De Sjah op het werk
Droogmaking van
de Zuiderzee.
pUROLM
ALLE GERO
HET SIERHUIS
Zaterdag 8 Juni 1935.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9738
Exploitatie Wieringermeer.
J Doorzittén||^i
Stukloopen
Zonnebrand /7jTH.
Bij den havenbouw aan de
Kaspische Zee.
Vorstelijk bezoek aan den oever van de Kas
pische Zee. Oogen, die door een drie-
duimsplaat heenkijken. - Tevreden
heid en ontevredenheid van den
sajh-in-sjah.
(Van onzen reizenden correspondent.)
DEHNOW (aan de Kaspische Zee). In Mei.
DE haven van Dehnow, die thans wordt ge
bouwd, is een droom van sjah Reza sjah
Pachlevi en een droom, die gebaseerd is op
zeer practisohe en logische overwegingen. Iran heeft
een tamelijk goede haven aan de Kaspische Zee, een
haven voldoende voor de thans op deze zée varende
6chepen, namelijk de haven Pachlevi, het oude En-
zeli. Deze haven ligt echter benauwend dicht bij de
Russische grens en bovendien is vandaar het trans
port over land naar de Iransche hoofdstad tamelijk
lang en moeilijk. Er werd daarom aanvankelijk een
plan ontworpen voor een haven te Bendersjah („ben
der" beteekent „haven"), in den zuidoost-hoek van de
Kaspische Zee, en men is met den bouw werkelijk
aangevangen. Bender-sjah ligt aan den ontworpen en
gedeeltelijk reeds voltooiden spoorweg naar het zui
den, naar de Perzische Golf. De Kaspische Zee werpt
in haar zuidoost-hoek echter steeds weder nieuwe
massa's slib, waardoor het zeer moeilijk, zoo niet
onmogelijk bleek een haven daar op de noodige diep
te te houden. Daarop ontstond het plan voor de ha
ven te Dehnow, waaraan nu de Nederlandsche Maat
schappij voor 'Havenwerken arbeidt. Twee jaar zijn
hier de Iraniërs zelf, in eigen beheer, bezig geweest.
Een gedeelte van den golfbreker, die twaalfhonderd
nieter lang moet worden, werd gebouwd, doch steeds
moeilijker werd het werk, daar men immers met den
bouw van den golfbreker in steeds dieper water
kwam. Aan materiaal ontbrak het den Iraniërs en
eveneens aan de bij zulk werk hoog noodige ervaring.
Nu werkelijk deskundigen sedert een klein half jaar
den havenbouw in handen hebben, was het volko
men begrijpelijk, dat de sjah eens met eigen oogen
wilde zien, wat deze vreemdelingen van het werk
terecht brachten en zoo is dezer dagen het hoofd
van den staat naar Dehnow gekomen, waarhij hij te
gelijkertijd ook andere werken in oogenschouw nam,
bruggenbouw, uitgevoerd door een Zweedsche en een
Tsjechische firma, een zijde-fabriek in aanbouw in
eigen beheer der Iransche regeering, een ziekenhuis,
uitgevoerd eveneens in eigen beheer.
De dag van het bezoek van den sjah zou geen
feestdag worden. Er zou worden doorgewerkt om den
sjah een indruk te geven van den arbeid, die wordt
.verricht.
Op slechts enkele honderden meters van het ter
rein van den havenarbeid bevindt zich een klein pa
leisje, een zomerhuis van den sjah en daar zou het
staatshoofd zijn intrek nemen voor eenige dagen.
Met klein gevolg kwam de sjah aan, nadat hij eerst
nog een bezoek had gebracht aan het gebied, dat
door de laatste aardbeving is geteisterd.
Reza sjah Pachlevi is geen volksman. Hij houdt
niet van groote woorden en van klinkende toespra
ken, hij begeert geen toejuichingen, gevoelt weinig
voor pracht en praal, is weinig geneigd tot uiterlijk
vertoon. Zeker, zijn macht is vrijwel onbeperkt, maar
volkomen anders is hij dan b.v. in Europa dictators
als Hitier en Mussolini, die een zekere voorliefde too-
nen voor lawaai en kermisdrukte.
Het officieele bezoek van den sjah aan de haven
werken was tevoren aangekondigd. De voornaamste
ingenieurs waren ter begroeting aanwezig, doch de
sjah toonde weinig neiging zich uitvoerig voor te la
ten lichten. Hij wilde met eigen oogen zien, maar dan
ook alles: het werk aan de haven, den arbeid in de
werkplaatsen, het lössen der materialen, de transpor
ten, in het kort, de geheele organisatie. Begeleid was
Z.M. slechts door een minister en gevolgd werd hij
door een officier van de gendarmerie. Nu en dan
stelde hij eenige korte vragen en dat waren niet,
als zoo dikwijls bij staatshoofden, de gewone, uit het
hoofd geleerde vragen.
Uiterlijk is de sjah van het eeuwenoude Iran een
groote, sterke, rechte figuur, die gekleed gaat in een
zeer eenvoudige generaalsuniform. Ook in zijn privé-
leven spreekt hij weinig, doch zijn oogen zien alles.
Een Europeesch afdeelingschef, die de leiding van
de smederij onder zich heeft, drukte het kort, maar
krachtig uit, toen hij van den sjah zeide. „Hij heeft
oogen, die door een drieduimsplaat heen gaan".
Na dit eerste officieele bezoek is de sjah-in-sjah
Straat in het gemoderniseerde Recht,
de dichtst bij" Dehnow gelegen stad.
(dit is de eigenlijke titel en beteekent „koning der ko
ningen") nog tweemaal vrijwel onverwacht gekomen
op het werk, eenmaal te voet, dadelijk van zijn nabij
gelegen zomerhuis. Bij deze volgende bezoeken was
Z.M. minder terughoudend en vroeg meer dan den
eersten keer.
Daar alle noodige materieel nog niet is aangeko
men en in gebruik gesteld, is het werk nog niet in
vollen gang. Op het strand liggen tallooze kisten met
onderdeelen van locomotieven, motoren, een boor
machine, zelfs een geheele sleepboot van negentig
paardekracht (een tweede sleepboot met een twee
maal grooter vermogen, wordt nog in onderdeelen
verwacht). Een groot deel van deze onderdeelen wa9
door de douarie nog niet vrij gegeven, doch de sjah
beval, dat dit dadelijk moest geschieden zonder al te
veel aan de formaliteiten vast te houden. Alle tege
moetkoming moest worden betoond, wat plotseling
het werk der havenbouwers ten zeerste vergemak
kelijkte. Bij een zijner onverwachte bezoeken bleef de
sjah bijna een half uur staan toekijken naar het sor-
teeren en versjouwen der aangekomen onderdeelen
van verschillende machines, waarbij gebruik werd
gemaakt van een kort geleden aangekomen en ter
plaatse gemonteerde tientonskraan op rupsbanden.
Het werk stond onder leiding van een meer dan zes
voet grooten, blonden Nederlander, die zijn Iransch
werkvolk commandeerde met enkele reeds geleerde
Perzische woorden en voor de rest Nederlandsch
sprak. Begrepen de menschen hem niet, dan deed hij
het hun wel voor. Zoo in beslag genomen was de
Nederlander, dat hij de aanwezigheid van den sjah
niet eens bemerkte. De sjah maakte de opmerking,
dat de man zulk een werk op deze wijze toch onmo
gelijk tien uur per dag vol kon houden, maar zijn
minister vertelde den vorst: „Deze menschen wer
ken, indien dit noodig is, op deze wijze acht-en-veer-
tig uur aan één stuk". In de smederij, waar Iransche
smeden werken onder leiding van een chef, die vele
jaren in dienst was van een Antwerpsche firma, ver
toefde de sjah geruimen tijd, toekijkend hoe de men
schen er allerlei materieel en gereedschappen ver
vaardigden en zoodanig was hij onder den indruk, dat
hij den reeds bejaarden leider dien avond in zijn
zomerverblijfplaats ontbood om hem van het werk
te laten vertellen.
Soms ook stond de sjah voor zijn tijdelijke woning
aan de kust en keek vandaar uit naar het werk,
zag hoe de oude locomotieven, die nu spoedig door
nieuwe zullen zijn vervangen, geregeld de met stee-
nen en ander materieel geladen wagens trokken,
hoe de kraan geen oogenhlik stil stond, hoe met
kleine bootjes een groot Russisch vrachtschip met
nieuw aangevoerd materiaal werd gelost, hoe man
nen groeven en honderden paardjes en ezeltjes den
opgeworpen grond wegvoerden. „Nu weet ik eindelijk
dat deze haven er ook werkelijk komt", zeide hij tot
zijn omgeving.
Indien de sjah dit nog niet beseft had, moet het
hem hier duidelijk zijn geworden, dat bij de opvoe
ding van een volk niet slechts scholen, kennis, noo
dig zijn, maar dat den menschen ook daadkracht,
doorzettingsvermogen, verantwoordelijkheidsgevoel,
liefde tot den arbeid moeten worden bijgebracht en
dat stelselmatigheid en organisatievermogen evenmin
kunnen worden ontbeerd, wil men inderdaad tot re
sultaten komen. En deze „moreele" opvoeding is
moeilijker en vordert veel meer tijd dan de zuiver
intellectueele opvoeding. Er zijn zelfs volken, die voor
deze moreele opvoeding weinig vatbaar zijn, maar
tot deze volken behoox-t het volk van Iran niet.
Elders was de sjah niet zoo tevi-eden als bij de
havenweiken te Dehnow.
Op ongeveer tien kilometer van Dehnow is men
een klein jaar geleden begonnen met den bouw van
een zijdespinnerij en weverij. Met groote feestelijk
heden en uitvoerige toespraken werd toen de eerste
steen gelegd, maar nu de sjah er op bezoek kwam,
bleek er sinds dien vrijwel niets te zijn uitgevoerd,
wat zijn hevige verontwaaxxligïng wekte. „Feest ge
vierd heeft men en na het feest was blijkbaar alle
energie verbruikt", zeide hij.
Nabij de havenwexken is een ziekenhuisje voor een
twintigtal patiënten in aanbouw. Twee-en-een-half
jaar wei'kt men er aan, doch het gebouw is nog niet
onder dak. Er staan niet veel meer dan de muren.
Ook hier toonde de sjah zich ten zeerste verstoord en
zonder er lang over te pi*aten, gaf hij bevel, dat de
verdei'e afbouw van dit ziekenhuisje aan de haven
bouwers zou worden toevei'trouwd. Over weinige
maanden zal dit ziekenhuisje thans gereed zijn. Er
werd den sjah op gewezen, dat het in veiband met
den havenbouw wenschelijk zou zijn een rivier, de
Corduk, die in sommige tijden van het jaar bijna geen
water heeft en dan weer eenigen tijd meer water ver
stuwt dan de Rijn, te verleggen en een andere hou
ding te geven, verder van de haven. Een oogenhlik
bekeek de sjah het desbetreffend ontwerp. Daarna gaf
hij bevel, dat dit werk dadelijk moest worden uitge-
voei'd en wel door de Nederlandsche Maatschappij
voor Havenwexken, die dus haar opdrachten ziet ver
meerderd.
In het najaar zal de sjah zijn bezoek aan de haven
werken herhalen, zoo is officieel medegedeeld, doch
het zou mij niets verbazen, indien Z. M. reeds lang
voor dien,.tijd nog eens van Tehei'an kwam, vooral
nu de naaste weg sneeuwvrij is gewoi'den en een
automobiel tocht van Teheraxi naar Dehnow nog geen
vijf uur vordert.
J. K BREDE RODE.
VOLLEDIG UITVOERINGSPLAN VOOR N.O.-
POLDER WORDT MET SPOED VOORBEREID.
In de Memorie van Antwoord op het voorloopig
verslag der Eerste Kamer inzake het ontwerp tot
vaststelling van de begrooting van inkomsten en uit
gaven van het Zuiderzeefonds voor het dienstjaar
1935, merkt de Minister op, dat het gezond maken
van de Rijksfinanciën niet zal behoeven te beletten
onmiddellijk door te gaan met de uitwerking van de
plannen tot inpoldering van den N. O.-polder. Bereids
werd opdracht gegeven tot het met bekwamen spoed
voorbereiden van een volledig uitvoeringsplan met
daarbij behoorend financieel werkprogram.
Zoodra de Regeering het oogenblik gekomen acht,
de werkzaamheden ter plaatse aan te vangen, zal
de Minister niet nalaten gevolg te geven aan de her
haaldelijk gedane toezegging, om te komen met
voorstellen tot uitvoering van bepaalde werken voor
de Noord-Oostelijke inpoldering en daarbij een uit
eenzetting te geven van de mogelijkheid, het plan
zóó uit te voeren, dat de kosten van landaanwinning
ongeveer f 2500 per H.A. (behuisd) zullen bedragen.
Hoewel aan elke verdex-e inpoldering steeds risico
blijft verbonden, hoopt de Minister door deze uiteen
zetting de beduchtheid weg te nemen voor nog meer
en niet geringe teleurstellingen. Door de ervaring,
opgedaan met de inpoldering van de Wieringermeer,
staan thans uitvoerige gegevens ten dienste, die het
mogelijk maken de ramingen van kosten met groote
nauwkeurigheid op te stellen, waarbij de grootst-
mogelijkc voorzichtigheid, doch tevens de grootst mo
gelijke soberheid zullen woi-den in acht genomen.
De Minister merkt voorts op, dat het aangaan van
een verplichting tot een jaarlijksche uitgave van
f10 tot f12 millioen verantwooi'd mag woi'den ge
acht, mits tevens voldoende zekerheid kan worden
verschaft, dat inderdaad de bovengenoemde kosten
VOOR
ARTIKELEN als: complete Cassettes voor
f 10.90-15.75-18.75-20.40 enz., Etui's met taart-
vorkjes, thee- en likeurlepeltjes, compóte-,-
fruit-, room- en jamlepels, tafel-' en. dessert
couverts, boteimesjès, limonade- en bowllepels*
saladecouverts, kaasschaaf, eiexdepels, gebak
schepjes, enz. enz. Alles direct uit voox*raad
leverbaar.
J. KLERK Laagzijde B 27- SGHAGEN.
van landaanwinning niet beteekenend zullen-worden
overschreden, zoodat op den duur economisch evenn
wicht mag worden verwacht. Deze verwachting wordt
gesterkt door de voorloopige opbrengst van de gron
den in de Wieringermeer.
Gegadigden voor de Wieringermeer,
Dat in den landbouw ondanks de onbevredigende
bedrijfsresultaten nog een groote vraag naar land
bestaat, is bij de uitgifte van landerijen in de Wie
ringermeer duidelijk aan den dag getreden. In herin-»
nering moge worden gebracht, dat, verleden jaar voor
een 60-tal bedrijven zich 190 gegadigden hebben aan
gemeld en dat voor een overeenkomstig aantal in
November a.s. uit te geven boerderijen,-nog zonder
openbai*e aanbieding, thans reeds 78 nieuwe aan-
vx-agen zijn ingekomen. Dit verschijnsel vindt o.m,
hiei'in verklaring, dat het agrarisch overschot door
de vooi'al ook in de industrie heerschende wexkloos-t
heid, geen gelegenheid heeft in andere bedrijven en
bei'oepen plaatsing te vinden. In den landbouw zelf
valt het verschijnsel waar te nemen, dat de oude
ren door gebrek aan middelen zich gedwongen zien
hun bediïjf aan te houden, waardoor geen plaats
wordt gemaakt voor de jongeren. In de kleine bedrij-
ven zijn wegens de nog steeds afnemende exportmo-»
gelijkheden de bedrijfsresultaten zoodanig, dat de
ovei'gang naar meer extensieven bedrijfsvoim nood
zakelijk wordt, waaimede de vraag naar meer land.
tevens hand in hand gaat. Hierin moet dan ook een
verklaring worden gezocht van het vei*schijnsel, dat
de pachten in het algemeen niet een zoodanige int
zinking toonen als op grond van de bedrijfsresultaten,
zou moeten worden verwacht.
Om aan de vraag naar land tegemoet te komen,
zal aan uitbreiding van cultuurgronden door inpolt
dei'ing dan ook de noodige aandacht behooren te wort
den geschonken, te meer daar hierdoor langs direct
ten en indirecten weg wexkverruiming in zoo belang-
rijke mate kan worden bevorderd. Hiexkij is in aant
merking te nemen, dat indien met de uitgifte van!
gronden in de Wieringermeer in hetzelfde tempo
wordt voox-tgegaan als thans, d.i. 2500 tot 3000 H.A,
per jaar, te zijner tijd een te langdurige onderbreking
daarvan zal intreden, indien niet tijdig cultuurrijpe
gronden in den N. O.-polder beschikbaar kunnen wort
den gesteld.
Ontzilting van het IJsselmeer.
Inzake ontzilting van het IJsselmeer doen zicl£
twee wel te onderscheiden vraagstukken vooi\ Oox-
spronkelijk heeft men slechts op het oog gehad een
ontzilting, waarbij de aangrenzende landstreken kon
den worden voorzien van water met een zoodanig
chloorgehalte, dat het practisch uit een oogpunt van
landbouw en veeteelt als „zoet. water" zou mogen
worden aangemexkt. Eerst later is het denkbeeld
naar voren gekomen, dat het IJsselmeer wellicht zou
kunnen dienen als px-ise d'eau voor drinkwatexwooi*
Doos 30 en 60. Tube 80 ct.
Bij Apoth. en Drogisten.
ziening, waai'bij dan echter een veel geringer chloor-
gehalte verzekei'd zou moeten zijn. Dit laatste vraag
stuk is nog in onderzoek bij de commissie „Dx'inkwa-
tervooi-ziening Westen des Lands."
Dat bii de ontzilting van het IJsselmeer tot dus
verre teleurstelling zou zijn ondervonden, kan slechts
in zooverre als juist worden ekend, dat onmiddel
lijk na de afsluiting van de Zuiderzee twee zeer
di-oge jaren 1933 en 1934 zijn gevolgd, waarin de
op het IJsselmeer toegevloeide waterhoeveel'heden
de afvoer van den IJssel is daarbij overwegend
verre zijn achtergebleven bii die, waarop in een nor
maal jaar mag worden gerekend.
Hoewel de Minister de beteekenis van deze vraag
stukken geenszins onderschat, vindt hij geen aan
leiding. op grond van de reeds verzamelde gege
vens, een zoodanigen strijd van belangen te zien.
dat deswege zelfs twijfelachtig zou zijn of de aan
leg van een nieuwen polder wel verantwoord
zou zijn.
De Minister stemt in met het gevoelen, dat ge-
stx-eefd moet worden naar het zoo spoedig mogelijk
verlagen van het peil van het IJsselmeer beneden
het thans nog gehandhaafde hooge peil van 13 c.m.
N.A.P.
Exploitatie Wieringermeex,
De tijdelijke Staatsexploitatie totdat de gronden
voldoende cultuurrijp zijn. zal niet langer worden
voortgezet dan noodzakelijk is. Met de het. vorig
jaar begonnen voorloopige uitgifte (in pacht) van
de daarvoor geschikt geachte gronden zal worden
voortgegaan, doch moet voorzichtigheid worden be
tracht, omdat de structuur en ontziltingsgraad van
de gronden zoodanig moet zijn. dat het risico voor
de particuliere ondernemers zooveel mogelijk wordt
beperkt
De Minister herhaalt. dat de inrichting van het
werkdorp door de stichting ..Joodsche Arbeid" inder
daad ten doel heeft eexi tijdelijke voorziening te
treffen, ten einde aan Duitsche Joodsche jongelie
den een ondexkomen te verschaffen voor de oplei
ding tot een werkkring elders, met name in Pale
stina. De medewerking, welke de Regeering daar
bij verleent draagt eveneens een tijdelijk kax-akter.
Indien derhalve na afloop van de tegenwoordige
pacht, waarbij in gelijke mate als bii de overige
pachten in de Wieringermeer een pachtsom wordt
geheven en voldaan, 'n verzoek om verlenging mocht
worden gedaan, zal de Regeering geheel vrij staan
in haar beoordeeling. Van tewerkstelling van Jood
sche uitgewekenen bij boeren buiten het werkdorp
is niets bekend.
De Minister deelt, mede dat een wetsontwerp tot
reorganisatie van de diensten en lichamen, bii de
Zuiderzeewerken betrokken, zeer spoedig aan de Sta-
ten-Generaal kan worden voorgelegd.
Te Den Helder werd Donderdag ter gelegenheid van de tentoonstelling „Remavi" de derde
periodieke zeilwedstrijd gehouden van de Koninklijke Marine Jachtclub. Een der deelnemers in actie.