pieter Kuilman, eveneens
passagier, natuurlijk met de noodige dames, die thuis
gebracht moesten worden, kon ook niets veront
rustends omtrent den alcoholischen toestand van ver
dachte mededeelen.
De Officier, het woord bekomende, releveerde dat
schulddelicten altijd moeilijk zijn te bewijzen en de
Officier gaf nu aanstonds toe, dat verdachte hier ver
schillende voordeelen kon boeken, zooals den donke
ren weg, het ontbreken van een rijwielpad, zoodat
deze weg nolens volens ook moet worden gebruikt
door wielrijders. In het nadeel van verdachte was het
droge wegdek en een meer dan voldoende lichtinstal
latie met behoorlijk gezichtsveld. Bij goed opletten
had hij dus de wielrijders tijdig kunnen opmerken,
zoowel door zijn eigen, als de verlichting van den te
genligger.
De Officier ontzegde dus met dezen stand van za
ken aan verdachte de noodige voorzichtigheid te heb
ben betracht, vooral ook, omdat hij blijkbaar al zijn
aandacht had geconcentreerd op den tegenligger,
waarvan de fietser de dupe werd. De Officier maakte
hier gebruik om een woord van deernis te spreken
betreffende het slachtoffer en de nagelaten betrekkin
gen.
De Officier keurde het ook af, dat jongelui op zoo'n
laat nachtelijk uur meisjes thuis brengen.
Ten slotte achtte de Officier in casu 'n flinke boe
te, f 150— subs. 60 dagen voldoende.
Mr. de Groot sprak bij den aanvang van zijn plei
dooi een woord van diepe deernis voor de nagelaten
vrouw en kinderen van het slachtoffer en gewaagde,
dat verdachte niets onbeproefd had gelaten, den nood
van die nagelaten betrekkingen te lenigen.
Voorts trachtte pleiter meer uitvoerig aan te too-
nen, dat grove schuld hier in elk geval niet aan
wezig was. Pleiter overlegde een serie artikelen van
Dr. Baert de la Faille, handelende over het criteria,
die bij aanrijdingen noodwendig naar voren moeten
komen.
Scherpe critiek oefende Pleiter voorts uit op den
ellendigen toestand van den Helderschen weg, die
voor automobilisten 'n ware autoval kan worden ge
noemd. Mede bracht pleiter ter sprake de onvoldoen
de veiligheid, die de grootendeels onbx*uikhare rij
wiel-reflectoren geven. Ook was hier weer aanwezig
VRIJDAG 7 JUNI.
HILVERSUM (301 M.)
8.00 VARA; 12.00 AVRO; 4.00 VARA; 8.00 VPRO;
11.00 VARA. 8.00 Orgelspel J. Jong; 8.30 Gram.pl.;
10.00 Morgenwijding VPRO; 10.15 Declamatie .Janny
van Oogen; 10.35 Pianorecital A. Rubinstein. 11.00
Vervolg declamatie; 11.20 Gram.pl.; 12.00 Gram.pl.;
12.30 Kovacs Lajos en zijn orkest, en gram.pl., 2.10
Pianorecital D. v.d. Stan; 2.30 Voordracht J. Hess;
3.00 Gram.pl.; 3.10 Avro-Decibels olv. E. Meenk; 4.00
Gram.pl.; 4.30 Orgelspel C. Steyn; 5.00 Voor de klein
tjes; 5.30 Vara-orkest olv. H. de Groot; 6.00 Declama
tie F. Nienhuys; 6.15 Verv. concert; 7.00 Lezing Tan
de Roode; 7.20 Vara-orkest olv. H. de Groot; 7.50 Vaz
Dias; SOS-ber.; 8.00 Ds. F. Dijkema: De Profeten;
8.50 Carel v. Leeuwen Boomkamp (cello) en Henr.
Bosmans (piano); 9.20 Lezing Dr. C. J. Bleeker; 9.50
Verv. concert.; 10.00 Vrijz. Godsd. Persbur. Vaz Dias;
10.15 Voordracht; 11.00 Jazzmuziek; 11.3012.00
Gram.pl.
HUIZEN (1875 M.)
Alg. pr. door de NCRV. 8.00 Schriftlezing en me
ditatie; 8.15—9,30 Gram.pl.: 10.30 Morgendienst olv.
Ds. J. Nauta; 11.00—12.00 Orgelconcert G. Snijders;
12.15 Gram.pl.; 12.30 Ens. v.d. Horst; 2.00 Gram.pl.;
2.30 Chr. Lectuur; 3.00—3.45 Concert (alt, viool, pia
no); 4.00 Vervolg concert; 5.00 Gram.pl.; 5.45 Cello
recital J. Aerts; 6.30 Causerie A. J. Herwig; 7.00 Po-
litieber.; 7.15 Gram.pl.; 7.30 Causerie Drs. P. J. Meer-
tens; 8.00 Vaz Dias; 8.05 NCRV-orkest olv. P. v.d.
Hurk; 9.00 Causerie Dr. J. H. Kernkamp; 9.30 Verv.
concert 10.00 Vaz Dias; 10.3011.30 Gram.pl.
DROITWICH. (1500 M.)
10.3510.50 Morgenwijding; 11.05 Causerie; 11.20
Orgelspel R. New; 11.50 Voor de scholen; 12.10- A.
van Dam en zijn orkest; 12,50 BBC-dansorkest olv.
H. Hall; 1.35 Concert; 2.20 Voor de scholen; 3.20
Schotseh Studio-orkest; 4.05 Dansmuziek; 4.35 E. Co
lombo en zijn orkest; 5.35 E. Pini's Tangoorkest; 6.20
Ber.; 6.50 en 7.05 Lezing; 7.25 Cembalorecital A. Eh-
lers; 7.50 BBC-dansorkest olv. H. Hall; 8.35 BBC-or-
kest olv. B. Neel; 9.35 Anona Winn en haar „Four
Winners"; 9.50 Ber.; 10.20 Causerie; 10.35 BBC-thea-
ter-orkest; 11.3512.20 Harry Roy en zijn band.
RADIO-PARIS (1648 M.)
7.20 en 8.20 Gram.pl.; 12.35 Symphonieconcert; 8.20
Operetteconc^'t; 10.55 Dansmuziek.
KALUNDBORG (1261 M.)
12.20—2.20 Concert uit rest. Ritz; 3.50—5.50 M. Han-
sen's orkest; 8.20 Kamermuziek; 8.50—2.20 Dansmuz.
KEULEN (456 M.)
6.35 Orkest- en koorconcert; 12.20 Gev. concert; 2.35
Quatre-mains; 4.20 Bach-concert; 5.20 Orkestconcert;
7.20 Concert; 8.35 Dans- en marschmuziek; 9.50 „Un-
ter der Fahne schreiten wir", koorwerk; 11.20—12.20
Orkestconcert en solisten.
BRUSSEL (322 en 484 M.)
322 M.: 12.20 Gram.pl.; 12.55 Salonorkest olv. Wal
pot; 1.502.20 en 5.20 Gram.pl.; 6.50 Salonorkest olv.
Walpot; 8.23 „Vlanara-Vonken", revue-progr.; 10.30
—11.20 Cabaretpr.; 484 M.: 12.20 Gram.pl.; 12.40 Ac-
cordeonmuzielt; 12.50 Omroeporkest; 1.502.20 Grarn.-
pl.; 5.20 Fransche muziek; 6.056.35 Gram.pl.; 6.50
Pianorecital; 8.20 Concert; 9.35 Mandoline-concert;
10.30—11.20 Pop. concert.
kwam den laatsten tijd heel veel voor dat hii zoo
genaamd geen „trek" had in tabak.
„De ouden zullen er wel het eerst uitgaan," zei
hij peinzend. „U moogt er echter niet over tobben,
mijnheer. We zullen heusch geen honger lijden."
„Ik tob heelemaal nietverzekerde Beresford
hem haastig. „Lk zal zelf gauw genoeg aan het
werk zijn. Ik ben werkelijk weer heelemaal beter,
Newiman."
„Oh. nee, heelemaal niet," hield Newman vol. „U
zou flauw vallen als u nu moest beginnen."
„Onzin," protesteerde Beresford.
„Geen onzin. Ik weet het best. want ik heb u tel
kens gadegeslagen. U zult hier in dit ellendige
oord ook niet geheel od krachten kunnen komen,
vrees ik."
Hij zweeg, en duidelijk drong weer het geschrei
van het zieke kind tot hem door.
„Wat zal ik dan doen?" vroeg Beresford met iet-s
van den ouden, ongeduldigen klank in ziin stem.
Newman blies in zijn ledige nijp en antwoordde
langzaam: „Dat is moeilijk te zeggen, mijnheer.
Maar als ik in uw plaats was, dan zou ik op de
een of andere manier een reisbiljet naar buis zien
te krijgen. Het is dwaasheid hier langer te blij
ven. U kriigt hier steenen in plaats van brood."
„Wait is er gebeurd?" vroeg Beresford ineen».
„Ben ie soms ie baantje al kwijt oude iongen?"
„Dat gebeurde al een week geleden, mijnheer.'
zei de oudere man verlegen.
„Groote hemel," riep Beresford uit, om er daar
na haastig aan toe te voegen: „Arme kerel, en je
liet me in de waan verkeerenOh, waarom be
kende ie het niet?"
„Ik had het u nu ook nog niet willen zeggen,
maar
„Je bedoelt dat er geen geld meer is? Domoor
om dit niet eerder te zeggen. Luister eens: ik heb
nog een paar dingen die ik zou kunnen verknopen
of beleenen."
„Dat zal weinig helpen. Nee, er staat u maai' een
enkel ding te doen: u moet naar Engeland terug,"
„Ik. En dacht ie dan soms dat ik jou hier van
den honger zou laten omkomen?" Newman's neer
slachtige stemming scheen hem als het ware tot
actie ie dwingen. Hii voelde zioh ineens volmaakt
krachtig, sterk genoeg om de wereld weer te trot-
seeren. „Wacht maar. oude iongen. Ik kan nog wel
wat geld bemachtigen. Ik heb een horloge, en een
zegelring die eens aan mijn moeder heeft toebe
hoord, en die vroeger van mijn vader was. Natuur
lijk is het afschuwelijk er van te moeten scheiden,
maar voor jou ben ik bereid alles te verkoonen wat
ik bezit. Geef me mijn tasch eens aan, als ie wilt."
„U moet naar Engeland gaan." hield hii koppig
vol. na aan het verzoek voldaan te hebben.
„Onzin. Ik ben nog heel rijk," zei lui lachend.
de ongelukkige omstandigheid, dat twee fietsers in
tien nacht op een zóó gevaarlijken weg, naast elkan
der reden, 'n gezelligheidsdrang, die den linker wiel
rijder zoo noodlottig is geworden. Wanneer de fiet
sers achter elkander hadden gereden en de reflecto
ren in behoorlijken toestand hadden verkeerd, dan
was het doodelijk ongeluk vermoedelijk niet gebeurd.
Pleiter haalde hierbij aan een desbetreffend en be
roemd arrest van den Hoogen Raad, dat eischt een
normaal rijden van den wielrijder. Door dit arrest
wordt verdachte volkomen gedisculpeercl.
Ook de aanwezigheid van een eventueelen ver
pestenden alcoholreuk in den auto. trachtte pleiter
aan de hand van Dr. Baert de la Faille voldoende te
verklaren. Dat eene glaasje cognac kon geen beslis-
senden invloed hebben uitgeoefend, ook de politie
had dienaangaande niets verzwarends gerapporteerd.
Tenslotte achtte pleiter geen grove schuld aanwezig
en concludeerde hij vrijspraak, subsidiair in het
meest ongunstige geval een lichte geldboete, zoo de
rechtbank nog een licht symptoon van schuld aan
wezig mocht achten.
Repliek werd niet geleverd en de uitspraak bepaald
op Dinsdag 11 Juni.
A.s. week geen Politie- noch Meervoudige Kamer
zitting.
ZATERDAG 8 JUNI.
HILVERSUM (301 M.)
VAR A-uitzending. 8.00 Orgelspel C. Steyn; 8.30
Gram.pl.; 10.00 Morgenwijding VPRO; 10.15 Voor Arb.
i.d. Continubedr.; 12.00 Trio Guaroni olv. L. Cohen en
gram.pl.; 2.00 Hoe de toonkunst groeide; 2.20 Film
praatje M. Sluyser; 2,35 Saar van Alphen (zang) en
J. Jong (piano); 3.00 Jelle Troelstra: De kunstenaar
en de crisis; 3.20 Muz. causerie P. Tiggers; 3.45 Gram.
pl.; 4.45 Causerie over „De Blauwe Week"; 5.20 Or
gelspel C. Steyn: 5.40 Voordracht J. v. d. Woude; 6.00
Sportpraatje; 6.15 Gram.pl.; 6.30 Esperanto-uitz.; 6.50
Gram.pl.; 7.00 Orgelspel J. Jong; 7.30 De Roodborstjes
olv. Leida Hulscher; 8.00 SOS-ber., Vaz Dias, Vara-
Varia; 8.13 Wij vragen Uw aandacht voor8.15
Vlaa-msch Programma, waaraan o.a. medewerken Ch,
Maskens (gez. van België) burg. Huysmans van
Antwerpen, het Vara-orkest, enz.
HUIZEN (1875 M.Ï
KRO-progr. 8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl.; 11.30—
v 12.00 Godsd. halfuur; 12.15 Gram.pl.; 12.30 Orkestcon
cert en gram.pl. 2.00 Voor de jeugd: 2.30 Lezing; 3.00
4.00 Kinderuur; 4.15 Gram.pl.; 4.30 Orkestconcert;
5.20 Gram.pl.; 6.20—7.00 Lezing, gram.pl.; 7.15 Cau
serie, gram.pl. (om 8.00 Vaz Dias); 8.35 Schlagermu-
ziek en voordracht; 9.40 Zang en piano; 9.50 Lezing;
10.00 Schlagermuziek; 10.20 Zang en piano; 10.30 Vaz
Dias; 10.35 Schlagermuziek; 11.0012.00 Gram.pl.
DROITWICH (1500 M.)
10.35—10.50 Morgenwijding; 11.20 Gram.pl.; 12.05
BBC;Northern-orkest; 1.20 Commodore grand orkest;
2.20 BBC-Northern-orkest; 3.20 Orgelspel H. Ramsay;
3.50 John Reynders' orkest; 4.50 Het John MacAr-
thur Kwintet; 5.35 Ambrose en zijn orkest; 6.20 Ber.;'
6.50 Sportpraatje; 7.05 Welsch intermezzo; 7.20 BBC-
orkest olv. J. Lewis; 8.20 Variété-pr.; 9.50 Ber.;
10.20 3e acte van „La Bohème" Puccini, 10.50 Al f re-
do Campoli's Trio; 11.2012.20 BBC-dansorkest ol.v,
Henry Hall.
RADIO PARIS (1648 M.)
7.20 en 8.20 Gram.pl.; 12.35 Symphonieconcert olv.
J. Doyen; 8.20 Radiotooneel; 10.55 Dansmuziek.
KALUNDBORG (1261 MA
12.20—2.20 Strijkorkest; 3.50—5.50 Omroeporkest olv.
Mahler; 8.20 Liederen van Schubert en Brahms;
8.40 Omroeporkest; 10.00 Oude Fransche dansen;
10.35 Gram.pl.; 10.50 Operettemuziek olv. Reesen;
11.2511.35 Dansmuziek.
KEULEN (456 M.)
6.35 Omroepork. en sol.; 12.20 Gev. concert; 2.35
Concert; 4.20 Gev. pr.; 7.20 Schumann-concert; 8.30
Orkestconcert; 9.20 „Fauler Zauber", spel van Al-
brecht; 10.5012.20 Dansmuziek.
ROME (421 M.)
9.15 „L'elisir d'amore",
BRUSSEL (322 en 484 M.)
322 M.: 12.20 Gram.pl.; 12.50 Salonorkest; 1.50
2.20, 4.20, 4.50 en 5.20 Gram.pl.; 6.50 Salonorkest; 7.35
Gram.pl.; 8.20 Symphonieconcert; 10.30 Gram.pl.;
11.20—12.20 Pop. concert; 484 M.: 12.20 en 1.30—2.20
Het Constantin-orkest; 4.35 Gram.pl.; 5.20 Pop. con
cert; 6.20 Gram.pl.; 6.50 Gev. concert; 8.20 Omroep
orkest; 8.35 Hoorspel; 9.10 Verv. concert; 10.30—12.20
Pop. concert;
DEUTSCHLANDSENDER (1571 M.)
8.35 Bonte avond uit Stuttgart; 10.20 en 11.05 Ber.;
11.201.15 Dansmuziek.
„Een zilveren cigarettenkoker. maar een beetje ge
deukt. Hoe lang zullen we van de opbrengst daar
van kunnen leven?"
Hij hield het bewuste voorwem in de hoogte. New
man nam het van hem aan en bekeek het met een
ernstige uitdrukking in zijn oogen.
„En de ring," gaf Beresford te kennen. „Ik geloof
dat het zwaar goud is. Wat denk ie er van. Boven
dien heb ik mijn horloge ook nog. We zullen den
ring zoo lang mogelijk vasthouden."
„Hecht u hieraan de meeste waarde?" vroeg de
ander na eenige stilte.
„Natuurlijk," antwoordde Beresford. „Dit is het
eenige wat ik van mijn vader bezit. Je weet toch
hoe ik er naar verlang nog eens iets omtrent hem
te weten te komen." zei hii.
„Welk nut kan dat hebben?" vroeg de ander ver
moeid.
„Je bedoeltomdat hii niet deugde?" vToeg
Beresford.
Newman knikte. „Misschien bedoel ik wel Iets
dergelijks." Stilte. En daarna ging hii voort. „Per
slot van rekening is hij dood. dus wat geeft het er
nog over te tobben? We doen allemaal op onze
beurt verkeerde dingen: de een meer dan de ander.
Maar we moeten met rust gelaten worden, als we
eenmaal dood zijn. Vindt u ook niet??"
Een filosofische opvatting waarvoor de ionge man
respect had. Zijn ziekte had hem heel wat geleerd,
waaronder ook zachter te oordeelen over de fouten
van anderen.
„Je bent een verduiveld goede kerel, Newman.
De beste vent dien ik ooit in mijn leven heb ont
moet. Weet ie wel dat een van die oplichters pro
beerde me wijs te maken dat ie mijn vader zoudt
hebben afgezet?"
Newman keek nog steeds naar den ring met het
motto „Astra Incognita" er in gegraveerd. „En als
dat nu inderdaad het geval was? Wat zou u dan
gezegd hebben?"
„Doe niet zoo dwaas," klonk het bedaard. „Als Je
me vertelde dat dit inderdaad gebeurde. d§n zou ik
je stellig niet gelooven."
Newman floot even tusschen zijn tanden en gaf
hem den ring terug. „Denk alsjeblieft niet dat ik
niet het noodige op mijn kerfstok heb." zei hij grim
mig.
„Je verleden laat me ijskoud, beste man," zei Be
resford met nadruk. „Je bent de trouwste vriend,
dien ik ooit heb gehad. We zullen morgen samen op
zoek eaan naar een baantje." Hii schoof den ring
aan zijn vinger. „En dezen zal ik dragen. Misschien
brengt hii ons wel geluk aan."
„Morgen vertrekt er een boot naar Engeland," zei
Newman. „Het zou het beste wezen als u daarop een
baantje zag te krijgen."
(Wordt vervolgd.)
Die zwijgende toewijding roerde hem onbeschrijf
lijk. Hij had Sally van alles op de hoogte gebracht.
Hij vertelde haar zich als een groote, vertrouwen
de dwaas te hebben aangesteld en straatarm te zijn
geworden. Het zou het verstandigste wezen indien
ze hem maar vergat, had hii geëindigd. Het kostte
hem een onbeschrijflijke krachtsinspanning dit
epistel te schrijven, doch het was niet meer dan eer
lijk tegenover haar. begreep hii. Ze moest de volle
waarheid weten. Hij had geenerlei recht haar jonge
leven te bederven. Ze wag nog zoo bitter iong en
zou hem gauw genoeg kunnen vergeten.
Hii begreep maar al te goed. dat als hij nog ooit
werk zou vinden, hii Sally niet aan een dergelijk
bestaan mocht verbinden. Hij diende immers aan te
nemen wat zich voordeed wanneer hij zijn oude
krachten herkreeg.
En nadat hij dien brief had verzonden, deed hii
zijn uiterste host. zich voor oogen te houden dat dit
bet einde van alles washetgeen hem echter nog
ai iet volkomen gelukte.
Newman werkte als een paard: als hii ziin heele
leven inderdaad had geluilakt was ziin optreden nu
des te meer te bewonderen. Hii scheen onvermoeid
\e wezen. Hii kon hem natuurlijk geen luxe geven,
maar hii had alles wat hii onder de gegeven om-
stadigheden noodig had.
Beresford wist niet op welke manier hii leefde en
waar hii sliep. Door ziin ziekte gingen heel wat
dingen aan hem voorbij, waarover hii onder nor
male omstandigheden getobd zou hebben.
En vol schaamte dacht hij hoe hii eens op het punt
door ETHEL M. DELL
had gestaan, dezen trouwen, goeden man aan den
diik te zetten, als een lastig aanhangsel. Er waren
oogenhlikken. dat hii zich verbaasd afvroeg waarom
Newman zich toch zoo aan hem had gehecht. Wel
licht was dit te zoeken in het feit dat hii ziin vader
had gekend. In een vertrouwelijk oogenblik had hii
hem eens te kennen gegeven kind noch kraai op
de wereld te bezitten. Hij was getrouwd geweest,
doch ziin vrouw was doodzonder twijfel al ge-
ruimen tijddaar hij maar een heel vage be
schrijving van haar kon geven.
Hij had indertijd te kennen gegeven, dat er vol
doende voor twee zou zijn, en dit bleek dan ook het
geval te wezen. Hii kon er dikwijls keurig uitzien:
hij had zich zorgvuldig geschoren en hii wekte dan
bij Beresford den indruk een werklooze acteur te
wezen. Tegen het midden van de week was ziin
gezicht weer met stoppels versierd, en dan was hij
weer de oude Newman met de vieze, bruin-witte pitp.
Langzaam, heel langzaam keerden Beresford's
krachten terug, en' hij besloot nu naar werk te gaan
zoeken, want hii wilde Newman's zorgen zoo gauw
mogelijk verlichten.
„Ik ga hard aan het werk." zei hii tot zijn trou
wen verzorger. „Ik heb nu lang genoeg van ie ge
profiteerd."
Newman die Juist was thuis gekomen, nam hem
met een ongeloovige uitdrukking in de oogen op.
„U is nog veel te zwak," mompelde hii.
„Ik ga dagelijks vooruit," hield Beresford vol. „En
ik denik er niet over ie nog langer tot last te wezen.
Bovendien dien jij nu ook eens wat te rusten, zoo
dat ik ie taak van ie schouders kan nemen."
Newman bleef onverstoorbaar kalm. „Daarmee
zullen we nog maar een poosje wachten", gaf hij te
kennen. „Bovendien zal ik miin baantie ook wel
gauw kwijt wezen, want er worden de noodige man
nen wegens bezuiniging ontslagen."
„Wat?" vroeg Beresford verschrikt. Hii was door
ziin ziekte erg mager geworden, en ziin gezonde,
bruine tint was volmaakt verdwenen. Als hii zich
opwond kwam er een helle bloedstroom naar ziin
gezicht en dan kon hii vaak ineens duizelig worden.
Newman keek hem op dat oogenblik evenwel niet
aan. maar was weer druk met ziin pijp bezig. Het