Arrondissements-Rechtbank evauq entsmuren te Alkmaar. Meervoudige Strafkamer. Zitting van Dinsdag 4 Juni 1935. UITSPRAKEN VORIGE ZITTING. Lodewijk B., werkman, Alkmaar, in voorarrest, 'diefstal van een rijvviel'belastingmerk, en 'n heeren rijwiel, 10 maanden gev. voorvv. met 3 proefjaren en onmiddellijk in vrijheid gesteld. Mathijs Petr. v. d. II., slagersknecht, Alkmaar, god., heling medeplichtigheid, 10 maanden gev. .voorw. met 3 proefj. en ontslag uit de hechtenis. Lodewijk B., Alkmaar, diefstal van een damesrij- ■wiel, 2 maanden gev. voorwaardelijk, als in vorige zaak. Maarten S., landbouwer, Alkmaar, bedriegelijke bankbreuk,6 maanden gev. Jan v. d. E., rijwielhersteller, Limmen, zedemisdr. artikel 248 Bis Strafr., 4 maanden gev. Willem Ger. Fr., handelsreiziger, Helder, bedriege lijke bankbreuk, 6 maanden gev. Dina Hendr. Gez, B., huisvr. C. Smit, Helder, ze- dcmisdr. art. 250Bis, 6 maanden gev., doch voorw. met 3 proefjaren. Jan Nic. L., schilder, Helder, gedetineerd, valsch- heid in geschrifte en oplichting, 10 maanden gev. voorw. met 3 proefjaren. Willem Fred. II., landarbeider en Gerrit Pieter K., sigarenmaker, beiden Hoorn, ged., diefstal on der verzwarende omstandigheden, aangehouden en nader onderzoek gelast voor rapport. Wieringen. DE EERSTE VERDACHTE BAKKER OVERLEDEN. Op 30 April jl. moesten terecht staan de heeren Jan B. en Adolf St., beiden bewoners van Wierin gen, die zich hadden vergalloppeerd aan diefstal van hotnetten, eigendom van den visscher A. Poepjes. De zaak werd toen aangehouden, omdat Jan B. ziek was, maar Jan bleef ziek en zal ook nooit meer door de aardsche gerechtigheid worden getroffen, aangezien hij inmiddels is overleden. Zijn collega Dolf draaide er nu alleen voor op en kreeg 'n dubbele portie te verwerken. De mort nis nil nisi bene, van de dooden slechts goeds, maar volgens rijksveldwachter De Jong stond de oveiS^dene, bijgenaamd de Zuienaar, minder gun stig hekend dan zijn knecht Dolf. De Officier achtte thans het bewijs tegen dezen verdachte niet geleverd en requireerde vrijspraak. EEN PROMOLOGISCHE FLESSCIIENTREKKER. De heer Corn. de IL, niet verschenen, maar in Iqualiteit van gefailleerde groenteboer in folio, wo nende te Broek op Langendijk, had zich tot taak ge steld in zijn levensonderhoud te voorzien door het irnet een royaal gebaar koopen van verschillende par it ij en voerbieten op crediet, deze partijen weer zoo vlug mogelijk van de hand te doen en dan de leve ranciers naar hun geld te laten fluiten, iets wat de landbouwers in dezen welvarenden tijd al bijzon der goed te pas komt, niet waar? Maar de hand van Nemesis greep hem bij den kraag en was thans het uur der afrekening aange broken. Zoo gezegd, had deze gewoonte kooper zonder te betalen heden zeker de kat eens uit den boom willen kijken en was niet aanwezig. Wel 'n 0-tal bedrogen bietentelers uit diverse dorpen van .Westfriesland, alsmede de curator in het faillisse ment, Mr. Dr. Buiskool van Schagen. De verdachte had deze annonce geplaatst in de Schager Courant, doch de redactie zou deze advertentie, die zooveel nadeel en absoluut ge'eii voordeel bracht, voorzeker verontwaardigd naar de prullenmand hebben verwe zen, als ze op de hoogte van mijnheer de H. zijn intenties was geweest. De 6 geplunderde groente boertjes legden successievelijk getuigenis af tegen den snaak, die indertijd ook 'n meer mooie rol heeft gespeeld bij de aanhouding van den Amster- .damschen inbreker op de Baangracht te Alkmaar. Volgens den heer Officier waren er nóg meer Slachtoffers en bedroeg de algeheele benadeeling omstreeks 1000 gulden. Hij zelf zorgde wel dat hij direct betaald werd. Als curirositeit verhaalde de Officier, dat een der benadeelde hoertjes zich naai de zitting had willen begeven om te zien of hij ook „vangen" kon. Maar de Officier maakte hem dui delijk, dat van „vangen" wel geen sprake was. De Officier, die allerminst van bewondering ver vuld is over de brutaliteit en handigheid van der gelijke flesschentrekkers, vorderde 1 jaar gev., doch •wij zijn nog lang niet overtuigd of na veroordeeling <lit heerschap, dat niet souffreert aan verlegenheid, niet in verzet zal komen. Z lj p e. WEER EENS 'N DOODELIJKE AANRIJDING OP DEN HELDERSCHEN WEG VOOR DE GROENE TAFEL. Wanneer Dr. Hulst, de bekende gerechtelijke lijkschouwer, zich onder de getuigen bevindt, kun nen wij verzekerd zijn, een doodelijke aanrijdings zaak te moeten meemaken. Ook thans was zulks het geval naar aanleiding van het ernstige feit, dat in den nacht van 3 op 4 Maart jl. op den Helderschen weg onder de ge meente Zijpe een wielrijder zekere Tobias Koor des, uit de Stroet, 'n muzikant uit een dans-band, op zoodanige wijze werd aangereden, door een door den 21-jarigen kruidenier Klaas Homan uit St. Maar- tensvlotbrug bestuurde auto, dat hij ten gevolge van een schedelbasisfractuur en nog vele andere ernsti ge wonden al heel spoedig overleed. Dr. Hulst had op last van de justitie op het lijk de sectie verricht en gaf thans verslag van zijn bevindingen, waar door de doodsoorzaak zou kunnen worden vastge steld. De verdachte werd verdedigd door Mr. C. A. de Groot, die zijnerzijds bij de 7 gedagvaarde getuigen a charge, 6 getuigen a décharge had opgeroepen. Het was een donkere nacht, met slecht uitzicht en de overledene reed in gezelschap van zekeren heer A. Kos, eveneens 'n muzikant, op den rijweg onder de gemeente Zijpe en werden heide heeren plotseling door een tegemoet komende auto, die ver moedelijk geen signaal gaf, aangereden met het voor Koordes zoo noodlottige gevolg. Toen de heer Kos hem op den weg vond liggen, gaf de ongeluk kige geen teeken van leven meer. Volgens Kos zou hij geraakt zijn tegen den schouder. De chauffeur Joh. v. Es uit Amsterdam, die de plek des noodlots ook voorbij reed, had kalm gere den in verband met de weersgesteldheid. Hij reed met gedempte lichten een andere auto voorbij en hoorde, na gepasseerd te zijn, een klap en zag dat die auto de wielrijders, eveneens door hem opge merkt, greep. Deze getuige had geconstateerd, dat de verdachte naar alcohol rook. Zelfs het interieur van den auto stonk er naar, toen echter de veldwach ters er geen aanmerking op maakten, had de ge tuige er óók niet over gerept, maar later toch over die aangelegenheid een brief geschreven, die zich bij de stukken bevond. Ook een paar andere inzittenden van den Amsterdamschen auto hadden de alcohol- lucht opgemerkt. De getuige H. Klos, een der inzit tenden, kon verklaren, dat de auto's gedempt hadden gereden. Het weer was slecht. Getuige kon niet con- stateeren dat Klaas H. alcohol had gebruikt. Hij zelf had ook bier gebruikt. Ten slotte werd gehoord le Luitenant van Hulst van de militaire motorbrigade, die de auto van ver dachte had onderzocht. De remmen en stuurinrichting waren in orde, maar de koplampen verbogen en be schadigd. Positief verklaarde deze get. echter, dat de rijwielreflectoren niet werkten; dit was wel een ver lichtende, doch niet een van schuld-ontheffende om standigheid, daar verd. toch de fietsers had moeten zien, zei luitenant v. d. Hulst. Van de 6 getuigen décharge werd allereerst ge hoord de vader van verdachte, de heer Aris Homan, caféhouder te St. Maartcnsvlotbrug, die verklaarde dat zijn zoon geen drankmisbruiker is, wel was hij al eens wegens ordeverstoring in staat van dronken schap bekeurd. Dien avond had Klaas niet veel ge dronken, welke veronderstelling echter den president reden gaf tot gerechtigde twijfel. Volgens de moeder van verdachte, Grietje Leeg water, had Klaas weinig gedronken. De reusachtige wagenmaker Corn. Brouwer, verklaarde voorts, dat Klaas zich dien avond tijdens de aanwezigheid van getuige in qualiteit van controleur, van 8 tot 12 uur slechts 'n glas cider had gedronken. Om half 1 was verdachte vertrokken. Deze verklaarde trouwens zelf, 1 cognacje te hebben geconsumeerd. De inzittende Piet Molenaar, in den auto van verdachte, verklaarde dat verdachte in behoorlijken toestand verkeerde. De laatste getuige décharge, Pieter Kuilman, eveneens passagier, natuurlijk met de noodige dames, die thuis gebracht moesten worden, kon ook niets veront rustends omtrent den alcoholischen toestand van ver dachte mededeelen. De Officier, het woord bekomende, releveerde dat schulddelicten altijd moeilijk zijn te bewijzen en de Officier gaf nu aanstonds toe, dat verdachte hier ver schillende voordeelen kon boeken, zooals den donke ren weg, het ontbreken van een rijwielpad, zoodat deze weg nolens volens ook moet worden gebruikt door wielrijders. In het nadeel van verdachte was het droge wegdek en een meer dan voldoende lichtinstal latie met behoorlijk gezichtsveld. Bij goed opletten had hij dus de wielrijders tijdig kunnen opmerken, zoowel door zijn eigen, als de verlichting van den te genligger. De Officier ontzegde dus met dezen stand van za ken aan verdachte de noodige voorzichtigheid te heb ben betracht, vooral ook, omdat hij blijkbaar al zijn aandacht had geconcentreerd op den tegenligger, waarvan de fietser de dupe werd. De Officier maakte hier gebruik om een woord van deernis te spreken betreffende het slachtoffer en de nagelaten betrekkin gen. De Officier keurde het ook af, dat jongelui op zoo'n laat nachtelijk uur meisjes thuis brengen. Ten slotte achtte de Officier in casu 'n flinke boe te, f 150— subs. 60 dagen voldoende. Mr. de Groot sprak bij den aanvang van zijn plei dooi een woord van diepe deernis voor de nagelaten vrouw en kinderen van het slachtoffer en gewaagde, dat verdachte niets onbeproefd had gelaten, den nood van die nagelaten betrekkingen te lenigen. Voorts trachtte pleiter meer uitvoerig aan te too- nen, dat grove schuld hier in elk geval niet aan wezig was. Pleiter overlegde een serie artikelen van Dr. Baert de la Faille, handelende over het criteria, die bij aanrijdingen noodwendig naar voren moeten komen. Scherpe critiek oefende Pleiter voorts uit op den ellendigen toestand van den Helderschen weg, die voor automobilisten 'n ware autoval kan worden ge noemd. Mede bracht pleiter ter sprake de onvoldoen de veiligheid, die de grootendeels onbx*uikhare rij wiel-reflectoren geven. Ook was hier weer aanwezig VRIJDAG 7 JUNI. HILVERSUM (301 M.) 8.00 VARA; 12.00 AVRO; 4.00 VARA; 8.00 VPRO; 11.00 VARA. 8.00 Orgelspel J. Jong; 8.30 Gram.pl.; 10.00 Morgenwijding VPRO; 10.15 Declamatie .Janny van Oogen; 10.35 Pianorecital A. Rubinstein. 11.00 Vervolg declamatie; 11.20 Gram.pl.; 12.00 Gram.pl.; 12.30 Kovacs Lajos en zijn orkest, en gram.pl., 2.10 Pianorecital D. v.d. Stan; 2.30 Voordracht J. Hess; 3.00 Gram.pl.; 3.10 Avro-Decibels olv. E. Meenk; 4.00 Gram.pl.; 4.30 Orgelspel C. Steyn; 5.00 Voor de klein tjes; 5.30 Vara-orkest olv. H. de Groot; 6.00 Declama tie F. Nienhuys; 6.15 Verv. concert; 7.00 Lezing Tan de Roode; 7.20 Vara-orkest olv. H. de Groot; 7.50 Vaz Dias; SOS-ber.; 8.00 Ds. F. Dijkema: De Profeten; 8.50 Carel v. Leeuwen Boomkamp (cello) en Henr. Bosmans (piano); 9.20 Lezing Dr. C. J. Bleeker; 9.50 Verv. concert.; 10.00 Vrijz. Godsd. Persbur. Vaz Dias; 10.15 Voordracht; 11.00 Jazzmuziek; 11.3012.00 Gram.pl. HUIZEN (1875 M.) Alg. pr. door de NCRV. 8.00 Schriftlezing en me ditatie; 8.15—9,30 Gram.pl.: 10.30 Morgendienst olv. Ds. J. Nauta; 11.00—12.00 Orgelconcert G. Snijders; 12.15 Gram.pl.; 12.30 Ens. v.d. Horst; 2.00 Gram.pl.; 2.30 Chr. Lectuur; 3.00—3.45 Concert (alt, viool, pia no); 4.00 Vervolg concert; 5.00 Gram.pl.; 5.45 Cello recital J. Aerts; 6.30 Causerie A. J. Herwig; 7.00 Po- litieber.; 7.15 Gram.pl.; 7.30 Causerie Drs. P. J. Meer- tens; 8.00 Vaz Dias; 8.05 NCRV-orkest olv. P. v.d. Hurk; 9.00 Causerie Dr. J. H. Kernkamp; 9.30 Verv. concert 10.00 Vaz Dias; 10.3011.30 Gram.pl. DROITWICH. (1500 M.) 10.3510.50 Morgenwijding; 11.05 Causerie; 11.20 Orgelspel R. New; 11.50 Voor de scholen; 12.10- A. van Dam en zijn orkest; 12,50 BBC-dansorkest olv. H. Hall; 1.35 Concert; 2.20 Voor de scholen; 3.20 Schotseh Studio-orkest; 4.05 Dansmuziek; 4.35 E. Co lombo en zijn orkest; 5.35 E. Pini's Tangoorkest; 6.20 Ber.; 6.50 en 7.05 Lezing; 7.25 Cembalorecital A. Eh- lers; 7.50 BBC-dansorkest olv. H. Hall; 8.35 BBC-or- kest olv. B. Neel; 9.35 Anona Winn en haar „Four Winners"; 9.50 Ber.; 10.20 Causerie; 10.35 BBC-thea- ter-orkest; 11.3512.20 Harry Roy en zijn band. RADIO-PARIS (1648 M.) 7.20 en 8.20 Gram.pl.; 12.35 Symphonieconcert; 8.20 Operetteconc^'t; 10.55 Dansmuziek. KALUNDBORG (1261 M.) 12.20—2.20 Concert uit rest. Ritz; 3.50—5.50 M. Han- sen's orkest; 8.20 Kamermuziek; 8.50—2.20 Dansmuz. KEULEN (456 M.) 6.35 Orkest- en koorconcert; 12.20 Gev. concert; 2.35 Quatre-mains; 4.20 Bach-concert; 5.20 Orkestconcert; 7.20 Concert; 8.35 Dans- en marschmuziek; 9.50 „Un- ter der Fahne schreiten wir", koorwerk; 11.20—12.20 Orkestconcert en solisten. BRUSSEL (322 en 484 M.) 322 M.: 12.20 Gram.pl.; 12.55 Salonorkest olv. Wal pot; 1.502.20 en 5.20 Gram.pl.; 6.50 Salonorkest olv. Walpot; 8.23 „Vlanara-Vonken", revue-progr.; 10.30 —11.20 Cabaretpr.; 484 M.: 12.20 Gram.pl.; 12.40 Ac- cordeonmuzielt; 12.50 Omroeporkest; 1.502.20 Grarn.- pl.; 5.20 Fransche muziek; 6.056.35 Gram.pl.; 6.50 Pianorecital; 8.20 Concert; 9.35 Mandoline-concert; 10.30—11.20 Pop. concert. kwam den laatsten tijd heel veel voor dat hii zoo genaamd geen „trek" had in tabak. „De ouden zullen er wel het eerst uitgaan," zei hij peinzend. „U moogt er echter niet over tobben, mijnheer. We zullen heusch geen honger lijden." „Ik tob heelemaal nietverzekerde Beresford hem haastig. „Lk zal zelf gauw genoeg aan het werk zijn. Ik ben werkelijk weer heelemaal beter, Newiman." „Oh. nee, heelemaal niet," hield Newman vol. „U zou flauw vallen als u nu moest beginnen." „Onzin," protesteerde Beresford. „Geen onzin. Ik weet het best. want ik heb u tel kens gadegeslagen. U zult hier in dit ellendige oord ook niet geheel od krachten kunnen komen, vrees ik." Hij zweeg, en duidelijk drong weer het geschrei van het zieke kind tot hem door. „Wat zal ik dan doen?" vroeg Beresford met iet-s van den ouden, ongeduldigen klank in ziin stem. Newman blies in zijn ledige nijp en antwoordde langzaam: „Dat is moeilijk te zeggen, mijnheer. Maar als ik in uw plaats was, dan zou ik op de een of andere manier een reisbiljet naar buis zien te krijgen. Het is dwaasheid hier langer te blij ven. U kriigt hier steenen in plaats van brood." „Wait is er gebeurd?" vroeg Beresford ineen». „Ben ie soms ie baantje al kwijt oude iongen?" „Dat gebeurde al een week geleden, mijnheer.' zei de oudere man verlegen. „Groote hemel," riep Beresford uit, om er daar na haastig aan toe te voegen: „Arme kerel, en je liet me in de waan verkeerenOh, waarom be kende ie het niet?" „Ik had het u nu ook nog niet willen zeggen, maar „Je bedoelt dat er geen geld meer is? Domoor om dit niet eerder te zeggen. Luister eens: ik heb nog een paar dingen die ik zou kunnen verknopen of beleenen." „Dat zal weinig helpen. Nee, er staat u maai' een enkel ding te doen: u moet naar Engeland terug," „Ik. En dacht ie dan soms dat ik jou hier van den honger zou laten omkomen?" Newman's neer slachtige stemming scheen hem als het ware tot actie ie dwingen. Hii voelde zioh ineens volmaakt krachtig, sterk genoeg om de wereld weer te trot- seeren. „Wacht maar. oude iongen. Ik kan nog wel wat geld bemachtigen. Ik heb een horloge, en een zegelring die eens aan mijn moeder heeft toebe hoord, en die vroeger van mijn vader was. Natuur lijk is het afschuwelijk er van te moeten scheiden, maar voor jou ben ik bereid alles te verkoonen wat ik bezit. Geef me mijn tasch eens aan, als ie wilt." „U moet naar Engeland gaan." hield hii koppig vol. na aan het verzoek voldaan te hebben. „Onzin. Ik ben nog heel rijk," zei lui lachend. de ongelukkige omstandigheid, dat twee fietsers in tien nacht op een zóó gevaarlijken weg, naast elkan der reden, 'n gezelligheidsdrang, die den linker wiel rijder zoo noodlottig is geworden. Wanneer de fiet sers achter elkander hadden gereden en de reflecto ren in behoorlijken toestand hadden verkeerd, dan was het doodelijk ongeluk vermoedelijk niet gebeurd. Pleiter haalde hierbij aan een desbetreffend en be roemd arrest van den Hoogen Raad, dat eischt een normaal rijden van den wielrijder. Door dit arrest wordt verdachte volkomen gedisculpeercl. Ook de aanwezigheid van een eventueelen ver pestenden alcoholreuk in den auto. trachtte pleiter aan de hand van Dr. Baert de la Faille voldoende te verklaren. Dat eene glaasje cognac kon geen beslis- senden invloed hebben uitgeoefend, ook de politie had dienaangaande niets verzwarends gerapporteerd. Tenslotte achtte pleiter geen grove schuld aanwezig en concludeerde hij vrijspraak, subsidiair in het meest ongunstige geval een lichte geldboete, zoo de rechtbank nog een licht symptoon van schuld aan wezig mocht achten. Repliek werd niet geleverd en de uitspraak bepaald op Dinsdag 11 Juni. A.s. week geen Politie- noch Meervoudige Kamer zitting. ZATERDAG 8 JUNI. HILVERSUM (301 M.) VAR A-uitzending. 8.00 Orgelspel C. Steyn; 8.30 Gram.pl.; 10.00 Morgenwijding VPRO; 10.15 Voor Arb. i.d. Continubedr.; 12.00 Trio Guaroni olv. L. Cohen en gram.pl.; 2.00 Hoe de toonkunst groeide; 2.20 Film praatje M. Sluyser; 2,35 Saar van Alphen (zang) en J. Jong (piano); 3.00 Jelle Troelstra: De kunstenaar en de crisis; 3.20 Muz. causerie P. Tiggers; 3.45 Gram. pl.; 4.45 Causerie over „De Blauwe Week"; 5.20 Or gelspel C. Steyn: 5.40 Voordracht J. v. d. Woude; 6.00 Sportpraatje; 6.15 Gram.pl.; 6.30 Esperanto-uitz.; 6.50 Gram.pl.; 7.00 Orgelspel J. Jong; 7.30 De Roodborstjes olv. Leida Hulscher; 8.00 SOS-ber., Vaz Dias, Vara- Varia; 8.13 Wij vragen Uw aandacht voor8.15 Vlaa-msch Programma, waaraan o.a. medewerken Ch, Maskens (gez. van België) burg. Huysmans van Antwerpen, het Vara-orkest, enz. HUIZEN (1875 M.Ï KRO-progr. 8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl.; 11.30— v 12.00 Godsd. halfuur; 12.15 Gram.pl.; 12.30 Orkestcon cert en gram.pl. 2.00 Voor de jeugd: 2.30 Lezing; 3.00 4.00 Kinderuur; 4.15 Gram.pl.; 4.30 Orkestconcert; 5.20 Gram.pl.; 6.20—7.00 Lezing, gram.pl.; 7.15 Cau serie, gram.pl. (om 8.00 Vaz Dias); 8.35 Schlagermu- ziek en voordracht; 9.40 Zang en piano; 9.50 Lezing; 10.00 Schlagermuziek; 10.20 Zang en piano; 10.30 Vaz Dias; 10.35 Schlagermuziek; 11.0012.00 Gram.pl. DROITWICH (1500 M.) 10.35—10.50 Morgenwijding; 11.20 Gram.pl.; 12.05 BBC;Northern-orkest; 1.20 Commodore grand orkest; 2.20 BBC-Northern-orkest; 3.20 Orgelspel H. Ramsay; 3.50 John Reynders' orkest; 4.50 Het John MacAr- thur Kwintet; 5.35 Ambrose en zijn orkest; 6.20 Ber.;' 6.50 Sportpraatje; 7.05 Welsch intermezzo; 7.20 BBC- orkest olv. J. Lewis; 8.20 Variété-pr.; 9.50 Ber.; 10.20 3e acte van „La Bohème" Puccini, 10.50 Al f re- do Campoli's Trio; 11.2012.20 BBC-dansorkest ol.v, Henry Hall. RADIO PARIS (1648 M.) 7.20 en 8.20 Gram.pl.; 12.35 Symphonieconcert olv. J. Doyen; 8.20 Radiotooneel; 10.55 Dansmuziek. KALUNDBORG (1261 MA 12.20—2.20 Strijkorkest; 3.50—5.50 Omroeporkest olv. Mahler; 8.20 Liederen van Schubert en Brahms; 8.40 Omroeporkest; 10.00 Oude Fransche dansen; 10.35 Gram.pl.; 10.50 Operettemuziek olv. Reesen; 11.2511.35 Dansmuziek. KEULEN (456 M.) 6.35 Omroepork. en sol.; 12.20 Gev. concert; 2.35 Concert; 4.20 Gev. pr.; 7.20 Schumann-concert; 8.30 Orkestconcert; 9.20 „Fauler Zauber", spel van Al- brecht; 10.5012.20 Dansmuziek. ROME (421 M.) 9.15 „L'elisir d'amore", BRUSSEL (322 en 484 M.) 322 M.: 12.20 Gram.pl.; 12.50 Salonorkest; 1.50 2.20, 4.20, 4.50 en 5.20 Gram.pl.; 6.50 Salonorkest; 7.35 Gram.pl.; 8.20 Symphonieconcert; 10.30 Gram.pl.; 11.20—12.20 Pop. concert; 484 M.: 12.20 en 1.30—2.20 Het Constantin-orkest; 4.35 Gram.pl.; 5.20 Pop. con cert; 6.20 Gram.pl.; 6.50 Gev. concert; 8.20 Omroep orkest; 8.35 Hoorspel; 9.10 Verv. concert; 10.30—12.20 Pop. concert; DEUTSCHLANDSENDER (1571 M.) 8.35 Bonte avond uit Stuttgart; 10.20 en 11.05 Ber.; 11.201.15 Dansmuziek. „Een zilveren cigarettenkoker. maar een beetje ge deukt. Hoe lang zullen we van de opbrengst daar van kunnen leven?" Hij hield het bewuste voorwem in de hoogte. New man nam het van hem aan en bekeek het met een ernstige uitdrukking in zijn oogen. „En de ring," gaf Beresford te kennen. „Ik geloof dat het zwaar goud is. Wat denk ie er van. Boven dien heb ik mijn horloge ook nog. We zullen den ring zoo lang mogelijk vasthouden." „Hecht u hieraan de meeste waarde?" vroeg de ander na eenige stilte. „Natuurlijk," antwoordde Beresford. „Dit is het eenige wat ik van mijn vader bezit. Je weet toch hoe ik er naar verlang nog eens iets omtrent hem te weten te komen." zei hii. „Welk nut kan dat hebben?" vroeg de ander ver moeid. „Je bedoeltomdat hii niet deugde?" vToeg Beresford. Newman knikte. „Misschien bedoel ik wel Iets dergelijks." Stilte. En daarna ging hii voort. „Per slot van rekening is hij dood. dus wat geeft het er nog over te tobben? We doen allemaal op onze beurt verkeerde dingen: de een meer dan de ander. Maar we moeten met rust gelaten worden, als we eenmaal dood zijn. Vindt u ook niet??" Een filosofische opvatting waarvoor de ionge man respect had. Zijn ziekte had hem heel wat geleerd, waaronder ook zachter te oordeelen over de fouten van anderen. „Je bent een verduiveld goede kerel, Newman. De beste vent dien ik ooit in mijn leven heb ont moet. Weet ie wel dat een van die oplichters pro beerde me wijs te maken dat ie mijn vader zoudt hebben afgezet?" Newman keek nog steeds naar den ring met het motto „Astra Incognita" er in gegraveerd. „En als dat nu inderdaad het geval was? Wat zou u dan gezegd hebben?" „Doe niet zoo dwaas," klonk het bedaard. „Als Je me vertelde dat dit inderdaad gebeurde. d§n zou ik je stellig niet gelooven." Newman floot even tusschen zijn tanden en gaf hem den ring terug. „Denk alsjeblieft niet dat ik niet het noodige op mijn kerfstok heb." zei hij grim mig. „Je verleden laat me ijskoud, beste man," zei Be resford met nadruk. „Je bent de trouwste vriend, dien ik ooit heb gehad. We zullen morgen samen op zoek eaan naar een baantje." Hii schoof den ring aan zijn vinger. „En dezen zal ik dragen. Misschien brengt hii ons wel geluk aan." „Morgen vertrekt er een boot naar Engeland," zei Newman. „Het zou het beste wezen als u daarop een baantje zag te krijgen." (Wordt vervolgd.) Die zwijgende toewijding roerde hem onbeschrijf lijk. Hij had Sally van alles op de hoogte gebracht. Hij vertelde haar zich als een groote, vertrouwen de dwaas te hebben aangesteld en straatarm te zijn geworden. Het zou het verstandigste wezen indien ze hem maar vergat, had hii geëindigd. Het kostte hem een onbeschrijflijke krachtsinspanning dit epistel te schrijven, doch het was niet meer dan eer lijk tegenover haar. begreep hii. Ze moest de volle waarheid weten. Hij had geenerlei recht haar jonge leven te bederven. Ze wag nog zoo bitter iong en zou hem gauw genoeg kunnen vergeten. Hii begreep maar al te goed. dat als hij nog ooit werk zou vinden, hii Sally niet aan een dergelijk bestaan mocht verbinden. Hij diende immers aan te nemen wat zich voordeed wanneer hij zijn oude krachten herkreeg. En nadat hij dien brief had verzonden, deed hii zijn uiterste host. zich voor oogen te houden dat dit bet einde van alles washetgeen hem echter nog ai iet volkomen gelukte. Newman werkte als een paard: als hii ziin heele leven inderdaad had geluilakt was ziin optreden nu des te meer te bewonderen. Hii scheen onvermoeid \e wezen. Hii kon hem natuurlijk geen luxe geven, maar hii had alles wat hii onder de gegeven om- stadigheden noodig had. Beresford wist niet op welke manier hii leefde en waar hii sliep. Door ziin ziekte gingen heel wat dingen aan hem voorbij, waarover hii onder nor male omstandigheden getobd zou hebben. En vol schaamte dacht hij hoe hii eens op het punt door ETHEL M. DELL had gestaan, dezen trouwen, goeden man aan den diik te zetten, als een lastig aanhangsel. Er waren oogenhlikken. dat hii zich verbaasd afvroeg waarom Newman zich toch zoo aan hem had gehecht. Wel licht was dit te zoeken in het feit dat hii ziin vader had gekend. In een vertrouwelijk oogenblik had hii hem eens te kennen gegeven kind noch kraai op de wereld te bezitten. Hij was getrouwd geweest, doch ziin vrouw was doodzonder twijfel al ge- ruimen tijddaar hij maar een heel vage be schrijving van haar kon geven. Hij had indertijd te kennen gegeven, dat er vol doende voor twee zou zijn, en dit bleek dan ook het geval te wezen. Hii kon er dikwijls keurig uitzien: hij had zich zorgvuldig geschoren en hii wekte dan bij Beresford den indruk een werklooze acteur te wezen. Tegen het midden van de week was ziin gezicht weer met stoppels versierd, en dan was hij weer de oude Newman met de vieze, bruin-witte pitp. Langzaam, heel langzaam keerden Beresford's krachten terug, en' hij besloot nu naar werk te gaan zoeken, want hii wilde Newman's zorgen zoo gauw mogelijk verlichten. „Ik ga hard aan het werk." zei hii tot zijn trou wen verzorger. „Ik heb nu lang genoeg van ie ge profiteerd." Newman die Juist was thuis gekomen, nam hem met een ongeloovige uitdrukking in de oogen op. „U is nog veel te zwak," mompelde hii. „Ik ga dagelijks vooruit," hield Beresford vol. „En ik denik er niet over ie nog langer tot last te wezen. Bovendien dien jij nu ook eens wat te rusten, zoo dat ik ie taak van ie schouders kan nemen." Newman bleef onverstoorbaar kalm. „Daarmee zullen we nog maar een poosje wachten", gaf hij te kennen. „Bovendien zal ik miin baantie ook wel gauw kwijt wezen, want er worden de noodige man nen wegens bezuiniging ontslagen." „Wat?" vroeg Beresford verschrikt. Hii was door ziin ziekte erg mager geworden, en ziin gezonde, bruine tint was volmaakt verdwenen. Als hii zich opwond kwam er een helle bloedstroom naar ziin gezicht en dan kon hii vaak ineens duizelig worden. Newman keek hem op dat oogenblik evenwel niet aan. maar was weer druk met ziin pijp bezig. Het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 6