VAN DIT EN VAN DAT EN VAN ALLES WAT LEVER Kruiswoordraadsel. DE AVONTUREN VAN PROFJE EN STRUISJE Byvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 8 Juni 1935. No. 9738. ZATERDA6AV0NDSCHETS Een geschiedenis van booze dingen. Vrij bewerkt naar een Engelsch motief. Door Sirolf. - Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden. SEDERT Simon Handgauw als los tuinman door Ba rend Graai ontslagen was, omdat Barend Graai het als hoofd tuinman van Huize Ruimzicht niet kon goedkeuren, dat Simon Handgauw een mand Ruimzicht- sche appelen achter op zijn fiets naar huis meenam,, sedert dien dag zon Simon Handgauw oj" wraak. En het was niet zonder re den, dat hij zich nauwkeurig op de hoogte hield van hetgeen er op Huize Ruimzicht zoo om, ging. Huize Ruimzicht was een groote heerenboerenplaats, feitelijk meer villa dan boerderij, al wilde de eigenaar, meneer Stapels, gaarne voor heerenboer doorgaan. En zoo gebeurde het dan, dal Mimiie sterven moest. En Simon Handgauw wist het. Hij had het van den slager gehoord, die naar Ruimzicht was ontboden, om Min- nie in de kracht van haar leven om zeep te brengen. Minnio was een zeug. Toen de slager zijn snood bedrijf had uitgevoerd, daarbij geassi steerd door Barend Graai, werd al- teerd door Barend Graai, werd al les wat er zoo in een zeug voor handen is, naar behooren uitge sneden en in schotels en bakken gedeponeerd. Met bijzondere zorg legde Barend Graan, in opdracht van de keukenmeid die het weer van haar meester bevolen had ge kregen de lever op een aarden schotel. Want meneer Stapels was bijzonder verzot op gebakken var kenslever. Men zou haast durven zeggen, dat hij daarvoor alleen Minnie had laten slachten. Hoewel dat natuurlijk een beetje overdre ven is. Natuurlijk legde Barend Graai, hoofdtuinman, en manusje van al les op Huize Ruimzicht, de lever op den schotel, met alle mogelijke zorg. Want hij kende zijns mees ters zwakke plek. Bovendien hield hij zelf ook veel van gebakken le ver. En dit was wel een bijzonder welgeschapen lever. Dat vond trou wens Swift, de hond ook, die be langstellend en lippen likkend me de aanwezig was. De slager vertrok. De keuken meid moest de bijkeuken juist even verlaten Barend Graai pak te de lever, en wikkelde die in eer krant. Wat een wel zeer groote zorg voor de lever zijns meesters was. Hij ging zelfs zoover, dat hij de lever in de krant, in een linnen broodzak stopte, en die schielijk aan zijn fiets hing, die buiten on der de heg stond. Daarna ging hij de bijkeuken weer in, en liet de aar den schotel, waarin de lever gele gen had, op den steenen grond in stukken vallen, waarna hij heftig tegen Swift te keer g'ng, die d" scherven aflikte. Terwijl de keu kenmeid weer binnenkwam, ging Barend Graai nog steeds te keer tegen Swift, die er niet veel van be greep cn die zich zeker zou verzet hebben, hadde hij het verstaan, dat Barend Graai hem van diefstal van een lever beschuldigde. De keukenmeid voegde haar felstrie- mende verwijten over het stelen Horizontaal: Stad in Duitschland. Dijk. Lidwoord. Filmmaatschappij Noot Bijwoord Anno Domini. Knorrig mensoh Aanteekening Lichaamsdeel Pleizier Noot Voorzetsel Deel v. e. schip Monter Titel Zotskap Hoofdbedekking Verticaal: Plaatsje in N.-Rrabant. Lidwoord (Fr.) Om te feliciteeren Bijwoord 6. Helper 8. Ned. cilancl 9. Voorzetsel 11. Ernstiger 13. Plaatsje in Utrecht. 16. Wordt bij de boterbereiding gebruikt 17. Branie IS. Energie 19. Vluchtheuvel 23. Riviertje in N.-Brabant 25. Ingenieur 26. Chineesch generaal Oplossing. Horizontaal: 1. Pamir. 2. Enare. 3. Malta. 4. Kaste. 5. Remus. 6. Kruit. 11. Kou. 13. Lee. 14. Bahia, 15. Aalst. 16. Maarn. 17. Posen. IS. Erker. 19. Laars. Verticaal: 1. Perm. 4. Kerk. 7. Anna. 8. Amer. 9. Les. 10. Reka 12. Eist. 14. Baum. 17. Peel. 20. Aks. 21. Isar. 22. Eder. 23. Aten. 24. Nors. en opslokken van een welgescha pen lever erbij. En aangezien het etenstijd was. ging Barend Graai nu spoorslags heen, om naar huis te gaan. En te eten. En zijn snibbige ega te ver rassen met de mededeeling dat hij een lever gekregen b^d. Die ze nu maar snel moest braden. Doch zoo ver was het nog niet. Want toen hij het pad in de richting van huis op reed, zag hij meneer Stapels aan komen. Nog net bijtijds, om den broodzak met den lever in de greppel onder het hooge gras te werpen. Om daarna, onschuldig als een lam, den heer Stapels te gemoet te gaan en een ongezouten standje in ontvangst te nemen, dat hij zoo stom was geweest, Swift een lever te laten stelen. Waarna er niets anders op zat, dan het ge heim van do lever in het gras te laten sluimeren en naar huis te gaan om te eten. Om zich des na middags met het opsporen van do bijna verloren schat te gaan bezig houden. Zooals reeds verteld, hield Simon Handgauw zich zorgvuldig op de hoogte van hetgeen er op Ruim zicht gebeurde. Hij had van Min nie's aanstaande dood gehoord en een onbestemd gevoel dreef hem er toe, zoo wat rond Huize Ruim zicht rond te lanterfanten. Bij wel lee bezigheid hij toevallig onder het hooge gras van den greppel, den -broodzak van Barend Graai ontdekte. En deszelfs inhoud. Waarna er van lanterfanten geen sprake was. Met den broodzak on der zijn jasje, vertrok hij snel huis waarts. Gedreven door twee din gen. In de eerste plaats lustte ook hij graag gebakken lever. In de tweede plaats had hij Baren 1. Graai's broodzak: herkend, diens diefstal dus ontdekt. nE nu speur de hij de mogelijkheid tot wraak neming. Pas nadat de lever van Minnie geheel en al gebraden was, en Si mon Handgauw zooveel en lekker gegeten had, dat hij eenige moeite ondervond om zich te bewegen, en hij zijn buikriem tot het uiterste had ruimer moeten maken, eerst eerst toen daagde een wraakdenk- beeld in hem. Hij draalde dan ook niet langer, doch ging met de krant waarin de lever had gezeten, naai de vuilnisbak, schudde die daarin gedeeltelijk leeg, maakte de krant goed dicht en stopte het pakje weer in de broodzak van Barend Graai. Met een snelheid, die men De betrapte dief: „Ach, meneer Krachtmans, haalt U toch alstublieft de politie!!!" van Simon Handgauw niet kon verwachten en zeker niet na zoo n maaltijd begaf hij zich met de aldus geprepareerde broodzak naar Huize Ruimzicht, en depo neerde hem op de plaats waar hij hem gevonden had, in het hooge gras van de greppel. Dien namiddag ging Barend Graai wat vroeger dan gewoonlijk naar huis. Toen hij het hek van Ruimzicht achter zich had dicht geslagen stapte hij niet aanstonds op zijn fiets, maar leidde het stalen ros een wijle aan de hand, inmid dels met argus-oogen den greppel langs het pad afzoekend. Zijn speu rende blik ontdekte den zak. Hij graaide hem haastig weg, sprong op zijn fiets en reed in een driftig tempo huiswaarts. Des avonds aten zij altijd brood. Maar hij had zijn snibbige vrouw gezegd, dien avond een pan vet heet te hebben, want hij zou met een lever, een gekregen lever, thois komen ?<Vc „Zal ik hem maajv.iflcteen jp d,e, pan gooien?'' vroeg hij, toen hij de keuken binnenkwam, en de dam pende pan vet ontwaarde. Zijn vrouw knikte snibbig van ja. Ze vertrouwde het zaakje maar half. Graai maakte de linnen zak los. pakte het papieren pak, vouwde het boven de pan vet open en liet toen de inhoud in de pan glij den Op dat oogenblik werd hij wit van nijd en zijn vrouw gaf hem doldriftig een draai om zijn hoofd. want in de pan dreven eierdop- pen, mitsgaders gebruikte theebla deren, groentenafval en asch uit een keukenfornuis „Hij heeft een lever gekregen!" krijschte de vrouw van Barend Graai, terwijl ze heftige bewegin gen met de pook van haar keuken fornuis maakte, „de leelijke grijp vinger heeft een lever gekregen! Als je weer eens wat k rijgt, mot je uit je doppen kijken wat je meepakt, akelig konijn dat je bent!" WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat een volwassen olifant een last van 2000 kilo kan dragen? dat het Britsch Museum IV* mil- lioen boeken bevat? dat in Turkije de huwelijks- candidaten gemerkt worden? d a t zij een geneeskundig, onder zoek moeten ondergaan, waarna er op hun arm een nummer wordt gestempeld dat overeenstemt met dat op 'het certificaat', dat' hem na de keuring wordt uitgereikt? „Ik dacht," zei de kleermaker, ..dat ik nog wel eens met brutale lui te maken had gehad maar..." „Wat is er dan?", vroeg de schoenmaker. „Nou, hier heb ik nu een pak, dat ik nu al voor de tiende keer hier heb gekregen om op tc persen, en wil je nu wel gelooven, dat het nog niet eens betaald is?" I Passagier (woedend over de slak kengang van de tram). Zeg, con ducteur, kunnen jullie niet wat barder Joopen? Conducteur: O ja, meneer, ik wel. Maar ik moet bij de tram blijven! 28S. Daar waren de Indianen. Ze hielden stil in de buurt van de schuilplaats van de vluchtelingen. Alweer stegen ze van hun paarden en nu kon de kapitein woordelijk de gesprekken volgen, die er werden gevoerd. Hij hoorde, hoe werd besloten eenige uren halt te houden en daarna het kamp te naderen, waar Prof- je's beschermers woonden. Tegen den morgen konden ze dat bereiken. Struis- je en de mannen huilden van spijt over hun lang slapen, maar Struis je wist al weer raad. Weet je wat wij doen, zei hij, ik vlieg er heen en neem jullie een voor een op mijn rug, want vliegen kan ik zoo gauw, ik kan wel tien keer heen en weer zijn, voor ze hier vertrekken. Maar we moeten wacihten tot het heele- maal donker is 287. En zoo gebeurde. Eerst ging de ka pitein op Struisjes rug zitten, die zoo zacht mogelijk zijn vleugels uitsloeg. De slaperige indianen dachten dat het een arend was en letten er verder niet op. Zoo kwamen na een poos Struis en de kapitein in het kamp aan en werden mot gejuich ontvangen. Maar Struisje liet het aan den kapitein over om alles te vertellen en vloog zelf weer gauw weg om de anderen te balen. 288. Na elkaar bracht hij die ook naar het kamp terug. Met het paard sprak hij af, dat het met de paarden der indianen zou meeloopen tot bij het kamp en dan zou ontsnappen, want Struisje kon wer kelijk niet zoo'n zwaar paard op zijn rug wegbrengen. Hij nam dus afscheid van hem en wenschte hem bet beste toe. Vannacht zien we elkaar hoop ik wel weer terug, fluisterde Struisje zijn vriend in het oor en nadat hij hem uit den boom had geholpen en hem nog eens had toegewuifd, verdween Struisje. 289. Het was hoog tijd, want hier en daar kwam er leven in de slapende mannen. Ze begonnen langzaam op te breken. Struisje besloot voorloopig van boom tot boom te vliegen om te zien wat ze verder zouden doen. Zoo naderden ze allen hun doel. Vlak bij het kamp hielden ze stil, maar Struisje vloog ver der en nu kon hij zijn vrienden vertel len waar de roovers waren. Alles was natuurlijk in rep en roer en in de weer met wapens. Het opperhoofd had bevel gegeven niet te wachten op den vijand, maar deze tegemoet te gaan. 290. Voorafgegaan door Struisje, die de weg wees, en zoo stil mogelijk naderden ze de woeste indianen, die juist beraad slaagden van welken kant ze het kamp dat ze slapend waanden, zouden overval len. Maar juist toen de richting be paald was, zagen ze overal mannen als uit den grond verrijzen. Het opperhoofo begreep er niets van en was heelemaal de kluts kwijt. Hij gaf allerlei tegenstrij dige bevelen en rende overal heen, maar voor hij goed wist wat er gebeurde, was de strijd beslist en waren zijn mannen gevlucht of gevangen genomen. Ook hij zelf viel in hun handen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 19